A1 - Woordweb
Ter oriëntatie maak je eerst een woordweb (+/- 25 woorden) of variant hiervan op het opgegeven onderwerp. 

A2 - Ideeënblad
Hierna maak je een ideeënblad waar je je ideeën op schrijft, tekent en evt. plakt (collagetechniek). Alles wat jij interessant vind over een bepaald onderwerp verzamel je op dit blad. Minimaal 10.

Focus jezelf nog niet teveel op één idee maar verzamel meerdere ideeën. +/- 6 tot 9 verschillende ideeën!

B1 - 6 schetsen
Je kiest minimaal 6 ideeën van je ideeën blad. Hierbij ga je een schets maken.

B2 - 1 onderwerp
Je kiest 1 onderwerp/idee uit van de 6 gemaakte schetsen.

B3 - 1 idee / 3 ontwerpen
Met het zojuist gekozen idee ga je nu op minimaal 3 verschillende manier kijken hoe je dit kunt vertellen in een werkstuk. Denk hierbij aan vorm, kleur, materiaal, grootte enz.

B4 - Materiaalonderzoek
Tekenen: Voordat je naar je eindwerkstuk ga je proefjes maken met verschillende materialen. Je gaat geen vlekken maken! Maar je gaat dit uittesten op onderdelen uit je werkstuk. 

Handvaardigheid: tijdens het maken maak je foto's van het maakproces. Soms zal je tijdens het maken er achter komen dat je opnieuw moet beginnen en/of een ander materiaal nodig hebt. 

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 

! Nummer al je schetsen, printjes, materiaalproefjes op volgorde en per onderdeel. 

!Maak uitgebreide / veel schetsen 

! Maak materiaalproefjes omdat ze iets toevoegen aan het geheel. 

! Zorg voor diepgang; maak schetsen van meerdere aanzichten van het kunstwerk; maak schetsen waarmee je bepaalde details uitlicht en schets evt. ook waar het kunstwerk zou moeten komen staan.  

! Maak aantekeningen op je schetsen. Er mag op geschreven worden!

C1 - Eindschets + Idee
Je maakt je eindschets; schrijft in het kort je idee hierbij en je kan met pijltje aangeven welke je materiaal(en) je waar wil gaan toepassen/gebruiken.

D1 - Eindwerkstuk
Het maken van je definitieve werkstuk. Hou in de gaten dat je door je enthousiasme niet het thema van de opdracht vergeet.

E1 - Het boekje
Dit onderdeel is het boekje. Tijdens alle onderdelen ben je hier uiteraard al mee bezig. Maar in de portfolio komt het boekje bij onderdeel E. 

Lees goed alle vragen en geef duidelijke antwoorden. 

• Voorstelling: Wat is er te zien en wat speelt er zich af in jouw kunstwerk.

• Vormgeving: Beeldende aspecten (ruimte, licht, vorm, kleur, ordening/compositie, structuur, hanteringswijze)

• Vertel waarom jij hebt gekozen voor bepaalde beeldende aspecten (kleur, licht etc) waardoor jouw idee nog beter duidelijk wordt voor de toeschouwer.

F1 - Presentatie

• Netheid van je portfolio

• Zijn alle onderdelen aanwezig:
  A, B, C, D, E, F