Tijdens het profielwerkstuk heb ik mij verdiept in het ontwerp van het mobiele platform wat ontwikkeld zal worden tijdens de meesterproef. Ik heb onder andere een natuurkundige analyse gedaan van het systeem, onderzoek gedaan aandrijf- en stuurmechanischmes en een materiaal studie uitgevoerd.
Tijdens het werken aan het pws heb ik mijn ervoor gezorgd dat ik mijn onderzoek bij de relevante feiten voor het project hield, en niet diep op onderwerpen in ging die die aandacht niet nodig hadden. Ik heb het hoofdstuk van het pws waar ik verantwoordelijk voor was op een logische manier ingedeeld, en ervoor gezorgt dat de lezer van het hoofdstuk weet wat hij moet verwachten in het hoofdstuk. Onderwerpen die los van elkaar stonden heb ik gescheiden, en onderwerpen die bij elkaar horen. Aanvankelijk had ik moeite met een opbouw vinden die zou behandelen wat er behandeld moest worden in mijn hoofdstuk. Daarom heb ik eerst de opbouw uitgebreid uitgewerkt.
Het volledige profielwerkstuk werd al snel heel uitgebreid, waardoor het moeilijk was een constante kwaliteit en schrijfstijl te leveren. Hierdoor bleek relatief kort voor de deadline nog veel werk nodig te zijn om het verslag een geheel te maken.
Een (uitgebreide) planning had mogelijk kunnen helpen dit te voorkomen. Als we van te voren een naast een opbouw ook nog soort samenvatting aan elkaar oplevert, heeft iedereen een beter idee van wat er precies geschreven is, en waar nog veel werk in zal gaan zitten.
Een volgende keer zal ik daarom zeker moeite doen om ervoor te zorgen exact te weten wat mijn teamleden aan het schrijven zijn, zodat ik kan helpen waar nodig en weet hoeveel werk er nog te doen is. Ook ben ik er tijdens het profielwerkstuk erachter gekomen dat ik het erg leuk vind om bestaande systemen natuurkundig te onderzoeken en eigenschappen te begrijpen. Tijdens dit project ben ik op natuurkunde ingegaan waar ik normaal gesproken pas op de universiteit mee in aanraking mee zijn gekomen zou zijn. Na mijn middelbare hoop ik Aerospace engineering te gaan studeren, waar ik vliegende systemen zal gaan analyseren. Dit komt dus precies overeen met wat ik heb gedaan tijdens mijn taak in het profielwerkstuk.
Het maken van het profielwerkstuk verliep naar mijn mening goed. Iedereen was verantwoordelijk voor een eigen onderzoek en nam deze verantwoordelijk ook. Wat hierbij beter had gekund is dat men zich meer had mogen bemoeien met het onderzoek waar een ander verantwoordelijk voor was. Nu gebeurde er veel zonder dat anderen het door hadden en dat anderen hiervan op de hoogte waren. Het verslag was daarom volgens mij ook alleen door mij nagekeken en hierdoor zijn niet alle fouten eruit gehaald. Als iedereen alles had bekeken, was dit misschien voorkomen. Door alleen verantwoordelijk te zijn voor je eigen deel voelde men deze verantwoordelijkheid niet.
Ook had ik als teamleider meer tussentijdse deadlines moeten stellen. Nu waren namelijk op het moment van de door ons gestelde deadline niet alle delen af. Door tussentijdse deadlines te stellen zou er meer druk geweest zijn om eerder te beginnen.
Ik ben tevreden over het deel waar ik voornamelijk verantwoordelijk voor was. Ik heb namelijk alles wat ik wilde onderzoeken onderzocht. Dit zorgde naar mijn mening voor genoeg informatie om een goede conclusie op te stellen. Ik had misschien nog meer diepgang op willen zoeken, maar omdat ik een literatuuronderzoek deed en er niet veel literatuur beschikbaar was, was dit niet mogelijk. In een volgend onderzoek zou ik daarom ook andere onderzoeksmethoden kunnen gebruiken, zoals een interview.
Aan het begin van de periode waarin aan het pws gewerkt werd, leek het erg lastig om een goed opgebouwd stuk te schrijven. Dit bleek beter te gaan door een vaste opbouw per deelonderzoek te gebruiken. Er is dus eerst een skelet gemaakt waaruit elk deelonderzoek verder uitgewerkt kon worden.
Door deze methode te gebruiken en op tijd te beginnen is het gelukt om op tijd mijn deel af te krijgen. Mijn deel van het onderzoek, de ontwerpstudie interfacing, bleek nuttig te zijn voor de ontwerpfase in de meesterproef. Ook al bleken sommige methodes en technieken die van te voren waren uitgezocht niet altijd te doen wat de verwachting was, merkte ik dat ik beter kon werken met de programma’s die in de loop van het project gebruikt zouden worden.
Een verbeterpunt voor ons pws is dat er meer bij elkaar gecontroleerd had kunnen worden door de teamleden. Hierdoor zou de kwaliteit van het pws waarschijnlijk nog iets beter zijn en dan met name spelfouten en theoretische fouten.
In de periode van 16 mei 2017 tot 22 december 2017 heb ik hard gewerkt aan het profielwerkstuk. Dit heb ik niet alleen gedaan, maar met mijn hele meesterproef team: Lucas Cohen, Sam Koot en Thomas Markhorst. De meesterproef is het eindproject van het Technasium dat een heel schooljaar duurt. Het profielwerkstuk kon dus goed als vooronderzoek dienen, gezien een O&O project hier altijd mee begint, men kan namelijk niet een project doen zonder enig verstand van zaken te hebben.
Mijn onderdeel van het profielwerkstuk was de ownership studie. Hierin zette ik uiteen wat het gevoel van ownership is en hoe dit gecreëerd kan worden. De onderzoeksvraag was “Wat komt er allemaal bij kijken om de operator het gevoel van ownership te geven bij telemanipulatie via virtual reality?”.
Als ik terugkijk op de aanpak van mijn onderdeel en van het gehele profielwerkstuk zou ik nu toch het een en ander anders doen. Om te beginnen zou ik graag het proces anders gezien willen hebben. Zelf begon ik pas veel te laat met het schrijven van mijn stukje. Dit had echter niets te maken met een slechte planning of iets dergelijks, maar simpelweg met het feit dat ik niet wist wat ik moest schrijven; hoe moest ik beginnen? Wat wilde ik vertellen? Tot in hoeverre ga ik de diepte en de breedte in? En ga zo maar door. Pas toen de druk zo hoog was dat ik echt met iets moest komen begon ik maar te typen en keek ik waar het mij zou brengen. Dit was een goeie zet, want na enkele uren had ik de smaak te pakken. Toen ik eenmaal het begin had, wist ik ongeveer waar ik naartoe wilde, maar had ik soms alsnog moeite met schrijven. Ik twijfelde veel aan mezelf en of wat ik deed wel goed was. Ik vroeg dan soms aan mijn teamgenoten wat ik zou doen en het antwoord was altijd “Doe wat goed voelt, jij weet het.”, ik wist het echter helemaal niet en niets voelde goed, maar ik kon moeilijk niets doen… Eindstand is het toch goed gekomen en ben ik trots op het stuk dat ik heb geschreven. Als ik het nu nog een keer zou doen, zou ik veel sneller gewoon een verhaal gaan typen, omdat je op die manier er goed achter komt wat je nou eigenlijk wil vertellen. Een ander aandachtspunt was de communicatie onderling. Naar mijn idee waren er redelijk wat irritaties die niet echt werden uitgesproken, maar in kleine opmerking toch kenbaar werden gemaakt. Uiteindelijk werden deze irritaties dan alsnog uitgesproken, maar had het niet veel effect. De volgende keer zou ik dit willen voorkomen door gewoon te zeggen als het ergens naar mijn idee niet goed gaat.
Betreft de aanpak van het gehele profielwerkstuk had er naar mijn idee meer overlegd kunnen worden. Iedereen is gewoon voor zichzelf aan de slag gegaan, terwijl het handiger was als we eerst met z’n allen hadden besproken hoe we het gingen aanpakken. Op deze manier was het denk ik een samenhangender geheel geworden en was het format anders geweest, namelijk bijvoorbeeld wel met een discussie en een algemene conclusie. Achteraf bedachten we ons namelijk pas dat we dit dus niet hebben. Dit vonden wij echter geen probleem, aangezien het ook niet een standaard onderzoek is waarbij er op basis van een experiment een conclusie getrokken kon worden. Het was een echt literatuuronderzoek waarbij we de nodige informatie verschafte voor het project én waarin we de vragen van TNO konden beantwoorden. Al met al ben ik toch zeer tevreden met het resultaat en heb ik er heel veel van geleerd, zowel over het ownerships gevoel én hoe ik zoiets voortaan aan zou pakken.