Johan Heinsius (gedeputeerde)

Johan (Jan) Heinsius (Heynes) (Leeuwarden, 8 juni 1632 – Oldelamer, 26 okt. 1681), was een bijzitter en mederechter van de grietenij Weststellingwerf, en behoorde tot de Gedeputeerde Staten van Friesland. Was mogelijk een zoon van Hendrick Gerrits van Bijllandt Heinsius en diens eerste vrouw Botje Johanna van Bottnia.

Johan was een mederechter en bijzitter van de grietenij Weststellingwerf vanaf 1666. De 'duale grietman' huwde 7 december 1673 te Leeuwarden met Brechtje O' Gaeles, weduwe van Abram Rewers, een wijnkoper in Leeuwarden. Abram Rewers huwde in 1647 met Brechtje en was in 1664 nog in leven toen hij een bedrag van 5-10 guldens ontving uit de kas van de Ontvanger Generaal. De echtelieden Abram Reners en Brechtje Gaeles werden in 1648 samen aangenomen als Geref. lidmaat in Leeuwarden. Brechtje Gaeles 40 jaren oud was in 1668 getuige in een rechtszaak, inzake de belediging van prinses Albertina, de weduwe van Willem Frederik van Nassau-Dietz, en de magistraat en secretaris Adius, gepleegd door Hero Johannes, de apotheker van Leeuwarden. In 1673 ontvangt Brechtje van de Ontvanger Generaal maar liefst 250-10 goudguldens, wegens de verteringen op de Landsdag bij haar thuis. Een jaar later ontvangt zij de Landsdag verteringen opnieuw, maar dan is zij gehuwd met Johan Heinsius. Johan was kort tevoren geïnstalleerd als gedeputeerde met een handgemaakt vergaderkussen. Ook Johan heeft deze officiële ambtelijke provinciale betalingen. Eenmaal in 1673 voor de inkoop van schuiten turf in Heerenveen en andermaal in 1674 met de heer Arent van Loo voor defensiewerken aan de schansen Breberg en Swartedijck. Twee voordochters van Brechtje O' Gaeles bij Abram Rewers zijn bekend. Sara Rewers welke huwde met de predikant Foppo Gellius van Boëtius van Wirdum en Cathalijntje Revers die huwde met de wijnkoper Andreas de Conter von Jevere. Dit laatste clubje heeft blijkens de inventarisatie: twee familiegraven in de Galileërkerk, alwaar ten minste Sara en Andreas begraven liggen (Erven van Andries Canter); alsmede een forse schuld van 2.000 goudguldens aan de halfzusters van Dr. Cornelius van Bijllandt Heinsius: Maycke en Elisabeth van Pontanus Lomars. In het sterfhuis van Johan Heinsius de belangrijke inventarisatie door zijn opvolger, de Ed. Heer Ernst van Haren, grietman van Weststellingwerf (Tresoar, Inventarisatieboek 1677-1683, Fol.47, 1681). De weduwe is Brechtje Gaeles en zijn 4 kinderen worden genoemd: Geert Jans Heinsius; Immigje Jans Heinsius x Mr. Wilhelmus Fabritius, chirurgijn;  H.J. Heinsius secr. Haskerland; en Anna (Antien, Annechien, Annetien) Heinsius (Tresoar, Inventarisatieboek 1677-1683, Fol.32, 1680) x Ruurd Dirks, dorpsrechter en ontvanger van Oldelamer. Tot de erfenis behoorde onroerend goed te Oldelamer, Oldeholtpade en Oldetrijne. Ook in Oldeholtwolde en Spanga liggen percelen tot aan Kuinre. Bij de vastigheden o.a. genoemd: de Ed. Here Dirck van Baard met vrouw Wypcke van Bootsma, de predikant Johannes Schuering, Vrouwe Magdalena van Burmania met man de Ed. Here Hero van Ockinga, Albert van der Leij, Isacus Acronius en Dr. Dominicus Feenstra. De sterfakte werd ondertekend door: Brechtie Gaeles, H:J: Heinsius, Immigje Heinsius, Mr. Willem Fabritius, Ruerdt Dirx, Ernst van Haren, Haijo van Ylst en S: Brecker. Johan woonde daar tussen het Veen en de Brink bij lieden als predikant Abelius Franckena, Mr. Mathijs Hoothusius, Dhr. Hans Lijcklama en Dr. Baeij. Hij werkte bij het Gerecht van Weststellingwerf overwegend met de rechter-commissaris Claes Rommerts en met notaris Elias Wigeri, ter Secretarie. Johan Heinsius vormt de stamvader van de familie Van Laenstra Heinsius

Bronnen, noten en/of referenties

·         Drukwerk Gedeputeerde Staten

·         Getuigenverhoor

·         Stemkohier Spanga