In 1962 verandert het gehele uiterlijk van de Milva. Het uniform, veldtenue en dagelijkse tenue, is nu van blauw/bruin mêlé. Bij het VT horen een zandkleurig overhemd, lichtbeige gebreide das, topekleurige kousen en lage bruine veterschoenen. Hierbij wordt de zwarte baret gedragen.
Bij de dagelijkse tenue wordt in plaats van een stropdas een goudkleurige Tudorroos als broche op de blouse gedragen en wel op de sluiting van de boord.
De hoed is een Pilbox-model, gemaakt van een leverkleurig haarvilt, waarop aan de linkervoorkant een van gouddraad geborduurd hoedembleem (als het petembleem mannelijke militairen) op een ondergrond van bruin laken.
Op de schouderstukken van het jak-VT de tudorroos. De rangonderscheidingstekenen voor de officieren AD en GD werden in verkleinde vorm op een blauw/bruine kraagpat gedragen. Voor de officieren AD kleine zilverkleurige sterren en balken. De `chevrons' voor de Hoofdmilva's GD 1e, 2e en 3e klasse werden geborduurd op dezelfde stof als de jas. De chevrons voor de overige militairen beneden de rang van Adjudant-onderofficier ondergaan geen wijzigingen.
Officier-Milva geneeskundige dienst der 3e klasse
Overjas Officier-Milva geneeskundige dienst der 3e klasse
kapitein Milva Algemene Dienst
Overjas sergeant Algemene Dienst
officier
onderofficier
manschappen
tbv het Dagelijks Tenue
tbv het Dagelijks Tenue
tbv het Dagelijks Tenue
tbv het Dagelijks Tenue
tbv het Dagelijks Tenue
tbv het Veld Tenue
tbv het Veld Tenue