Bij het begin van het kadaster (rond 1832) stonden er minder huizen op de Visserskade dan nu. Zo was de grond waar nu de huisnummers 1 en 2 op staan, nog in handen van één eigenaar, Willem Vetjens. Op deze drie percelen F40-F42 stond nog maar één huis. Verder had hij er een boomgaard, een tuin en wat opgaand geboomte. Enkele jaren later (in oktober 1834) laat Willem er nog een bakhuisje bij bouwen. Dat is een klein huisje waar een met hout gestookte oven in zit, zodat je brood kan bakken zonder gevaar voor brand in je woonhuis.
Minuutplan (eerste kadasterkaart) van begin 19e eeuw
Deze eerste eigenaar en bewoner, Willem Vetjens was getrouwd met een (hoe kan het ook anders?) Van der Pluijm, Maria. Zij krijgen drie kinderen, waarvan alleen dochter Adriana en zoon Petrus de volwassenheid bereiken.
Het gezin van Willem Vetjens en Maria van der Pluijm
Vermoedelijk woonde Willems zoon Petrus met zijn vrouw Petronella Toethuis na de dood van zijn ouders in dit huis. Hij is namelijk van beroep bakker en als in 1867 deze percelen met het huis erop verkocht worden aan de polderopziener Adriaan Corneliszoon van Dinteren, is er ondertussen een bakhuis bijgebouwd.
Niet alleen Petrus was bakker, ook zijn zonen Marinus en Adrianus worden bakker. Marinus' zoon Theodorus kiest een ander vak maar blijft in de buurt. In het oudst bewaard gebleven bevolkingsregister (1890-1910) van Hank, vinden wij hem terug op huisnummer 2. Het bakhuis is een woning geworden!
In 1867 zijn het echter de kinderen van Willems dochter Adriana, Maria en Johannes van Horen, die optreden als verkopers. De dan nog levende kinderen van bakker Petrus, Marinus en Adrianus worden niet genoemd. Adrianus is eerst ook bakker, maar kiest als snel voor een avontuurlijker leven. Het begint ermee dat hij op zijn negentiende veertien dagen in de gevangenis van Heusden zit, omdat hij de jacht-en viswet heeft overtreden. In december 1863 verhuist hij naar Veghel, waar hij als schippersknecht wordt ingeschreven. Enkele jaren later geeft hij zich op om als Zouaaf de pauselijke staat te gaan verdedigen in Italië.
Adrianus Vetjens is net als zijn vader Petrus bakker van beroep, maar in december 1863 wordt hij in de gemeente Veghel geregistreerd als schippersknecht. Hij woont dan in bij ene J. van Kilsdonk. In juli 1867 reist hij af naar Rome als pauselijk Zouaaf. In de documentatie van het Zouavenmuseum staat dat hij op 23 december 1869 afzwaait.
zouaven in actie
In de hierboven getoonde memorie van successie, die na Maria's dood (1829) wordt opgemaakt, staat dat ze - behalve man en twee kinderen - de helft van een huis en erf nalaat, staande en gelegen te Dussen op de Hang. Deze memorie wordt door haar zoon Petrus Vetjes (zonder n!) en dochter Adriana ondertekend, dat wil zeggen: dochter Adriana blijkt niet te kunnen schrijven en ondertekent met een zogenaamd handmerk (een kruis). Uit de overlijdensakte van Maria blijkt overigens dat ook haar man Willem Vetjens niet kan lezen of schrijven.
Willem overlijdt in 1854. Zijn vrouw en kinderen zijn hem dan al voorgegaan. Er zijn nu nog vijf van Willems kleinkinderen in leven. Johannes en Maria van Horen, de kinderen van Adriana, én de drie zonen van Petrus: Wilhelmus, Marinus en Adrianus Vetjens.
Alle percelen (F40-F42: huis, bakhuis, boomgaard, tuin) worden in 1867 verkocht. Het is het jaar waarin kleinzoon Adrianus Vetjens als pauselijk zouaaf naar Italië vertrekt. Wilhelmus is overleden maar Marinus en zijn vrouw zijn er nog. Toch zijn het alleen zijn neef en nicht Johannes en Maria die genoemd worden als rechthebbende van hun grootouders in het koopcontract. Bij de verkoop wordt vermeld dat er geen eigendomsbewijzen zijn.
In 1867, wanneer hun jongste dochter geboren wordt, kopen Adriaan van Dinteren en zijn vrouw de percelen F40-F42 van de familie Vetjens. Daarop staan dan het huis Visserskade 1-3 én een bakhuisje, dat later huisnummer 2 zal worden. In 1872 wordt het grote huis (gedeeltelijk?) afgebroken en opnieuw opgebouwd. In dat jaar verhuist Adriaan van Dinteren met zijn gezin vanuit de Kroonpolder naar Dussen.
Het bakhuis aan de andere kant van de Ka met de boomgaard (F41) wordt dan verkocht aan de kleinzoon van de vorige eigenaar, Marinus Vetjens. Zie huisnummer 2. Waarschijnlijk woonde hij er al die tijd al.
Zie huisnr 1-3 voor het vervolg van het verbouwde huis van Adriaan van Dinteren
Zie huisnr 2 voor het vervolg van het bakhuis/woning van Marinus Vetjens
Op de foto hierboven huisnrs 1-3 vanaf de overkant van de Postsloot. Het andere huis rechts is het café op 't Sluiske.)