Natuurbescherming viert 150-jarig bestaan (1869-2019)
In Nederland werd in 1869 begonnen met de ontginning van het Beekbergerwoud, naar men zegt het laatste "Oerwoud". Frederik van Eeden treurde met De Kleine Johannes: "Dit bosch had als monument van de voormalige natuur van ons land niet minder waarde als hele oude gebouwen". Ook verscheen in 1869 de Eerste Aflevering van de Natuurhistorische Bibliotheek bij de entomoloog Mr. Samuel Snellen van Vollenhoven. De conservator van het Leidse Rijksmuseum lanceerde de Natuurhistorische Bibliotheek met het specifieke werk: "Gedaantewisseling en Levenswijze der Insecten". De tijd was er rijp voor. In 1872 opende men in de VS het eerste Nationale Park: Yellowstone National Park. Ondertussen bedacht men in Duitsland hier een nieuw begrip voor: 'Naturdenkmal', oftewel Natuurmonument.
De prominente rol van de romantische school in de schilderkunst, literatuur en natuurstudie duidden op een nieuw elan met een 'overgevoeligheid' voor de natuurlijke omgeving rond 1900. In juli 1897 stelde de plant- en dierkundige Dr. H. W. Heinsius (1863-1939) in het Album der Natuur verheugd vast dat de beperkte kennis ván, en de matige belangstelling vóór de natuur, meer en meer 'algemeen' begon te ontluiken. Dit biologisch réveil bracht een stroomversnelling teweeg van allerlei populaire 'wetenschappelijke' boekwerkjes, gevolgd door een ware hype rond iedere editie van het nieuwe Verkade Album (1903) en de oprichting van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten (1905).
Natuurhistorische Bibliotheek. Haarlemsche Courant, Febr. 1869
Verkoop van Het Beekbergerwoud. Arnhemsche Courant, Okt. 1869
Samuel Snellen van Vollenhoven
Eli Heimans
Jac. P. Thijsse
De moderne natuurliefhebber
Anno 2019 telt de succesvolle vereniging ruim 760.000 bevlogen fanatieke natuurbeschermers. Natuurmonumenten beschermt en beheert nu meer dan 110.000 hectare natuur in ons land. Natuurbescherming was wereldwijd succesvol, maar vormt in ons overvolle en drukke land nog altijd een zorgenkindje. Voor jongeren volgt hier nog eens een overzicht van het ontstaan van de natuurbeweging.
De Amsterdamse School
Eerst de uitleg in de klas
En dan in de natuur ontdekken, het Vondelpark
Hendrik Heukels sluit zich aan, en overtuigt Jasper Jaspers jr. om deel te nemen
Op weg naar het eerste Natuurmonument
De jagers doen ook een duit in het zakje
En nog meer uitstapjes met chique natuurvrienden
Thijsse gaat zelf voortdurend op pad om de natuur vast te leggen in tal van fabuleuze werken
(1865-1945) Nederlands bioloog en leraar. Bekend vanwege popularisering van de biologie, waarbij hij de relatie tussen planten, dieren en hun natuurlijke milieu benadrukte. Eredoctoraat Universiteit van Amsterdam (1922). Richtte met E. Heimans en J. Jaspers het tijdschrift 'De Levende Natuur' op; schreef vele artikelen en boeken, o.a. teksten voor de Verkade-albums, 'Van vlinders, bloemen en vogels' (1894), 'Door het rietland' (1896) en 'Geïllustreerde flora van Nederland' (1899). Nauw betrokken bij oprichting van de Vereniging van Natuurmonumenten.
Naardermeer Eerste Natuurmonument
Demping Naardermeer
Thijsse weer op stap, nu in het verworven gebied Naardermeer
De natuurvrienden van het eerste uur ca. 1920, rechts Dr. H. W. Heinsius
Bezoek Eendenkooi Naardermeer
Oprichtingsbrief van Natuurmonumenten gedateerd 4 October 1905, waarin Dr. H. W. Heinsius, een oprichtingslening toekent.
Presentielijst bij de oprichting
Erelidmaatschap
Obligatielening Naardermeer getekend door: J.Th. Oudemans en Jac. P. Thijsse
Dr. J. MacLeod (ondervoorzitter), H. Heukels (voorzitter), Dr. H. W. Heinsius (secretaris), E. Verschaffelt (penningmeester), H.J. Calkoen (tweede-secretaris), H. Ouderkerk (bibliothecaris), H. Burger (redacteur v/h maandblad), Jac. P. Thijsse (conservator) en E. Heimans (redacteur v/h maandblad) dragen het Erelidmaatschap van de Nederlandsche Natuurhistorische Vereeniging op aan Prof. Dr. Hugo de Vries. Amsterdam, 15 oktober 1903.
Verkade Albums en natuurreizen Jac. P. Thijsse
Thijsse poseert voor de firma Verkade, voor het nieuwe album...
Thijsse onderweg, voor het volgende album
Wetenschap en DNA-ontdekkingen De Vries
Dr. Han Heinsius verzorgt als assistent regelmatig het prakticum van prof. Hugo de Vries
De voorgeschiedenis in dichtvorm en de handtekeningen van de natuurvrienden van het eerste uur, zoals de eigen familie met de Apotheker Erbrink wednr. van Hendrika Heinsius, en verder de heren Oudemans, Costerus, Goethart, en anderen, zie het gedicht.
Promotiegedicht voor H. W. Heinsius:
Toen hij in haast een peer verslond,
gaf d'apteker hem voor sijn kont
Han nog als onnoozel kind,
droeg in de wieg 't Oranje lint
Han klom op tafel om met kracht,
te speechen over 't planten hart
Het eermetaal verwon hij dra,
voor 't loopen van den vlinder na
Bezig met zijn microscoop,
ging hij niet spoedig op de loop
Onbekend met den oorsprong,
der bloemenkindertjes
Speurt hij den werken na,
der vlindertjes
De zoon van Eli was Jacob Heimans, eerst een leraar, daarna de assistent van, en na de oorlog, wonder boven wonder, de opvolger van Hugo de Vries.
Jacob Heimans
De klas van Jacob Heimans
Oudemans Gedenkpenning van Natuurmonumenten:
-Dr. J.Th. Oudemans (voorzitter)
-Prof. Dr. J. Ritzema Bos (vicevoorzitter)
-Jac.P. Thijsse (1e secretaris)
-Dr. H.W. Heinsius (2e secretaris)
-H. Heukels (penningmeester)
-Mr. P.G. van Tienhoven
Herdenken op 't eeuwfeest (1905-2005) met de uitgave van Frits Maas: wind mee, stroom tegen; 100 jaar Natuurmonumenten, 2005.
Fotografieën en schilderijen
Twee generaties Heimans
Drie generaties Thijsse
Voorzitter Heukels en zijn opvolger
Dhr. P.G. van Tienhoven
Jac. P. Thijsse als student
Jac. P. Thijsse als gelauwerde
Veldonderzoek in de natuur
W. Versluys
J. Jaspers jr.
J.P. Thijsse
E. Heimans
Ambrosius Hubrecht, hoogleraar Zoölogie in Utrecht, ontving maar liefst 6 eredoctoraten: Princeton, St. Andrews, Dublin, Glasgow, Giessen en Utrecht
Wetenschap en ontdekkingen
Uitleg over Prof. dr. Ambrosius Hubrecht en het embryo door Universiteitsmuseum Utrecht
Prof. dr. Hugo de Vries vertelt zelf e.e.a. over de Teunisbloem (Oenothera) en de mutatietheorie
Hugo de Vries, hoogleraar Plantkunde in Amsterdam, ontving zelfs 11 eredoctoraten en is 3 maal voorgedragen voor de Nobelprijs
Gerelateerd: