Les natuur, bloemen:
Onderwerp: bij deze les hebben de kinderen kennis opgedaan over 4 verschillende lente bloemen. Ook hebben zij kennis gemaakt met de theorie van bloemen. Denk hierbij aan meeldraden, de stamper en het vruchtbeginsel. De kinderen hebben de bloemen ontleed, hebben onderzocht en hebben hier uiteindelijk een eigen bloem van gemaakt of een bloem nagemaakt.
Twee vakinhoudelijke doelen:
(Delen van) planten en dieren hebben verschillende kenmerken zoals vorm, kleur en geur.
Planten hebben voor groei en ontwikkeling voedsel, water, licht en de juiste temperatuur nodig.
Twee taaldoelen:
De kinderen hebben kennis opgedaan over de verschillende bloemen namen. Tijdens deze les zijn dat de tulpen, blauwe druifjes, narcissen en de hyacinten. Zij werken aan hun woordenschat.
De kinderen hebben kennis opgedaan over de theorie van de bloemen. Hierbij kun je denken aan de begrippen die bij het onderdeel ‘onderwerp’ staan vermeld. Maar zij kunnen aan het eind van de les ook uitleggen hoe bestuiving werkt.
Les natuur, water onderzoeken:
Onderwerp: tijdens deze les hebben de kinderen water onderzocht. Wat leeft er allemaal in de sloot? Welke planten? Welke dieren? De kinderen hebben hier zelf onderzoek naar gedaan. Door middel van zoekplaten hebben zij verschillende namen van planten en dieren geleerd. Ook hebben wij tijdens de onderzoekende houding gezien dat ieder plantje en diertje een andere ontwikkelingspatroon heeft.
Twee vakinhoudelijke doelen:
Mensen en dieren hebben water, voedsel en beschutting nodig.
Planten en dieren doorlopen verschillende ontwikkelingsstadia.
Twee taaldoelen:
De kinderen hebben kennis gemaakt van verschillende namen van planten en dieren. Zij werken op dit moment aan hun woordenschat.
De kinderen hebben hun ervaringen gedeeld met de klas of groepje. Hierdoor werken zij aan hun mondelinge taalvaardigheid.
Les moreel beraad, eerlijk/niet eerlijk:
Onderwerp: tijdens deze les heb ik samen met de kinderen een moreel beraad gevoerd. Het onderwerp was tijdens dit gesprek eerlijk/niet eerlijk. De kinderen gingen tijdens de les bezig met het uitzoeken wanneer een situatie eerlijk of niet eerlijk is. Wij zijn door middel van dit gesprek erachter gekomen dat je dit niet altijd goed kunt inschatten en dat iedereen een eigen mening heeft.
Twee vakinhoudelijke doelen:
Eigen mogelijkheden, kenmerken, wensen, gevoelens, beperkingen en voorkeuren.
Inleven in gevoelens, wensen en opvattingen van anderen.
Twee taaldoelen:
Aan het eind van deze les weten de kinderen wat eerlijk/niet eerlijk inhoud. Hierbij komt woordenschat om de hoek kijken.
Aan het eind van deze les kunnen de kinderen onder woorden brengen waarom iets eerlijk is en waarom iets niet eerlijk is. Hierbij komt de mondelinge taalvaardigheid om de hoek kijken.
Les rekenen, 1x meer/1x minder:
Onderwerp: tijdens deze les hebben de kinderen bij de vermenigvuldigingssommen geleerd wanneer je 1x minder kunt doen en wanneer 1x meer. Wat betekend meer en minder? Om welk getal gaat het? Dit word de kinderen aangereikt om een som op een makkelijkere manier uit te rekenen.
Twee vakinhoudelijke doelen:
Producten (vermenigvuldigingen) (bijv. keer, maal, zoveel keer zo veel / groot; telkens als ..., dan ...; ... voor elke ...; tafels van vermenigvuldiging).
De termen bij de symbolen (bijv. plus / erbij, min / eraf, maal / keer).
Twee taaldoelen:
Aan het eind van de les weten de kinderen wat 1x meer en 1x minder betekend.
Aan het eind van de les kunnen de kinderen mij vertellen hoe zij dit hebben gedaan. Zij kunnen hun proces beschrijven.
Bronnen:
- Huizenga, H., & Robbe, R. (2020). Basiskennis taalonderwijs (3de editie). Noordhoff.
- TULE inhouden & activiteiten. (z.d.). SLO. Geraadpleegd op 11 april 2022, van https://www.slo.nl/thema/meer/tule/