Het economische model van groei loopt tegen grenzen aan. Groei kan niet oneindig doorgaan. Licht dit toe met behulp van een uitleg van de termen BNP en planetaire grenzen. Geef enkele voorbeelden van deze grenzen. Licht daarnaast toe wat essentiële behoeften van de mens zijn en hoe deze zich verhouden tot consumentisme.
Planetaire grenzen, consumentisme, essentiële behoeften van de mens, groei BNP
Bronnen:
· https://www.stockholmresilience.org/research/planetary-boundaries/the-nine-planetary-boundaries.html (misschien vervangen)
· https://www.duurzaammbo.nl/kennisbank/planet/11-home/5171-negen-grenzen-aan-de-aarde
· …
BNP is het bruto nationaal product van een land, dus het totale inkomen van alle inwoners van een land. Er wordt groei nagestreefd, omdat dit impliceert dat welvaart daarmee ook groeit. Er zijn echter (planetaire) grenzen aan de toename van economische waarde, er kan bijvoorbeeld niet oneindig veel energie gegenereerd worden. Er is niet oneindig veel landbouwgrond, de atmosfeer kan niet oneindig veel CO2 opnemen zonder grote gevolgen.
Om een gelukkig bestaan te leiden heeft moet de mens bevredigd worden in enkele behoeften. De piramide van Maslow beschrijft bijvoorbeeld fysiologische behoeften zoals voedsel, water en warmte, maar ook complexere behoeften zoals vriendschap, vertrouwen en de mogelijkheid om je creatief uit te kunnen drukken.
In een consumptiemaatschappij heerst het ideaalbeeld dat het verwerven van goederen en diensten de manier zijn om menselijke behoeften te bevredigen. Een consumptiemaatschappij gaat dus hand in hand met het nastreven van economische groei.
Er zijn verschillende alternatieven voor economische groei. Drie hiervan zijn: doughnut economy, triple bottom line en nested approach. Omschrijf deze modellen.
Doughnut Economy, Triple Bottom Line, Nested Approach
Bronnen:
- Glebbeek, A. (2018). Donuteconomie: een wake-up call voor economisch denken. Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, 34(1). (https://www.aup-online.com/docserver/fulltext/01692216/34/1/TA_2018_034_001_017.pdf?expires=1661764031&id=id&accname=guest&checksum=F6BFE1E81009C1D8EED04C84346F4E85)
- Cartagena, L. B., Gieteling, A., de Haan, B., Overbeek, M., Liefting, H., & Schermer, R. (2015). Duurzaamheidsimpact van maatschappelijke initiatieven. (https://www.greenwish.nl/wp-content/uploads/Eindrapport-Milieuwetenschappelijk-adviesproject-Greenwish1.pdf)
- Fischer, J., Manning, A. D., Steffen, W., Rose, D. B., Daniell, K., Felton, A., ... & Wade, A. (2007). Mind the sustainability gap. Trends in ecology & evolution, 22(12), 621-624. (https://reader.elsevier.com/reader/sd/pii/S0169534707002820?token=5F2DADE305D0D45B253645EC4C60C4D394CCCCE3B627E918EBA47C203616AB30BFAF05B9F9FBDE6C4FC8A5E118E8EBC2&originRegion=eu-west-1&originCreation=20220829092107)
De donut economie beschrijft het spanningsveld tussen tegemoetkomen aan de menselijke behoeften en de productie van goederen en diensten enerzijds en de draagkracht van onze
planeet anderzijds. Dit spanningsveld symboliseert de ring van de donut. De smalle ‘veilige zone’ waarin de menselijke economie moet verkeren. Als de economie in productie en verdeling tekortschiet, valt een deel van de mensheid in het gat van de donut (d.w.z. in hun basisbehoeften wordt niet voorzien). Als de economie het draagvlak van de planeet te zwaar belast, schieten we buiten de ring van de donut en komen onze gezondheid en voortbestaan in gevaar.
Triple bottom line komt voort uit het management waarin Elkington (1997) omschreef dat een bedrijf zijn prestaties niet alleen moet meten door winst, maar ook door de impact op mens en milieu. Het model staat voor de ‘drie P’s’, welke staan voor: people, planet, profit (of ook: prosparity). De menselijke dimensie (people) wordt gemeten door de mate waarin een bedrijf zorgdraagt voor het verbteren van de kwaliteit van leven voor alle segmenten van de bevolking en heeft onder andere betrekken op de mate waarin een bedrijf zorgt voor zijn medewerkers (geen kinderarbeid bijvoorbeeld). De werelddimensie (planet) wordt verbonden aan milieu-impact, denk hierbij aan de impact op: biodiversiteit, waterhuishouding, bebossing en grondstoffengebruik (zoals energie, broekasgasemissie en materiaalgebruik). De laatste dimensie ‘profit’ of ‘prosparity’ helst enerzijds “winst” (de vertaling van ‘profit’), maar dit is een relatief beperkte term wanneer het gaat om duurzame ontwikkeling. Op de conferentie van de Verenigde Naties in Johannesburg in 2002 (Verenigde Naties, 2002) is daarom besloten om dit begrip te vervangen door het bredere begrip prosperity, wat zoveel betekent als welvaart. Prosperity omvat zowel de winst die bedrijven zelf maken als de economische en financiële invloed van landen en individuele personen (Roorda, Corcoran, & Weakland, 2012) en is daarom een geschiktere term als er binnen een zo breed mogelijk duurzaamheidsbegrip wordt gewerkt.
(de) Nested Approach is geworteld in de aanname dat duurzaamheid geen relativistisch begrip is. Bij deze benadering wordt aangenomen dat er biofysische grenzen zijn waaraan we ons moeten houden wanneer we het leven op aarde willen handhaven. Samenlevingen kunnen niet bestaan zonder de natuurlijke hulpbronnen van de aarde. De Nested Approach lijkt veel op de Triple Bottom Line, echter wordt er hier een hiërarchie gehandhaafd waarin de natuurlijke grenzen altijd belangrijker zijn dan de samenleving welke op zijn beurt weer belangrijker is dan de economische groei. Deze hiërarchische conceptualisering erkent dat: hoewel sommige afwegingen tussen de biofysische, sociale en economische sferen mogelijk zijn, de absolute grenzen van deze afweging worden bepaald door de noodzaak om een functionerend levensondersteunend systeem aarde te handhaven.
De grondstoffen die we gebruiken om producten te maken, komen ergens vandaan. Geef voorbeelden van (tenminste) drie verschillende grondstoffen, waarvan er één uit de biosfeer gewonnen wordt, één uit de lithosfeer en één uit de technosfeer. Licht toe wat bedoeld wordt met deze drie sferen en geef per voorbeeld aan of dit een schaarse grondstof is en of dit een hernieuwbare grondstof is.
Schaars & hernieuwbaar; Biosfeer, Lithosfeer & Technosfeer
Bronnen:
· https://www.voordewereldvanmorgen.nl/artikelen/wat-is-cradle-to-cradle
· https://earthhow.com/spheres-of-earth/
· https://en.wikipedia.org/wiki/Anthroposphere
· https://npokennis.nl/longread/7721/raken-de-metalen-voor-onze-smartphones-op
· https://www.nemokennislink.nl/publicaties/periodiek-systeem-der-smartphone-elementen/
· https://www.euchems.eu/euchems-periodic-table/
De biosfeer is al het leven op de planeet. Hout komt uit de biosfeer en is niet schaars. Het is hernieuwbaar, omdat je nieuwe bomen kan planten. Het duurt wel relatief lang voor het weer is aangevuld. (Daarnaast is het planten van bos een manier om koolstof uit de atmosfeer terug te winnen.)
De lithosfeer is de aardkorst. Een voorbeeld van schaars een materiaal dat we uit de lithosfeer halen is zilver, dat we onder andere in elektronica gebruiken. Zilver halen we uit erts en dit is niet hernieuwbaar. Overigens komen fossiele brandstoffen ook uit de lithosfeer.
De technosfeer (ook wel: antroposfeer, noösfeer) is de invloed van de mens op de aarde – alles wat er gebouwd en gemaakt is. Wanneer materialen gerecycled worden, zoals het terugwinnen van zilver uit elektronica, blijven deze materialen in de technosfeer.
Bij het maken van een product zijn er naast materialen andere hulpbronnen nodig. Geef twee voorbeelden van productieprocessen, waarin arbeidskracht en energie juist een grote of kleine rol spelen.
Brandstof, Arbeidskracht
Bronnen:
· https://nl.wikipedia.org/wiki/Productieproces
Een voorbeeld van een proces waarvoor veel arbeidskracht nodig is, is het maken van kleding – en zeker gepersonaliseerde kleding die op bestelling gemaakt wordt. Een voorbeeld van een proces waarbij veel energie nodig is, is staalproductie.
Voorbeelden van vervuiling, ten gevolge van productie, zijn overbemesting, broeikasgassen zoals CO2, toxiciteit, plastic en afval (zwerfafval, verbranding en stortplaatsen). Geef van elk van deze categorieën een voorbeeld van hoe deze vervuiling kan ontstaan.
Overbemesting, CO2, Toxiciteit, Afval, Plastic
Bronnen:
· https://www.cbs.nl/nl-nl/dossier/dossier-stikstof/introductie-stikstofdossier
· https://www.klimaathelpdesk.org/answers/wat-is-het-koolstofbudget-waarbij-de-opwarming-van-de-aarde-onder-de-15-graad-blijft/
· https://www.stowa.nl/publicaties/toxiciteit-van-nederlands-oppervlaktewater-de-jaren-2013-2018
· https://natuurenmilieu.nl/publicatie/recycling-van-plastics/
· https://www.plasticsoupfoundation.org/plastic-probleem/
· https://www.milieucentraal.nl/minder-afval/
· https://www.afvalcirculair.nl/onderwerpen/afvalregelgeving/afval-storten/
· https://www.uu.nl/organisatie/verdieping/waar-is-al-het-plastic-gebleven
Er vindt overbemesting plaats wanneer er teveel meststoffen in de grond terechtkomen. In Nederland dragen overmatig veel stikstofverbindingen eraan bij dat er gebieden zijn waar zo teveel meststoffen in de grond komen, wat ten koste gaat van de biodiversiteit.
Bij verbranding (van o.a. fossiele brandstoffen) komt CO2 vrij. Dit CO2 draagt bij aan opwarming van de aarde.
Met toxiciteit wordt bedoeld in hoeverre stoffen in een omgeving een negatieve invloed op het leven hebben. Een voorbeeld is dat bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater terecht kunnen komen.
Plastics zijn gemaakt van polymeerketens die vooral uit aardolie worden gewonnen. Plastics zijn doorgaans slecht afbreekbaar. Daarnaast wordt veel plastic maar één maal gebruikt. Onder andere de plastic soep en microplastics (hele kleine stukjes plastic) baren zorgen.
Zwerfafval is al het afval dat in de natuur of op straat terecht is gekomen – veel daarvan vergaat zeer traag. Afval dat ingezameld wordt, wat niet gerecycled kan worden, wordt doorgaans verbrand of op stortplaatsen gedumpt.
Een eenvoudige manier om te kijken naar impact op mensen is te denken in Hier en Daar. Hier staat voor wat er in Nederland en het Globale Noorden gebeurt, Daar voor wat er in het Globale Zuiden gebeurd. Geef voorbeelden van enkele impacts (in ieder geval arbeidsomstandigheden en ergernis) van productie en consumptie op mensen en leg daarbij uit wat het begrip afwenteling betekent en bespreek tenminste arbeidsomstandigheden impacts.
Afwenteling, Arbeidsomstandigheden, Ergernis
Bronnen
· https://www.knack.be/nieuws/milieu/het-klimaatvraagstuk-is-in-essentie-een-vraagstuk-van-bezit-macht-en-herverdeling/ (opiniestuk)
· https://earth.org/fast-fashions-detrimental-effect-on-the-environment/
Met afwentelen wordt bedoeld dat de nadelige gevolgen door een ander gedragen worden. Een voorbeeld is dat er in productielanden verschraling van de bodem plaatsvindt, terwijl bijvoorbeeld voedsel elders geconsumeerd wordt. Een ander voorbeeld is fast fashion, waarbij (naast milieu impact) de arbeidsomstandigheden zeer slecht kunnen zijn – zo is er bewijs van gedwongen arbeid en/of kinderarbeid in landen zoals India en Turkije (bron). Dit zijn voorbeeld van hoe keuzes die hier gemaakt worden van invloed zijn op het leven daar.
Een andere sociale impact is ergernis – men kan zich bijvoorbeeld ergeren aan zwerfafval of rookvervuiling in de eigen leefomgeving.
In een waardepropositie formuleert een onderneming hoe deze van waarde is voor de klant (of maatschappij als geheel). Bekijk van tenminste drie bedrijven hoe zij dit presenteren (vaak is dit uit de homepagina wel te interpreteren; dit mag je redelijk vrij doen) en geef aan welke termen uit het Boomdiagram hierin terugkomen.
Waardepropositie
Bronnen:
· https://www.consultancy.nl/nieuws/29774/wat-is-een-waardepropositie-en-hoe-ontwikkel-je-het (commerciële bron, beschrijft wat een waardepropositie is)
· Enkele pagina’s van bedrijven, maar zoek ook vooral zelf:
o https://www.werfzeep.nl/nl/over-ons/
o https://www.mcdonalds.com/nl/nl-nl/over-ons/waar-staan-we-voor.html
o https://www.renewi.com/nl-nl/over-renewi
o https://company.wizards.com/en/who-we-are
o http://www.fairphone.com/nl/impact
In een waardepropositie beschrijft een onderneming hoe deze van waarde wil zijn voor klanten. Een bedrijf als MacDonalds beschrijft hierin bijvoorbeeld het bieden van een geluksmomentje met fresh en fast food, maar ook Reducing (Food) Waste. Deze kan gekoppeld worden aan een van de 7R’s (reduce) of Design for Environment. Het bedrijf werfzeep wil heilzaam zijn voor gebruiker en natuur door bepaalde ingrediënten niet te gebruiken (7R’s: refuse) en wel lokale seizoensproducten te gebruiken. Over Fairphone is meer te zeggen, maar een voorbeeld is Design for Repair. De telefoons worden modulair ontworpen zodat eenvoudige reparaties mogelijk zijn.
Licht toe wat in productie bedoeld wordt met circulariteit aan de hand van de ontwerpbenadering cradle to cradle. Leg uit wat bedoeld wordt met een kringloop (of: cyclus) en geef voorbeelden van waarvan je een kringloop van zou kunnen beschrijven in de levenscyclus van een product. Geef bovendien een voorbeeld van hernieuwbare energie en welke rol dit speelt in cradle to cradle.
Kringlopen, Hernieuwbare Energie, Cradle to cradle
Bronnen:
· https://www.duurzaammbo.nl/wat-is-cradle-to-cradle
· https://www.voordewereldvanmorgen.nl/artikelen/wat-is-cradle-to-cradle
· https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/circulaire-economie/nederland-circulair-in-2050
· https://partnersforinnovation.com/nl/publications/inspiratiegids-circulair-ontwerp/
· https://www.duurzaammbo.nl/ce-circulair-ontwerpen
Circulariteit gaat uit van gesloten kringlopen. Zo worden grondstoffen na de levenscyclus van een product weer op zo'n manier vrijgegeven dat ze opnieuw gebruikt kunnen worden door mens en/of natuur. Cradle to cradle is een ontwerpbenadering die hier bij past. Er is sprake van een biologische kringloop, waarin producten die biologisch afbreekbaar zijn door de natuur “gerecycled” worden, zoals katoen, en een technologische kringloop waarin de mens zelf voor recycling zorgt, zoals plastics. Energie komt hierbij uit hernieuwbare bronnen (zoals zon, wind, waterkracht).
Er is natuurlijk geen uitputtende beschrijving te geven van manieren waarop er duurzaam ontworpen wordt. Het helpt om deze manieren van ontwerpen te bekijken vanuit ontwerpperspectieven. Een voorbeeld van zo’n perspectief is Design for Recovery, waarbij in het ontwerp rekening gehouden wordt met dat materialen, onderdelen of energiedragers weer opnieuw ingezet kunnen worden. Een manier om ontwerpperspectieven te vergelijken is Design for X, waarbij X staat voor het specifieke perspectief – en bij duurzaam of circulair ontwerpen heeft dit uiteraard een duurzame invulling. Geef tenminste vijf aanvullende voorbeelden van Design for X die aansluiten bij duurzame productie en vergelijk waar in de productieketen deze perspectieven (vooral) ingrijpen.
Design for …(*)
Bronnen:
· https://www.duurzaammbo.nl/kennisbank/smart-intelligent/duurzaam-design
· https://en.wikipedia.org/wiki/Design_for_X
· https://www.plateconference.org/product-design-framework-circular-economy/
Enkele voorbeelden zijn Design for Future Proof, Disassembly, Maintenance, Remaking, Recycling. Bij Design voor Future Proof gaat het om het verlengen van het gebruik, door bijvoorbeeld gebruik te maken va kwalitatief hoogwaardig materiaal of iets te ontwerpen waar de gebruiker gehecht aan kan raken. Design for Disassembly richt zich op hoe het product afgedankt wordt, bijvoorbeeld door het mogelijk te maken dat verschillende materialen gescheiden kunnen worden zodat ze afzonderlijk gerecycled kunnen worden. Bij Design for Maintainance is het product zo ontworpen dat de gebruiker het (tijdens gebruik) kan onderhouden. Een telefoon die gerefurbished kan worden is een voorbeeld van Design for Remaking. Een afgedankt product kan dan weer terugkomen bij een nieuwe gebruiker. Design for Recycling richt zich erop dat materialen na het afdanken teruggewonnen kunnen worden als grondstoffen voor een nieuw product. Deze ontwerpperspectieven overlappen deels.
Afbeelding van een eenvoudige productieketen uit De verborgen impact, Babette Porcelijn (2017).
Gebruikt in je antwoord de begrippen LCA en/of ketenanalyse en beschrijf hoe het proces in elkaar zit. De begrippen worden soms door elkaar gebruikt, dus dat mag in je antwoord ook.
Bronnen:
· Life Cycle Assessment (LCA) - Complete Beginner's Guide (ecochain.com)
· Alles over het opstellen van De Ketenanalyse (deduurzameadviseurs.nl)
· Life Cycle Assessment (LCA) | RIVM (en subpagina’s)
· Example LCA: which egg do you pick? - Hedgehog Company (hhc.earth)
In een LCA (life cycle assessment of levenscyclusanalyse) wordt onderzocht wat er verbruikt wordt in de winning en verwerking van grondstoffen, het produceren van een product en het transport naar de klant of winkel, het gebruik/verbruik en de (afval)verwerking.
Er wordt dus gekeken naar het gehele levenscyclus van een product, niet alleen het productieproces, inclusief de zaken die (bewust of onbewust) niet heel zichtbaar zijn. Door dit in kaart te brengen heb je meer zicht op en informatie over hoe duurzaam je productieproces is, en waar er wellicht verbetering mogelijk is. Groente uit een Nederlandse kas hoeft niet uit het buitenland vervoerd te worden, maar een kas warmhouden kost ook energie. Ook kan een consument beter geïnformeerde keuzes maken als de uitkomst van een LCA/ketenanalyse openbaar gemaakt wordt. Let wel op: dit is een ingewikkeld proces met een hoop nuances en onbekende variabelen, dus de uitkomsten worden soms niet erkend – zeker als het niet heel positief is voor de producent.
LCA, ketenanalyse
Ga in je antwoord in op het spanningsveld tussen verschillende persoonlijke waarden en hoe je consumptiegedrag kan veranderen door je meer bewust te zijn van je waarden.
Waardenbesef
Bronnen:
· Normen en waarden - Wikipedia
· Wieger van Dalen, Ethiek de Basis (verplichte literatuur tweedejaarscursus Beroep 4)
· Waarden voorbeelden | Wat vinden we echt de moeite waard? (normenenwaarden.org)
· Heb je duurzame waarden? Geef het goede voorbeeld (duurzaamnieuws.nl)
Je waarden is wat je écht belangrijk vindt in het leven. Het zijn grote, overstijgende begrippen als eerlijkheid, betrouwbaarheid, of (uiteraard) duurzaamheid. Vanuit je persoonlijke waarden maak je beslissingen, zoals overwerken vanuit de waarde collegialiteit, of juist op tijd naar huis vanuit de waarde zorgzaamheid (voor je gezin). Soms botsen waarden of spreken ze elkaar tegen, want mensen zitten ingewikkeld in elkaar. Je vindt bijvoorbeeld dat je het milieu niet te veel wilt belasten (duurzaamheid), maar wel op vliegvakantie gaat (plezier, rust, zingeving, avontuur). Dit gebeurt vaak zonder dat je er bewust van bent: als je stilstaat bij je persoonlijke waarden – en je je waarden dus wat meer beseft – kun je erachter komen dat je je consumptiegedrag misschien wil aanpassen om aandacht te geven aan je persoonlijke duurzaamheidswaarde.
Beschrijf het model en leg voor elke R uit hoe dit in de praktijk gebruikt kan worden, zowel op persoonlijk als op bedrijfsniveau.
7R-model
Bronnen:
· Het 7R Model voor een Circulaire Economie - TGTHR.nl (registreren, gratis).
· The 7 R’s Of The Circular Economy | by Beta-i | Medium
Het 7R-model is een poging om circulaire economie tastbaar te maken voor een breed publek. Geprioriteerd naar impact, biedt het model zeven praktische strategieën om onze destructieve omgang met de aarde om te buigen. De strategiën zijn:
- Rethink: ga na of je producten wel echt nodig hebt. Op bedrijfsniveau kun je denken aan deelauto’s of het leasen van witgoed. Persoonlijk kun je (letterlijk) nog een keertje nadenken of je bepaalde consumptiegoederen wel echt nodig hebt.
- Reduce: verminderen van energieverbruik en (verpakkings)materiaal. Kleinere verpakkingen, producten ontwerpen die langer meegaan. Op persoonlijk niveau kun je op zoek gaan naar spullen waarvan je weet dat ze langere tijd meegaan, zoals hoge kwaliteit kleding, of de stekkers van elektronica uit het stopcontact halen in plaats van op standby laten staan.
- Repair: onderdelen van een product repareren, zodat het niet in zijn geheel vervangen hoeft te worden als een onderdeel versleten is kapot gaat. Op die manier rem je de wegwerpmaatschappij af. In het ontwerp kun kan een bedrijf zijn producten gemakkelijk te openen maken en vervangende onderdelen aanbieden of een reparatieservice aanbieden. Persoonlijk kun je als een product het niet meer doet, het proberen te repareren of een reparateur zoeken.
- Reuse: een product na het zelf te gebruiken doorgeven aan een ander, of op een andere manier gebruiken en het zo een tweede leven geven. Denk aan het gebruik van sites als eBay of Marktplaats, of het gebruiken een lege fles als vaas.
- Refurbish: het gebruiken van (onderdelen van) gebruikte producten in nieuwe producten of het aanpassen/updaten en opnieuw verkopen. Dit kan op kleine schaal ook door bijvoorbeeld oude meubels een nieuw laagje verf geven of opnieuw bekleden.
- Recycle: wanneer je iets weggooit, dit verdelen in verschillende materialen zodat het gemakkelijker hergebruikt kan worden. Op beide niveaus werkt dit ongeveer hetzelfde, van statiegeld aanbieden tot naar de glasbak gaan.
- Recover: energie halen uit producten die weggegooid zijn of gaan worden. Bijvoorbeeld door te verbranden of te composteren.
Bij de keuze voor een (duurzaam) product kun je rekening houden met allerlei factoren. Licht in een eigen beschouwing toe voor wat voor factoren je gevoelig zou kunnen zijn, waarom bedrijven er belang bij hebben om hier op in te springen en hoe je zonder volledige informatie te hebben toch tot een keuze zou kunnen komen.
Onvolledige informatie; kritisch, onderzoekend, reflectief
Bronnen:
· https://keurmerkenwijzer.nl/
· https://www.consumentenbond.nl/
De keurmerkenwijzer van mileucentraal houdt bijvoorbeeld rekening met impact op milieu, dier, mens en of de bedrijfsvoering gecontroleerd wordt en transparant is. Het is echter onmogelijk om op al deze aspecten volledige informatie te verzamelen – men zou daarvoor kunnen vertrouwen op keurmerken, maar ook deze zijn niet allemaal even sterk. Een compromis is om jezelf af te blijven vragen wat je belangrijk vindt (reflectie) en vragen te blijven stellen, te kijken naar wie wat beweert en waarom (onderzoekende houding, kritisch).
Gebruik de volgende termen: keurmerken, nudging, weerstand, motivatie, educatie, lobbyisme.
Keurmerken, nudging, weerstand, motivatie, educatie, lobbyisme
Bronnen:
· https://www.milieucentraal.nl/bewust-winkelen/keurmerken/
· Keurmerkenwijzer Milieu Centraal
· https://www.kvk.nl/advies-en-informatie/innovatie/duurzaam-ondernemen/ontdek-of-een-keurmerk-nuttig-is-voor-jouw-bedrijf/
· Aanbod aanpassen in bedrijfsrestaurants kan leiden tot gezondere keuzes - Duurzaam Ondernemen (duurzaam-ondernemen.nl)
· Gezond en duurzaam gedrag verkopen dankzij nudging - Duurzaam Ondernemen (duurzaam-ondernemen.nl)
· Wat is nudging en hoe pakken we het aan? - De Omgevingspsycholoog
· Tien redenen waarom mensen weerstand bieden aan verandering - XpertHR (xperthractueel.nl)
· Weerstand tegen verandering | Coachcenter
· Weerstand, uitdaging en angst: 4 reacties op de klimaatmaatregelen - EenVandaag (avrotros.nl)
· Geerts & Van Kralingen, Handboek voor leraren, 443-446
· Intrinsieke motivatie - uitleg (wij-leren.nl)
· Omgevingseducatie - Duurzaamheid
· Zo effectief zijn bedrijven in de lobby tegen duurzaam beleid (vn.nl)
- Een keurmerk geeft informatie over een product, met als doel het informeren van consumenten. Een (duurzaamheids)keurmerk is strenger dan de wettelijke minimumeisen en geeft aan dat een product aan deze eisen voldoet. Een keurmerk kan je dus een beter geïnformeerde keuze laten maken bij een kopen van een product. Maar er is ook een valkuil: niet elk keurmerk stelt even strenge eisen en een goed keurmerk hoort bedrijfsoverstijgend te zijn en door een onafhankelijke organisatie te worden afgegeven. Er zijn ook bedrijven die die logo’s en dergelijke op hun producten en verpakkingen zetten die de indruk wekken van een keurmerk, maar dat feitelijk niet zijn. Ook zijn er keurmerken met relatief lage standaarden, die consumenten kunnen laten denken dat ze duurzamer consumeren dan werkelijk gaande is.
- Nudging is een manier om mensen bepaalde keuzes te laten maken (zoals duurzamer consumeren, maar het kan in principe voor elke keuze ingezet worden). Het is een ‘duwtje’ (nudge) in de juiste richting. Een voorbeeld is het aanbieden van meer groente en fruit – en/of minder vlees – in een (bedrijfs)restaurant; de plaatsing van duurzame producten in de winkel, folder of menukaart, het inzetten van wedstrijdelementen/gamification met bijvoorbeeld apps over energie- of waterverbruik en het visueel maken van de financiële verschillen tussen duurzaam en niet-duurzaam. Een belangrijk element van nudging is dat het relatief subtiel gebeurt: het is een vorm van onbewuste gedragsbeïnvloeding.
- Gedragsbeïnvloeding en -verandering betekent dat van iedereen bewust of onbewust gevraagd wordt om zich aan te passen. Dat kan stuiten op weerstand, oftewel niet-willen. Dit komt o.a. door
- het gevoel van verlies van controle en autonomie (anders verwoord: het gevoel dat de verandering wordt doorgedrukt),
- angst voor verandering/het onbekende en voor verlies van verworvenheden,
- (echt of ingebeeld) gebrek aan kennis of competentie.
Het gevolg hiervan is dat men zich afsluit voor de verandering en/of juist het tegenovergestelde gaat doen.
- Motivatie is de wil om iets te doen. Grofweg bestaan er twee vormen van motivatie: intrinsieke en extrinsieke motivatie. Intrinsiek betekent dat je zelf iets wil doen, extrinsiek is als je iets doet vanwege beloningen of bestraffingen van buiten jezelf. Intrinsieke motivatie kan vergroot worden door het verhogen van (het gevoel van) autonomie, competentie en verbondenheid: mensen laten kiezen, het gevoel geven dat ze iets aankunnen en dat ze gezien worden. Op het gebied van duurzaamheid kan dit bijvoorbeeld door middel van educatie en dialoog. Extrinsieke motivatie kan aangewakkerd worden door bijvoorbeeld subsidies voor duurzamere opties.
- Educatie is informatieverschaffing en (laten) leren. Precies wat we met deze cursus aan het doen zijn! Als een consument beter geïnformeerd is over duurzaamheid en duurzame ontwikkeling, kan deze diens keuzes beter afwegen en – hopelijk – betere keuzes maken. Dit kan op school of een andere leeromgeving zijn, maar ook door middel van reclamecampagnes, congressen, folders, praatprogramma’s in de media en dergelijke.
- Lobbyen is het stelselmatig uitoefenen van invloed op beleidsmakers bij bestuursorganen, oftewel het proberen te beïnvloeden van bestuurders van organisaties, volksvertegenwoordigers, ambtenaren en onderzoekers. Het wordt vaak buiten het zicht van de openbaarheid gedaan en is gericht op bijvoorbeeld het verkrijgen van subsidies en licenties of het aanpassen van (uitvoeren van) wetgeving in het voordeel van de organisatie waar de lobby van is. Rondom duurzaamheid zijn lobbyisten actief voor verduurzaming, maar er is ook een aanzienlijke lobby van bijvoorbeeld fossiele bedrijven om verduurzaming af te remmen.