Woedend ben ik. Vol bezwaren
Tegen wie een speedboot varen.
Woest te wapp’ren staan hun haren
Scheurend over stille baren.
Zittend onder groene laren
Naar die slapjanussen staren…
Nee, bij mij geen tere snaren
Niks geen mitsen, niks geen maren!
Zie, er voeren steeds meer paren!
*
Ondanks dat zij mij bezwoeren
Dat zij rustig verder voeren…
Nee, voor mij zijn het net hoeren
Of ten hoogste superboeren
Soms zit ik naar hen te loeren
Zie, ze vinden mij een stoere
Kon ik hun lawaai maar snoeren,
In gedachte gooi ik moeren!
Zie die paren zitten poeren!
15 april 2011
tweelingslagrijm