Dr. Daniël Heinsius (advocaat Hof v. H.)

Daniël Heinsius (Den Haag, 1648 – Alkmaar?, na 1676), advocaat aan het Hof van Holland (1674), was een zoon van Nicolaas Heinsius senior, resident der Geünieerde Provinciën, familie van Daniel Heinsius. Mogelijk, maar niet waarschijnlijk, is hij identiek met Daniel Heinsius, vice-president van de Raad van Justitie van Batavia,  ook wel Daniel van Braems genoemd.

Studeerde rechten in Leiden (1668) en in Harderwijk (1669), zijnde een zoon (filius) van Nicolaas en een neef (nepos) van Daniel. In het voorwoord van het proefschrift van Nicolaas Heinsius junior werd hij opgenomen als Danieli Heinsio, JUD. Hij lijkt derhalve te promoveren in Harderwijk. Huwde in Alkmaar in 1674, als "Daniel Heinsius advocaet voor den Hove van Hollant wonende binnen 's-Gravenhage", met Isabella Maria van Veene, geboren in Alkmaar in 1655, dochter van Simon van Veene en Maria van Nierop. In 1675 lieten zij in Alkmaar een eerste zoon dopen genaamd Nicolaus Heijnsius, en nogmaals een zoon Nicolaus Heijnsius, een jaar later 1676. Isabella Maria van Veen is mogelijk identiek aan Maria Paviljoens, zie dan alles na bij Daniel Heinsius, vice-president van de Raad van Justitie van Batavia in Nederlands-Indië, want anders zijn dit andere Heinsii. Het Adelyk en Aanzienelyk Wapenboek heeft haar stamboom onder het geslacht Van Veene, en schrijft dat zij huwde met Mr. Daniel Heinsius en kinderloos stierf op 5 mei 1699. De familie Van Veene noemde zich meermaals een leenheer van de Graaf van Egmondt. In Leiden schreef zich bij rector Frederik Dekkers op 13 oktober 1700 in de Dr. Hon. Daniel Heinsius, Nicolai filius, zijnde dan 48 jaar, Amsterdam. Daarna werd hij, komende van Den Haag, in 1703 poorter van Leiden. De weduwnaar troostte zich blijkbaar in academische kringen. Mr. Daniel Heinsius vormt nota bene in de picareske schelmen- of avonturenroman van Nicolaas Heinsius jr. mogelijk een hoofdpersoon, namelijk de structureel afwezige advocaat, waarvoor de ik-figuur (i.e. Nicolaas Heinsius jr.) werkte als schrijver. Zie hiervoor De Vermakelijke Avonturier. De genealogische databank Familysearch neemt met andere auteurs aan dat hij wel degelijk de man van Batavia is. Het bewijs daarvoor ontbreekt echter. De loopbaan aldaar: Advocaat voor het Hof van Holland te ‘s-Gravenhage; lid Raad van Justitie te Batavia; keert terug naar Nederland als schout bij nacht der retourvloot (1684); vice-president van de Raad van Justitie te Batavia en raad extra-ordinaris van Indië (1693); commandeur der retourvloot en commissaris ter visite van Cabo de Goede Hoop (1698). Het geslacht Heijningh heeft het vermoeden af te stammen van de hier behandelde Daniël Heinsius uit Den Haag. Daar is volstrekt geen enkele grond voor. Bij de adelborst Jacob Daniëlsz van Heininghen, is echter wel goedgevonden dat hij in 1688 als edelman zou aanmonsteren op het schip De Nederland. Maar of Jacob zelf familie is van de familie Heijningh is überhaupt al niet vast komen te staan. Idem dito Nicolaas Heijninge van Leiden die geen normaal verloop heeft. Reeds na enkele maanden is de dure edelman spoorloos, waar normaliter een vlotte loopbaan verschijnt. Insgelijks Nicolaes Heijning van Delft. Zou het die lijn zijn, dan noemt men zich daar, de Edele van Vosmaer. Een klein onderzoekje leverde meteen een betaling op aan een zekere Livinus (Lieven) Vincents. Dat is de familie van Dr. Vincent Heinsius van Harlingen. Ergo, met het Duitse en Nederlandse toponiem Heiningen, moet men erg afzien van de naam Heinsius. De 'tragiek' van die Daniel Heinsius is met name dat hij drie dochters kreeg: Ermgard, Anthonia en Maria. Om die reden stierf dit roemrijke geslacht uit in Holland. Een notaris is nog druk geweest met het regelen van hun nagelaten grafstede in de Pieterskerk.

Bronnen, noten en/of referenties

·         Album Studiosorum Harderwijk

·         Adelyk en Aanzienelyk Wapen-Boek (Heinsius x Van Veene)