Bij het keuzedeel Animatie krijg je geen verrassingen achteraf: je wordt beoordeeld met behulp van een rubric. Dat is een overzichtelijk schema waarin precies staat waar je op beoordeeld wordt en wat je moet laten zien om een voldoende of zelfs een dikke voldoende (lees: goed) te halen.
De rubric bestaat uit tien onderdelen die belangrijk zijn bij animatie. Zo kan je zelf goed volgen waar je sterk in bent en waar je nog winst kan pakken. Het doel? Dat je op zoveel mogelijk punten hoger scoort dan een “voldoende” en laat zien dat je als animator echt stappen hebt gemaakt.
Zoals je ziet kan je per onderdeel een O, V of G scoren. En dat wordt doorberekend naar een cijfer.
Onvoldoende (O) 1 pt: basis niet op orde, verhaal of uitvoering overtuigt niet.
Voldoende (V) 2 pt: solide basis, opdracht herkenbaar en functioneel uitgevoerd.
Goed (G) 3pt: overtuigend, creatief en technisch sterk uitgewerkt.
De totaalscore wordt omgerekend naar een cijfer volgens de formule:
Cijfer = (0,3 × punten) + 1
15 punten = 5,5 (voldoende)
20 punten = 7
23 punten = 8
30 punten = 10
Je proces in de Sprint Gallery speelt hierin een grote rol: het laat zien hoe je keuzes maakt, experimenteert en je werk stapsgewijs verbetert.