Toernooiwerking 2025
Organisatoren
De volgende clubs nemen deel:
Brasschaat, Liga-Limburg, Aalter, Landegem, Oostende, LSV-Chesspirant, Leuven, Hoboken, Turnhout, Zottegem.
De organiserende clubs zorgen voor een “goede” zaal, ideaal met voldoende/goede veiligheid binnen en buiten, licht, verluchting, tafelschikking, afscheiding tussen speel- en praat gedeelte, kantine, makkelijke bereikbaarheid, parkeergelegenheid. De clubs streven naar het op peil houden van hun jeugdwerking en trachten zelf aan 5 andere criterium toernooien deel te nemen. (Zie Aansluiting, evaluatie en uitsluiting).
Inschrijvingen
Voor inschrijvingen gebeurt via de website tot 18u de dag voor het toernooi, het inschrijvingsgeld is max. 10 € . Een verhoogd inschrijvingsgeld tot 15 € wordt toegelaten voor inschrijvingen ter plaatse. Spelers die in het criterium jaar afwezig waren op maximaal 2 criteriumtoernooien voor het slottoernooi, zijn in het slottoernooi vrijgesteld van inschrijvingsgeld.
Aanmelden op de toernooidag kan tot 10u, de start is steeds voorzien om 10u30.
De organisatoren mogen spelers weigeren met een geldige reden.
Toernooisysteem
Het criterium jaar volgt het kalenderjaar, de einduitslag is gekend na het laatste toernooi (Zottegem). Er wordt gespeeld in 6 reeksen: -8 jaar (U8), -10 jaar (U10), -12 jaar (U12), -14 jaar (U14), -16 jaar (U16) + volwassenen onder de 1700 elo (Geen jeugd U20-spelers) en een Open reeks, waarbij de leeftijdsgrens bereikt mag worden in het kalenderjaar (bv -8: geboren in 2017 of later). De open reeks is voor jeugdspelers en volwassenen; enkel de spelers tot -20 (geboren in 2005 of later) worden in de criteriumrangschikking opgenomen. Een speler mag steeds kiezen om in een hogere leeftijdsreeks deel te nemen.
In de reeksen -8 jaar (U8) en -10 jaar (U10) worden 9 ronden gespeeld aan een bedenktijd van 10’+5” per zet. In de overige worden 7 ronden gespeeld met een bedenktijd van 20’+5” per zet (increment). Indien door omstandigheden er onvoldoende geschikte klokken (increment, invoeren tijdstraf) beschikbaar zijn, kunnen deze enkel ingezet worden bij de U8 en U10 en wordt er op voorhand met de coördinatoren een geschikte oplossing uitgewerkt, 15’ KO.
Indien door omstandigheden de vermelde voorwaarden de schaakbeleving dreigen te verminderen (bv. te kleine groepen, …), dan mag de organisatie van dit systeem afwijken na overleg en akkoord met de aanwezige coördinator(en).
Er wordt gespeeld volgens de op dat moment gangbare FIDE-regels voor rapid (die van 1 januari 2023 https://handbook.fide.com/chapter/E012023) behalve voor de hieronder vermelde punten.
Artikel A.5 is van toepassing. Hiermee zijn de regels voor onvoldoende supervisie van kracht.
De verzuimtijd (de tijd dat een speler te laat aan het bord mag komen) is de volledige bedenktijd.
Een arbiter zal niet ingrijpen als hij een onreglementaire zet ziet, behalve als beide koningen in schaak staan of als een promotie onvoltooid is of als één van beide spelers hem hiertoe verzoekt. In die gevallen zal hij de onreglementaire zet laten terugnemen, één minuut bij geven aan de tegenstander van de overtreder en de partij verder laten spelen.
Een arbiter zal niet ingrijpen als een vlag van één speler gevallen is, behalve als zijn tegenstander dit terecht claimt.
Een arbiter mag ingrijpen (dus remise uitspreken) als beide vlaggen gevallen zijn en verder spelen het speelschema in de war zou brengen.
Bij een KO (geen increment) tempo (opgepast: normaal nooit, enkel in geval van onvoldoende elektronische klokken met increment) geldt : een speler die minder dan twee minuten op de klok heeft en die vindt dat zijn tegenstander op zijn tijd speelt of niet op normale wijze kan winnen, kan remise claimen bij de arbiter volgens Guideline III artikel 5 (Guideline III artikel 4 is niet van toepassing). De arbiter waarschuwt de tegenstander van de claim dat deze een winst poging moet maken en het spel wordt voortgezet in het bijzijn van de arbiter nadat de tegenstander eerst twee minuten heeft gekregen. Als de arbiter vervolgens tijdens de partij of als een vlag gevallen is van oordeel is dat er door de tegenstander niet op winst gespeeld wordt/is, dan verklaart hij de partij remise.
Een speler kan voor de eerste uitgevoerde onreglementaire zet van zijn tegenstander de winst niet claimen bij de arbiter. In geval van het claimen van een onreglementaire zet bij de arbiter dient deze zet te worden teruggezet en indien mogelijk met het aangeraakte stuk gespeeld te worden (of het aangeraakte stuk van de tegenstander geslagen te worden) nadat de tegenstander eerst één minuut heeft bijgekregen. Vanaf een tweede keer kan de winst wel geclaimd worden bij de arbiter.
Opgelet: Bij -8 en -10 wordt geen minuut toegevoegd aan de tegenstander van de overtreder in het geval van een onreglementaire zet.
Elke speler mag een GSM of een andere elektronisch communicatiemiddel bij zich hebben voor zover deze uitgeschakeld staat tijdens de partijen. In geval dat communicatiemiddel een geluid produceert of het duidelijk is dat deze niet uitstaat, wordt vijf minuten in mindering genomen van de bedenktijd van de eigenaar, tenzij de arbiter anders beslist. Is hiermee de bedenktijd op van de eigenaar van de GSM, dan verliest deze de partij.
Een speler die het niet eens is met de beslissing van de arbiter van zijn reeks, kan in geval van een scheidsrechterlijk probleem onmiddellijk (uiterlijk voor het einde van die ronde) een beroep indienen bij de hoofdarbiter of indien deze de arbiter van zijn reeks is, bij de organisator (die het op zijn beurt doorgeeft aan de hoofdarbiter). Deze neemt een beslissing en deze beslissing is bindend. M.a.w. hiertegen kan niet tegen in beroep gegaan worden. In geval van een organisatorisch probleem kan de speler een beroep indienen bij de organisator. Deze neemt een beslissing. Ook deze beslissing is bindend. In beide gevallen dienen na het toernooi de coördinatoren op de hoogte gebracht te worden van alle genomen beslissingen inzake de beroepen.
Paringssysteem
De paringen gebeuren volgens het Zwitsers systeem op Rating. De ranglijst van de spelers voor de paringen wordt bepaald volgens hun nationale ELO (enkel in geval een speler geen nationale, maar wel FIDE-ELO zou hebben, is het de FIDE-ELO).
De eerste 10 spelers in de tussenstand van het criterium (behalve in het eerste toernooi) krijgen een fictieve elo voor zover ze geen hogere elo hebben. De eerste speler in de tussenstand krijgt 700, de volgende 690 en zo verder tot de tiende 610. Het doel is dat deze spelers een soort beschermde status krijgen en door het Zwitsers systeem op rating pas in latere rondes tegen elkaar kunnen uitkomen.
Als een speler met een fictieve elo zich inschrijft voor een hogere reeks, kan hij deze fictieve elo opgebouwd in een lagere reeks niet meenemen naar de hogere reeks.
Elke organisatie kan kiezen om SWAR dan wel Swiss Manager te gebruiken.
Scheidingssysteem
1. Punten
2. Sonneborn-Berger
3. Bucholtz
4. Voortschrijding (niet bij Round Robin)
5. Aantal gewonnen wedstrijden
Speelschema
Elke organisatie is vrij in het bepalen van het speelschema. Echter indien op de uitnodiging van een criteriumtoernooi geen speelschema vermeld staat, dan is onderhavig speelschema van kracht: