Post date: 28-feb-2017
Aan alle College- en Raadsleden van de 17 gemeenten in Zuid-Holland Zuid
Dordrecht, zaterdag 25 februari 2017
Betreft: het signaal dat er kinderen binnen de 17 gemeenten van Zuid-Holland Zuid (ZHZ) zijn die geen gespecialiseerde individuele ambulante begeleiding kunnen ontvangen omdat het budgetplafond voor deze specifieke vorm van zorg in natura (ZIN) reeds is bereikt.
Geacht College, geachte Raad,
Namens het ouderplatform Zuid-Holland Zuid wil ik u attenderen op het feit dat wij signaleren dat er kinderen binnen de 17 gemeenten van Zuid-Holland Zuid (ZHZ) zijn die geen gespecialiseerde individuele ambulante begeleiding kunnen ontvangen omdat het budgetplafond voor deze specifieke vorm van zorg in natura (ZIN) voor bijvoorbeeld kinderen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) reeds is bereikt.
In januari ontving ik de eerste signalen via meldingen van ouders en jeugdprofessionals. Als ouderplatform waren wij toen nog in de veronderstelling dat het om onduidelijkheden bij de hulpverleners zou gaan.
Er werd immers zowel ultimo 2015 als medio 2016 ook al gesproken over cliëntenstops voor deze kwetsbare groepen kinderen.
Op onze eerste bijeenkomst ‘Regie in de Regio’ op woensdag 8 februari jongstleden kwamen vanuit de kant van de professionals dermate veel signalen dat wij gemeend hebben nader ‘onderzoek’ te moeten verrichten. Hierbij zijn wij zorgvuldig te werk gegaan.
Wij hebben, vanwege de ernstige bedreiging voor de ontwikkeling van deze kinderen alsmede de ernst van de consequenties bij deze problematiek, gekozen om eerst de omvang van de problemen voor de gespecialiseerde individuele ambulante begeleiding voor kinderen met een ASS in kaart te brengen. Denkt u daarbij onder meer aan aan een toename van het aantal plaatsingen van jongeren in de crisisopvang.
In de spaarzame uren dat onze tijd niet wordt opgeslokt door intensieve zorg binnen onze gezinnen werken wij, zonder één enkele vorm van financiering, aan dit soort zaken.
Dit heeft als gevolg dat wij de ernst en de omvang van de problemen voor sommige groepen nog niet exact in kaart hebben kunnen brengen, hoewel wij ook veel signalen hebben ontvangen over onder meer de (oude) jeugdzorg en de zorg voor jeugdigen met een lichte verstandelijke beperking (LVB).
Wij zijn op basis van de signalen van ouders in de eerste plaats te rade gegaan bij de jeugdprofessionals. Zij gaven aan of het antwoord op onze vraag niet te weten of dat kinderen met een ASS op dit moment geen gespecialiseerde individuele ambulante begeleiding kunnen ontvangen omdat de organisaties een cliëntenstop danwel een onaanvaardbaar lange wachtlijst hebben voor deze specifieke vorm van ZIN.
Daarna hebben wij in kaart gebracht welke organisaties dergelijke zorg in de regio ZHZ leveren en tegelijkertijd het vertrouwen genieten van onze achterban.
Met bestuurders, directies en/of staffunctionarissen, van deze organisaties, ben ik in overleg getreden. Ik heb hen de vraag voorgelegd of er nu wel of geen cliëntenstop geldt voor deze specifieke vorm van ZIN voor kinderen met een ASS. Hoewel sommige van deze organisaties om voor de hand liggende redenen liever niet spreken over een cliëntenstop voor ZIN gaven alle organisaties aan de genoemde ZIN voorlopig niet aan te kunnen bieden, behoudens die kinderen die reeds in zorg zijn.
Wij hebben een eenduidig antwoord gekregen omtrent oorzaak. Deze ligt voor de hand omdat er reeds vanaf januari “gaten geschoten worden in het budgetplafond”. Vanuit de “cliëntenstops” ultimo 2015 en medio 2016 is dat eenvoudig te verklaren. Toen zijn de budgetplafonds niet verhoogd. Organisaties mochten immers voor ZIN in geen geval groeien.
Laten wij ons heel even bewust worden van het feit dat het om een groep kinderen gaat met een levenslange, levensbrede beperking en/of complexe jeugd-ggz-problematiek. Deze kinderen blijven (zeer) langdurig in zorg en als ouders, kind en gezin tevreden zijn over de geboden hulp, kinderen niet verhuizen of overlijden vallen er geen beschikbare plaatsen vrij en kunnen er geen ‘nieuwe’ kinderen instromen.
Naar ik begreep zouden er wel kinderen in zorg kunnen komen wanneer de zorg wordt gefinancierd door middel van een persoonsgebonden budget (pgb). Gezien de brief die ik uw raad en het college gisteren heb doen toekomen en in het licht van de informatie die velen van u al meerdere malen van mij persoonlijk hebben mogen ontvangen lijkt dit voor veel van deze gezinnen een allerminst serieus te overwegen alternatief.
Wanneer het om het pgb gaat pakt het beleid uit de systeemwereld vaak slecht uit in de leefwereld van de gezinnen. Onze ervaringen laten zien dat veel van deze gezinnen zich nog in een ‘nachtmerrie’, van onbeantwoorde bezwaarschriften, ambtshalve afgewikkelde bezwaarschriften, omdat zij niet gehoord werden door een onafhankelijke bezwaarschriftencommissie en ‘last but not least’ het eeuwige wachten op hun beroepsprocedure, bevinden. Ik ken casussen waarbij de aanvraag voor een individuele voorziening in 2015 plaatsvond, waarbij ouders in beroep zijn gegaan, waarvoor zelfs nu nog geen zittingsdatum is gepland. Ik kan u verzekeren dat dit slechts voorbehouden is aan die ouders die snel over enorme geldsommen weten te beschikken. Ouders die dat niet kunnen zijn immers in geen geval in staat om gedurende twee jaar de zorg voor hun kinderen te financieren omdat het beleid van de 17 gemeenten zo nadeling uitpakt in de uitvoering.
Ik hoop dat ik u voldoende heb weten te overtuigen van het feit dat het afwentelen van het risico op het budgettekort door het financieren van de betreffende zorg middels een pgb een uitermate slecht idee is.
Ook dit signaal zal ik, na twee zeer lange jaren van doormodderen, doorzetten naar de staatssecretaris en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Binnen de Jeugdwet vallen veel kinderen met een levenslange, levensbrede beperking en kinderen met complexe jeugd-ggz-problematiek. Zij hebben vaak dringend en langdurig specialistische kennis en zorg nodig. Het wordt tijd dat wij binnen de 17 gemeenten gaan inzien dat de consequentie van het feit dat het om kinderen met een levenslange en levensbrede beperking gaat een hele andere denkwijze en financieringsvorm van ons vragen dan bijvoorbeeld kortdurende interventies binnen de jeugdzorg of kortdurende opvoedondersteuning binnen de uitgaven voor preventie!
Nergens uit de Jeugdwet en/of de geldende jurisprudentie blijkt overigens dat het gelegitimeerd zou zijn dat kinderen geen juiste, volledige en/of tijdige jeugdhulp ontvangen omdat het budget zou zijn overschreden.
De Jeugdwet is volstrekt helder, aldus staatssecretaris Martin van Rijn in de bijgevoegde Kamerbrief van 12 oktober 2016 betreffende de Toegang tot jeugdhulp in Almere.
Gemeenten hebben, op grond van artikel 2.3 de plicht passende jeugdhulp te leveren voor alle kinderen en gezinnen die dat nodig hebben. De ‘zorgplicht beperkt zich dus niet tot acute hulpvragen’, schrijft Van Rijn aan de Kamer. ‘Het enkele feit dat het gemeentelijk budget voor jeugdhulp overschreden (dreigt) te worden doet niet af aan die jeugdhulpplicht.’
De gedeeltelijke stop op jeugdzorg die Almere tot januari 2017 heeft ingesteld, is in strijd met de Jeugdwet. Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS, PvdA) benadrukt in deze Kamerbrief dat gemeenten een jeugdhulpplicht hebben.
Ik verzoek u, namens het ouderplatform Zuid-Holland Zuid, om zich uit te spreken over het feit dat ook al dreigen de budgetten voor de 17 gemeenten in ZHZ voor jeugdhulp overschreden te worden dat niets af doet aan de jeugdhulpplicht.’
En daarnaast dat een gedeeltelijke stop op jeugdhulp zoals op dit moment binnen de 17 gemeenten van ZHZ wordt uitgevoerd door de Stichting Jeugdteams Zuid-Holland Zuid op aanwijzing van de Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid in strijd is met de Jeugdwet.
In afwachting van uw reactie verblijf ik,
Anke-Elze de Jong-Rietstap,
namens het ouderplatform Zuid-Holland Zuid
06-43484945