Gevels
Tot circa 1550 werden in Amsterdam houten huizen met puntgevels gebouwd.
Het houten huis aan Begijnhof 34 is ook meteen het oudste huis van Amsterdam. Je vindt het huis in een hofje waar vroeger de Begijnen woonden. Dit waren vrijgezelle vrouwen die buiten het klooster een religieuze leefgemeenschap vormden. “Het Houten Huys” is rond 1425 gebouwd en heeft daarom nog een gotisch houtskelet uit die tijd. Hoewel Begijnhof 34 het oudste huis van Amsterdam is, staat het oudste gebouw midden op de Wallen: de van 1306 daterende Oude Kerk.
Daarvan bestaan er nu nog maar twee: Begijnhof 34 (zie foto) en Zeedijk 1.
Dit soort huizen leverde natuurlijk een groot brandgevaar op; na een aantal grote branden verbood het stadsbestuur de bouw van houten gevels. Al na de stadsbranden van 1421 en 1452 was bepaald dat zijmuren van steen gebouwd moesten worden.
Vroeger werd de hoogte van de belastingen bepaald aan de hand van de breedte van de gevels. Amsterdammers bouwden hun huizen daarom zo smal mogelijk om hoge belastingen te vermijden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het smalste huis ter wereld in Amsterdam staat. De gevel aan het Singel 7 is niet veel breder dan de deur! Maar schijn bedriegt, want het is eigenlijk de achterkant van het huis. De voorkant is een stuk breder. Het werkelijk kleinste huisje van Europa ligt aan de Oude Hoogstraat 22. Dit huisje is slechts 2.02 meter breed en zes meter diep.
De vooroverhellende gevels van veel Amsterdamse huizen in het centrum zijn met opzet zo gebouwd. Het trappenhuis in deze huizen is smal en steil. Bij verhuizingen worden alle spullen naar boven gehesen met een hijsbalk die meestal permanent aanwezig is in de nok van de grachtenpanden. Wanneer de gevel naar voren helt, kunnen de goederen niet tegen de muur komen en wordt er niets beschadigd.
Verschillende soorten gevels
Trapgevels
De top van de trapgevel versmalt zich trapsgewijs naar boven toe.
Tussen 1600 en 1665 werden de houten puntgevels in snel tempo vervangen door trapgevels van baksteen. In de 17e eeuw werd het stadsbeeld vrijwel bepaald door trapgevels; nu zijn er nog maar een stuk of honderd originele trapgevels over. De foto is gemaakt op Nieuwmarkt 20.
Tuitgevels
Deze gevels komen als voorgevel alleen voor bij pakhuizen van 1620-1720. De tuitgevel is een sobere bakstenen gevel met puntdak, de top afgedekt met een zandstenen plaat of klein fronton. De tuitgevel heeft aan de zijkanten een klein aanzetstuk, soms bestaand uit een gewoon vierkant zandstenen plaatje maar ook wel een gekrulde vorm (voluut).
Woonhuizen hebben ook tuitgevels maar dan aan de achterkant waar je niet hoeft te pronken. Deze foto is gemaakt op de Brouwersgracht.
Halsgevels
Bakstenen gevel met aan beide zijden een hoek van 90 graden, opgevuld met zandstenen klauwstukken. Halsgevels werden gebouwd van 1640-1780, de nadruk ligt op de eerste helft van de 18e eeuw.
Architect Philip Vingboons is de uitvinder van de halsgevel; de eerste echte halsgevel uit 1636, Herengracht 168, is van zijn hand.
De symmetrische Louis XIV-stijl (1700-1740) sluit goed aan bij de halsgevel. De latere Louis XV-stijl (1740-1770) past beter bij de klokgevel, in die periode wordt de klokgevel zeer populair. Deze foto is gemaakt op de Herengracht 378.
Klokgevels
De top van een klokgevel is van baksteen, heeft de vorm van een klok en zandstenen versieringen op de randen, eindigend in aanzetstukken, ook voluten genoemd.
Klokgevels stammen uit de periode 1660 tot 1790.
Tot 1700 zijn de klokgevels lager en eenvoudiger dan daarna. Tot 1700 hebben ze ook vaak een fronton en vruchten- en bloemenslingers. Daarna zijn de uitbundiger aanzetstukken en de asymmetrische kuiven (Louis XV stijl) kenmerkend. Deze foto is gemaakt op de Keizersgracht 561 en 563.
Uit: http://www.amsterdam-nu.nl/tips/470-gevels-en-torens-in-amsterdam.html,
http://www.grachtenvanamsterdam.nl/soortengevels.htm