Aufgabe 2

Aufgabe

Bekijk de twee opdrachten en beantwoord voor jezelf de vragen in het Duits.

Tip: bereid de opdracht kort voor door steekwoorden te noteren.


Aufgabe 1

Je bent op uitwisseling in Duitsland en je stelt jezelf voor aan je gastgezin. Vertel de volgende dingen in het Duits:

    • Hoe je heet.

    • Hoe oud je bent.

    • Waar je woont.

    • Het gezin waar je bent opgegroeid. Welke opleiding je doet.

    • Wat je hobby's zijn.

Praat maximaal 1 minuut.

Aufgabe 2

Je bent met je familie op vakantie in Duitsland. In een supermarkt raak je je nichtje kwijt. Je beschrijft haar aan een medewerker:

    • Vertel dat je nichtje 5 jaar oud is. Vertel dat ze 1 meter en 10 centimeter lang is.

    • Vertel dat ze blauwe ogen en blond haar heeft.

    • Vertel dat haar jas roze is.

Praat maximaal 1 minuut.


criteria Spreken.pdf

Bekijk het document met de tekstkenmerken van de vaardigheid spreken,.

Op het Niveau A1 moet je de volgende punten kunnen beheersen voor spreken die in het document beschreven staan door het SLO.