Werk de onderstaande opgaven netjes uit in je schrift en kijk ze daarna na.
Opgave 1
In het diagram hiernaast staat het percentage positieve covid-testen van 10 tot 18 december afgebeeld.
a. Hoe heet dit type diagram?
b. Stel dat er in Nederland in de week van 10 tot 18 december 52.813 personen positief getest zijn. Hoeveel personen zijn er op basis van bovenstaande diagram dan in totaal getest in Nederland?
Opgave 2
Bekijk het staafdiagram voor de gewichten van de jongens.
a. Welk gewicht heeft de uitschieter?
b. Waarom is hier geen modus?
c. Beschrijf voor alledrie de centrummaten én alledrie de spreidingsmaten wat er gebeurt als je deze uitschieter weglaat, leg ook uit waarom. Je hoeft ze niet precies uit te rekenen.
Opgave 3
Er wordt onderzoek gedaan naar woon-werkverkeer in Nederland.
Bedenk een nominale, ordinale en kwantitatieve variabele die bij dit onderzoek een rol kan spelen.
Opgave 4
Een maat voor iemands intelligentie is het IQ (intelligentiequotiënt). Dat is de score op een intelligentietest vergeleken met die van leeftijdsgenoten. Het IQ is normaal verdeeld met een gemiddelde van 100 en een standaardafwijking van 15.
Hoeveel procent van de mensen heeft een IQ tussen 85 en 115?
Opgave 5
Als we naar representativiteit kijken, zijn er in theorie twee fouten mogelijk: ‘groepen zitten wel in de steekproef, maar horen niet bij de populatie’ en ‘groepen zitten niet in de steekproef, maar horen wel bij de populatie’.
Welke van deze twee is door een onderzoeker gemakkelijker te voorkomen? Geef een voorbeeld van beide.
Opgave 6
Bekijk de afbeelding hieronder.
a. Welke drie variabelen staan in dit diagram? Zet er per variabele bij of deze kwalitatief of kwantitatief is.
b. Hoe oud is Blind in dit diagram en hoeveel wedstrijden heeft hij op het hoogste niveau gespeeld? Lees zo precies mogelijk af.
c. In welke mate is er sprake van samenhang tussen de variabelen? Leg uit.
d. Bij welke club zijn de spelers gemiddeld jonger? Leg uit hoe je dat kunt zien.
e. Bepaal de spreidingsbreedte van de leeftijd van de spelers van PSV.
Opgave 7
Hieronder zie je een frequentietabel met de passagiers van het schip de Titanic, uitgesplitst naar geslacht en leeftijd.
a. Hoeveel procent van de mannelijke passagiers is jonger dan 30 jaar?
Het schip zonk en veel passagiers overleefden de ramp niet. Hiernaast zie je een kruistabel met de variabelen geslacht en overleving.
b. Welke samenhang zie je tussen deze twee variabelen? Licht toe.
Opgave 8
Noem de vijf soorten verdelingen.
- Bedenk bij elke soort een variabele die bij deze verdeling hoort.
- Maak een schets van hoe die verdeling er ongeveer uit zou kunnen zien.