Brief door Ouderkracht voor 't kind aan de Tweede Kamer, Kamerbrief AO jeugdhulp 23 februari 2017

Post date: 28-feb-2017

Aan de leden van de Vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport

en aan de leden van de Vaste commissie voor Veiligheid en Justitie

van de:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

Betreft: Onderwerp AO jeugdhulp

Den Haag 23 februari 2017,

Geachte leden van de Vaste commissie voor VWS en V&J,

Vandaag donderdag 23 februari overlegt u met de bewindslieden van VWS en V&J over de jeugdhulp. Ruim twee jaar na de decentralisatie die verbetering moest brengen voor de jeugdhulp constateren ouders dat de problemen in de jeugdhulp steeds groter worden. Steeds meer kinderen krijgen niet de hulp die zij nodig hebben. Zo constateren ouders dat in Rotterdam, kinderen waarover een jeugdbeschermingsmaatregel is uitgesproken maanden moeten wachten op passende hulp. Dit is zorgelijk. Een maatregel van onder toezichtstelling wordt immers uitgesproken als er sprake is van een ontwikkelingsbedreiging. Daar een ontwikkelingsbedreiging, een gevaar en beschadigend voor het kind is dient deze zo snel mogelijk te worden opgeheven. Hiervan is geen sprake als er geen passend en adequate zorg voorhanden is.

Het lijkt erop dat gemeenten waar lange wachtlijsten zijn niet alleen in strijd handelen met hun zorgplicht aan kwetsbare kinderen maar ook in strijd handelen met de jeugdwet. De jeugdwet, zo bevestigde het gerechtshof in Den Haag onlangs stelt dat gemeenten ongeacht het budget wat zij hiervoor van de rijksoverheid krijgen moeten zorgen voor een voldoende passend hulp aanbod. Nu er landelijk zowel in het gedwongen en vrijwillige kader sprake is van lange wachtlijsten lijkt het erop dat gemeenten niet voldoende passend aanbod hebben ingekocht

Thans is er geen sprake van integrale toegankelijke zorg dicht bij het kind en de ouders. Terwijl dit wel de doelstelling van de jeugdwet was. Ouders, constateren een gebrek aan preventie en slimmere samenwerking ontbreekt. Ondanks dat alle vormen van jeugdhulp, nu onder één opdrachtgever vallen zien ouders meer verkokering en schotten.

Ouders, kunnen zich vinden in de bief waarin de gezamenlijke branches gespecialiseerde zorg voor de jeugd reeds eerder hun zorgen met u deelde. Desalniettemin hebben ouders nog een aantal zorgen zo zien zij grote zorgen bij de toekenning van PGB als ouders hulp uit het sociale netwerk willen betrekken.

Ondanks jurisprudentie van diverse rechtbanken weigeren steeds meer gemeenten ouders een PGB toe te kennen als zij daarmee hulp uit het sociale netwerk willen betrekken. De afgelopen periode hebben wij honderden dossier onderzocht en steeds kwam het zelfde naar voren. Met de meest uiteenlopende smoezen werden de aanvragen afgewezen. Zo stellen gemeenten dat de eerste twee uur zorg die zij hun kind leveren gebruikelijk zorg is. Dit betekent dat gemeenten doorgaans 10 uur aftrekken van het totaal aantal uren wat men aanvraagt. Er zijn ook gemeente die stellen dat alle zorg die een kind nodig heeft gebruikelijk zorg is. Gebruikelijke zorg is volgens de gemeente een moeder die iedere dag met haar 17 jarige kind naar school fietst omdat hij dit vanwege een beperking niet kan. Ook het toezicht en de hulp die een moeder haar 15 jarige nog iedere dag moet bieden bij het eten van wege een eetprobleem is volgens de gemeente gebruikelijke zorg. Er zijn ook gemeenten die het volgende stellen.

“De begeleiding individueel sociaal netwerk wordt niet toegekend. Er hebben wezenlijke veranderingen plaatsgevonden met de komst van de jeugdwet waardoor Begeleiding Individueel Sociaal Netwerk niet meer gecompenseerd kan worden op het moment dat moeder de hulp zelf kan verlenen”.

Gemeenten lijken niet te beseffen dat er ook opgroeiproblemen bestaan waarbij er altijd een voorziening noodzakelijk zal zijn, zonder dat sprake is van onwil of onvermogen van de kant van de jeugdige of zijn ouders. In veel gevallen zoals bij autisme, ADHD en ander psychiatrische beperkingen aan de kant van de jeugdige is het merendeels tot ver in de jongvolwassen leeftijd noodzakelijk dat er altijd een voorziening wordt getroffen.

Volgens de parlementaire geschiedenis behorend bij de jeugdwet behoort de huiselijke kring dus ook ouders tot het sociaal netwerk (Nota van Wijziging, 2 oktober 2013, 33 684, nr. 11, p. 17). Dit betekend dat Ouders zich zelf voor hulp aan hun kind kunnen inhuren middels een PGB. Ouders verzoeken de Staatsecretaris een einde te maken aan de pertinente weigering van gemeenten om ouders een PGB toe te kennen als zij dit willen inzetten voor hulp aan hun eigen kind.

Inmiddels komt er steeds meer jurisprudentie over PGB kwesties die betrekking hebben op de jeugdwet. In veel gevallen worden ouders door de rechtbank in het gelijk gesteld. De rechtbank legt de gemeente dan dwingend op hoe te handelen of hoe hun beleid aan te passen. Dit brengt ook met zicht mee dat de gemeente in de meeste gevallen een nieuwe beschikking moet maken. Ouders constateren met grote regelmaat dat gemeenten beschikkingen van de rechtbank naast zich neer leggen. Wat gaat de Staatsecretaris daar aan doen.

In de Kamerbrief met het kenmerk: 1094476-161225-J d.d. 17 februari 2017 gaat de Staatsecretaris in op de vrijwillige plaatsing gesloten jeugdhulp. Ouders zijn van mening dat dit ten alle tijden dient te geschieden middels een machtiging van de kinderrechter. Voor het overige delen zij de visie van Defence For Childeren die hier een hierover een uitgebreide brief aan uw commissie deed toekomen.

Wel willen ouders ingaan op het rapport over de toepassing van de voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp.

Ouders zijn zeer kritisch over de voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp, vooral over het gegeven, dat de uitvoerende instelling beslist over het opnemen van de jeugdige in een gesloten setting. Dat besluit is het feitelijke besluit over vrijheidsbeneming en moet dus door de rechter genomen worden. De mogelijkheid dat de jeugdige dit voorlegt aan de rechter is wel een gedeeltelijke tegemoetkoming aan de eisen van de rechtsstaat, maar is inderdaad omslachtig en halfslachtig. Ouders vinden dat dit op voorhand bij de rechter moeten komen.

Het onderzoek dat door de Staatssecretaris gebruikt wordt in zijn brief aan de Tweede Kamer zegt in dit opzicht helemaal niets. Opvallend aan dat onderzoek is wel dat de Staatsecretaris zegt, dat de onderzoekers spreken over “een nuttige aanvulling”. Vervolgens concludeert Staatsecretaris, dat het onderzoek heeft uitgewezen, dat de huidige gang van zaken nuttig is.

Het is subtiel, maar het is naar de mening van de ouders als het ongemerkt een kant op duwen van de discussie. Namelijk die van het instant laten van de voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp zoals deze nu is en de jeugdhulpaanbieder dus mag blijven beslissen over de vrijheidsbeneming van de jeugdige.

Dit is in strijd met het IVKR en het EVRM, op basis van deze verdragen kan een beslissing tot vrijheidsbeneming alleen genomen worden door een rechter of een onafhankelijke, onpartijdige deskundige commissie. Een jeugdhulpaanbieder kan volgens het IVRK en het EVRM nooit als zodanig worden aangemerkt.

De ouders sluiten af met de constatering dat naast bovengenoemde zorgpunten, er gelukkig ook dingen goed gaan. Helaas dienen genoemde knelpunten met spoed te worden opgelost. Het kan niet zo zijn dat jeugdigen en hun ouders te lang op passende hulp moeten wachten hun PGB aanvragen op oneigenlijke gronden worden afgewezen. En er jongeren van hun vrijheid worden benomen zonder tussenkomst van de rechter.

Met vriendelijke groet,

Namens ouderkracht voor t kind

Desiree van Doremalen

Jacqueline Gomes

Per adres

Stadsmolen 112

3146 CW Maassluis