Brief van de gezamenlijke ouderplatforms aan Van Rijn en de Tweede Kamer, Kamerbrief AO jeugdhulp 16 november 2015

Post date: 15-nov-2015

Kamerbrief AO jeugdhulp 16 november 2015

Den Haag, 14 november 2015,

Geachte heer van Rijn, geachte Kamerleden,

De gezamenlijke ouderplatforms willen staatssecretaris van Rijn danken en complimenteren met het afschaffen van de ouderbijdrage voor alle vormen van jeugdhulp buitenshuis.

Zoals u bekend worden de zorgen aangaande de jeugdhulp steeds groter. De regionale ouderplatforms krijgen steeds meer meldingen dat jeugdigen, ondanks de wettelijk geregelde jeugdhulpplicht, geen passende zorg ontvangen.

Gemeenten voeren een jeugdhulp ontmoedigingsbeleid en trekken zich niets aan van deze jeugdhulpplicht en het IVRK. Voor ouders en jeugdigen rest niets anders dan via de rechter hun rechten af te dwingen. Dit staat haaks op een zo min mogelijk bureaucratisch beleid.

Over de wettelijk gestelde termijnen voor beslissingen op bezwaar valt veel te zeggen. Er zijn veel gemeenten die, ingevolge Artikel 7:13 Awb voor advies op bezwaar (adviescommissie), een onafhankelijke bezwaarcommissie hebben ingesteld. Dit betekent dat gemeenten 12 weken mogen doen over het nemen van een beslissing op bezwaar. Gemeenten mogen deze termijn eenmalig met 6 weken verdagen. Het gevolg is dat ouders in het slechtste geval ruim 4 maanden op een beslissing op bezwaar moeten wachten. Al die tijd is een voorziening niet of slecht passend en kan geen maatwerk worden ingekocht. Dit leidt er toe dat ouders en jeugdigen genoodzaakt zijn de rechtbank om een voorlopige voorziening te vragen. Het is vanzelfsprekend dat dit onnodig veel druk op de rechtspraak veroorzaakt.

Hoewel de ouderbijdrage gelukkig is afgeschaft, staat ouders, door de stapeling van zorgkosten, het water tot aan de lippen. Door de oplopende kosten ontstaat zorgmijding, het vermijden van zorg.

De regionale ouderplatforms hebben kennis genomen van het rapport van de Kinderombudsman “De zorg waar ze recht op hebben” d.d. 28-10-2015 en sluiten aan bij de zorgen die daar worden benoemd.

Aangevuld met grote zorgen over de privacy, het ontbreken van kennis over autisme en andere psychiatrische ziektebeelden, ontmoediging van het PGB en ontoereikende PGB-tarieven waardoor geen passende zorg c.q. maatwerk kan worden ingekocht. Er zijn gemeenten die stellen dat de eerste veertien uur zorg, die een jeugdige nodig heeft, onder de eigen kracht van ouders valt.

De beloofde eigen regie van de jeugdige en zijn ouders staan eveneens ter discussie. Gemeenten weigeren, wettelijk geborgde, onafhankelijke cliëntondersteuning op passende wijze te regelen en op de juiste manier invulling te geven aan het familiegroepsplan.

De bovengenoemde zaken, omtrent het uitblijven van passende zorg of maatwerk, te hoge kosten waardoor zorgmijding ontstaat, zijn onwenselijk. Het doorbreekt het recht van de jeugdige op een ononderbroken ontwikkeling zoals bedoeld in artikel 3 van het IVRK en doet eveneens geen recht aan de artikelen 23 en 24 van het IVRK.

In de Kamerbrief, van 10 november 2015 over de voortgang van de decentralisatie van het jeugdstelsel, wordt door staatssecretaris Van Rijn (VWS) en minister Van der Steur (V&J) onder 7.1 gerapporteerd over de toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan met betrekking tot het bevorderen van het recht op een familiegroepsplan.

Zoals in de inleiding bij de betreffende paragraaf juist wordt weergegeven draait het familiegroepsplan om de mogelijkheid voor ouders, gezinnen en hun netwerk de regie te voeren over de hulp die zij nodig hebben.

Voornoemde staatssecretaris en minister geven voorts aan: “Vanuit het Rijk en VNG worden gemeenten ondersteund om de bekendheid van dit recht goed vorm te geven”. Dit strookt niet met de dagelijkse praktijk!

Er wordt verwezen naar de modelverordening van de VNG en de factsheet familiegroepsplan. Zoals diverse partijen reeds eerder hebben aangegeven is het familiegroepsplan in de modelverordening en de factsheet verkeerd uitgelegd waardoor gemeenten niet over kunnen gaan tot een juiste toepassing van het recht op het familiegroepsplan. Laat staan dat zij burgers daarover juist kunnen informeren.

De opsteller van dit factsheet (NJi) heeft op een bijeenkomst, waarbij ouderplatforms aanwezig waren, ook aangegeven dat dit factsheet in de huidige vorm niet bijdraagt aan de transformatie. Helaas heeft dat nog niet geleid tot het opstellen van een nieuw en feitelijk juist factsheet.

Waar de factsheet de fout in gaat:

- het familiegroepsplan wordt niet gepositioneerd voordat hulpverleners aan de slag gaan

- de onafhankelijkheid van de ondersteuning bij het komen tot een familiegroepsplan wordt niet onderkend (geen verwevenheid met hulpverlening of gemeente, wel procesondersteuning zonder inhoudelijke bemoeienis)

- er wordt aangegeven dat hulpverleners ook kunnen ondersteunen bij het komen tot een familiegroepsplan (wat niet strookt met de wet die aangeeft dat het familiegroepsplan tot stand komt voordat hulpverleners worden ingezet)

- hulpverleningsmethodieken als oplossingsgericht werken, Verve, Signs of Safety of de Sociale Netwerkstrategie worden gelijkgesteld aan het komen tot een familiegroepsplan

- het inzetten van ondersteuning bij het komen tot een familiegroepsplan wordt gepositioneerd achter een gesprek met gemeente of hulpverlening over de inzet van deze ondersteuning.

Dit factsheet heeft een dermate brede uitleg van het familiegroepsplan dat vrijwel alle gangbare werkwijzen daaronder kunnen worden geschaard en het recht zoals gewaarborgd in de wet zijn belang verliest. Zoals in de inleiding aangegeven is het familiegroepsplan nu juist bedoeld om de regie bij de burger neer te leggen. Dat kan alleen als de burger ook eigenaar is van het plan en datzelfde plan ook gerespecteerd wordt. Dat verlangt van gemeenten en hulpverlening dat beiden zich onthouden van het uitoefenen van invloed op vorm en inhoud. Slechts indien de veiligheid van kinderen in het geding is mogen er voorwaarden aan het plan worden gesteld.

We zijn nu bijna een jaar, na invoering van het recht op een familiegroepsplan, verder en stellen vast dat er met dit recht nog bitter weinig wordt gedaan. Daar kan vlot verandering in worden gebracht door:

- de huidige factsheet te vervangen door een factsheet die wel in overeenstemming is met de wet

- gemeenten aan te sporen het familiegroepsplan per omgaande juist toe te passen

- stringentere eisen te stellen aan de voorlichting richting burgers

- een drempelloze toegang te eisen voor onafhankelijke cliëntondersteuning bij het komen tot een familiegroepsplan. (niet door hulpverleners en/of gemeentediensten en zonder inhoudelijke bemoeienis)

Onderzoek naar familiegroepsplannen, die met onafhankelijke ondersteuning tot stand zijn gekomen, laat zien dat daarmee veel leed wordt bespaard, er aan duurzame veiligheid voor kinderen wordt gewonnen, minder dwang en drang wordt ingezet en ook nog eens veel kosten worden bespaard. Wie kan daar tegen zijn?

In het vertrouwen dat er weldra passende maatregelen zullen worden genomen spreken de gezamenlijke ouderplatforms zich uit.

Desiree van Doremalen, Ouderkracht voor het kind

Anke-Elze de Jong-Rietstap, Ouderplatform Zuid-Holland Zuid

Jacqueline Gomes, Ouders Vechtstreek

Otger Meuwissen, Netwerk Ouderinitiatieven, NWOI

Margot 't Hart, Ouderplatform 't Gooi & Omstreken, OG&O

Erica van Everdingen, Stichting Maatjeswerk Autisme

Martine van 't Hek, Ouderplatform Ouders Maas en Waal

Jeroen Veltheer, Volgbaar Onderwijs

Petra de Groot-Langelaan, Ouderplatform kop van Noord-Holland