Klik op: data-analyse
Zet met de knop helemaal rechts in het menu de taal op Nederlands.
Ga naar Datasets - Datasets van VUStat.nl, de vierde knop, zie afbeelding hiernaast.
Kies de dataset school154lrl.json
Deze dataset is tot stand gekomen via een enquête onder 154 leerlingen uit een aantal havo 4 klassen in Nederland. De scholieren zijn onder andere ondervraagd over hun cijfers, profiel, vakken en aantal uren dat ze huiswerk maken.
Controleer linksonder in de dataset of je een bestand hebt met 154 records.
Klik op de knop hieronder en controleer of het bestand deze 17 variabelen bevat en of je de betekenis van alle variabelen begrijpt.
Je werkt de opgaven volledig uit in een word-document en van elke tabel/diagram die je gebruikt maak je een printscreen die je bij de uitwerkingen voegt.
Opgave 1
Gebruik voor de onderstaande opgaven kruistabellen. Bepaal zelf welke variabelen je nodig hebt om de vragen te beantwoorden.
a. Hoeveel procent van de leerlingen is jongen én doet het profiel NT?
b. Hoeveel procent van de meisjes doet het profiel NG?
c. Hoeveel procent van de leerlingen met wiskunde B doet het profiel NT?
Opgave 2
Bepaal hoeveel procent van de leerlingen jongens zijn op drie manieren:
- Via een cirkeldiagram
- Via een frequentietabel
- Via een histogram
Opgave 3
Maak een relatieve cumulatieve frequentiepolygoon voor de lengte van jongens en meisjes. Lees hieruit af: hoeveel procent van de jongens is groter dan 1.75 meter? En hoeveel procent van de meisjes?
Tip: Gebruik Lijndiagram met de variabele lengte en groepeer voor geslacht. Kijk zelf hoe je de diagram relatief én cumulatief krijgt.
Tip: Via Data - Groeperen kun je een groepering weer opheffen.
Opgave 4
Probeer zelf deze samengestelde relatieve histogram te maken voor het eindcijfer van wiskunde in leerjaar 3 en de verschillende profielen.
Beschrijf de verschillen tussen de profielen.
Opgave 5
Maak een histogram voor de lengte van jongens en voor de lengte van meisjes.
Welke soort verdeling vind je het meest bij deze histogrammen passen?
Zijn er uitschieters?
Opgave 6
Bereken het 95%-betrouwbaarheidsinterval voor de proportie leerlingen met wiskunde B.
Opgave 7
Bereken het 95%-betrouwbaarheidsinterval voor de gemiddelde tijd die E&M-leerlingen per week aan huiswerk besteden.
Tip: maak onder het menu Data – Selecteren eerst een selectie van de E&M-leerlingen.
Opgave 8
In deze dataset heeft wiskunde A de code A/C en dat is een beetje gek, want op havo is er geen wiskunde C. Je gaat er nu voor zorgen dat overal waar A/C staat, gewoon A komt te staan. Dat doe je in het menu via Data – Hercoderen.
Kies bij Bron variabele voor wisgroep. Kies bij Doel variabele voor Variabele toevoegen, het blauwe linkje eronder.
Noem de nieuwe variabele wisgroep2 en maak de labels A en B.
Stel de Als – dan zinnen nu als volgt in.
Als je daarna aan de rechterkant een nieuwe kolom wisgroep2 hebt met A’s en B’s dan is het gelukt!
Opgave 9
Onderzoek hoe groot het verschil is in de mate van belangstelling voor het vak kunst tussen leerlingen met wiskunde A en leerlingen met wiskunde B. Gebruik je nieuwe variabele wisgroep2 om te groeperen.
Tip: Dit is een ordinale variabele. Welke analysetechniek heb je dan nodig?
Opgave 10
Onderzoek hoe groot het verschil is in lengte tussen jongens en meisjes met behulp van de effectgrootte én via het vergelijken van boxplots.
Tip: Gemiddelde en standaardafwijking vind je onder Kentallen.
Opgave 11
Onderzoek de mate van samenhang tussen het gemiddelde eindcijfer over alle vakken en het aantal uur huiswerk per week. Doe dit met behulp van:
- een puntenwolk
- een kruistabel met percentages
Beschrijf in welke mate je samenhang ziet tussen deze twee variabelen.
Tip: Je bekijkt nu gewoon alle leerlingen als één groep, dus hef eventuele groeperingen die je nog aan had staan op.