Evaluaties
Er zijn zeven rapportperiode in een schooljaar: drie voor de kerstvakantie, twee tussen de kerstvakantie en de paasvakantie en twee na de paasvakantie. Rapport 3, rapport 5 en rapport 7 bevatten naast de scores voor het dagelijkse werk ook de examenresultaten. De zeven rapporten worden zowel op papier als digitaal ter beschikking gesteld. De publicatiedata zijn:
Rapport 1: vrijdag 7 oktober
Rapport 2: vrijdag 25 november
Rapport 3: vrijdag 23 december
Rapport 4: vrijdag 17 februari
Rapport 5: vrijdag 31 maart
Rapport 6: vrijdag 26 mei
Rapport 7: donderdag 30 juni
Naast de zeven perioderapporten krijg je ook 3 keer per jaar een (virtueel) jaarrapport. Hierop worden alle punten die je tot dan toe behaalde samengeteld. Het (virtueel) jaarrapport wordt meegegeven samen met rapport 3, 5 en 7. Bij rapport 3 en 5 is het jaarrapport letterlijk virtueel, want nog niet alle evaluaties hebben plaatsgevonden. Het laatste jaarrapport is definitief en bevat je eindresultaat.
Om een beter overzicht te krijgen over de resultaten, beperken we ons in het cijfermateriaal. Er worden geen punten meer op de rapporten vermeld, enkel percentages. De linkse kolommen van elke rapport vermelden de percentages behaald in een bepaalde rapportperiode. In de rechtse kolom staat het trimesterieel of semesterieel aangroeicijfer. In de tweede graad werken we met drie trimesters, in de derde graad met twee semesters per jaar.
Op de voorzijde van het rapport op papier staat het cijfermateriaal, op de achterzijde staan de vakcommentaren en de klassenraadcommentaren.
Er is een evolutie in de grootte van de leerstofpakketten vanaf het derde tot het zesde jaar. De leerlingen van het derde jaar hebben paasexamens voor alle examenvakken. Leerlingen van het vierde jaar hebben paasexamens voor slechts vier of vijf examenvakken, naargelang de studierichting. In het vijfde jaar zijn er slechts twee tot drie partiële examens voor de paasvakantie. En in het zesde jaar zijn er geen paasexamens meer. De leerstof stapelt hier op van de kerstvakantie tot het einde van het schooljaar.
Het gewicht van een vak in het trimestertotaal is evenredig met het aantal uren dat dit vak telt. Dit betekent bijvoorbeeld dat Nederlands (4 u) op het einde van het jaar voor vier keer zoveel punten meetelt als muziek (1 u).
Er is een verschillende puntenbalans tussen dagelijks werk en examens in de verschillende leerjaren. In het derde jaar neemt het dagelijks werk 60% van de punten in. In het vierde jaar is het dagelijks werk goed voor 50% van de punten. En in het vijfde en zesde jaar neemt het gewicht van het dagelijks werk nog verder af tot 33,33%.
De drie trimesters in de tweede graad hebben een vaste gewichtsverhouding: 40% voor het eerste trimester, 30% voor het tweede en 30% voor het derde. De twee semesters in de derde graad hebben een vergelijkbare gewichtsverhouding: 40% voor het eerste semester en 60% voor het tweede.
Voor de Moderne Vreemde Talen zijn er geen examens. De vakken Frans, Engels en Duits hebben een permanente evaluatie. Deze vakken zijn opgesplitst in ‘bouwstenen’ (woordenschat, grammatica, …) en ‘communicatieve opdrachten’ (verwerkingstaken). De bouwstenen tellen mee voor 40% van de punten, de communicatieve opdrachten voor 60% in de tweede graad. Het gewicht van de bouwstenen neemt verder af in de derde graad: van 30% in het vijfde jaar naar 20% in het zesde jaar.
Het evaluatierapport is een overzicht waarop alle taken en toetsen met de behaalde punten vermeld staan. Het evaluatierapport loopt over de tijdspanne van een schooljaar. Dit rapport kan enkel digitaal geraadpleegd worden. Het is een geschikt hulpmiddel voor leerlingen die op het einde van het jaar al hun toetsen chronologisch willen klasseren.
Om de rapporten correct te kunnen interpreteren zijn onderstaande documenten een goede leidraad. Ze leggen uit hoe de cijfers worden berekend en wat de betekenis is van de verschillende cijfers, vakken en kolommen op het rapport. Er is een apart duidingsdocument voor de tweede en derde graad.