Verslag gesprekken gemeenten en Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid

Geplaatst 26 dec. 2018

@allen,


In het kader van het project ‘Jeugdhulp doen we samen’ hebben we, aan de hand van vragen, onder meer, gesprekken gevoerd.

Inmiddels zijn alle verslagen van de gesprekken die we gevoerd hebben samengevoegd tot één ‘Verslag gesprekken gemeenten en Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid (SO Jeugd ZHZ)’. Dit verslag treffen jullie hieronder aan.


We willen graag iedereen hartelijk bedanken voor zijn/haar inbreng.

In combinatie met de themabijeenkomst ‘Jeugdhulp doen we samen’ van 5 september 2018 hebben we al met al een waardevolle opbrengst weten te genereren.

Anke-Elze de Jong-Rietstap,

Ouderplatform Zuid-Holland Zuid

anke-elze@ouderszhz.nl

Mariëtte Teunissen,

Zorgbelang Zuid-Holland

mteunissen@zorgbelang-zuidholland.nl

In het kader van het project ‘Jeugdhulp doen we samen’ hebben mevrouw A. de Jong-Rietstap van het Ouderplatform Zuid-Holland Zuid en mevrouw M. Teunissen van Zorgbelang Zuid-Holland gesprekken gevoerd met:

  • De heer P. Kadee, directeur Serviceorganisatie Jeugd (SOJ) en mevrouw L. Marchena, beleidsmedewerker SOJ (o.a. betrokken bij de cliëntenparticipatie jeugd in de regio Zuid-Holland-Zuid) op 16 juli 2018

  • Mevrouw D. Verkade, Opgavemanager Zorgzame stad en de heer S. Oosterhof, Strategisch Adviseur Jeugd, beiden van de gemeente Dordrecht, op 30 augustus 2018

  • Mevrouw J. de Witte, verantwoordelijk wethouder jeugdhulp voor de regio Zuid-Holland Zuid en wethouder jeugd van de gemeente Zwijndrecht

Schriftelijke reactie van de heer R. van der Linden, wethouder jeugd van de gemeente Dordrecht (24-9-18)

De gesprekken zijn gevoerd aan de hand van de volgende vragen.


1. Waar wil je jongeren/ouders over laten meepraten?

“Over welke onderwerpen niet”. “Eigenlijk over alles, over welke ervaring ze zelf hebben met de jeugdhulp, hoe hebben ze hun klantreis van A tot Z ervaren”. Dat geeft een beeld van het totale traject, dat is nu nog onvoldoende in beeld. Het cliëntervaringsonderzoek geeft, bijvoorbeeld, maar een deel van de ervaringen weer. Het is ook goed om te weten waar de prioriteiten van ouders/jongeren liggen.

Om informatie op te halen over de jeugdhulp kun je daarnaast ook nagaan wat er niet goed gaat op casussenniveau en wat kun je hiervan leren. Maar ook wat gaat er juist heel goed en kan als voorbeeld dienen. De vraag is hoe wordt de jeugdhulp uitgevoerd en waar knelt het vanuit de verschillende domeinen. Het gaat om het totaal bij het ophalen van signalen. Soms wordt er jeugdhulp ingezet, maar liggen de problemen bijvoorbeeld op het terrein van schulden.


Organisaties die jeugdhulp leveren zijn verplicht om een cliëntenraad te hebben. Ze moeten zelf met jongeren in gesprek gaan, niet alleen via de cliëntenraad. Ook de SOJ en gemeenten moeten dat doen. Het ophalen van ervaringen is lastig voor gemeenten, dan is het prettig als er ‘formele structuren’ zijn, zoals het Ouderplatform en het Jeugd Ervaringenteam (JET) die deze ervaringen ook ophalen. Het zelf participeren van jongeren/ ouders is heel belangrijk. Jongeren zijn nog spontaan.







2. In hoeverre kun je input van jongeren/ouders meenemen in het beleid (haalbaarheid)?

Input van ouders/jongeren zorgt voor een lerend effect in het werken. Het gesprek blijven voeren om zo het proces te verbeteren en verdere stappen te zetten. On going het gesprek voeren, ouders/jongeren aan de voorkant betrekken. Signalen en ervaringen direct ophalen bij ouders/jongeren en laten zien wat je er mee doet of niet mee doet. “Durf je open te stellen als SOJ of als gemeente”.

Het is zeker haalbaar om de ervaringen mee te nemen in beleid. Goed om de kaders aan te geven en er moet rekening gehouden worden met de politiek en de landelijke wetgeving. Van belang is om wel de balans tussen inspanningen en opbrengst in het oog te houden.

Beperk je tot een aantal thema’s (in bijvoorbeeld een sessie), je kunt niet alles bespreken.

Belangrijk om niet te wachten tot de mensen gaan ‘roepen’, maar nu al het gesprek aan te gaan om te weten hoe het gaat.



3. Wat vind je van de manier waarop de betrokkenheid van jongeren/ouders nu is georganiseerd?

Er zijn goede stappen gezet, maar er is ook nog een wereld te winnen. Er is een landschap dat staat, met het Ouderplatform ZHZ, JET en de Adviesraad. Er zijn steeds meer verbindingen.

Daarnaast gaan gemeenten ook in gesprek met ‘losse’ jongeren/ouders en organiseert de gemeente Zwijndrecht bijvoorbeeld, een bijeenkomst om de ervaringen in de jeugdhulp op te halen. Het gaat om het samen zoeken naar een breed palet aan ervaringen in de jeugdhulp.

Ouders betrekken gaat relatief makkelijk. Het is veel lastiger om jongeren en migranten te betrekken. Je kunt niet op alle fronten informatie ophalen, want je spreekt niet alle doelgroepen.

Als gemeente moeten we nagaan hoe we sociale media in kunnen zetten. In Zwijndrecht is er bijvoorbeeld ‘GoodtoKnow’ waar jongeren tips en ervaringen uitwisselen. Je kunt meer signalen ophalen via sociale media, maar dat kost ook tijd. Belangrijk om goede ervaringen op dit gebied te delen.



4. Welke meerwaarde heb je ervaren van de (beleids)participatie van jongeren/ ouders?

Als je met jongeren/ouders praat, hoor je het cliëntperspectief, je doet het immers voor de kinderen en de gezinnen. En dan neemt je die blik mee, je spoort de blinde vlekken op en het verscherpt je beeld. Op deze manier wordt de leefwereld verbonden met de systeemwereld en wordt de omslag gemaakt van aanbodgericht naar vraaggericht werken.

Als meerwaarde wordt ook het ‘3D-verhaal’ genoemd: er spelen vaak meer dingen dan alleen jeugdhulp. Je ziet hoe het beleid uitpakt in de praktijk. Eigenlijk moet iedereen die beleid maakt in gesprek met jongeren/ouders, dan hoor je hoe het beleid uitpakt en kan het aangepast worden. Beleid is nooit af.



5. Welke tips heb je voor andere gemeenten die hiermee aan de slag willen?

  • Begin gewoon

  • Beperk je tot een aantal onderwerpen, stel je prioriteiten

  • Wees niet bang om je aan te passen

  • Informele structuur, niet dichttimmeren

  • Neem het serieus, geen excuustruus (doe het anders niet)

  • “Koester je lefgozers en initiatiefnemers en omarm je luis in de pels”

  • Er is persoonlijke en directe aandacht nodig om iets voor elkaar te krijgen. Wat hebben kinderen/jongeren/gezin echt nodig. De mens is leidend, niet het systeem.




6. Op welke manier kunnen gemeenten het beste handvatten worden gegeven om hiermee aan de slag te gaan?

Beleidsmedewerkers moeten zelf zien wat de meerwaarde is van het cliëntperspectief. De inbreng van ouders/jongeren moet onderdeel zijn van de manier van werken. Ga ook kijken waar het goed werkt. Deel ervaringen en ga met elkaar in gesprek.

Agendeer de cliëntenparticipatie op bestuurlijke en ambtelijke overleggen. De VNG speelt hierin een belangrijke rol.


Voor meer informatie over dit project: www.jeugdhulpdoenwesamen.nl