Parenteel van Walter van Aerntsma*

I. W o l t e r  v a n  A e r n t s m a

II. Aernt (Arent) Wolters[1], op grond van huwelijksakte (zie III-e), geb. ca. 1540, landschapshovenier (1593), leverancier van de Staten en Landschappen van Friesland (1593-1606). Zie over hem "Heer Arentstuin" in: Geschiedenis van Leeuwarden.

Kinderen:

III-a. Wolter (Wauter, Wouter) Aernts (Arents), geb. ca. 1560, guardenier en burger van Leeuwarden (1619), bewoonde een huis met 3 schoorstenen te Leeuwarden in 1606, verkreeg in 1608 het burgerrecht van Leeuwarden [tesamen met Willem Clotz [comp.]schrijver van Sijne Genade], overl. Leeuwarden 10-11-1619, (1) tr. Leeuwarden voor 15-08-1600 met Berber Meinerts (Martens van Druyst), wed. Cornelis Haerdo, geb. ca. 1560, verm. overl. Leeuwarden ca. 1613. Werden na de reformatie gedrieën; i.e. Walter, zijn vrouw Berber en haar dochter Geerthijn, gereformeerd aangenomen in Leeuwarden (1600). Berber was de erfgenaam van haar ouders (1602). Dochter Geerthijn Cornelis, huwde voor het Gerecht van Leeuwarden 18-10-1595 met Gerrit Heinsius, wonend onder de jurisdictie van Leeuwarden. Hun kinderen waren met grote zekerheid: Cornelis (geb. 1600), Hein (geb. 1604), Dirk (geb. 1606) en Berber (geb. 1613); en verder vrijwel onzeker (de jongoverl.): Wendela (geb. 1608), Geertruida (geb. 1610), Wolter (geb. 1615), Hendrik (geb. 1617) en Rienk (geb. 1619). Op 4 juni 1619 kocht Gerrit Heinsius met zijn vrouw de huisinge met het hoff, de bomen en de plantages op het land, van stiefvader Wouter Aerntsz., guardenier en burger in Leeuwarden, voor de som van 600 caroliguldens, bij koopbrief (Procl.1619, fol.261).

Kinderen:

Kind:

1.1. Wouter Pieters, guardenier buiten Hoeksterpoort in de klokslag van Leeuwarden, overl. Leeuwarden 1640, (1) tr. Leeuwarden 1616 met Dieucke Gerbens, (2) tr. Leeuwarden 1632 met Neeltje Ariëns. Invent. i.v.m. het overlijden van Dieucke Gerbens op 12-09-1632 t.v.v. Gerrit Heinsius en Simon Ariëns van der Leth, de curatoren. Bij de in- en uitschulden o.a.: schotsgeld Freerk Jans op ter Bildt, banckhuur Rentmeester Amama, zaden Jan Damis [Snoeck], lakencoper Harmen Pieters, kelderhuur Freerck Regnerus, potkashuur Folckert Titus [Bossenius] en voor zijn bruid 3 rosenobels. Landvruchten, gereedschap en plantages getaxeerd door Frans Sickes en Gerrit Hessels ter somma van 480 goudguldens. In 1625 zegt Reiner Gerbens de landpacht op. In 1635 zegt ook Jkr. Goffe van Camstra bij Wouter Pytters c.u. de pacht op over het land, net als Dr. Sixtus van Donia. In 1646 worden Simon Ariëns van der Leth en Jelle Jelles van Camstraburen benoemd tot voogden. Zie bij Van der Leth en Pontanus Lomars de voogden. In 1640 werd een verklaring afgelegd inzake de 5 nagelaten kinderen: Hijlck, Pitrick, Jancke, Dieuke en Ariën.

Kinderen:

1.1.1. Pietrick Wolters, geb. Leeuwarden 1624, tr. (1) Leeuwarden 23-09-1647 met Hans Riencks, guardenier op Camstrabuijren. Registreerden in 1649 een hypotheeklening met Hendrik Lamberts.

1.1.2. Jancke Wolters, geb. Leeuwarden 1626, tr. (1) Leeuwarden 13-08-1647 met Dirck Hommes, scheepstimmerman.

1.1.3. Dieuke Wolters, geb. Leeuwarden ca. 1635, tr. (1) Leeuwarden 03-11-1666 met Gatso Binsonides, eerste meester (praeceptor) a/d Latijnsche Schole in de Breedstraat. Ki.: Sybbel, Neeltie, Dirck en Hylckien. Hieruit de familie Gatsonides.

III-b. Nanne (Nanningh) Aernts (Arents), geb. ca. 1565, lidmaat Leeuwarden 07-03-1602, betaalde belasting in Leeuwarden 1606 voor een huis met 5 schoorstenen, genoemd in de rechtszaak 1618 en 1619, overl. Leeuwarden 25-05-1616, nalatende 4 kinderen, (1) tr. ca. 1592, mogelijk Leeuwarden 08-05-1596 met Lijsbeth Roelofs. Heeft een schuldregistratie in 1609 met Gabbe Gerlofs, burger en koopman te Leeuwarden, wonend onder de klokslag. Is genoteerd op 05-02-1611 bij een geschil tussen Jan Wolters en Nanne Arents tot Oldegaleijen, m.b.t. een obligatie uit 1610 om 100 ggl te betalen op St. Jacob a.s.: Recesboek (1611, fol.11). Evenzo een geschil op 01-08-1611 tussen Elisabeth Saluij en Nanne Arents over 20 ggl, Recesboek (1611, fol.69v). Nog een geschil d.d. 13-07-1611 tussen Jkr. Johan van Herema te Bolsward en Nanne Aernts welke moet betalen een bedrag van 100 dalers wegens landhuur volgens het huurcedulle: Recesboek (1611, fol.258, 273v). Dan benoemt Nanne Arents 02-12-1611 Jan Gerrijts van Burum tot zijn volmacht om boelgoed penningen te tellen en te betalen, Recesboek (1611, fol.337v). De inventarisatie bij J.G. van Burum noemt deze obligatie van Nanne Arentsz onder letter Y (fol.571). Tenslotte een hypotheek-inschrijving van Nanningh Arents, gardenier wonende te Oldegaleijen onder de klokslag, met zijn dochter Reijnsck Nannings, op een obligatielening van 90 ggl. aan Thijs Jans Cramer en Fokeltje Gerrits, Hypotheekboek (1614, fol.43).

Kinderen:

Kind:
3.1. Hylck Woltersdr., geb. Leeuwarden ca. 1635, (1) tr. Leeuwarden 04-06-1666 met Tjaerd Tjaerds van Rossum, overl. Leeuwarden 1672, (2) tr. Leeuwarden 13-02-1673 met Ds. Henricus Schregardus, predikant. Ki.: Geertie, Wouter, Joannis.

III-c. Jurrijen (Jurchen, Jarchen?) Aernts (Arents), geb. ca. 1570, genoemd in de rechtszaak (1618), gardenier, overl. Leeuwarden 29-09-1643, (1) tr. na 10-07-1597 voor ca. 1607, verm. Leeuwarden 1605 met Anna Ottes, (2) tr. Leeuwarden 28-11-1632 met Baukje Jans, van Tietjerk. Zij registr. een lening met Idske Frielsma en Otto Swalue (1630). Woonde bij de Waterval achter Droevendael te Leeuwarden (1643). Invent. door Keimpe Samplonius en de weduwe.

Kinderen:

Kind:
1.1. Bieningh Jans(en), ged. Leeuwarden 04-04-1638, guardenier op Camminga-Burghs-Vaerts-Wal te Leeuwarden, verkreeg het burgerrecht van Leeuwarden (1674), (1) tr. Leeuwarden 16-11-1661 met Antie Sijtses, (2) tr. Nijega 12-05-1681 met Grijet Jochums. Zij verkochten in 1670 aan Willem Hylckes [van Hogeveen; x2 Brechtje Heinsius-O'Gaele], ontvanger der boelgoederen binnen Leeuwarden, een hoftuin gelegen op Cambuursteropvaart met bomen, plantage en tuinhuis, hebbende Harmen Sines ten oosten en de Cammingaburgh-opvaert ten noorden. Zij registr. een lening met Douwe Jancke (1679). Ki: Jan, Sytse, Sytske, Arent, Antje, Jan, Jochum, en Willem.

Kinderen:

1.1.1. Jan Bieninghs, (1) tr. Leeuwarden 28-06-1710 met Aaltie Hendrix. Zij registr. een lening met Jacob Lammerts (1715). Hieruit verm. Bienningh Jansen, cherger bij Gerkesbrugge.

1.1.2. Willem Bieninghs, boer en diakene, (1) tr. Boornbergum 06-02-1729 met Trijntje Jaspers. Hieruit verm.: Grietje Bienings, (1) tr. Kollum 13-07-1755 met Hessel Hendriks van der Molen.

III-d. Jarich (Jarchen, Jurchen?) Arens, geb. ca. 1575, genoemd in de rechtszaak (1619). Filiatie onduidelijk; niet meer aangetroffen.

III-e. Jantien (Jancke) Aarnts, geb. ca. 1580, bij huwelijk een dochter van A. Wolters (zie II), genoemd in de rechtszaak (1619), (1) tr. Leeuwarden 10-12-1601 met Burchart von Gewalt (Grebaet, Gruelt), van Duitsland, mr. kok van Sijne Genade, Geref. aangenomen in Leeuwarden 1609.

Kinderen:

III-f. Jan Aernts, geb. ca. 1580, genoemd in de rechtszaak als burger binnen Leeuwarden (1619).

*) achternaam vooralsnog gebaseerd op patronymicum en vermelding Aarnsma[2]

Noten:
1. Was wellicht de noorderling Arent Wolters, zijlvester en dijkgraaf, tr. Leeuwarden voor 1584 met Reynsck Juckes (Jurchens?) van Wijtsma. In Monnikezijl woonde de voogd van zijn 2 kinderen bij Reynsck. In 1601 volgde een rechtszaak. Reiner Gerbrens, dorpsrechter van Anjum en adsessor v/h gerecht van Oost-Dongeradeel, curator over Anna en Ael Woltersdr., nagelaten ki. van wijlen Rints, wed. van Wolter Eyes, tegen de voogden van Trijn Eyes (Quacl.fol.174).
2. Zie ook Parenteel Andreae bij Serapius Ansma en Parenteel Walreich bij Gijsbert van Ansma Walreich. Zelfs var. als Arunsma en Arumsma.