05-01-2018
Kan iemand iets zelf doen? Ja? Mooi! Nee? Wat kunnen we doen om iemand daarbij te helpen?
Een vraag die, naast het persoonlijk geluk, centraal staat in m'n werk en in die van vele andere. Ik merk dat de herstelondersteunende zorg steeds beter ingezet word. Zelfs gemeentes en overheidsinstanties willen uitgaan van krachten en kwaliteiten in plaats van 'ziektebeelden'. Maar er is ruimte voor verbetering. Zo zie ik dat de term 'zelfredzaamheid' en 'zelfregie' in de praktijk nog weleens door elkaar gehaald worden of helemaal vergeten. Een oplossing voor bovenstaande vraag word vaak beantwoord met interventies en niet passende begeleiding. Twee praktische voorbeelden die ik ben tegengekomen in mijn werk:
Meneer heeft moeite met zijn huishouden. Vanuit de WMO krijgt hij huishoudelijke hulp in de vorm van een woonassistent, maar heeft in het afgelopen jaar al 3 hulpen de deur gewezen. Hij krijgt telkens ruzie over welke taken er gedaan moeten worden, raakt gefrustreerd als mensen aan zijn spullen zit en al helemaal als ze het op de verkeerde plek opbergen. Na een enkel gesprek blijkt dat meneer heel goed weet hoe hij de praktische taken uit moet voeren. Ramen lappen, de was doen, stofzuigen. Allemaal taken die hij gewoon goed kan. Met andere woorden, meneer is zelfredzaam. Waarom lukt het dan niet?
Vanuit zijn kwetsbaarheid raakt meneer snel het overzicht kwijt. Hij heeft zijn eigen logica waar alles moet staan en weet niet waar hij moet beginnen of wanneer iets gedaan moet worden. In het gesprek blijkt dat meneer moeite heeft met de regie over het huishouden, terwijl de interventie is ingezet op de praktische zaken. Nu moet hij niet alleen voor zichzelf bedenken welke taken gedaan moeten worden, maar ook voor een andere. Daarnaast moet hij die andere zeer scherp in de gaten houden om zeker te zijn dat alles op de juiste plek hoort te staan. Logisch dat er steeds frustratie en wrijving is.
In een tweede afspraak bij meneer thuis heb ik van huis mijn eigen schoonmaakschema meegenomen. Niet om deze aan meneer te geven, maar als voorbeeld. We zijn samen met de woonassistent zijn huis door gelopen en meneer heeft zelf bepaald, met feedback van de woonassistent, hoe vaak een taak gedaan moet worden en wie deze doet. Meneer begint in de ochtend met de was aan te zetten en ruimt de spullen op. Aan het einde van de ochtend komt de woonassistent die de was ophangt, op vouwt en op het bed legt terwijl meneer de afwas doet en dus zelf ook zijn service en bestek opruimt. De woonassistent gaat daarna, afhankelijk van het rooster, de woning soppen, zuigen en dweilen en meneer ruimt vervolgens de was op en de laatste paar rommeltjes die in de ochtend nog geen plek hebben gekregen.
De klussen die eens in het jaar moeten, zoals de binnenkant van een keukenkastje schoonmaken, zorgt nog weleens voor frustratie en ‘gedoe’. Maar over het algemeen loopt het goed. De focus op zelfredzaamheid is verschoven naar zelfregie.
In een manie heeft mevrouw veel gekocht en hiermee een ‘kleine’ (enkele honderden euro’s) schuld gemaakt. Dit heeft ze zelf goed op weten te lossen, maar na een derde keer is ze tijdelijk opgenomen in een psychiatrische instelling. Door een rechter besloten om bewindvoering in te zetten om grotere schulden te voorkomen en mevrouw te beschermen tegen zichzelf. Ze krijgt nu elke week een bedrag om boodschappen te doen en als ze meer nodig heeft voor een aankoop zoals kleren of nieuwe meubels, moet ze een verzoek indienen bij haar bewindvoering. Mevrouw komt gedeeltelijk in aanmerking voor vergoeding, maar de paar tientjes die ze per maand kon sparen voor leuke dingen gaan op aan de kosten van de bewindvoering.
Mevrouw is de regie over haar geld verloren terwijl het aandachtspunt, in de korte periodes van haar manie, juist de zelfredzaamheid was. Dit bleek ook wel dat ze in een volgende manie een groot deel van haar spullen heeft verkocht en haar wekelijkse boodschappen geld in één dag heeft uitgegeven. Mevrouw weet 99 van de 100 dagen prima hoe ze met geld kan om gaan en hoe ze dit moet uitgeven.
Op advies is mevrouw een WRAP cursus gaan doen om meer grip en inzicht te krijgen op wat er gebeurt voor, in en na zo’n kwetsbare periode. Ze is met haar zus en begeleidster gaan zitten om een plan te maken om een manie voor te zijn of om de ‘schade’ te beperken tijdens zo’n periode. Ze logeert een weekje bij haar zus en gaan dan samen op stap in de natuur zoals het bos of het strand. Daarnaast krijgt ze extra hulp en aandacht vanuit de begeleiding. Dit helpt.
Vorige maand kwam ik mevrouw weer tegen. Na een jaar zit ze nog steeds in bewindvoering, maar ergens in dit jaar krijgt ze weer de regie in eigen handen. Zelfs in een manie behoud ze regie. Ze organiseert middels haar eigen WRAP hoe de hulp eruit ziet en waar zij, in die periode, wel en niet over beslist.
Ik vind het belangrijk dat er goed word doorgevraagd of iemand vooral hulp nodig heeft op gebied van zelfregie of op gebied van zelfredzaamheid. Zelf heb ik mijn eigen ervaring aangevuld met de informatie vanuit een document van Movisie over dit onderwerp (de link naar dit bestand heb ik hieronder neer gezet). Door geen of de verkeerde vragen te stellen, loop je het risico om alleen symptomen te bestrijden zonder echt de kern van het probleem aan te pakken. Ook door voorbeelden te geven hoe begeleiding eruit kan zien helpt. “Vind je het prettig om samen te kijken hoe we dit beter kunnen inrichten, wil je dat we een stukje overnemen of heb je zelf ideeën over wat passend is?”.
Dan ben ik natuurlijk ook nieuwsgierig; Hoe zorgt u ervoor dat zelfregie en zelfredzaamheid op de juiste manier in balans blijft?
De link naar Movisie:
Het download bestand: