Ook uw GEBOORTEPLAN opstellen ?
Verloskunde
Mediolaterale episotomie bij kunstverlossing beschermend tegen totaal ruptuur
de Vogel J, van der Leeuw-van Beek A, Gietelink D, Vujkovic M, de Leeuw JW, van Bavel J,Papatsonis D.Am J Obstet Gynecol, 2012,206(5):404.e1-5.
Een kunstverlossing is een gekende risicofactor voor het optreden van obstetrische anale sfincter letsels. De literatuur kent tegenstrijdige resultaten of een mediolaterale episiotomie al dan niet beschermend werkt tegen het optreden van sfincterletsel. Deze studie was een retrospectieve cohortstudie die alle à terme eenlingbevallingen tussen 2001 en 2010, waarbij een vaginale kunstverlossing werd verricht, analyseerde. In totaal werden van 2861 vrouwen maternale en obstetrische karakteristieken geanalyseerd met behulp van een logistisch regressiemodel. In 81% van de gevallen werd een mediolaterale episiotomie geplaatst. Vrouwen in deze groep bevielen vaker per forcipale extractie (12,7% vs 3,9%), vaker van kinderen met achterhoofdligging met achterhoofd achter (13,2% vs 9%), vaker primipara (87,6% vs 73,5%) en bevielen vaker met epiduraal anesthesie (22,3% vs 13,8%). Een vacuümextractie werd vaker verricht in de groep zonder episiotomie (96,1% vs 86,2%). In totaal bedroeg het percentage sfincterletsels 5,7%, bij de vacuümextractie 5,9% en na forcipale extractie 3,2%. Het absolute risico op sfincterletsel was 3,5% na episiotomie, versus 15,6% in de groep zonder episiotomie (OR 0,19, 95% BI 0,14-0,26). Na multivariabele analyse, waarin correctie voor zwangerschapsduur, pariteit, geboortegewicht, leeftijd, epiduraal anesthesie, indicatie voor kunstverlossing, presentatie van het caput, en duur van de uitdrijving bleef de beschermende associatie vrijwel ongewijzigd (OR 0,17, 95% BI 0,12-0,24). Gezien de verschillen in absolute risico’s moet men twaalf keer een episiotomie zetten om één sfincterletsel te voorkomen. Hoewel de auteurs de beperkingen van hun retrospectieve studie onderkennen, pleitten zij voor het standaard gebruik van een episiotomie bij de vaginale kunstverlossing, gezien de zes keer kleinere kans op sfincterletsel.
Perineumscheuren
Obstetric anal sphincter injuries OASIS Cunningham F, Leveno K, Bloom S et al (eds) (2009) Williams obstetrics, 23rd edn. McGraw-Hill, New York
3e graads ruptuur : mucosa van de darm intact.
4e graads ruptuur: sfincter is beschadigd en anorectaal epithelium
3a: minder dan 50 % van de dikte van de externe anale sfincter is gescheurd.
3b meer dan 50 % van de dikte van de externe anale sfincter is gescheurd.
3c: BEIDE, zowel externe als interne anale sfincter zijn gescheurd.
Heeft u uw Startbedrag al aangevraagd?
Het startbedrag (vroegere kraamgeld of geboortepremie) is een vast bedrag dat elk kind dat in Vlaanderen gedomicilieerd is, ontvangt bij de geboorte of adoptie.
Baby Friendly Hospital Initiative (BFHI)
De materniteiten zijn dé referentieplekken voor een goede start en een degelijke ondersteuning van borstvoeding. Steunend hierop hebben de WGO en UNICEF in 1991 het « Baby Friendly Hospital Initiative » gelanceerd om ervoor te zorgen dat elke baby en ook de moeders de beste kansen krijgen op het gebied van gezondheid en welzijn.
'Thuisbevalling heeft wel meer risico's'
Recente publicatie over 37.735 aterme bevallingen in Nederland verschenen in de BMJ !. Het risico van perinatale sterfte was meer dan dubbel zo hoog bij een laagrisico thuisbevalling (van een voldragen kind!) dan bij een hoogrisicobevalling in het ziekenhuis. Om de conclusie van de auteurs te citeren: "Infants of pregnant women at low risk whose labour started in primary care under the supervision of a midwife in the Netherlands had a higher risk of delivery related perinatal death and the same risk of admission to the NICU compared with infants of pregnant women at high risk whose labour started in secondary care under the supervision of an obstetrician (…) the obstetric care system of the Netherlands needs further evaluation"
Nederland is binnen Europa nu eenmaal het land met bijna de hoogste perinatale sterfte.
Perinatal mortality and severe morbidity in low and high risk term pregnancies in the Netherlands: prospective cohort study. Evers AC, Brouwers HA, Hukkelhoven CW, et al. BMJ. 2010 Nov 2;341:c5639. doi: 10.1136/bmj.c5639.
Zwangerschap en medicatie: informatie
Op de website van het Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie kan men terecht voor het terugvinden van specifieke informatie over de inname van medicatie tijdens de zwangerschap: www.bcfi.be.
Ook op de Nederlandse site van het Farmacotherapeutisch Kompas is uitgebreide informatie te vinden, onder meer over gebruik tijdens de zwangerschap/lactatie. Bij ‘achtergrondinformatie’ worden nog meer details vermeld: https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/
Geneesmiddelgebruik rondom de zwangerschap