13 Amy

Een klein hoopje mens uit mijn dochter geboren,

Je bent nog zo klein en je oogjes zijn toe.

Je opa laat zich door je lipje bekoren.

Je slaapt en je voelt je zo vreselijk moe.

Je ademt en leeft, maar dat is een gedoe…

Een kreetje, een kik laat zich af en toe horen,

Dan slaap je al weer, vraag me niet naar het hoe:

Zo’n klein hoopje mens uit mijn dochter geboren.

’t Is tijd om te eten; we moeten je storen.

Je melk is klaar, die komt niet van de koe.

’t Besef komt heel langzaam en moet nog wat gloren.

Je bent nog zo klein en je oogjes zijn toe.

Je ligt bij je moeder, je ligt entre nous.

We hopen er is je veel vreugde beschoren.

Toch pruil je een beetje, een lach is taboe,

Maar opa laat zich door je lipje bekoren.

Je moeder wil orde en geen ratjetoe.

De wereld wil juichen, wat zingen de koren!

Want jij bent belangrijk, en jij bent de clou.

Veel indruk maak jij. Die gaat nimmer verloren.

Maar je slaapt en je voelt je zo vreselijk moe.

7 april 2011

inverse deadline