Basisinstellingen: ISO, Diafagma en Sluitertijd
Voorkennis:
Tijd voor deze opdracht:
2 a 3 lessen
Acceptatie criteria:
Wat is ISO
Wat is het diafragma
Wat betekenen de F-getallen
Wat is de sluitertijd
Wat zijn de verschillen in de sluitertijden
Beoordelingspunten:
2 punten
ISO
Diafragma
Sluitertijd
Het diafragma of de lensopening scheidt de sensor van de lens. Hoe groter de lensope-
ning (of diafragma), hoe meer licht er op de sensor kan vallen ... Het risico voor een
onderbelichte foto is kleiner.
Hoe groot het diafragma precies is wordt gewoonlijk uitgedrukt in een ‘f-getal’. Hoe
kleiner het het ‘f-getal’ hoe groter het diafragma. Dit is verwarrend en klinkt onlogisch
maar er is een eenvoudige verklaring voor. Het ‘f-getal’ wordt berekend door de brand-
puntafstand (vb. 50 mm) te delen door de diameter van het diafragma. Hoe groter dus
de diameter van het diafragma, hoe kleiner het ‘f-getal’.
Typische ‘f-waarden’ zijn
f/1 f/1.4 f/2 f/2.8 f/4 f/5.6 f/8 f/11 f/16 f/22 f/32
Bij elke stap die we naar rechts zetten halveert de hoeveelheid licht die op de sensor
valt. We spreken niet over “stappen” maar over “stops” of “exposure value”.
Welke extreme diafragma’s haalbaar zijn met jouw fototoestel wordt in grote mate be-
paald door de kwaliteit van je lens. Lenzen met een diafragma van f/2.8 (of groter)
worden “lichtsterke” lenzen genoemd. Het zijn vaak de allerduurste lenzen op de markt.
Moderne fototoestellen kunnen het diafragma niet alleen per ‘stop’ regelen maar ook
per 1/2 of 1/3 stop.
Stel je fototoestel in op de handmatige stand (M)
✓ Stel een vaste sluitertijd van 1/60” in en een vaste ISO waarde van 200 (indien je de foto’s niet buiten kan maken
kies dan voor een vaste ISO waarde van 400 of 800).
✓ Maak drie IDENTIEKE foto’s van een mens of voorwerp met een achtergond. Eén met een zeer groot diafragma
(vb. f/2.8), één met een doorsnee diafragma (vb. f/8) en één met een klein diafragma (vb. f/22).
✓ Bekijk de drie foto’s goed en formuleer je conclusies op vlak van belichting. Valt er je ook nog iets anders op?
Bekijk de foto's (eventueel op de computer) waarbij je maximaal inzoomt op het onderwerp waarop je gefocust hebt.
Bij welke sluitertijd begon het onderwerp onscherp te worden, door de bewegingsonscherpte van jou?