FADE IN: Het film vloeit van zwart naar een beeld. 

CUT TO: De film snijdt hard van de ene locatie naar een ander. 

DISOLVE TO: De film vloeit van een locatie naar een ander. 

FADE OUT: De film vloeit van een beeld naar zwart. 

FADE TO BLACK: De film is afgelopen. 


ANGLE ON: De camera staat gericht op iets of iemand. Wordt vaak gebruikt als de scenarist wil dat de scène op een specifiek personage of punt begint. 

REVERSE POINT of REVERSE ANGLE: De camera staat gericht op precies het tegenovergestelde punt als daarvoor.

 CLOSE UP of CU: Een shot van een gezicht van heel dicht bij. 

INSERT: Een shot van een bepaald voorwerp (alles behalve een gezicht). 

POV: Kort voor point of view. Dit houdt in dat de camera letterlijk het gezichtsveld van een karakter toont.

 REVERSE POV: Om het point of view aan te geven van het personage dat terugkijkt.