uittreksel notulen 23 mei 2014

RUIMTELIJKE PLANNING

36. Verslag overlegvergadering dd.28.04.2014 met nv NJA

Het College,

Aanleiding en doel

Op 28 april 2014 vond een overlegvergadering plaats tussen de nv NJA en het college van burgemeester en schepenen over de problematiek van de zone rond de vijver van Essenbeek en over het sluiten van het openbaar onderzoek van het RUP Parklaan-Zenne-Vondel.

Deze nota doet verslag van deze vergadering.

Aanwezigen:

Dirk Pieters – burgemeester

Marc Picalausa – schepen

Michel Bellemans – schepen

Eddy Buelinckx – schepen

Marc Snoeck – schepen

Korneel Ponseele – org ro

Hilde Vernaillen – BO

Egide Debremaeker – nv NJA

Nicole Debremaeker – nv NJA

Erica Rentmeester, juriste van Truyens advocaten in opdracht van nv NJA.

1. Problematiek Vijver van Essenbeek

Op heden zijn er nog twee juridische dossiers hangende. Enerzijds de regularisatieaanvraag voor de oeverwanden die ter beslissing bij de minister en anderzijds de milieustakingsvordering bij het hof van beroep in Gent.

1.1. Problematiek RUP/stedenbouwkundige vergunning

Meester Rentmeester meldt ontvangst van de collegebeslissing van 11 april 2014 en kennisname van het voornemen van de stad om de zone langsheen de Kasteelstraat te behandelen via een stedenbouwkundige vergunning en niet via de opmaak van een RUP. Hieromtrent heeft mevr Rentmeester volgende bedenkingen:

- Op zich is het juridisch mogelijk om een stedenbouwkundige vergunning af te leveren.

- Een RUP legt naast de bestemming van een gebied ook gedetailleerde voorschriften vast van hetgeen al dan niet mogelijk is in een zone. Dit is van belang in de zone langsheen de Kasteelstraat maar ook in de vijverzone en de zone langsheen de Nijvelsesteenweg. Zo zouden de voorschriften de vergunningsbasis kunnen vormen voor een regularisatie van de betonnen oeverwanden. Via het RUP zouden elementen op het kaatsplein in het Warandegebied mogelijk gemaakt kunnen worden.

- Een RUP heeft zijn eigen procedures en is eenmaal goedgekeurd moeilijker aanvechtbaar hetgeen een betere juridische basis is.

- Omwille van het gelijkheidsprincipe (iedereen dient gronden te hebben waarover planvoorschriften bestaan) kan de partij nv NJA de stad verplichten om een planningsinitiatief te nemen. Omwille van de subsidiariteit zou deze verplichting – los van het feit dat de oorzaak bij de procedure tot gewestplanvorming ligt – bij het lokale niveau liggen.

- Er is begrip dat er op heden geen middelen zijn om op korte termijn een planningsinitatief te nemen. In het kader van de intentieovereenkomst wordt gevraagd hierin op te nemen dat de stad op middenlange termijn streeft naar de opmaak van een RUP voor het gebied. Tot dan zou er een project kunnen vergund worden via een stedenbouwkundige vergunning. Het opmaken van een RUP na goedkeuring van een stedenbouwkundige vergunning is juridisch haalbaar en zou bredere ruimere mogelijkheden kunnen scheppen dan hetgeen nu kan vergund worden.

Dhr Debremaeker meldt dat er op heden een stedenbouwkundig attest ingediend werd voor het realiseren van een assistentiewoningencomplex langsheen Nijvelsesteenweg en Kasteelstraat. Dit betreft een minimaal financieel haalbaar project. Het goedkeuren van een rup zou de mogelijkheden kunnen vergroten.

Dhr Burgemeester stelt dat een goedkeuring van een rup na stedenbouwkundige vergunning een naar het gezond verstand en naar motivering vreemde werkwijze zou zijn.

1.2. Intentieovereenkomst

Meester Rentmeester stelt het volgende over de vraag tot intentieovereenkomst:

- Het gebruik van de vijver hangt nauw samen met het aanvaardbaar programma rond de vijver. Wanneer er een assistentiewoningencomplex komt is het logisch dat het vijvergebied daar deel van uitmaakt. Er kan in dat geval nagedacht worden om de vijver en rondgang open te stellen voor iedereen onder de voorwaarde dat men de zone ’s avonds zou kunnen afsluiten.

De burgemeester meldt dat het college eenzelfde idee hieromtrent heeft.

- Het gebruiken van de vijver als visvijver is afhankelijk van de visie hieromtrent van de uitbater van de seniorie. Dit dient georganiseerd te gebeuren door iemand die ter zake zijn verantwoordelijk neemt (visbeheer, verzekeringen, …). Het verplicht gebruik van de vijver als visvijver kan niet als voorwaarde bij een eventuele verkoop opgelegd worden. Dit is ook te vaag om in een intentieovereenkomst.

Het college zal zich hierover beraden.

- Akkoord om in de intentieovereenkomst op te nemen dat de stad gevrijwaard blijft van eventuele kosten voortvloeiend uit oudere overtredingen. Wanneer de stad geen eigenaar wordt maar slechts gebruiksrecht verkrijgt speelt deze problematiek niet.

- In functie van de opening van Kasteelstraat naar vijver toe werd een stedenbouwkundig attest ingediend die een opening van 23.5 meter breed voorziet hetgeen door het college werd opgelegd in het kader van het project met de woningen langsheen de Kasteelstraat.

Het college zal zich beraden over de opportuniteit van de aanvraag in het kader van het ingediende stedenbouwkundig attest.