Mr. Daniël Heinsius (justitie Batavia)

Daniël (Heijns, Heijnsius) Heinsius (Braems?) (Den Haag?, ca. 1648? – Utrecht, voor 16 mei 1705), raad-extraordinaris van Indië en vice-president van de Raad van Justitie op het Kasteel van Batavia, was een zoon van Margaretha van Wullen. Is mogelijk identiek aan de eerste zoon Daniel Heinsius van Nicolaas Heinsius senior. 

Daniel Heynsius heeft zijn moeder Mme. Margaretha van Wullen genoemd in zijn testament, en hij heeft daarin eveneens een broeder benoemd genaamd Nicolaas Heinsius. Hij bezit met Maria Paviljoens een kerkgraf in de Pieterskerk in Leiden, bekend als 'Kerkgraf kooromgang nr.12'. Hun huwelijk werd helaas nergens gevonden. Daniel is bekend als testateur bij het Hof van Utrecht op 16 mei 1705, de datum van het testament. Hij is 'oud en broos' en woont in de Boterstraat in Utrecht, welk huis verzegeld is bij lezing van het testament na overlijden. In het testament worden verdere familieleden beschreven. Uit een notarisakte blijkt dat hij een dochter Antonia Heinsius heeft en een dochter Ermgard Heinsius. Zij wonen in Leeuwarden en zijn beiden gehuwd met een Plettenberg, zie voor hen het Stamboek voor Friese Adel. Uit het huwelijk van Ermgard volgde een zoon met de naam Daniël Antony van Plettenberg, mogelijk dan vernoemd naar haar vader. Ermgard Heinsius verkocht in 1747 haar deel van het huis in de Groeneweg te Leeuwarden aan Anthony Coulon, de bouwmeester van de Prins van Oranje-Nassau. In de 17de eeuw vermoedelijk het woonhuis van Antje van Dekema, de vrouw van Hendrik van Byllandt Heinsius, zie bij Het Huis Heinaut. In het testament van Daniel is Maria Heinsius, om onduidelijke redenen, niet opgenomen. De jongedochter Maria Heijnsius stierf in 1717 te Utrecht in voornoemde Boterstraat en liet een grafstede met haar familiewapen en haar moeder na. In Leeuwarden vonden we tot slot nog de aankoop in 1727 van het huis in de Bagijnestraat van Sophia Overman (1/3 part) door Maria Pavillioens wed. Daniel Heinsius wonende binnen Utrecht. Blijkbaar voor haar dochters aangekocht, edoch zekere Mathijs Overmans woonde tegenover Hendrik van Byllandt Heinsius, op de plantage buiten de Wirdumerpoort. Een laatste complicatie betreft zekere Maria Paviljoen te Amsterdam die bij ene Daniël Braems thuishoort, een admiraal op de Oost-Indische retourvloot. Zij ligt schijnbaar begraven in Amsterdam, en niet in Leiden. Zijn testament vormt aldus een belangrijk archiefstuk voor deze familierelaties.