les 47

schrijven

bedenk een droomvakantie.

beschrijf:

  • waar je heen gaat

  • hoe je daar komt

  • hoelang je blijft

  • waar slaap je? (hotel, camping etc)

  • wat ga je doen?

gebruik:

  • google translate

  • woordjes over reizen

  • woordjes over activiteiten

  • de werkwoorden

denk aan:

  • het vervoegen van alle werkwoorden

  • hele zinnen

  • maak er een lopend verhaal van