Dranouter 5 mei 1942
Spitfire Mk Vb BM261 - Karel Pavlík 313 Squadron RAF
Geschiedenis
Op 5 mei 1942 vliegen drie squadrons van de Hornchurch Wing tijdens CIRCUS 157 mee als 'close escort' van zes Boston-bommenwerpers van het 226e Squadron die de krachtcentrale van Sequedin (Rijsel/Lille) moeten bombarderen. Op de terugweg worden de squadrons (64, 122 en 313 Squadron) aangevallen door Jagdgeschwader 26. Binnen het kwartier worden vijf Spitfires naar de grond gehaald: Stacey JONES crasht in Proven; Roland Joffre RIBOUT stort na een te late valschermsprong te pletter in Nieuwkerke; Baudouin De HEMPTINNE maakt stervend een noodlanding langse de Wulvestraat in Dranouter en Karel PAVLÍK (foto rechts) crasht in de Kemmelbergflank, langs de Lettingstraat op de grens Loker-Dranouter. Slechts één neergehaalde piloot overleeft: de Tsjechische Squadron Leader Frantisek FAJTL. Hij kan zijn vliegtuig neerzetten in het Noord-Franse Hardifort en slaagt erin terug in Engeland te geraken.
Pavlíks Spitfire werd neergehaald door Hauptmann Josef Priller. Het was zijn 70e overwinning. Priller was met zijn Gruppe vanuit Wevelgem opgestegen. Pavlík boorde zich met zijn Spitfrire meters diep in de kleiaarde. Pogingen van de Duitsers om de piloot te ontgraven, mislukten. Pas in juli 1946 kon een Britse bergingsploeg de piloot bergen en identificeren. Hij werd op Ypres Town Cemetery Extension in Ieper begraven.
Opgraving
Bij de berging op 29 juni 1997, waarbij we op de medewerking mochten rekenen van de Belgian Aviation History Association, was het lang wachten op resultaat. In de eerste laag van twee meter troffen we nu en dan enkele wrakstukken aan. De donkere impactcirkel kwam wel bloot en de gebruikelijke brandstofgeur bevestigde dat we op de juiste plek aan het zoeken waren, maar in de volgende dubbele meter werd er quasi niks gevonden. We konden nu al besluiten dat én de Duitsers én de Britse bergingsploeg zowat alles wat ze boven en rond de piloot vonden, hadden meegenomen.
We waren al enkele plaklagen klei dieper gevorderd toen de kraanbak plots tegen de eerste verwrongen aluminium stukken van de rompsectie stootte. Van dan af kwam het ene stuk na het andere boven. Op het blauwe zeildoek werden naast heel veel aluminium relicten volgende onderdelen opengelegd: het rugleer van Pavlíks zetel, pantserplaatfragmenten, drie zuurstofflessen, delen van het flightpanel, een voetstuur, de uit elkaar geslagen radio, het cockpitdeurtje en het onderstel van de pilotenstoel...
Monument
Het best bewaard was het instrument voor de remdrukmeter, evenals het onderste deel van de gunsight (vizier).Het kroonstuk blijft echter de Rolls Royce motor, die op 7 meter diepte rustte (zie foto hierboven) en ondanks de zware inslag relatief compact uit de bodem kwam. De propellernaaf (pitch) was de laatste die zich aan het daglicht blootgaf.
In de maanden daarop kregen alle stukken een grondige schoonmaakbeurt. Eén van de identificatieplaatjes gaf prijs dat het toestel uit de Castle Bromwich A/C Factory rolde als het 2144e van het type Merlin 45 voor Spitfire Mk Vb.
Op 28 augustus 1999 werd in Dranouter een gedenksteen onthuld ter ere van Sergeant Karel Pavík op de plaats waar hij in 1942 met zijn Spitfire crashte. Het was gouverneur Paul Breyne die samen met landbouwer Guido Rouseu het doek van het monument lichtte. Ontroerendst was de Last Post, die twee bugelblazers van de Ieperse Menenpoort over de glooiende Kemmelberg lieten weergalmen precies van op de plaats waar de piloot in 1942 onder de grond verdween.
Het monument is een creatie van Elverdingenaar Eric Dupon, die in een granietblok - naast het RAF-embleem - het silhouet van Pavlíks kop beitelde, evenals een katje en de Tsjechische woorden "MNOHO STESTÍ" ("Veel Geluk"). Deze drie elementen vond hij terug op een oorlogsfoto van Pavlík, die letterschilder van beroep was. Het katje stond ooit afgebeeld op Spitfire AB276 van Flight Lieutenant Hájek. Als je het monument gaat bekijken, doe je dit best op een zonnige (zomer)namiddag. Vanaf drie uur zijn de gebeitelde figuren het mooist zichtbaar en het best te fotograferen.
Publicaties
Vandenameele André & Decuypere Dirk, Circus 157, Beselare 1987. Dit werk biedt niet alleen een uitvoerige beschrijving van het luchtgevecht op 5 mei 1942, waarin Karel Pavlík samen met vier andere RAF-piloten naar beneden werd gehaald, maar ook een kijk op de ervaringen van talrijke RAF-piloten sedert het begin van de oorlog. Ook de odyssee van de in Circus 157 betrokken Tsjechische en Belgische piloten vanaf respectievelijk maart 1939 en mei 1940 komt goed aan bod.
Decuypere Dirk & Vandenameele André, Fatale Seconden. Momenten uit de luchtoorlog boven Vlaanderen 40/45, Beselare 1995, blz. 56-66: in het hoofdstuk "Kemmelse klei/ Dranouter 5 mei 1942, wordt specifiek aandacht geschonken aan de crash, ontgraving, identificatie en begrafenis van Karel Pavlík.
In Cynrik De Decker's boek Luchtvaartarcheologie in België (uitg. De Krijger, 2001), blz. 21-27 wijdde Dirk Decuypere eveneens een hoofdstuk aan de opgraving van Pavlíks Spitfire.
Foto's
Vizier
Zuurstofregelaar
Remdrukmeter
De Rolls Royce motor van Pavlíks Spitfire: het resultaat van maandenlang schoonmaken door Wim Huyghe