Toernooiwerking 2024 2de editie geldig van 1 april.
Organisatoren
De volgende clubs nemen deel, in volgorde van de kalender:
Brasschaat, Hoboken, Liga-Limburg, Aalter, Landegem, Oostende, Leuven, Turnhout, Zottegem, LSV Chesspirant en Brugge.
De organiserende clubs zorgen voor een “goede” zaal, ideaal met voldoende/goede veiligheid binnen en buiten, licht, verluchting, tafelschikking, afscheiding tussen speel- en praat gedeelte, kantine, makkelijke bereikbaarheid, parkeergelegenheid. De clubs streven naar het op peil houden van hun jeugdwerking en trachten zelf aan 5 andere criterium toernooien deel te nemen. (Zie Aansluiting, evaluatie en uitsluiting).
Inschrijvingen
Voor inschrijvingen gebeurt via de website tot 18u de dag voor het toernooi, het inschrijvingsgeld is max. 10 € (Brugge: max. 15 €). Een verhoogd inschrijvingsgeld tot 15 € (Brugge 20€) wordt toegelaten voor inschrijvingen ter plaatse. Spelers die in het criterium jaar afwezig waren op maximaal 1 criteriumtoernooi voor Brugge, zijn in Brugge vrijgesteld van inschrijvingsgeld.
Aanmelden op de toernooidag kan tot 10u, de start is steeds voorzien om 10u30.
De organisatoren mogen spelers weigeren om een geldige reden.
Toernooisysteem
Het criterium jaar volgt het kalenderjaar, de einduitslag is bekend na het laatste toernooi (Brugge). Er wordt gespeeld in 6 reeksen: -8 jaar (U8), -10 jaar (U10), -12 jaar (U12), -14 jaar (U14), -16 jaar (U16) + volwassenen onder de 1700 elo (Geen jeugd U20-spelers) en een Open reeks, waarbij de leeftijdsgrens bereikt mag worden in het kalenderjaar (bv -8: geboren in 2016 of later). De open reeks is voor jeugdspelers en volwassenen; enkel de spelers tot -20 (geboren in 2004 of later) worden in de criterium rangschikking opgenomen. Een speler mag steeds kiezen om in een hogere leeftijd reeks deel te nemen.
In de reeksen -8 jaar (U8) en -10 jaar (U10) worden 9 ronden gespeeld met een bedenktijd van "10'+5" per zet. In de overige worden 7 ronden gespeeld met een bedenktijd van 20’+5” per zet (increment). In het 2-daags toernooi van Brugge gelden andere bedenktijden: 25’+5” per zet bij de U8 en U10 en 35’+5” per zet bij de overige reeksen. Indien door omstandigheden er onvoldoende geschikte klokken (increment, invoeren, tijdstraf) beschikbaar zijn, kunnen deze enkel ingezet worden bij de U8 en U10 en wordt er op voorhand met de coördinatoren een geschikte oplossing uitgewerkt, 15’ KO.
Indien door omstandigheden de vermelde voorwaarden de schaakbeleving dreigen te verminderen (bv. te kleine groepen, …), dan mag de organisatie van dit systeem afwijken na overleg en akkoord met de aanwezige coördinator(en).
Er wordt gespeeld volgens de op dat moment gangbare FIDE-regels voor rapid (die van 1 januari 2023 https://handbook.fide.com/chapter/E012023) behalve voor de hieronder vermelde punten.
Artikel A.5 is van toepassing. Hiermee zijn de regels voor onvoldoende supervisie van kracht.
De verzuimtijd (de tijd dat een speler te laat aan het bord mag komen) is de volledige bedenktijd.
Een arbiter zal niet ingrijpen als hij een onreglementaire zet ziet, behalve als beide koningen in schaak staan of als een promotie onvoltooid is of als één van beide spelers hem hiertoe verzoekt. In die gevallen zal hij de onreglementaire zet laten terugnemen, één minuut bij geven aan de tegenstander van de overtreder en de partij verder laten spelen.
Een arbiter zal niet ingrijpen als een vlag van één speler gevallen is, behalve als zijn tegenstander dit terecht claimt.
Een arbiter mag ingrijpen (dus remise uitspreken) als beide vlaggen gevallen zijn en verder spelen het speelschema in de war zou brengen.
Bij een KO (geen increment) tempo (opgepast: normaal nooit, enkel in geval van onvoldoende elektronische klokken met increment) geldt : een speler die minder dan twee minuten op de klok heeft en die vindt dat zijn tegenstander op zijn tijd speelt of niet op normale wijze kan winnen, kan remise claimen bij de arbiter volgens Guideline III artikel 5 (Guideline III artikel 4 is niet van toepassing). De arbiter waarschuwt de tegenstander van de claimer dat deze een winst poging moet maken en het spel wordt voortgezet in het bijzijn van de arbiter nadat de tegenstander eerst twee minuten heeft gekregen. Als de arbiter vervolgens tijdens de partij of als een vlag gevallen is van oordeel is dat er door de tegenstander niet op winst gespeeld wordt/is, dan verklaart hij de partij remise.
Een speler kan voor de eerste uitgevoerde onreglementaire zet van zijn tegenstander de winst niet claimen bij de arbiter. In geval van het claimen van een onreglementaire zet bij de arbiter dient deze zet te worden teruggezet en indien mogelijk met het aangeraakte stuk gespeeld te worden (of het aangeraakte stuk van de tegenstander geslagen te worden) nadat de tegenstander eerst één minuut heeft bijgekregen. Vanaf een tweede keer kan de winst wel geclaimd worden bij de arbiter.
Elke speler mag een GSM of een andere elektronisch communicatiemiddel bij zich hebben voor zover deze uitgeschakeld staat tijdens de partijen. In geval dat communicatiemiddel een geluid produceert of het duidelijk is dat deze niet uitstaat, wordt vijf minuten in mindering genomen van de bedenktijd van de eigenaar, tenzij de arbiter anders beslist. Is hiermee de bedenktijd op van de eigenaar van de GSM, dan verliest deze de partij.
Een speler die het niet eens is met de beslissing van de arbiter van zijn reeks, kan in geval van een scheidsrechterlijk probleem onmiddellijk (uiterlijk voor het einde van die ronde) een beroep indienen bij de hoofdarbiter of indien deze de arbiter van zijn reeks is, bij de organisator (die het op zijn beurt doorgeeft aan de hoofdarbiter). Deze neemt een beslissing en deze beslissing is bindend. M.a.w. hiertegen kan niet tegen in beroep gegaan worden. In geval van een organisatorisch probleem kan de speler een beroep indienen bij de organisator. Deze neemt een beslissing. Ook deze beslissing is bindend. In beide gevallen dienen na het toernooi de coördinatoren op de hoogte gebracht te worden van alle genomen beslissingen inzake de beroepen.
Paringssysteem
De paringen gebeuren volgens het Zwitsers systeem op Rating. De ranglijst van de spelers voor de paringen wordt bepaald volgens hun nationale ELO (enkel in geval een speler geen nationale, maar wel FIDE-ELO zou hebben, is het de FIDE-ELO).
De eerste 10 spelers in de tussenstand van het criterium (behalve in het eerste toernooi) krijgen een fictieve elo voor zover ze geen hogere elo hebben. De eerste speler in de tussenstand krijgt 700, de volgende 690 en zo verder tot de tiende 610. Het doel is dat deze spelers een soort beschermde status krijgen en door het Zwitsers systeem op rating pas in latere rondes tegen elkaar kunnen uitkomen.
Als een speler met een fictieve elo zich inschrijft voor een hogere reeks, kan hij deze fictieve elo opgebouwd in een lagere reeks niet meenemen naar de hogere reeks.
Elke organisatie is verplicht SWAR te gebruiken.
Scheidingssysteem
1. Punten
2. Sonneborn-Berger
3. Bucholtz
4. Voortschrijding (niet bij Round Robin)
5. Aantal gewonnen wedstrijden
Speelschema
Elke organisatie is vrij in het bepalen van het speelschema. Echter indien op de uitnodiging van een criteriumtoernooi geen speelschema vermeld staat, dan is onderhavig speelschema van kracht:
Prijzen
Hiervoor gelden de volgende minimale richtlijnen:
alle deelnemers een mooie prijs of aandenken in elk toernooi.
De eerste 5 van iedere reeks ontvangen een speciale prijs.
De totale waarde van alle prijzen benadert of overtreft het totaal van het inschrijvingsgeld.
De invulling van deze prijzen is te interpreteren per organisator, die ook autonoom beslist over de prijzenverdeling in de reeksen waar volwassenen mogen deelnemen (Open- en U16-reeks).
Eindrangschikking
Na elk toernooi worden de resultaten verzameld, verwerkt en op de criterium-website gepubliceerd. Hierbij wordt per speler de puntentelling opgemaakt: De behaalde toernooi punten, vermeerderd met rangschikking punten : 20, 16, 14, 12, 11, 10, 9, 8, 7, 6, en 5 voor alle volgende deelnemers. Voor Brugge worden deze punten dubbel geteld (Brugge telt mee als 2 ronden).
Voor de eindrangschikking van het criterium tellen de 8 beste resultaten mee. Bij gelijkheid van punten wordt eerst ook het 9de beste resultaat meegeteld en bij gelijkheid vervolgens wordt het 10de beste resultaat mee in rekening gebracht enz.
Aan de eindstand zijn per reeks de volgende prijzen verbonden:
1ste: 50 € 2de: 40 € 3de: 30 € 4de: 20 € 5de: 10 €
Contacten
Werking van de criterium organisatie
Voor vragen en klachten kan men terecht bij de coördinatoren (coord@jeugdschaakcriterium.be). Er wordt gestreefd naar 3 coördinatoren die jaarlijks verkozen worden. Indien er geen coördinatoren aangesteld zijn, wordt de coördinatie gedaan door één afgevaardigde per organisator en de algemene medewerker(s). Het e-mailadres blijft hetzelfde.
Coördinatoren en algemene medewerkers
Drie afgevaardigden, verkozen uit de deelnemende clubs coördineren het criterium, zijn samen met de algemene medewerkers belast met de communicatie rond de toernooien en hun resultaten, de website (Luc Oosterlinck), het organiseren van de criterium vergadering (Tom Piceu), kennisvergaring en -deling over jeugdwerking en toernooiorganisatie.
Algemene criterium vergadering
Jaarlijks komt minstens een vergadering van deelnemende clubs samen, voorgezeten door een coördinator (Tom Piceu) Ze is bevoegd over alle kwesties van aan- en uitsluiting, kwaliteit en uniformiteit; beoordeelt en verleent haar goedkeuring aan de praktische behandeling van geschillen en klachten door de coördinatoren.
Eén club heeft één stem, eventueel per volmacht, en bijzondere uitnodigingen (zonder stemrecht) zijn mogelijk. Na bespreking van het toernooi-jaar, kwijting en verkiezing van de coördinatoren, stemt de vergadering over andere agendapunten. Dit gebeurt per consensus, per handopsteking of per geheime stemming. Bij gelijkheid van stemmen hebben de nieuw verkozen coördinatoren een beslissende stem.
Aansluiting, evaluatie en uitsluiting
De aangesloten clubs betalen een vastgestelde bijdrage aan het coördinatieteam, vooral ter bekostiging van de prijzen voor de eindrangschikking. Op de criterium vergadering worden clubs herbevestigd, uitgesloten of nieuw aangesloten als mede-organisator voor het volgende kalenderjaar. Criteria hiervoor zijn:
1. Een thuisbasis of toernooi zaal in Vlaanderen of Brussel hebben
2. Een goede eigen jeugdwerking hebben
3. Het aantal deelnemers in voorbije organisaties van jeugdschaak evenementen.
4. De mate van deelname van de eigen jeugd aan andere criteriumtoernooien.