Assessment is overal om ons heen.
Als je skate in een skatepark ben je continu bezig met een zelf-assessment als je reflecteert op je vooruitgang en nieuwe stappen plant.
Als je een hardloper bent en je traint voor een marathon let je op de tijd die je rent v.s. je doelen.
Als je een muzikant bent houd je een assessment telkens wanneer je naar jezelf luistert als je muziek maakt. Je stelt waar nodig bij, zodat je steeds beter wordt.
Als auteur houd je een assessment steeds wanneer je je eigen werk verbeterd.
Een assessment is niet altijd individueel. Vaak vindt een assessment plaats in een groep.
Als je kok bent neem je deel aan een peer-assessment als je een betrouwbare bron vraagt hoe het eten smaakt.
Als artiest vraag je misschien een extra paar ogen op een bepaald project.
Als je ingenieur bent observeer je gebruikers of jouw ontwerp ook functioneert.
Welk werk je dus ook doet of maakt een zelf-assessment en een peer-assessment zijn perfect om het te verbeteren. Het helpt om je proces te verfijnen en je product te verbeteren.
Een assessment helpt ons om uit te zoeken wat we weten, wat we niet weten en welke vervolg stappen we moeten nemen om kennis en vaardigheden te kunnen beheersen.
Hoe zetten we het assessment in op school?
Het begint met het zelf-assessment. Je formuleert je eigen doelen, denkt uit hoe je die gaat behalen en monitort je eigen proces en voortgang. Je past dan ook zelfreflectie toe. Je reflecteert op je leerproces en je focust je op jouw sterke en zwakke punten van je product, dat leidt naar nieuwe inzichten.
Een optie hiervoor is een studentenenquete met multiple choice, selectievragen en beoordelingsschalen. In sommige gevallen kun je een zelf-assessmentrubric gebruiken. Studenten zijn in staat om te kijken naar hun eigen voortgang van beginnend tot beroepsprofessional op basis van specifieke beschrijvingen per categorie. Ze krijgen een nauwkeurig beeld van hoe het met ze gaat en ze hebben een duidelijk beeld van waar ze naar toe moeten. Een student kan ook een checklist gebruiken. Dit kan een krachtig instrument zijn om in te zetten voor, tijdens en na een bepaalde taak.
Als het werk is gedaan kan een student zijn werk presenteren in een portfolio waarin ze reflecteren op wat ze hebben geleerd.
Peer-assessment is ook belangrijk. Een optie is een 10 minuten peerfeedback systeem. Het begint met een student die zijn werk deelt of een idee pitcht terwijl de andere studenten actief luisteren. Het geeft de mogelijkheid om verhelderende vragen te stellen, feedback geven en ontvangen en nieuwe stappen uitzetten.
Je kunt ook de 3-2-1 feedback structuur gebruiken en dit is simpel. Studenten benoemen 3 sterke punten, 2 verbeterpunten en 1 vraag die ze nog hebben.
Een andere optie is de peerfeedback carrousel. Iedere groep een aantal post-its en leveren anoniem feedback als ze van groep naar groep gaan. Of je houdt een meer open einde met peercoaching. Studenten interviewen elkaar over het proces, ze helpen in de reflectie en geven feedback.
Vaak denken we dat een assessment op school een gesprek is tussen docent en student. Maar in het leven zullen studenten niet altijd een docent hebben om het gemaakte werk te beoordelen en ze te voorzien van noodzakelijke feedback. En daarom hebben we zelf-assessment en peerfeedback elke dag nodig. Hoe meer we dit integreren in de opleiding hoe beter de studenten voorbereid zijn op een creatief leven.
Assessment over werkproces:
Studievoortgangsassessment: