Een Meivaart was een jaarlijkse bedevaart ter ere van moeder Maria, de beschermheilige van Chirojeugd. Het was geen klassieke bedevaart, maar bestond uit gebed en spel. Het massaspel lokte honderden, soms duizenden deelnemers en vele toeschouwers. Het scenario voor de eerste Meivaart werd uitgeschreven en uitgewerkt door priester Antoon Aarts.
'n Naam en 'n daad !
'n Naam en 'n daad, die begeestering en nieuw leven zullen geven aan onze hervormde patronaatsjeugd !
Nog enkele weken, en de Mariakapelletjes zullen weer gesierd worden met bloemen en loover, met linten en wimpels, langsheen onze Vlaamsche wegen en banen. De bedevaart-stoeten zullen weer trekken, dag na dag, naar de zalvende genadeoorden van O. L. Vrouw van Vlaanderen. Ook de patronaatsjeugd zal niet ten achter blijven. Onze zomeractie zal beginnen met een opmarsch naar en een jonge frissche hulde aan Maria, de Heilige Moeder onzer Vlaamsche knapen. Daarom die Meivaart !
Hoe die Meivaart ?
Neen, geen jarenoude rim-ram, die het de bedevaarders stilaan gemakkelijk en aantrekkelijk gemaakt heeft. — Geen pleziertochtje, waaronder de rozenhoedjes afgerammeld worden, omdat het nu eenmaal zoo moet. Geen kansje om eens weg te zijn, en te kunnen lanterfanten tusschen kramen en lawaaierige venters ; om eens grootdoenerig een pint te pakken, sigaretten te rookenen allerhande bullen te koopen.
Want dat waren ten slotte toch de meeste onzer jeugdbedevaarten geworden. Weg met een bedevaart, die een kermis wordt ! We willen voor onze jongens weer opnieuw een bedevaart, die een bede-vaart is !
Een dag van gebed en offer naar en ter eere van Maria !
Maar ook een bede-vaart, die jong is. Een dag van jeugd-gebed en jeugd-offer. Geen afkijken en nadoen van groote menschen. Daarom mag noch zal de Meivaart gemodelleerd zijn op de groote-menschen-bedevaarten. Ze moet haar eigen jongensachtig karakter dragen. Ze moet frisch en jong zijn, blij en vroom, maar tevens streng en ernstig, krachtig en vol leven.
Daarom:
1) zal de Meivaart geschieden voor het grootste gedeelte te voet. Het moet een «tocht naar» zijn, die vermoeienis meebrengt ; die een beetje honger en dorst laat lijden ; die uwe teugellooze jongens drilt in wel gevormde rangen ; die een oprukken is naar de groote bijeenkomst onder de bescherming der Heilige Maagd ; —waar de gemeenschapsgeest en de broederlijkheid zullen aangevoeld worden en beleefd. Het moet 'n opmarcheeren zijn naar de groote vergadering, waar elke jongen zijn trouw en zijn steun, zijn geestdrift en zijn durf zal bijbrengen ; waar de groote woorden der leiders zullen gesproken worden, voor het groote werk de strijd voor Kristus, den Koning, gedurende de zomeractie. Waar dit alles zal geplaatst worden onder de hoede en den zegen van Maria.
2) zal de Meivaart geschieden met wimpels en banieren, met liederen en muziek. Wimpels en banieren dragen de groote gedachte, die uwe jongens moet bezielen ; waarvoor uwe jongens moeten bidden en offeren ; waarvoor uwe jongens ter bedevaart gaan naar 0. L. Vrouw. Wimpels en banieren zijn zon en wind in de zeilen uwer jongenszielen. Liederen en muziek geven uwe jongens de veroveringsgedachte, die hen moet bezielen ; vuren uwe jongens aan tot verderen strijd ; maken uwe jongens tot één sterke schaar met één verlangen en één daad : Kristus moet regeeren! Dat willen wij !
Wimpels en banieren, liederen en muziek zijn voor uwe jongens het symbool en het geweld van hun jongen fieren strijd.
3) zal de Meivaart geschieden voor een groot deel langsheen de groote banen ; en bidden langsheen de groote baan, liever dan op de veldwegeltjes. Tusschen het geroezemoes en druk beweeg van lawaaierige en lichtzinnige wandelaars en uitvliegers zullen we gaan, vroom en dapper, den paternoster in de hand, en biddend, als een spreekkoor, onze vrome weesgegroetjes, voor de onnadenkende en verlorenloopende menschen van Vlaanderen, die we ontmoeten. 'n Daad ! 'n Durf ! 'n Veroverende en vormende kracht
4) zal er gedurende de Meivaart naast het gebed, lof en godvruchtige oefeningen, nog iets anders zijn.
Wanneer zullen we onze jongens en meisjes weer eens leeren begrijpen dat bidden niet al-leen gebeurt met goed geformuleerde gebeden; zelfs niet alleen met woorden, maar naar het woord van Sint Paulus, met al wat we doen. Ook spelen, werken, ja « 't zij ge eet of drinkt» doe het al ter eere Gods.
Daarom een groot spel met honderde jongens, kort bij het genadeoord van 0. L. Vrouw.
Maar een spel waar elke jongen weet wat hij te doen heeft ; waar alles gereed gemaakt is, dat georganiseerd is. Een spel dat geestdrift brengt, dat moeite kost, dat een leer is van doordrijvende en durvende strijd. Een spel dat in de jongenszielen iets aan 't trillen brengt, en een blijvende tempering geeft. Een spel dat één groot gezamenlijk gebed is van blije jongens-geestdrift, van durvende jeugdfierheid, van offerende eerlijkheid, en van een wel begrepen broeder-zijn.
...
Een leven van idealisme en dienstbaarheid
In stilte is hij heengegaan naar het Vaderhuis, naar Kristus, zijn Koning.
Op 17 januari 1978 is een einde gekomen aan zijn laatste levensperiode : een van lijden en intense voorbereiding op de uiteindelijke ontmoeting met de Heer.
In deze pijnlijke tijd was hij een voorbeeld van berusting en zachtmoedigheid : getuige hiervan zijn laatste afscheidstekst: «Sterven is ontwaken in de prille ochtend van een glorieuse rijzende dag die geen deemstering meer kent. Te Deum Laudamus. Ave Maria». E.H. Antoon Aarts werd geboren 10/06/1902 te Lier, de stad van Nest van der Hallen waarvan hij het bezielende woord voor jonge mensen heeft overgenomen.
Als jong priester - een missionarisleven kon om gezondheidsredenen niet doorgaan — trok de jeugd hem sterk aan. Eerst in KSA en Scouting waar hij een zeer aktieve rol speelde. Kontakten met vele jeugdleiders en o.m. met de Duitse katolieke Aktiebeweging Neu Deutschland, en vooral met de gewone straatrakkers, brachten hem op weg om een nieuwe jeugdbeweging op te richten voor alle Vlaamse jongeren. Hiervoor richtte hij zich naar de begrippen van R. Guardini : Jong zijn is echt zijn, is schepper zijn, is radikaal zijn. Als stramien koos hij een Vlaamse heldenromantiek. Trouw aan God en Volk aan de eigen opdracht jong te zijn.
In de dertiger jaren klonk dit als een bevrijding. De jeugd zat opgesloten in een kleinburgerlijk milieu dat leed onder de naweeën van de grote krisis. Ofwel zat zij vast geklemd binnen de beperktheden van een al even materialistische sfeer die heerste onder de bewustwordende arbeidersklasse.
NAAR DEURNE
De enige grote jeugdbewegingen van die tijd KSA en Scouting waren vooral aktief bij de kollegestudenten. Een tijd lang trachtten de KAJ leiders de jeugd uit de arbeidersmiddens ook apart te organizeren in de Jong - Kajotterij. Enkele zeldzame scoutsgroepen werkten in volksbuurten met wisselend sukses.
In die periode sticht Toon Aarts een eerste eigen groep te Tienen. Snel groeit de groep... maar ook het wantrouwen: de groep is te Vlaams en haar leider niet bereid tot kompromissen met de franskiljonse suikerbaronnen. Verplaatsing volgt naar Deurne bij Antwerpen : een monsterparochie van meer dan 25.000 zielen. Zeker geen leefgemeenschap.
Op enkele maanden tijd stampt hij 2 jeugdbewegingen uit de grond, 2 frisse groepen :. de Jongensbond en de Madeliefjes. Zij dragen het Kristus - monogram in hun kleurige wimpels en banieren. In een machtig elan bereikt hij honderden jongens en meisjes —door zijn bezielend woord in een sprankelende, jeugdige taal, direkt naar het hart —door zijn geweldige aktie en scheppingsdrang — door zijn boeken geschreven op het waarachtige gebeuren in het leven van deze jongeren. Hij trekt afsluitingen open, leert hen echt spelen, rakkeren, durven en vechten. Massaspelen met duizenden jongeren. Zijn jongens zijn spoedig bekend als de witte muur naar hun wit sporthemd met open kraag. Ze spelen niet enkel om te spelen, maar leren zo al spelend hun volkse geschiedenis zoals ze ook spelend ter bedevaart gaan. Uiteindelijk ensceneert hij zelf enkele grote massaspelen waar jong en oud door geboeid worden.
VERDIEPING
Overal klinken dezelfde woorden door : Vrank - Vrij - Dapper - Vroom - Tot Strijd Bereid - Hou en Trou - Voor God en Volk.
Uit dit pionierswerk van Toon Aarts is de chirojeugd gegroeid. Eerder door osmose. Zijn werk en idee werden overgenomen. Hijzelf was niet geïnteresseerd in de bovenbouw van een jeugdbeweging. Hij bleef de man van de basis, Sint Rochus bleef iets speciaals, zijn groep.
Eens een eigen leiderskader gevormd, begint een faze van verdieping. De tijden zijn ook veranderd ; de oorlogsjaren laten geen plaats meer voor openlijk jeugdwerk. Toen Aarts stoort zich niet aan de aanwezige Wehrmacht boven en naast de lokalen van de zogezegde zondagsschool. Zo beleven honderden jonge mensen spijts alles een boeiende jeugd in deze donkere tijden.
Bij het einde van de oorlog dreigt overal uitbarsting van haat. Nergens worden de mensen beter voorbereid op wat gaat komen. Week na week een maand aan één stuk wordt telkens door één van de andere priesters duidelijke taal gesproken vanop de kansel. Toch slaat de gruwel toe. Snel verzamelt Toon Aarts de beschikbare leiders om tesamen met alle priesters naar de haarden van plundering te trekken. Zij breken door de wriemelende massa om jongeren weg te halen en ouderen op hun plichten te wijzen om niet te spreken van de anderen die blozend wegkruipen.
Zo weigeren ook allen de leeuwevlag op te doeken, integendeel ze dragen ze hoog in top vanaf de eerste weken.
AFLOSSING Enkele jaren later worden we verrast door zijn vertrek. Nieuwe tijden breken aan. Zijn jeugd is volwassen geworden, anderen moeten de vlag nu verder dragen. Zo verdwijnt Toon Aarts uit het aktieve jeugdbewegingsleven 30 jaar terug.
Even stil als hij nu voorgoed van ons afscheid nam.
20 jaar blijft hij als leraar godsdienst in het Koninklijk Atheneum te Antwerpen nog een vaste raadsman voor vele jongeren, maar nu meer in een persoonlijke relatie. In dit eerder antigodsdienstig midden heeft hij een diepe indruk nagelaten. Zijn huis heeft nog vele jonge bezoekers. Wanneer hij met pensioen gaat doet hij dit nog met de optie zich voor anderen in te zetten.
Toon Aarts is sinds lang de geschiedenis ingegaan. Zijn oud - leiders vonden het toch wel gepast deze buitengewone figuur te herdenken. In Sint Rochus Deurne zal op zaterdag 15 april e.k. te 15 u. een herdenkingsliturgie gehouden worden waarop allen uitgenodigd worden die door hem meer en beter mens werden.
'n Zomersche avond in Kasterlee. Nieuwsgierig ziet de Chiroknaap, die daar met zijn afdeeling kampeert, drie struische boerenzonen op zich afkomen. — « Zeg, jong, gaat uw pastoor vanavond weer vertellen ? » — « Dat is onze pastoor niet, dat is de proost van de Chiro, die schrijft boeken en dan heet hij Lindekruis. Fijn, die boeken ! Vanavond gaat hij weer vertellen, ja, om 8 uur, ginder over, op de duin. »
En 's avonds zitten tegen den rand der donkere mastbosschen, de Chirojongens in halve kring, achter hen de groote slungels van 't dorp, en links en rechts nieuwsgierigen, vele groote menschen. Allen luisteren gespannen, want voor hen zit Lindekruis, en vertelt, vertelt, boeiend, zooals hij alleen dat kan over Roeland, Parsifal de Kruisvaarders, Christoforus, de Kristi-jongens, Karel de Groote, de slag der Guldensporen, de Brigands.
Hoe dikwijls hebben we ons niet gevoeld in den ban van zijn boeiend woord ? Als hij ons sprak over dappere ridders van vroeger, over dappere jongens van nu... ? Geen wonder dat deze man steeds met zulke edele bezieling sprak en reeds in zijn college-tijd te Lier moest hij zijn jonge geestdrift uitwerken in 'n romantische rakkersclub : « de Ridders van Malta » !
Later als seminarist te Mechelen en professor in 't college te Boom liep hij rond met grootsche plannen : de jeugd trok hem aan ! Ieder jonge kerel was voor hem 'n wereld vol beloften. Hoeveel vraagteekens rezen er niet op in die jonge harten ? Kwellende vraagteekens die zoo dikwijls onopgelost bleven. Hoe-veel van die diepe heldere jongensoogen werden niet voor altijd vertroebeld door de slechtheid van hun omgeving ? Er was nood bij de jeugd, en Lindekruis maakte plannen om dien nood te verhelpen. Bij hem wordt ieder plan goed overwogen en daarna met onvermoeiden ijver ten uitvoer gebracht.
Zijn ontstuimige overtuiging schudde ons uit onze lamlendigheid. Het Chiro-kenteeken en de kreet « Aan Kristus-- Koning, Trouw » gaven zin aan ons jongensleven. Om zijn heerlijke belijdenis en Belofte die hij ons schonk, zullen wij hem niet genoeg kunnen danken.
Zonder aarzelen schreef hij : « De Chirojeugd is een vereeniging van jongens eener zelfde parochie die zich ten doel stelt de heele jeugd der parochie in haar schoot te vereenigen om ze allen in een blij en frisch echt jong leven op te voeden, te harden en te bekwamen tot den fieren, edelmoedigen, durvenden dienst van Kristus ! »
Om zooveel mogelijk jongens en meisjes te bereiken zond hij zijn jeugdboeken de wereld in. Overal wilde hij edele figuren als Paulus de Vurige, Christoforos, Joris de Durver, Knopske, de Kristi-jongens, Herman uit « Jongenseer », Guido, de held van « Pak aan kameraad », en niet het minst de dappere Brigand Van Gansen, als voorbeelden aan de jongeren voorstellen en hen toeroepen : «GEDENKT.. en DOET EVENZOO!» Lindekruis is een streng en hard leider voor de jeugd. Hij kent zijn weg en volgt die zonder er een duimbreed af te wijken. Ook daarin geeft hij een schitterend voorbeeld aan de jongeren ! Maar zijn gestrengheid is enkel de uiting van zijn groote liefde voor de jeugd : zelden zult ge zulk een onverwoestbaar vertrouwen in de natuurlijke oprechtheid van een jongen aantreffen. Heeft een jongen moeilijkheden, dan trekt hij naar zijn proost, ieder uur van dag en nacht is goed. Kalm en duidelijk zal Lindekruis hem zeggen wat er op te zeggen valt. En te midden van een studeerkamer vol gestapeld met boeken en geschriften, aangestaard door allerlei jongenskoppen op schilderijen, foto's en beelden, in de schaduw van een vroom Mariabeeld, zal het oog van den bezoeker getroffen worden door een groot Chiro-teeken, symbool van Lindekruis' ideaal, geheim van zijn werkkracht en toewijding.