Op de plaats waar de huidige kerk staat werd rond 1143 een eerste kerkje gebouwd. Het was een Romaans kerkje met een toren van 5 op 5 meter die in het midden stond. de eerste kerk was meer dan waarschijnlijk toegewijd aan Sint-Amandus. In 1295 stichtte Willem van Grysperre, een belangrijk leenman van de Heren van Heule, een kapelanij ter ere van Sint-Eutropius, bisschopmartelaar van Saintes in Frankrijk. Die was hier min of meer bekend via bedevaarten naar het zuiden en zou later Amandus als patroonheilige verdringen.
In 1545 bouwde men een nieuwe toren en die staat er nu nog altijd. Hij is ongeveer 40 meter hoog en heeft een gotische stijl. Het schip van de kerk werd toen ook uitgebreid want het kerkje was te klein geworden.
In 1782 werd de kerk een tweede maal vergroot, opnieuw omdat de bevolking aangroeide.
In 1944 werd onze kerk tijdens een bombardement bijna volledig verwoest. Meer dan 10 jaar werd de mis opgedragen in een schuur, als noodkerk ingericht, en behorende aan de familie Callewaert. De vernieuwde kerk, zoals ze er nu uitziet, werd op 9 april 1956 door de bisschop Mgr. De Smedt ingewijd.
Wanneer wij door de kerk wandelen zien wij bij het binnenkomen, in het portaal, aan weerszijden een gedenksteen. Links staan al de pastoors opgetekend die in Heule werkzaam waren. Rechts is er een gedenksteen ter nagedachtenis aan de slachtoffers van beide wereldoorlogen.
In onze kerk merken wij het volgende op:
Achteraan staat onze preekstoel. Vroeger stond hij vooraan links, maar omdat hij toch niet meer werd gebruikt werd hij ter gelegenheid van het herschilderen van de kerk in 1981 naar achteren verplaatst. De preekstoel is een bijzonder mooi en waardevol stuk, één van de waardevolste die wij hebben. Hij is vervaardigt uit notelaar en dateerd waarschijnlijk uit de achttiende eeuw, al is het mogelijk dat er elementen in verwerkt zijn die heel wat ouder zijn. Zoals hij er nu staat is hij, relatief sober versierd en met zuivere rechte vlakken, duidelijk neoklassiek. Op zijn voetstuk vinden wij de symbolen van de vier evangelisten: de arend voor Johannes, de leeuw voor Marcus, de engel voor Matheüs en het rund voor Lukas. Op het klakbord zien we in een vergulde stralenkrans een wit geschilderde afbeelding van de Heilige Geest.
Links achteraan hebben wij de doophoek opgebouwd rond een eeuwenoude doopvont. Aan deze doopvont werd op 3 oktober 1871 Stijn Streuvels gedoopt. We hangen er ook de doopkruikjes op die we gebruikten bij het doopsel van de kinderen en die we pas op Lichtmis met de ouders meegeven.
Vooraan links is er het zijaltaar toegewijd aan O.L.Vrouw. Boven het altaar hangt een schilderij waarbij O.L.Vrouw het scapulier overhandigd aan Dominicus. Een werk van de Roeselaarse schilder Mioen (1776-1851).
In het midden, vooraan in het hoogkoor staat het achttiende-eeuwse hoofdaltaar, al zijn de engelen links en rechts en het tabernakel met het Lam-Gods, waarschijnlijk een heel stuk jonger. Boven dat altaar hangt een imposant, maar wondermooi schilderij dat de kruisafneming voorstelt. Een werk van de Gentse kunstschilder Niklaas de Liemaeckere (1601-1644), alias Roose. Niklaas de Limaeckere was een tijdgenoot en vriend van Rubens. Verder hangen in het hoogkoor nog een schilderij van Paul Claerbout uit Heule dat het Laatste Avondmaal voorstelt en een schilderij van een onbekende meester (waarschijnlijk uit de school van Rubbens) dat de Piëta of graflegging weergeeft.
oudste afbeelding uit 1641
Hoogkoor bij de afbraak in 1953
Interieur van de kerk net voor WO 2
Tussen het hoofdaltaar en het rechterzijaltaar hangt de Calvarieberg. Deze drie beelden: Jezus, Maria en Johannes hingen vroeger buiten aan de wand van de toren en gaven gestalte aan het kerkhof , dat toen rond de kerk gelegen was. In 1982 werden deze houten en witgeschilderde beelden door Germain Claus met vakkundige kennis van de witte verf ontdaan en in de kerk opgehangen. Over hun ouderdom lopen de meningen uiteen, maar hun barokke uiterlijk doen vermoeden dat zij uit de zeventiende eeuw zijn.
Het rechter zijaltaar is toegewijd aan onze patroonheilige Sint Eutropius. In het marmeren altaar, dat een exacte kopie is van het O.L.vrouwaltaar links, zijn een vergulde medaillon met de buste van Sint-Eutropius verwerkt. Op het altaar prijkt een beeld van Eutropius, afkomstig van na de tweede wereldoorlog en aan de muur hangt zijn schilderij, volgens sommigen ook een werk van Mioen, volgens anderen een werk van de in Wervik geboren Kortijkzaan Charles Caullet (1789-1861).
Achteraan rechts, in de rouwhoek vinden we het Piëtabeeld. Bij begrafenissen komen de mensen hier een laatste groet brengen aan de overledene. Boven de zij-uitgangsdeur hangt dan nog een Piëta met Maria Magdalena, afkomstig uit de kerk van Gistel en ons geschonken als bijdrage bij de heropbouw en verfraaiing van onze kerk.
In de kerk staan dan nog vier eenvoudige eikenhouten biechtstoelen, maar als we iets hoger kijken is er meer te zien. Vooreerst de kruisweg, door pastoor Dorme in 1866 besteld bij de Kortrijkse kunstschilder Lieven Vermote. Tijdens de tweede wereldoorlog werd hij tot tweemaal toe beschadigd en achteraf vakkundig hersteld door de Heulse kunstschilder Odiel Claerbout, die o.a. ook heel wat torenzichten geschilderd heeft. naast die veertien staties van de kruisweg zijn er in de kerk ook veertien glasramen, twaalf in het schip en twee in het hoogkoor. Ze zijn het werk van glazenier Leenknecht uit Kwaremont en werden op 14 juli 1963 ingewijd door deken Vereecke. Om zoveel mogelijk licht doorlatend te zijn nemen de twaalf heiligen die erin afgebeeld zijn telkens maar een relatief klein gedeelte van het gehele raam in.
Reeds in 1964 verlieten de priesters het imposante hoogaltaar om aan een nieuw, vooruit geschoven altaar, net voor de communiebank,met het gelaat naar het volk, eucharistie te vieren.
In 1991 hebben wij voor het hoogkoor, met het hoofdaltaar, een nieuw altaar geplaatst op een groot achthoekig altaarpodium. De gelovigen zitten aldus rond het altaar zoals de leerlingen van Jezus met Hem rond de tafel zaten. Om het belang van de woorddienst tijdens de Eucharistie te onderlijnen werd de lezenaar toen met opzet in het midden en helemaal vooraan opgesteld. Achter die lezenaar komen dan op één lijn het altaar, de Paaskaars en het hoogaltaar met tabernakel waarin Jezus altijd aanwezig is. Het nieuwe altaarpodium en altaar zijn een ontwerp van de architect Jan Callewaert. In 2013 kwam bisschop Jozef Dekesel een nieuw altaar inzegenen. Het huidige altaar is gemaakt van een en dezelfde oude olm.
De toren van onze kerk is een monument en werd onlangs gerestaureerd. Hij is iets minder dan 40 meter hoog en wordt gekenmerkt door zijn lage torenspits. Stijn Streuvels beschreef hem in zijn boek over Heule: "Zwaar en stevig geplant als uit één stuk gegroeid, met zijn breed onderwerk, zijn stompe naald met vier zijtorentjes, het ijzeren kruis waarboven het haantje met opgekrulden staart lustig ronddraaide met de wind, deed die toren me altijd denken aan een neergefokte kloekhen, of aan een dikke boerin..." Een merkwaardigheid is het haantje dat boven de torenspits op het kruis de juiste windrichting aangeeft. Het haantje van onze kerk heeft namelijk poten en dat zie je bijna nergens.
Buiten, links en rechts van de toren, liggen er twee roepstenen, van waarop vroeger de belleman of de veldwachter, na de hoogmis, het nieuws of de nieuwe wetten bij het volk kenbaar maakten.
Twee postkaarten van rond de eeuwwisseling waarbij links duidelijk het kemeldak te zien is (beschreven door S. Vermote) en rechts het kerkhof dat zich vroeger (tot 1953) rond de kerk situeerde en waar de ouders van Guido Gezelle begraven liggen.
Doophoek met marmeren doopvont
Rouwhoek met de Piëta.
Zijaltaar gewijd aan O.L. Vrouw Het hoofdaltaar Altaar gewijd aan St. Etropius
Glasraam en beeld
van de heilige man Job.
De Calvarieberg
Maria en Johannes bij de gekruisigde Jezus
Enkele kelken en relikwiedragers
Devotie bij de icoon van O.L. Vrouw
Gedenkplaat, in het portaal, met vermelding van onze pastoors.
Gedenkplaat, in het portaal, voor de gesneuvelden uit beide Wereldoorlogen