Een stiftgedicht wordt gemaakt door met een dikke zwarte stift in een bestaande, gedrukte tekst woorden of delen van woorden weg te strepen, net zolang tot wat overblijft een gedicht is. Dit uiteindelijke gedicht heeft (vaak) niets meer met de oorspronkelijke tekst te maken.
Vaak worden voor stiftgedichten artikelen uit bijvoorbeeld kranten of tijdschriften gebruikt of een bladzijde uit een oud boek.
Een aantal tips bij het maken van een stiftgedicht zijn:
Scan de bestaande tekst totdat je een zin of woord vindt dat je raakt.
Kijk of je vanuit dat woord of die zin naar enkele andere woorden of zinnen kunt springen, zodat je het begin van je gedicht krijgt.
Blijf vrij in de associaties die je maakt. Je kunt in de tekst naar vergelijkbare woorden gaan zoeken, maar blijf open staan voor verrassende wendingen.
Je kunt ook een gedicht maken met twee verschillende artikelen.
Bedenk eerst het volledige gedicht in je hoofd. Omlijn daarna met potlood de passages die je wilt gebruiken. Op het laatst begin je pas met het daadwerkelijk wegstrepen.