Op deze pagina vind je hoe digitale geletterdheid (Digital Literacy) mogelijk in ons curruculum gepast kan worden. De website is opgezet met structuur van de de 'digitale geletterdheid' uit de '21e-eeuwse vaardigheden'. Dat zetten wel langszaam om naar het nieuwe curriculum, voorlopig volgens de concept kerndoelen september 2025.
Naslag
SLO: Conceptkerndoelen digitale geletterdheid sept 2025 (zie ook maart 2024)
Kennisnet: Digitale Geletterdheid
Welke kennis en vaardigheden zijn van belang om leerlingen voor te bereiden op een snel veranderende maatschappij?
Veel van deze vaardigheden werden samengevat onder de noemer ‘21e eeuwse vaardigheden’. Het zijn generieke vaardigheden (zie weergave rechts) en de daaraan te koppelen kennis, inzicht en houdingen die nodig zijn om te functioneren in en bij te dragen aan de toekomstige samenleving.
Tussen 2014 en 2016 heeft het SLO onderzoeken uitgevoerd naar de mate van aandacht voor en integratie van de 21e-eeuwse vaardigheden in het onderwijs.
Dit onderzoek is in de loop van de jaren door SLO verder uitgewerkt, zie het SLO thema 21e-eeuwse vaardigheden.
De 21e eeuwse vaardigheden bestaan uit de bovengenoemde 11 domeinen.
Vier domeinen vormen samen de onderdelen van 'Digitale geletterdheid':
ICT basisvaardigheden:
basisbegrip ict: het kunnen benoemen van functies van computers en computernetwerken;
infrastructuur: het kunnen benoemen, aansluiten en bedienen van hardware, het kunnen bedienen van verschillende apparaten en programma's en het kunnen opslaan en toegankelijk maken van informatie.
standaardtoepassingen: het kunnen omgaan met standaard-kantoortoepassingen zoals MS Word en Excel en andere softwareprogramma's voor onder meer internetgebruik, beeldbewerking, samenwerking en betalingsverkeer.
veiligheid: het op de hoogte zijn van - en kunnen omgaan met - beveiligings- en privacyaspecten in het kader van persoonlijke en financiële gegevens.
Informatievaardigheden: Je kunt een informatiebehoefte signaleren en analyseren, en op basis hiervan relevante informatie zoeken, selecteren, verwerken en gebruiken.
Mediawijsheid: Kennis, vaardigheden en mentaliteit die nodig zijn om bewust, kritisch en actief om te gaan met digitale media. Denk aan veilig internetten, afspraken maken, een website bouwen, enzovoort.
Computational thinking: Problemen op een zodanige manier formuleren dat het mogelijk wordt om een computer of ander digitaal gereedschap te gebruiken om het probleem op te lossen.
In 2006 zijn de onderwijsdoelen in het landelijk curriculum voor het laatst herzien. In 2014 concludeert de Onderwijsraad dat het curriculum in Nederland overladen en versnipperd is en te weinig – in samenhang – wordt herzien. Dit is de aanleiding voor de curriculumherziening.
Een actueel curriculum moet bijdragen aan de doorstroming van basis- naar voortgezet en vervolgonderwijs, de samenhang tussen vakken en een minder overladen programma.
In 2018 is gestart met de ontwikkeling van het nieuwe Curriculum, eind 2019 is het onderzoek afgesloten. Op de site van het SLO is de voortgang te vinden onder Actualisatie kerndoelen en examenprogramma's (website). Dit levert de volgende drie domeinen en 9 concept kerndoelen (pdf sept 2025) op voo PO en onderbouw VO:
Praktische kennis & vaardigheden (technologisch perspectief)
Digitale systemen
Digitale media en informatie
Data
Artificiële intelligentie
Ontwerpen en maken (toepassingsgericht perspectief)
Creëren met digitale technologie
Programmeren
De gedigitaliseerde wereld (maatschappelijk-cultureel perspectief)
Veiligheid en privicy
Digitale technologie, jezelf en de ander
Digitale technologie, de samenleving en de wereld
Domein praktische kennis en vaardigheden
In dit eerste domein gaat het om het technologische perspectief, waarbij de specifieke kennis en vaardigheden aan de orde komen die behoren bij het leergebied digitale geletterdheid. De onderwerpen bij dit domein zijn een belangrijke basis voor de digitale geletterdheid van leerlingen.
Domein ontwerpen en maken
In dit domein ligt de nadruk op het toepassingsgerichte perspectief, waarbij creëren en ontwerpen met behulp van digitale technologie en media aan de ordekomen. Ook het programmeren en de daarvoor noodzakelijke computationele denkstrategieën zijn hier onderdeel van.
Domein de gedigitaliseerde wereld
In het laatste domein is het sociaal-culturele perspectief leidend, met inhouden die meer beschouwelijk van aard zijn en betrekking hebben op de wisselwerking tussen digitale technologie, digitale media, de mens en de samenleving. Veilig gedrag in de gedigitaliseerde wereld hoort daar ook bij.
Bij dit doel worden digitale apparatuur en software gecombineerd onder de noemer digitale systemen. Daarmee komt de afhankelijkheid tussen deze twee tot haar recht. In het doel digitale systemen komen de kennis en vaardigheden aan de orde die nodig zijn om functioneel met digitale apparatuur en software te kunnen omgaan. Daarbij is ook aandacht voor de kennis en vaardigheden die nodig zijn om in een digitale omgeving te kunnen communiceren ensamenwerken. Ook het onderhoud en beheer en het oplossen van technische problemen komen aan de orde.
Kerndoen 22A De leerling zet digitale systemen functioneel in. Het gaat hierbij om:
beschrijven van de onderdelen en de werking van digitale systemen in termen vaninvoer-verwerking-uitvoer;
gebruiken van de basale mogelijkheden van software voor communicatie, samenwerken, tekenen, rekenen, tekstverwerken, presenteren en beeld-, geluid- envideobewerken;
beheren van bestanden in digitale omgevingen: gestructureerd ordenen, opslaan en opvragen;
herkennen van digitale systemen in de eigen omgeving;
onderhouden en aanpassen van digitale systemen en het oplossen van problemen daarmee.
Digitale media en informatie hebben een apart doel gekregen, omdat digitale technologie de hoeveelheid informatie in de wereld enorm heeft laten groeien, net als het aantal producenten van informatie en het aantal digitale media dat voor de verspreiding van informatie gebruikt wordt. In dit doel ligt de focus op de digitale component van het proces van informatie zoeken en verwerken. Daarmee is dit doel complementair aan doel 2C bij Nederlands, dat betrekking heeft op het onderzoeken van bronnen. Ook is in dit doel aandacht voor informatie waarmee gebruikers van media in aanraking komen zonder dat zij daarnaar gezocht hebben, zoals in sociale media vaak het geval is.
Uit de fase van beproeven bleek dat door een gedeelte van het onderwijsveld de vijfde bullet onduidelijk gevonden werd. De formulering was: benoemen van factoren die van invloed zijn op de wijze van aanbieden en de zichtbaarheid van zoekresultaten. Deze hebben wij aangepast naar benoemen van factoren die het aanbod en de zichtbaarheid van zoekresultaten beïnvloeden.
Dit doel is een beheersingsdoel, waarbij in de specificaties onderscheid wordt gemaakt tussen het po en de onderbouw vo.
Kerndoel 22B: De leerling navigeert doelgericht in het digitale media- en informatielandschap voor het verwerven en verwerken van informatie. Het gaat hierbij om:
in kaart brengen van diverse media en bronnen, hun betrouwbaarheid en bruikbaarheid;
hanteren van een geschikte zoekstrategie, zoekhulpmiddel en zoekopdracht;
beoordelen van aangeboden en gevonden informatie op betrouwbaarheid en bruikbaarheid;
beschrijven hoe makers van digitale media de aandacht van gebruikers trekken, vasthouden en beïnvloeden met kleurende en sturende technieken;
benoemen van factoren die het aanbod en de zichtbaarheid van zoekresultaten beïnvloeden.
Digitale technologie heeft de hoeveelheid data in de wereld enorm doen toenemen. Dat is ook het geval met de mogelijkheden om data te verwerken en te gebruiken om beslissingen te nemen of dienstverlening te verbeteren. Gezien het belang van dit onderwerp heeft het een apart doel gekregen: data. Het doel hiervan is om leerlingen kennis te laten maken met de principes van dataverwerking. Daarbij gaan zij ook zelf aan de slag met data en ontdekken zij hoe data in hun omgeving en in de samenleving gebruikt worden.
Dit doel is een hybride doel, waarbij de leerlingen ervaring opdoen met reflecteren op de mogelijkheden en beperkingen van data en dataverwerking.
Kerndoel 22C De leerling verkent het gebruik van data en dataverwerking. Het gaat hierbij om:
beschrijven hoe uit data informatie gehaald wordt door doelgericht verzamelen, structuren en verwerken van data;
begrip tonen hoe de resultaten van dataverwerking afhankelijk zijn van de herkomst, juistheid en volledigheid van de gebruikte dataset;
beantwoorden van een vraag met behulp van een dataset;
beschrijven van het gebruik van data in de eigen omgeving;
reflecteren op het feit dat de gebruiker van digitale technologie bewust en onbewust data achterlaat en dat die door anderen gebruikt kunnen worden.
In dit doel komen de werking en het gebruik van artificiële intelligentie aan de orde. Het doel sluit aan op de groeiende toepassingsmogelijkheden van AI en de snelle verbreiding van het gebruik ervan. De WRR bestempelde AI als een systeemtechnologie, die de samenleving fundamenteel zal veranderen (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 2021). In dat verband is er sprake van AI-geletterdheid, die kennis, inzicht en vermogen om kritisch en bewust met AI om te gaan omvat.
Dit doel is een hybride doel. Voor een deel is het doel gericht op het verwerven van kennis van AI en vaardigheden in het omgaan met AI-systemen. Voor een ander deel is het gericht op het opdoen van ervaring in het verantwoord omgaan met AI.
Kerndoel 22D De leerling verkent AI.
Het gaat hierbij om:
beschrijven van elementen van een AI-systeem;
beschrijven hoe het gedrag van AI-systemen lijkt op menselijk gedrag;
herkennen van veelvoorkomende AI-systemen en hun toepassingen in de eigen omgeving;
verantwoord interacteren met een AI-systeem.
Dit doel heeft betrekking op verschillende aspecten van creëren van digitale content, waaronder het creëren om gevoelens, gedachten en ideeën te uiten. Het biedt gelegenheid om diverse vormen van software te benutten, al dan niet in combinatie met elkaar, en om informatie en boodschappen aantrekkelijk en publieksgericht te kunnen presenteren. Ook gaat het om het ontwerpen van digitale producten en om probleemoplossen met behulp van digitale middelen. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over computationele denkstrategieën.
Dit doel is een hybride doel. Het is gedeeltelijk een beheersingsdoel, waarbij leerlingen leren ontwerpen en creëren, maar heeft ook een ervaringscomponent waar het gaat om de inzet van creativiteit.
Kerndoel 23A De leerling gebruikt passende werkwijzen bij het creëren en gebruiken van verschillende typen digitale producten. Het gaat hierbij om:
experimenteren met digitale middelen om gedachten, ideeën of gevoelens uit te drukken;
delen van informatie en overbrengen van een boodschap;
gebruiken van computationele denkstrategieën bij het ontwerpen van een digitaal product;
ontwerpen van een digitaal product aan de hand van ontwerpeisen in een iteratief proces;
rekening houden met auteursrechten, licenties en bron- en naamsvermelding bij hetcreëren van digitale producten.
Bij dit doel beschrijft dat leerlingen kennis maken met het instrueren van computers, computationele denkstrategieën inzetten door logisch en stapsgewijs te handelen en daarbij specifieke programmeerconcepten gebruiken. Dit leert leerlingen hoe de mens de technologie stuurt en dat experimenteren met programmeren boeiend is.
Dit doel is een hybride doel. Het is gedeeltelijk een beheersingsdoel, waarbij leerlingen leren programmeren. En het is een ervaringsdoel waar het gaat om de inzet van creativiteit.
Kerndoel 23B De leerling programmeert een computerprogramma met behulp van computationele denkstrategieën. Het gaat hierbij om:
experimenteren met code;
beschrijven van de taak en het doel van een computerprogramma;
ontwerpen en schematisch weergeven van het algoritme behorende bij een taak;
gebruikmaken van programmeerconcepten: invoer en uitvoer, variabelen, operatoren, herhaling en controlestructuren;
testen en bijstellen van een eigen computerprogramma of een computerprogramma van anderen.
Digitale technologie biedt veel mogelijkheden, maar maakt het individu en de samenleving ook kwetsbaar. Daarom is het belangrijk om oog te hebben voor de bescherming van digitale apparaten, digitale infrastructuur, data en privacy.
Dit doel bevat zowel een beheersingscomponent, voor wat betreft het deel dat betrekking heeft op de technische kant, als een ervaringscomponent, voor wat betreft het gedrag.
Kerndoel 24A De leerling gaat veilig om met digitale systemen, data en de privacy van zichzelf en anderen. Het gaat hierbij om:
herkennen van veiligheidsrisico’s bij het gebruik van digitale systemen en data;
veilig gebruiken van digitale systemen, data en informatie;
nemen van passende technische maatregelen om digitale systemen, data en informatie te beschermen;
wegen van dilemma’s bij het delen van zowel eigen persoonsgegevens, data, informatie en digitale content als die van anderen;
adequaat omgaan met ongepaste content, ongepast gedrag en veiligheidsrisico’s in digitale omgevingen.
De invloed op en de wisselwerking van digitale technologie met de mens hebben we een plek gegeven in dit doel. We schenken hierbij ook aandacht aan hoe mensen in de digitale wereld met elkaar omgaan.
Dit doel is een ervaringsdoel, dat is gericht op het maken van weloverwogen keuzes in het gebruik van digitale technologie en digitale media.
24B De leerling maakt weloverwogen keuzes in het gebruik van digitale technologie en digitale media. Het gaat hierbij om:
online communiceren en handelen op respectvolle en verantwoorde wijze;
reflecteren op de invloed van digitale technologie en digitale media op eigen denken, eigen gedrag en de interactie met anderen;
rekening houden met eigen fysieke en mentale gezondheid in relatie tot het gebruik van digitale technologie en digitale media;
reflecteren op de eigen online identiteit en hoe die tot stand komt;
verkennen van de eigen interesse in de ontwikkeling van digitale technologie en digitale media.
Dit doel draait om de invloed op en de wisselwerking van digitale technologie met de wereld. We hebben het in algemene termen verwoord om daarmee ruimte te geven om uiteenlopende gevolgen van digitale technologie op de samenleving te kunnen bespreken aan de hand van actuele voorbeelden.
Kerndoel 24C De leerling verkent hoe digitale technologie, digitale media en de samenleving elkaar wederzijds beïnvloeden. Het gaat hierbij om:
verkennen van de invloed van de mens op de ontwikkeling van digitale technologie en digitale media en andersom;
verkennen hoe digitale technologie en digitale media sociaal welzijn en sociale inclusie beïnvloeden;
iedeneren over de kansen en risico’s van het gebruik van digitale technologie in de nabije omgeving;
verkennen wat effecten zijn van digitale technologie op de ecologie.
Digitale geletterdheid bouwt stap voor stap op van basisschool naar voortgezet onderwijs.
Basisschool (po/so): leerlingen maken kennis met digitale technologie en media. Ze leren basisbegrippen, oefenen met creatief gebruik en denken na over de invloed op hun eigen leven en omgeving.
Onderbouw vo: wat in het basisonderwijs geleerd is, wordt verder onderhouden, verbreed en verdiept. Leerlingen werken met complexere onderwerpen en contexten, leren abstracter denken en ontwikkelen sterkere reflectieve vaardigheden. Ook komt er meer aandacht voor profiel- en studiekeuze.
Samenhang: de kerndoelen zijn grotendeels hetzelfde voor po en onderbouw vo; het verschil zit vooral in de verdieping en het toepassen in uitdagendere situaties.
Het onderwijs bereidt leerlingen voor op deelname aan de (toekomstige) samenleving. In het persoonlijk leven van mensen, in de samenleving en in de wereld van opleiding, werk en wetenschap heeft digitale technologie (1) een belangrijke, vaak onmisbare plek gekregen. Naar verwachting zal de invloed van digitale technologie verder toenemen. Het onderwijs zou leerlingen daarom moeten voorbereiden op deelname aan de huidige én toekomstige gedigitaliseerde samenleving. Om dit succesvol te laten zijn, is het noodzakelijk het leergebied Digitale geletterdheid een stevige plaats in het curriculum te geven.
Het leergebied Digitale geletterdheid heeft als doel om leerlingen te laten groeien tot actieve, verantwoordelijke, zelfstandige participanten in onze (digitale) samenleving. Het is daarom belangrijk dat in alle aspecten en op alle niveaus van het onderwijs leerlingen kennis krijgen van digitale technologie en vaardigheden ontwikkelen in het omgaan daarmee. Aangezien lang niet alle leerlingen dit van huis uit meekrijgen, is de rol van de school hierin onmisbaar.
Beeld en geluid: Kerndoelen digitale geletterdheid (lesmateriaal)