Ine Veen over Jean Thomassen

                                            Een genie of een gek? 

      Bekender in het buitenland dan in zijn geboorteplaats Den Haag

 

 Jean Thomassen, de meester van het absurde realisme

 

 Jean Thomassen (1949) is ongetwijfeld de succesvolste realistische schilder die Den Haag in de laatste decennia voortbracht. Met zijn aparte werk won hij een half dozijn awards in Canada, Bulgarije en Amerika. De internationale pers schreef destijds uitgebreid over zijn geruchtmakende Pavlova tentoonstellingen en hij is één van die zeldzame Nederlanders die ooit geïnterviewd werd door de Amerikaanse nieuwszender CNN.

 Het leven van Jean Thomassen is al even ongewoon als de voorstellingen op zijn schilderijen. Zijn ouders leerden elkaar in de Hongerwinter van 1944 kennen in het bekende Haagse etablissement Heck op het Spui. Bernard Thomassen (1913-1967) was een militaire oorlogsinvalide en oud concentratiekampgevangene die verbleef in het Militair Hospitaal in de Muzestraat. Moeder Corrie Versluis was de dochter van een PTT-directeur. Jean was hun tweede zoon. Hij werd in 1949 in het Haagse Zuidwal Ziekenhuis, als zeven maands kind, geboren en kreeg in 1955 onverwacht botkanker (osteosarcoom). Men ging er van uit dat hij nog een paar maanden zou leven en zijn begrafenis was reeds besteld. Volgens zijn moeder was het een wonder van God dat hij zijn ziekte overleefde. In de periode 1955-56 lag hij maanden in een ziekenhuisbed en er volgde een eenzame jeugd, want buitenspelen of ravotten was taboe. Zijn grote passie werd de encyclopedie uit de boekenkast. Lezen kon hij nog niet, maar hij was gefascineerd door de mooie plaatjes van schilderijen. Hier lag de oorsprong van de latere kunstenaar. Met zijn moeder en broer dwaalde hij ooit in het Haagse Mauritshuis. Bij het zien van het werk van Adriaen Brouwer en Rubens wist hij opeens wat hij later wilde worden: schilder! Op school had hij vanaf zijn 12de jaar steevast een tien voor tekenen op zijn rapporten. Het was dus voor niemand een verrassing dat hij beeldend kunstenaar zou worden. Maar een toelatingscommissie van de Koninklijke Academie in Den Haag dacht daar in 1969 anders over. Alles moest toen abstract en modern zijn en een nozem die zo nodig fotografisch nauwkeurig wilde tekenen werd smalend afgewezen. Voor Jean was het één van de zwartste dagen uit zijn leven. Wie geen academiepapiertje had werd dus ook geweigerd voor alle voor kunstenaars bedoelde regelingen en moest maar zien hoe hij zich zou redden.

Straatarm: Alle stereotypen die we kunnen bedenken over miskende hongerige kunstenaars die op een houtje zaten te bijten zijn voor hem van toepassing geweest. Volkomen berooid leefde hij een tijdje in Amsterdam op twee zolderkamers en keerde in kommervolle omstandigheden terug naar Den Haag. Hij was straatarm en wilde alleen maar schilderen. We schrijven 1972. Ik was destijds in Nederland actief als actrice en stond regelmatig in de landelijke kranten en dat leverde nogal wat fanmail op. Iemand die ook graag een foto van mij wilde was deze wonderlijke Haagse schilder die mij wilde portretteren. Wij schreven elkaar wel eens over de voortgang van dat werk en toen ik met de crew van Bruce Lee aan het werk was in Scheveningen voor mijn rol in de film Kung Fu against Godfather besloot ik eens te gaan kijken bij Jean. Ik was verbaasd over zijn armzalige bestaan en besloot iets te gaan doen voor deze wereldvreemde kunstenaar en regelde zijn deelname aan een groepstentoonstelling bij Galerie Artim aan de Haagse Driehoekjes. Een legendarische galerie, want dit was de eerste die toen werk van realistische schilders als Willink en Johfra bracht. Kunstenaars die toen nauwelijks serieus werden genomen, want alles moest abstract zijn. Door mijn aanwezigheid, met vriendin Mathilde Willink, bij de vernissage viel de aandacht op die onbekende schilder Jean Thomassen. Ik wist de Veronica Omroep te interesseren in het idee een film over zijn werk temaken. Regisseur Tineke de Nooy deed dat voortreffelijk. Leuk was dat de dag na de tv-uitzending Jean al zijn werk verkocht op een tentoonstelling in het Van Reekummuseum in Apeldoorn. Het is een amusant idee dat ik de ontdekker ben geworden van deze kunstenaar, want na 1975 ging het heel hard met zijn loopbaan.


Awards : In de jaren tachtig deed Jean Thomassen pas goed van zich horen. Zijn absurde realistische werk dat in Nederland vaak  door critici werd verguisd won Price Awards in Toronto, maar liefst drie keer werd zijn werk daar bekroond. Ook in Bulgarije en Amerika gebeurde dat. Het werd hem duidelijk dat zijn succes in het buitenland lag. En er volgde deelname aan een reizende tentoonstelling door België en tentoonstellingen in Houston, Parijs, Marseille, Hyeres etc. In ons land raakte hij een beetje in de vergetelheid, want hij exposeerde hier immers zelden, maar dat veranderde eind jaren tachtig begin jaren negentig. Tentoonstellingen in het Haagse Hotel des Indes rond Anna Pavlova brachten hem internationale bekendheid. Hij schreef een geruchtmakende biografie over de balletlegende en was de oorzaak van enorme diplomatieke deining vanwege de laatste wens van Anna Pavlova, ooit te mogen rusten in haar dierbare vaderland als de communisten zouden zijn verdwenen. Dat was dus het geval in 1991 en zelfs de perschef van premier Margret Tatcher werd naar Nederland gestuurd om met ons te praten over een eventuele verhuizing van de as van Pavlova. De bekende Haagse Telegraafjournalist Henk van der Meyden heeft diverse keren paginagroot over de Pavlovatentoonstelling geschreven. Het werk waarmee Jean Thomassen in het buitenland beroemd werd was bijna nooit op tentoonstellingen te zien in Nederland. Op zijn merkwaardige schilderijen zien we copulerende scharen, huizen met ritsluitingen en Bh’s, invasies van gebakken eieren, kortom voorstellingen die nooit eerder werden gemaakt. In Nederland kon hij recensies lezen die varieerde van: De maker van deze schilderijen wordt vast gemist in een gesloten inrichting, want een normaal mens kan zoiets toch niet bedenken? Of wat dacht u van: Mag ik hier kotsen of moet dat buiten? De directeur van Museum het Markiezenhof vond dit een reden om eens zes zalen van het oude paleis, waar ooit de markiezen van Bergen op Zoom resideerden, leeg te halen en vol te hangen met werk van ‘de meester van het absurde realisme’. Het was een hele moedige stap. Niet alleen het aantal bezoekers overtrof alle verwachting ook de response in de media. De Telegraaf besteedde zelfs drie  pagina’s  kleurenbijlage aan de eerste overzichtstentoonstelling van Jean Thomassen, een genie of een gek?.

Rampen: Het is een feit dat niemand kleiner kan schilderen dan hij. In 1998 vervaardigde hij bij wijze van stunt ’s werelds aller- kleinste olieverfschilderij, dat zonder loep werd gemaakt. Het werd officieel gemeten door een expert met elektronisch nauwkeurige apparatuur; De maten waren…1,2 x 1,1 mm. Goed voor een vermelding in het Guinness Book of Records in 1998. Vreemd genoeg staat dat record nog steeds, want niet één schilder zag kans dit te overtreffen. Zijn werk werd ook opgenomen in de beroemde Ennekingcollectie, ooit de tegenhanger van de Dirk Scheringacollectie. Er volgde een grote tentoonstelling van die verzameling in het Westfries Museum in Hoorn en het viel directeur Ruud Spruyt op dat de meeste belangstelling werd getrokken door … het werk van Thomassen en dat bracht hem op het idee een drietal overzichtstentoonstellingen te organiseren van de ‘meesters van het fantastisch realisme’. Zo kwam er een grote tentoonstelling rond het werk van Johfra, de beroemde Weense schilder Ernst Fuchs en van Jean Thomassen. Laatst genoemde trok de meeste belangstelling qua. publiek en pers. Er was afgezien van boeken niets te koop op die tentoonstelling, want Thomassen werkt uitsluitend in opdracht. Minder bekend is dat Jean Thomassen zelf ook heel actief is als auteur. We kennen zeker honderd artikelen van zijn hand over de meest uiteenlopende onderwerpen. Hij is verder de auteur van inmiddels 15 boeken over kunst, hekserij en mediums, zwendel in de kunst- en antiekhandel, de geschiedenis van de Rock and Roll, het oude Egypte, Ballet en de Holocaust. Het turbulente leven van Jean Thomassen is een aaneenschakeling van processen, rellen en rampen. In de beroemde Ennekingcollectie, waarover hij een monumentaal boek mocht schrijven, bevonden zich 13 grote Thomassens, maar ook werk van de Haagse kunstenaars Diana van den Berg, Johfra, Frans Erkelens en oude meesters uit de 17 de eeuw. De hele collectie ging in 2008 in vlammen op. Jean vond dit verlies erger dan de dood van zijn ouders.

Naar Heiloo: Eind 2008 besloot hij Den Haag voorgoed de rug toe te keren en te vertrekken naar het Noord-Hollandse Heiloo. Nauwelijks daar woonachtig werd hem door burgemeester drs. Hans Romeijn een ridderorde opgespeld voor zijn bijdrage aan de Nederlandse schilderkunst.. Het is een feit dat het aantal realistische schilders met zo’n lintje op één hand te tellen zijn. Anno 2012 kun je geen buitenlands kunstboek over realisme meer openslaan of je stuit op het werk van Thomassen. In boeken als het Scandinavische Imaginaire, of het Canadese Visionary Art Yearbook dan wel Dreamscape, ze besteden allemaal ruim aandacht aan het werk van deze schilder die recent werd benaderd door een Duitse uitgever die zijn werk gaat opnemen in een boek met het werk van de 100 beste hedendaagse realisten. Het is jammer dat er nooit een tentoonstelling in Den Haag is geweest met het werk waar deze geboren en getogen Hagenaar zoveel succes mee oogstte in het buitenland.


Ondertekend

Ine Veen

 ine.veen@quicknet.nl