Concept oprichtingsakte: "Stichting Ouderplatform Zuid-Holland Zuid"
Post date: 14-okt-2017 13:28:40
OPRICHTING STICHTING
Ouderplatform Zuid-Holland Zuid
Te Dordrecht
Heden, 23 oktober tweeduizendzeventien, verscheen voor mij, mr. …, notaris te: Dordrecht mevrouw A. de Jong-Rietstap, geboren te Dordrecht op 10 juli negentienhonderdzesenzestig, wonende te Dordrecht, houder van een Nederlands paspoort met het nummer …, thans gehuwd.
De verschenen persoon verklaarde bij deze akte een stichting op te richten en daarvoor de volgende statuten vast te stellen:
NAAM, ZETEL, DUUR
Artikel 1
1. De stichting draagt de naam: STICHTING Ouderplatform Zuid-Holland Zuid.
2. De stichting heeft haar zetel in de gemeente Dordrecht.
3. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.
DOEL
Artikel 2
De stichting stelt zich ten doel:
Het realiseren van optimale participatie door het ouder-, kind- en gezinsperspectief op een zo direct mogelijke manier te betrekken, waardoor de meest effectieve integrale hulp en ondersteuning tot stand kan komen en waardoor het mogelijk wordt integraal onderwijs-, participatie- en zorgbeleid tot stand te brengen, in het bijzonder binnen de 17 gemeenten van Zuid-Holland Zuid.
MIDDELEN
Artikel 3
De stichting tracht haar doelstellingen te realiseren door:
a. zich af te wenden van begrippen als exclusie, separatie en stigmatisering en begrippen als inclusie, integratie en liefde te omarmen.
b. het opbouwen en onderhouden van een relevant netwerk, het leggen van verbindingen met relevante partijen en personen, zowel lokaal, regionaal als in den lande.
c. het versterken van ouders/verzorgers, kind en gezin met kennis en advies zodat eigen kracht en eigen regie optimaal tot ontwikkeling komen of worden behouden.
d. het delen van ervaringskennis en het mogelijk maken van partnerschap door het zichtbaar maken van ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie, waardoor ouders/ verzorgers zich welkom en gewaardeerd voelen als ervaringsdeskundige.
e. het positioneren van ervaringsdeskundigheid en het leveren van ervaringsdeskundigen, daarbij bewaken wij scholing en deskundigheidsbevordering, waarbij toetsing door deskundigen op het trauma van ervaringsdeskundigen plaats vindt, traumaverwerking.
f. het toegankelijk maken van informatie, alsmede het publiceren van boeken, cursusmateriaal, artikelen en alle nog niet hiervoor genoemde producties met een relatie tot zorg, ondersteuning en passend onderwijs.
g. het geven, organiseren of ondersteunen en/of ontwikkelen van activiteiten trainingen, cursussen en opleidingen.
h. Collectieve- en individuele cliëntenparticipatie, alsmede het bieden van collectieve en individuele ondersteuning aan ouders/verzorgers, jongeren en kinderen die een rol vervullen binnen de medezeggenschap in het onderwijs, een cliëntenraad binnen de zorg of op iedere andere wijze.
i. het vertegenwoordigen van ouders/verzorgers, kind en gezin binnen het onderwijs- en zorgveld, naar overheden en overige relevante instanties en organisaties, lokaal, regionaal en nationaal.
j. het behartigen van de belangen van ouders/verzorgers en kinderen die onderwijs genieten of zouden moeten genieten in het bijzonder voor kinderen die extra ondersteuning of zorg nodig hebben.
k. het behartigen van belangen van ouders/verzorgers, kind en gezin in ruimere zin het zich inzetten voor iets dat belangrijk is voor iemand maar ook effectieve en daadwerkelijke ondersteuning die aansluit op de dagelijkse praktijk van ouders, kind en gezin alsmede de bestaande wet- en regelgeving vriendelijker maken en bovenal nieuw en beter beleid initiëren, toegesneden op de veranderende omstandigheden, de transitie en het transformatieproces.
l. het initiëren of ondersteunen van activiteiten en bijeenkomsten waarbij ouders/ verzorgers, jongeren en belangstellenden elkaar ontmoeten om kennis en ervaring uit te wisselen en te delen.
m. het organiseren of ondersteunen van lotgenoten-contacten en themabijeenkomsten voor ouders/verzorgers van kinderen en jongeren met een extra ondersteuningsbehoefte en of beperking.
n. het inventariseren van knelpunten en problemen, met het oog op de decentralisaties, alsmede de Wet passend onderwijs, van onze doelgroep.
o. het opbouwen en onderhouden van contacten met de media, sociale media en overige relevante (nieuws)uitingen;
p. het bieden van onafhankelijke cliëntondersteuning aan individuele ouders/ verzorgers, kind en gezin.
q. het gevraagd en ongevraagd adviseren in de beleidsontwikkeling van jeugdhulp (Jeugdwet), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Participatiewet, de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Wet passend onderwijs.
r. alle niet eerder genoemde handelingen in de ruimste zin van het woord, die met het doel verband houden.
s. het sluiten van overeenkomsten en het werven van fondsen en subsidies alsmede het genereren van overige inkomsten ten behoeve van de hierboven genoemde activiteiten.
SAMENSTELLING VAN HET BESTUUR
Artikel 4
Het bestuur bestaat uit ten minste drie personen: een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, tezamen vormende het dagelijks bestuur.
Het bestuur kan het aantal leden uitbreiden tot maximaal zeven, door leden op persoonlijk titel uit te nodigen, danwel door werving en selectie om deel uit te maken van het bestuur. Zij worden als zodanig benoemd door het dagelijks bestuur. Deze personen dienen betrokken te zijn bij de doelstellingen en het werk van de stichting.
Van het totaal aantal bestuursleden is bij voorkeur 2/3 behorende tot de doelgroep.
In de vergaderingen van het bestuur kunnen gasten en adviseurs op uitnodiging worden toegelaten. Deelnemers aan de vergaderingen kunnen bijdragen leveren aan de voorbereiding van activiteiten alsmede aan de beleidsvoorbereiding van de stichting. Deelnemers aan vergaderingen die geen deel uitmaken van het bestuur hebben geen stemrecht.
TERMIJN BESTUURSLIDMAATSCHAP
Artikel 5
Bestuursleden worden benoemd voor een periode van vier jaar, na het verstrijken waarvan zij terstond herkies- en benoembaar zijn.
Indien een vacature ontstaat in het dagelijks bestuur ten gevolge van het op eigen verzoek aftreden van een lid, zal het bestuur binnen één maand een ander lid van het bestuur ter benoeming voordragen.
Het lidmaatschap van het bestuur eindigt:
a. door het einde van de benoemingstermijn of door overlijden;
b. door bedanken, hetgeen schriftelijk dient te geschieden onder opgave van de datum van beëindiging van het bestuurslidmaatschap;
c. door ontheffing uit de functie van voorzitter, secretaris of penningmeester;
d. wanneer een bestuurslid onder curatele dan wel wanneer het vermogen van een bestuurslid onder bewind wordt gesteld;
e. bij een aanvraag tot surséance van betaling dan wel schuldsanering;
f. door ontslag door het bestuur; of
g. door ontslag door de rechtbank.
TAKEN EN BEVOEGDHEDEN BESTUUR
Artikel 6
Het bestuur is belast met het besturen van de stichting waaronder valt:
Het vaststellen van:
a. de beleidslijnen van de stichting;
b. de beleids- en werkplannen van de stichting;
c. de financiële jaarstukken van de stichting.
. Het bestuur is tevens belast met het beheer, zulks binnen het beleid van de stichting en met inachtneming van de bepalingen van deze statuten. Onder beheer zijn begrepen de daden van verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de Stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
Het bestuur vertegenwoordigt de stichting, voor zover de wet niet anders bepaalt. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan de voorzitter, tezamen handelende met de secretaris of de penningmeester.
De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan de voorzitter met betrekking tot het verrichten van rechtshandelingen met een maximum van 10.000 euro.
Het bestuur kan besluiten om personeel in dienst nemen.
VERGADERINGEN
Artikel 7
Het bestuur vergadert ten minste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls het bestuur dit wenselijk acht. De voorzitter is verplicht een vergadering van het bestuur bijeen te roepen indien ten minste drie leden dit schriftelijk, met opgave van redenen verzoeken.
Alle vergaderingen worden door of namens de voorzitter schriftelijk bijeengeroepen, onder vermelding van de te behandelen onderwerpen en zoveel mogelijk ten minste veertien dagen vóór de dag waarop de vergadering plaatsvindt.
De leiding van de vergadering berust bij de voorzitter of -bij diens afwezigheid- bij de vice-voorzitter.
Indien aan een verzoek als bedoeld in dit artikel niet binnen twee maanden na de datum van dat verzoek gevolg is gegeven, zijn de verzoekers bevoegd de vergadering bijeen te roepen en te houden.
BESLUITVORMING
Artikel 8
Het bestuur besluit bij meerderheid der uitgebrachte stemmen, terwijl een geldig besluit slechts genomen kan worden indien ten minste de helft plus één van de stemhebbende leden aanwezig is.
Indien niet voldoende leden aanwezig zijn, moet binnen één maand een tweede vergadering worden gehouden, die bij meerderheid der uitgebrachte stemmen beslist, ongeacht het aantal aanwezige bestuursleden.
Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling. Blanco stemmen tellen niet mee. Bij staking van stemmen wordt een nieuwe stemming gehouden. Indien dan nog geen meerderheid wordt verkregen, zal een voorstel over zaken als verworpen beschouwd worden.
Bij een stemming over personen zal ook een tweede stemming volgen in geval geen volstrekte meerderheid wordt behaald. Is dit ook bij de tweede stemming het geval dan vindt herstemming plaats tussen de twee kandidaten die in de tweede stemming het hoogste aantal stemmen hebben behaald. Wanneer dan geen volstrekte meerderheid wordt behaald, wordt degene verkozen die het hoogste aantal stemmen verkreeg. Bij het staken van de stemmen beslist het lot.
Buiten vergadering kunnen ook rechtsgeldige besluiten worden genomen mits schriftelijk en met een eenparigheid van de stemmen van alle bestuursleden.
COMMISSIES EN WERKGROEPEN
Artikel 9
Ter verwerkelijking van het doel kan het bestuur commissies en werkgroepen instellen, wier taken door het bestuur worden geregeld.
In commissies en werkgroepen van het bestuur zal ten minste één lid van het bestuur zitting hebben. Het secretariaat van een dergelijke werkgroep kan berusten bij een aangewezen of gekozen functionaris.
GELDMIDDELEN
Artikel 10
De geldmiddelen van de stichting worden verkregen uit:
a. giften, schenkingen, erfstellingen en legaten;
b. subsidies;
d. bijdragen en vergoedingen van gebruikers van producten en bewezen diensten zoals entreegelden, cursusgelden;
e. bijdragen van derden;
f. andere baten
BOEKJAAR EN JAARSTUKKEN
Artikel 11
Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
De penningmeester legt vóór één december een voorlopige begroting ter goedkeuring voor aan het bestuur en een definitieve begroting voor het einde van ieder boekjaar.
Binnen zes maanden na afloop van elk boekjaar legt de penningmeester een rekening van inkomsten en uitgaven over dit boekjaar alsmede een vermogensopstelling van dit boekjaar voor aan het bestuur. Deze stukken zullen slechts indien noodzakelijk vergezeld gaan van een accountantsrapport over deze periode. Goedkeuring van deze stukken strekt de penningmeester tot décharge voor die handelingen die uit de jaarstukken blijken.
REGLEMENTEN
Artikel 12
Het bestuur stelt, indien nodig, reglementen vast. Het kan bijvoorbeeld gewenst zijn om een huishoudelijk reglement op te stellen, waarmee specifieke taken in het bestuur nader worden geregeld. De bepalingen van de reglementen mogen niet in strijd zijn met deze statuten.
STATUTENWIJZIGING
Artikel 13
Een voorstel tot wijziging van de statuten moet door de secretaris ten minste één maand voor de behandeling aan de bestuursleden worden toegezonden.
Wijziging van de statuten van de stichting vereist de instemming van drie/vierde van de in functie zijnde bestuursleden.
Is het vereiste aantal stemhebbende leden niet op de betreffende vergadering aanwezig of per volmacht vertegenwoordigd, dan wordt binnen één maand daarna een tweede vergadering tot dat doel bijeengeroepen, die dan -ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden- kan besluiten met een meerderheid van ten minste drie/vierde van de dan geldig uitgebrachte stemmen.
ONTBINDING
Artikel 14
Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in artikel 13 van overeenkomstige toepassing.
Een mogelijk overblijvend voordelig saldo komt ten goede aan een door het bestuur vast te stellen doel, dat overeenkomt met de doelen van de stichting.
Na ontbinding geschiedt de vereffening door de bestuurder, tenzij bij het besluit tot ontbinding anderen tot vereffenaars zijn aangewezen.
Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon.
Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 15
In een openbaar register, gehouden door de Kamer van Koophandel binnen welker gebied de stichting haar woonplaats heeft (stichtingenregister) zal door de bestuurders der stichting worden ingeschreven:
a. de stichting, met nederlegging van een authentiek afschrift van de akte van oprichting, bevattende de statuten;
b. de namen, voornamen en (laatste) woonplaats van de oprichter;
c. elke statutenwijziging, met nederlegging van een authentiek afschrift van de akte, bevattende statutenwijziging;
d. een besluit tot ontbinding van de stichting;
e. de namen, voornamen en woonplaats van de bestuursleden aan wie door de statuten vertegenwoordigingsbevoegdheid is toegekend, alsmede de vermelding, of zij bevoegd zijn de stichting afzonderlijk, gezamenlijk of tezamen met een of meer anderen, te vertegenwoordigen.
Artikel 16
In alle gevallen waarin bij deze statuten en de eventuele reglementen niet is voorzien, beslist het bestuur.
Slotbepaling
Het eerste boekjaar eindigt éénendertig december tweeduizend zeventien.
Voor de eerste maal zullen als bestuursleden fungeren:
als voorzitter: A. de Jong-Rietstap
als secretaris:
als penningmeester:
De verschenen persoon verklaarde – voorzover nodig mede namens de bij deze akte betrokken partijen – tijdig tevoren de gelegenheid te hebben gekregen om van de inhoud van deze akte kennis te nemen en daarmee in te stemmen.
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend en zijn identiteit is door mij, notaris, aan de hand van het daartoe bestemde document vastgesteld.
--------------------------- WAARVAN AKTE is verleden te op de datum in het hoofd van deze akte vermeld.
Na mededeling van de zakelijke inhoud van deze akte aan de verschenen persoon en het geven van een toelichting daarop, heb ik, notaris, de verschenen persoon gewezen op de gevolgen die (voor partijen of één of meer hunner) uit de inhoud van deze akte voortvloeien.
Vervolgens is deze akte, na beperkte voorlezing, door de verschenen persoon en mij, notaris ondertekend.