Diamonds are
forever
WEBSITE KONINKLIJKE KORTRIJKSE BC
Diamonds are
forever
Inhoudsopgave
Voorwoord
Het is niet duidelijk wie de ‘uitvinder’ is van het diamondsysteem, maar er wordt algemeen aangenomen dat de Amerikaan Michael Phelan de eerste biljarter is die de diamonds gebruikte en het biljartspel een bepaalde wetmatigheid gaf. Later werd het systeem beschreven door Willie Hoppe. Het diamondsysteem werd door het grote publiek ontdekt toen Nobuaki Kobayashi in 1974 wereldkampioen driebanden werd in een adembenemende finale tegen de toen ongenaakbare Raymond Ceulemans. Kobayashi loste de moeilijkste carottes op met lossebandstoten, zich duidelijk baserend op de diamonds.
Ondertussen is het diamondsysteem niet meer weg te denken uit het moderne drieband. Alle systemen zijn gebaseerd op eenzelfde principe, namelijk het bepalen waar de speelbal de 1ste band moet raken (eventueel na contact met bal 2), om dan aan te komen op een bepaalde waarde op band 3, 4 of 5.
Het diamondsysteem is onbeperkt in zijn mogelijkheden. Er zijn systemen met veel effect, weinig effect, tegeneffect, zonder effect,… Een ding is zeker: de topspelers kennen alle looplijnen van binnen en van buiten. Heel soms kan je zien dat de speler aan het rekenen is, bijvoorbeeld door zijn keu in een bepaalde richting te leggen bij de start of de aankomst van de looplijn van de speelbal.
Het diamondsysteem is natuurlijk niet alleen zaligmakend. De biljarter moet de basisprincipes beheersen, zoals recht afstoten, na de afstoot de voorhand op het biljart houden, hoogte speelbal, dikte van aanspelen, hard of zacht afstoten, lange of korte afstoot, vlakke keu of licht geheven. Ongelooflijk veel variaties, wat het spelletje zo intrigerend maakt en zelfs verslavend werkt. Het belangrijkste om goed te presteren is echter niet het rekenen. Je moet ‘goesting’ hebben, de drang om te winnen en… alles moet goed zitten ‘tussen de oren’.
Speelbal ligt tussen 2de en 4de diamond op de lange band en je wilt aankomen in de hoek (band 4/5). Met het VK-systeem is dit niet makkelijk, want een kleine wijziging aan effect en/of tempo is dodelijk.
De basis van dit systeem is simpel. Ligt speelbal op 2de diamond, dan mik je op waarde 2. Ligt de speelbal op de 3de diamond dan mik je op 6. Ligt de speelbal op de 4de diamond dan mik je op 10. Afstoot: veel effect met een goed tempo. Gegarandeerd kom je uit in de hoek. Je kan de looplijn tussen de 3de en 4de band visualiseren door jouw keu te richten door de 2de diamond richting hoek. Simpel en efficiënt.
Je kan het systeem natuurlijk uitbreiden. Ligt de speelbal tussen vertrekdiamonds 2 / 3 / 4 dan pas je het tafelpootsysteem toe (looplijn doortrekken buiten het biljart en mikpunt bepalen ongeveer 3m buiten het biljart.
Nog beter wordt het als je wilt zesband spelen. Speelbal moet dan natuurlijk op de (4de) korte band uitkomen, iets voor de hoek dus. Je mikt dan iets verder op de 1ste band met het zelfde tempo. Speelbal komt dan op band 6 uit op de 2de diamond voor de hoek en op de 7de band op 1 diamond uit de hoek.
Systeem 2-6-10 heeft tot doel om in de hoek aan te komen vertrekkend vanaf de 2de, 3de of 4de diamond. Wij gaan dit systeem wat uitbreiden en bekijken de aankomsten, mikkend op 2, 6 of 10 vanaf 2de (20), 3de (30) en 4de (40) diamond. Niet vergeten dat we hier vlot afstoten met veel effect.
We nemen nu als vertrek de 4de diamond (40) en wij nemen als mikpunt 2, 6 of 10. De aankomst is dan: 30, 25 en natuurlijk 20 (hoek).
Wij nemen vervolgens vertrek thv de 3de diamond (30) en we mikken nog altijd op 2, 6 en 10. De aankomsten zijn dan: 25, 20 (hoek) en 15.
Tenslotte nemen we vertrek thv de 2de diamond en mikken op 2 en 6. De aankomst is dan 20 (hoek) en 10.
Een interessant weetje hierbij is dat je, bij vertrek thv de 2de diamond en mikt op 6, je op de 3de band aankomt op 20 (gelijk dus aan jouw vertrek !)
Kan het nog extremer? Met het normale 2-6-10 systeem kom je altijd in de hoek (20) uit.
Met het extended systeem kan je jouw aankomst bepalen (tussen 15 en 30). Wat als het vertrek van de speelbal nog dichter bij de hoek ligt (tussen de 1ste en 2de diamond). Is het vanaf deze positie nog mogelijk om in de hoek uit te komen? Ja hoor.
Bij vertrek 15 (tussen de 1ste en 2de diamond) mik je door de '0'. Dit is dus niet vol in de hoek, omdat je door de diamond speelt.
Bij vertrek 10 (1ste diamond) speel je zuiver door de hoek (dubbele 00).
Hoe cool is dat?
Een systeempje wil ik hier ontrafelen. Het wordt gebruikt door Dani Sanchez, die het bij toeval ontdekt heeft tijdens zijn bezoek aan Mexico.
Geen rekenmachientje nodig voor dit systeem. We spelen een bricole korte band, lange band, bal 2, derde band en vervolgens carambole op bal 3.
Je neemt het middelpunt tussen speelbal en bal 2
Je trekt een denkbeeldige lijn van dit middelpunt naar de hoek
Je verschuift deze lijn evenwijdig tot die de speelbal doormidden snijdt
Het snijpunt tussen deze lijn en de korte band bepaalt het mikpunt
Spelen zonder effect, soepel afstoten en niet te hard
Is toepasbaar zowel in de lengte als in de breedte
Wil je bal 2 raken aan de andere kant, verschuif dan het mikpunt een halve baldikte naar links
Fantastisch, is het niet?
Murat Tüzül heeft een biljartbijbel (Tüzül Billiards Systems) uitgebracht met systemen die afwijken van de meeste diamondsystemen. Hij speelt meestal zonder effect of met variaties in de hoeveelheid effect naargelang de ligging van de speelbal .
In dit systeem bespreekt hij de looplijn van een bal zonder effect. We vertrekken van de korte band, mikken naar de andere korte band en komen terug aan op de korte band.
De berekening kijkt ingewikkeld, maar eenmaal onder de knie is het een heel handig systeem. Het is niet exclusief gemaakt voor een bricole, maar eerder voor platte stoten in de lengte.
MIKPUNT = VERTREK - (AANKOMST x 1,5)
Thanks Murat for your approval to let me show your system on the internet
Murat Tüzül heeft een lijvig naslagwerk 'Tüzül Billiard Systems' uitgebracht, waarin hij diamond-systemen bespreekt waarbij naar de korte band gespeeld wordt. Het boek is een echte aanrader voor de die-hards.
Hier zoomen we in op zijn systeem KORT / KORT en vervolgens lang.
Waarde van vertrek (onderste korte band) en mikpunt (bovenste korte band) verandert nooit in het Tüzül systeem. De formule is eenvoudig: MIKPUNT = VERTREK + compensatie.
Deze compensatie hangt af van de aankomst die je wenst te verkrijgen op de 3de (lange) band.
Naargelang het vertrek is de waarde van de rechterbovenhoek 6, 5, 3 of 1,6. Per twee diamonds op de lange band wordt er 1/4de van deze waarde afgetrokken. Een moeilijke uitleg, maar het wordt duidelijk als je de figuur bekijkt.
Hét moeilijkste van dit systeem: spelen zonder effect.
Thanks Murat for your approval to let me show your system on the internet.
In voorbereiding op de gekende ‘paraplu’ bekijken we even de aankomst op de 2de korte band.
De waarden ‘vertrek’ zijn gelijk aan die van het VK10-systeem. De aankomst op de 2de band is iets moeilijker. Die loopt van 0 tot 10 (telling zie figuur hiernaast)
De berekening lijkt moeilijk, maar valt uiteindelijk wel mee: MIKPUNT=(VERTREKxAANKOMST)/10. Vermenigvuldig vertrek met aankomst, deel vervolgens door 10 en dat is het mikpunt op de (1ste) lange band. Op die 1ste lange band zijn de waarden zoals in de gangbare systemen VK10 of VK12.
Soepele afstoot met veel effect.
Een klassieke figuur is een kleine bricole en draaien in de hoek met tegeneffect.
Berekening 1
Vermenigvuldig het vertrek met de aankomst. Het resultaat is het mikpunt. Voor de waarde van de diamonds zie de figuur hierboven. Lijkt wat ingewikkeld, maar valt reuze mee. Let wel, biljartlaken en -ballen moeten in goede conditie zijn (schuiven)
Berekening 2
Word je moe van al dat rekenen, speel dan gewoon richting spiegelbeeld van bal 2. Dit komt heel aardig in de buurt, zeker op wat oudere lakens/ballen.
De figuur waar er gespeeld wordt van de ene lange band naar de andere lange band zonder effect is een makkelijk maar heel nuttig systeem, zeker als de aankomst dicht bij de hoek ligt.
De looplijn van vertrek naar mikpunt gaat door de diamonds, de aankomst is ter hoogte van de diamonds.
Je vertrekt uit de hoek 3 diamonds verder op de lange band en je komt nogmaals 3 diamonds verder uit (symmetrie). Bij vertrek uit de hoek richting 4de diamond kom je 4 diamonds verder uit (dus in de hoek).
Enig verschil: bij aankomst verder dan de hoek is de 1ste diamond 7,5 en de 2de diamond 15.
Een paar voorbeelden:
V=30, A=0 (hoek), Mikpunt = 30-0=30
V=20, A=10 (verder dan 1ste diamond), Mikpunt = 20-10=10
V=35 , A = 7,5 (1ste diamond !!) dus Mikpunt = 35-7,5=27,5
Frans Van Kuyk is zonder meer dé referentie in de diamondsystemen. Wij bekijken hier het systeem VK10, Lang-Kort-Lang met aankomst op de 3de band.
De waarden (zie figuur) die we geven aan de diamonds is verschillend als we spreken over het mikpunt (1ste band), aankomst (3de band) en vertrek.
Een aantal zaken zijn zeer belangrijk:
Wij mikken altijd door de diamond. Bijgevolg raakt de speelbal de band iets vroeger dan de waarde die wij bekomen na de berekening
De aankomst is wel ter hoogte van de (3de) band
Het vertrek is ook door de diamond !
Hoeveelheid effect is licht afwijkend. Er wordt veel effect gegeven bij vertrek tussen 92 en 40. Minder dan 40 wordt er minder effect gegeven (progressief hoger in de bal)
Bij een aankomst = 0 (hoek) net iets vroeger mikken (3 punten) dan de berekende uitkomst
Tempo is belangrijk. De meeste biljarts korten wat in bij te zacht spelen
De berekening is als volgt: MIKPUNT = VERTREK - AANKOMST
Dankuwel Frans voor jouw toestemming om enkele van jouw systemen te mogen bespreken op mijn site.
Frans Van Kuyk is zonder meer dé referentie in de diamondsystemen. Wij bekijken hier het systeem VK12, Lang-Kort-Lang-Kort/Lang met aankomst op de 4de band.
De waarden (zie figuur) die we geven aan de diamonds is verschillend als we spreken over het mikpunt (1ste band), aankomst (4de band) en vertrek.
Een aantal zaken zijn zeer belangrijk:
Wij mikken altijd door de diamond. Bijgevolg raakt de speelbal de band iets vroeger dan de waarde die wij bekomen na de berekening
De aankomst is wel ter hoogte van de (4de) band
Het vertrek is ook door de diamond !
Afstoten met veel effect
Tempo is belangrijk. De meeste biljarts korten wat in bij te zacht spelen
De berekening is als volgt: MIKPUNT = VERTREK - AANKOMST
Dankuwel Frans voor jouw toestemming om enkele van jouw systemen te mogen bespreken op mijn site.
Voor aankomsten thv de 3de band gebruik je VK10, voor aankomsten thv de 4de band VK12. Hoe bepaal je de waarde van de aankomst als die tussen de 3de en 4de band ligt?
Naargelang het vertrek is er een verschil in waarde tussen de aankomst op de 3de band en de 4de band. Dit verschil varieert naargelang de staat van het laken en de biljartballen. Wij gaan hier uit van een 'normale' tafel.
Vertrekkend vanuit '52' is er een verschil van +2, vanuit '62' +4, vanuit '72' +6, ...
Wij schatten de waarde van het vertrek, om alzo het 'verschil' te bepalen. In de figuur hiernaast is het vertrek ongeveer thv 62, dus is het 'verschil' +4
Met de keu verbinden we twee aankomsten (3e en 4de band) met dezelfde waarde, vermeerderd met het 'verschil' en verschuiven deze lijn tot het punt gemaakt is. Daarvoor nemen we waarden die makkelijk tellen, zoals 20/24, 25/29, 30/34. OPGELET: door de diamonds.
In de figuur is het punt gemaakt als we 27 met 31 verbinden.
We nemen het snijpunt van de keu thv de band om de werkelijke aankomst te bepalen (hier 32)
We maken nu de juiste berekening met het VK10 systeem met aankomst '32'. In de figuur is het vertrek 62, aankomst 32 dus mikpunt = 62-32=30
Naargelang de ligging van de ballen kies je het VK10-systeem als de ballen dichter bij de 3de band liggen, of het VK12-systeem als de ballen dichter bij band 4 liggen. Ik gebruik in dergelijk geval altijd VK10, omdat dit iets makkelijker telt.
Het is belangrijk om tijdens de opwarming de tafel te testen, met het juiste tempo en normaal mee-effect. Op tafels die lang afzetten kan het verschil snel oplopen. Anderzijds kan op 'korte' biljarts het verschil zelfs negatief zijn !
Wat als de voorziene looplijn de beide lange banden verbindt?
Naargelang het vertrek is er een verschil in waarde tussen de aankomst op de 3de band en de 4de band. Dit verschil varieert naargelang de staat van het laken en de biljartballen. Wij gaan hier uit van een 'normale' tafel.
Per diamond rekenen wij een negatief verschil van -2,5
Wij schatten de waarde van het vertrek, om alzo het 'verschil' te bepalen. In de figuur hiernaast is het vertrek ongeveer 35 (3de diamond), dus is het 'verschil' 3x-2,5 = -7,5
Met de keu verbinden we twee aankomsten (3e en 4de band) met dezelfde waarde, verminderd met het 'verschil' en verschuiven deze lijn tot het punt gemaakt is. Daarvoor nemen we waarden die makkelijk tellen, zoals 20/12,5; 10/2,5; 5/-2,5. OPGELET: waarde 3de band ter hoogte van de diamond, waarde 4de band door de diamond.
In de figuur is het punt gemaakt als we 10 met 2,5 verbinden.
We nemen het snijpunt van de keu thv de band om de werkelijke aankomst te bepalen (hier 10)
We maken nu de juiste berekening met het VK10 systeem met aankomst '10'. In de figuur is het vertrek 35, aankomst 10 dus mikpunt = 35-10=25
Het is belangrijk om tijdens de opwarming de tafel te testen, met het juiste tempo en normaal mee-effect. Zoals reeds gezegd bij het VK10 systeem, moet de hoeveelheid effect aangepast worden naargelang het vertrek kleiner is.
Veel figuren zijn net iets makkelijker als je die speelt in de 'carré' over 5 banden ipv rechtstreeks over 3 banden. Ook bij het spelen van een zesbander komt spelen in de carré goed van pas.
De afslag op de lange band is op ieder biljart verschillend. Men spreekt dan over een 'lange' of 'korte' tafel naargelang de speelbal wel of niet doorglijdt op de lange band. Het is dan ook van het allergrootste belang dit te testen tijdens de opwarming.
De looplijnen in de figuur vormen de basis op een normale tafel met een set goede biljartballen.
Aankomst op de 5de diamond (lange band) komt overeen met het midden van de korte band en verder naar het midden van de volgende lange band
Aankomst op de 6de diamond (lange band) komt overeen met 1ste diamond korte band en verder richting hoek
Aankomst op de 7de diamond (lange band) komt overeen met 1/2 diamond korte band.
Frans Van Kuyk is zonder meer dé referentie in de diamondsystemen. Wij bekijken hier het systeem Kort-Lang-Kort.
In dit systeem vertrekt de speelbal vanuit de korte band richting tegenovergestelde korte band, vervolgens lange band om terug aan te komen op de korte band.
Het is analoog met het Tüzül-systeem, maar wordt altijd gespeeld met veel (3-) effect. Het is uiterst belangrijk om de staat van de ballen en banden te testen op hun 'agressiviteit'. Dé teststoot bij uitstek daarvoor is vertrekken vanaf de 1ste diamond richting 30 (3de diamond) van de tegenovergestelde korte band. Bij een goede tafel kom je terug aan waar je vertrokken bent. Kom je dichter aan bij de hoek, dan is het biljart 'agressief' (kort). Kom je verder uit op de korte band, dan is het biljart 'lang'.
Berekening
MIKPUNT = AANKOMST + CORRECTIE
Zie de figuur voor de waarden van aankomst, vertrek en correctie. Dit lijkt ingewikkeld, maar eenmaal onder de knie, kan je dit systeem toepassen op veel figuren, waarbij bal 3 in de omgeving van de korte band ligt.
Dank u Frans voor jouw toestemming om enkele van jouw systemen te mogen bespreken op mijn site.
De basis van dit systeem is dat je speelt naar een herkenningspunt buiten het biljart. Dit is niet nieuw. Zelfs Frédéric Caudron (en Frans Van Kuyk) becommentariëren het op blz 301 van de biljartbijbel ‘Biljart in ontwikkeling’, zij het dan in een bricolesysteem ‘Kort-Lang-Lang’. Dit boek is verplichte kost voor iedere biljartfanaat en ik raad het dan ook ten zeerste aan!
Het grote voordeel van dit systeem is dat je niet zoveel moet rekenen. Kennis van een paar basislijnen is voldoende. Een korte uitleg:
Test het biljart uit met de klassieke basislijn: vertrek uit de hoek (50) richting 3de diamond (30) geeft als aankomst 2de diamond (20) op de 3de band en de hoek (20) op de 4de band. Geeft het biljart kort (of lang), dan hou je daar natuurlijk rekening mee bij het bepalen van de looplijn tussen band 3 en band 4.
Bepaal de aankomst, waarde van de diamonds volgens de algemeen aanvaarde waarden (0, 10, 20, 30, 45, 60,...).
Naargelang de aankomst bepalen we de basislijn én het bijhorend herkenningspunt 2 à 3 meter buiten het biljart (tafelpoot, ...). Hier is de aankomst 20, basislijn is 50 (hoek) - 20 (aankomst) = 30 (mikpunt). Het is belangrijk dat, bij het bepalen van het herkenningspunt, je dezelfde positie aanneemt alsof je zou afstoten. Makkelijkst is jouw keu te gebruiken als 'vizier'.
De ligging van de speelbal is nu niet meer belangrijk. We spelen gewoon naar dit ‘herkenningspunt’, vlotte afstoot met 3-effect. Meer is er echt niet aan.
BELANGRIJK: de looplijnen zijn altijd correcter als je de meer gesofistikeerde systemen, zoals Van Kuyk, Verworst,... gebruikt. Moeilijkheid bij deze systemen is het uitrekenen van het mikpunt (vb 67 - 38 = ??? euhh 29). Met het tafelpootsysteem gaat dit vlotjes.
In het snookeren en het poolen is de richting van bal 2 heel belangrijk. In het driebanden kan dit ook van groot nut zijn. Je kan bal 2 sturen zodat die in een gunstige zone komt te liggen (positiespel). Maar misschien nog belangrijker is het vermijden van de klos tussen bal 2 en bal 3.
De dikte van aanspelen van bal 2 bepaalt welke richting bal 2 zal volgen. De denkbeeldige lijn die loopt door het hart van de speelbal en het hart van bal 2 bepaalt de richting van bal 2, onafhankelijk van de ligging van bal 1 (zie figuur). Ook het effect zou geen (of een heel beperkte) invloed mogen hebben op de richting van bal 2. Als je zonder effect speelt, dan is het mikpunt in feite een 'ghost-spot' (middelpunt van de speelbal bij raken van bal 2).
Hoeveel effect moet je gebruiken bij een bepaalde figuur? Dit is een moeilijke, want de hoeveelheid effect is oneindig, zeker in combinatie met hoogte.
Persoonlijk spreek ik over aangeduid effect, effect, veel effect en maximum effect. Maar misschien is het makkelijker om te spreken van 0, 1, 2, 3 en 4-effect, dat we als basis definiëren volgens bijgaande figuur. Met maximum (4) effect speel je op de acquitlijn om uit te komen in de hoek. Vervolgens verleggen we de speelbal 1/2 diamond en spelen met 3-effect, om opnieuw uit te komen in de hoek, enz.
Het moge duidelijk zijn dat dit enkel een basis is, ten zeerste afhankelijk van de staat van het laken en de ballen. Spelen we met maximum effect vanaf de acquitlijn en komen we uit op de korte band, dan spreken we over een agressief biljart. Maar het omgekeerde is ook waar. Komen we aan op de lange band, dan spreken we over een glijdend biljart (of ballen). Dit is het geval met nieuwe lakens en/of met ballen die net van een ballenpoetsmachine komen.
VERPLICHT UIT TE TESTEN VOOR AANVANG VAN EEN PARTIJ !
Wij spreken van het +systeem voor de figuren waarbij speelbal de looplijn Lang-Kort-Lang-Lang volgt. Gekende systemen zijn die van Verworst of het VK+ van Van Kuyk.
Frederic Caudron heeft dit systeem uitgebreid waarbij met maximum effect in tempo gespeeld wordt naar de hoek, voor alle duidelijkheid eerst de korte band! Dé basislijn is vertrekkend vanaf de 4de diamond op de lange band en vlot spelen door de hoek met véél effect om uit te komen op de 4de diamond (40) = vertrek. Per diamond bij vertrek komt er bij de aankomst +4 bij of gaat er -4 af.
Klik op de figuur en bekijk de professionele uitleg van Frédéric Caudron op zijn Youtube-kanaal.
Bedankt Frédéric dat je dit met ons wil delen.
Fan van deze website? Alle feedback is welkom via deze link. Je wordt automatisch verbonden met jouw eigen emailprogramma.
Misschien wil je wel een kleine donatie schenken aan de webmaster. Dit kan op volgende rekening:
BE79 6100 2602 9033
Vanaf 20€ is een gratis individuele les inbegrepen. (Na afspraak - locatie = De Mambo Kortrijk of KBBC in Brugge)