IX-59 Blijdenbergh, Jacob Hendrik

Blijdenbergh, Jacob Hendrik


ouders: Gerard Drijver Blijdenbergh en Anna Elisabeth Bresser


geboren:

gedoopt: Amsterdam 6-9-1702

overleden: Kalkar (Dld) 22-1-1748

begraven:


beroep: ontvanger der domeinen, krijgsraad en domeinraad voor de koning van Pruisen, rentmeester te Kalkar

woonplaats / adres:


relatie 1: ondertrouwt Amsterdam 27-8-1723


Willemina van der Sluijs (= Kwst IX-60)


ouders: Lambertus van der Sluijs en Alida Crull


geboren:

gedoopt: Amsterdam 26-11-1702

overleden:

begraven: Amsterdam 17-6-1724


beroep:

woonplaats / adres:


relatie 2: Amsterdam 24-11-1724


Everdina Maria van Grimbergen


ouders: Gerard Willem van Grimbergen en Wilhelmina van der Helm


geboren:

gedoopt: 's Hertogenbosch 23-9-1703

overleden: Utrecht 4-6-1795

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


kinderen:

Biografische aantekeningen


Jacob Hendrik Blijdenbergh trouwde in eerste echt met de bijzondere Willemina van der Sluijs: toneelspeelster uit een gezin van toneelspelers, waarbij haar broer beticht werd van liederlijk gedrag en zelfs bij moord betrokken is geweest. Nadat Willemina in het kraambed stierf, was zijn tweede huwelijk met een veel betere partij: Everdina Maria van Grimbergen was de dochter van een rijke bierbrouwer en lid van de vroedschap van Den Bosch (herhaaldelijk schepen tussen 1704 en 1720).

Het is goed voorstelbaar dat Jacob Hendrik Blijdenbergh en Willemina van der Sluijs op één of andere manier elkaar al van jongs af aan kenden. De overgrootmoeder van Willemina van der Sluijs, Paulina van Diephout, was namelijk het buurmeisje van de overgrootvader van Jacob Hendrik Blijdenberg, Hendrik Hamel: beide woonden ze op de Haarlemmerstraat tegenover de Eenhoornsluis.


Bronnen


* 1702, 6-9: Stadsarchief Amsterdam, DTB dopen NZ Kapel [68-330]: Jacobus Hendrikus, zn.v. Gerard Drijver Blijdenbergh en Anna Elisabeth Bresser. Get: Hendrik Bresser en Petronella Sophia Bresser

* 1723, 13-7: Stadsarchief Amsterdam, NA nots Jan de Vicq [akte 206367]: Anna Elisabeth Bresser, weduwe van wijlen Gerard Drijver Blijdenbergh, wonende alhier maar zwak en kreupel en daardoor niet in staat om uit te kunnen gaan, geeft toestemming voor het huwelijk van haar zoon Jacob Hendrik Blijdenbergh met juffrouw Willemina van der Sluijs, omdat op haar niets valt aan te merken.

* 1723, 4-9: Stadsarchief Amsterdam, NA, nots Jan de Vicq [scan NOTG00137000547.jpg]: huwelijkse voorwaarden tussen Jacob Hendrik Blijdenberg, jongman, geassist met zijn moeder Anna Elizabeth Bresser, weduwe Gerard Drijver Blijdenberg, en Willemina van der Sluijs, geassisteert met haar vader Lambertus van der Sluijs. De huwelijkspartners zullen hun bezittingen inbrengen, waarbij het bezit van de man blijkt uit een specificatie van zijn voogd, en van de vrouw uit een door haar getekende specificatie. Noch van deze gespecificeerde goederen, noch van goederen die later door erfenis of legaat worden verworven, zal gemeenschap zijn. Winst en verlies staande huwelijk komt uitsluitend terecht in het bezit van de man, die daar tegenover de last van de huishouding moet dragen. Mocht de man als eerste sxterven, dan zal de weduwe uit zijn goederen per direct 4000,- uitgekeerd krijgen. (w.g. Jacob Henrik Blijdenberg, A.E. Bresser wed Blijdenbergh, Willemina van der Sluijs, Lambertus van der Sluijs + nots en get.).

* 1724, 17-2: Stadsarchief Amsterdam, Notaris J. de Vicq, [...-81] testament: Jacob Hendrik Blijdenberg en Juffr Willemina van der Sluijs, echteluijden op de Prinsengracht: een testament waarin de langstlevende van de eerststervende erft. In geval van hertrouwen moet de langstlevende ten overstaan van twee eerlijke mannen, bewijs doen van de erfportie van het kind of de kinderen. Als de testateurs overlijden zonder kinderen, en zijn moeder of haar ouders nog in leven zijn, dan krijgen zij wel hun erfdeel.

* 1724, 23-11: Stadsarchief Amsterdam, Notaris J. de Vicq, [...-261] akte van bewijs ten behoeve van Anna Alida Blijdenbergh: (een inliggend briefje: gelieft aan toonder, Samuel Mom, een extract van mijn bewijs ten behoeve van mijn kint en ten overstaan van de voogden, indertijd door u gemaakt. Amsterdam, 27 Aug. 1729, J.H. Blijdenbergh). Op grond van het mutuele testament wijst Jacob Hendrik Blijdenberg twee lieden aan, tegenover wie hij bewijs doet, namelijk Lambertus van der Sluijs, grootvader maternel van het nagemelde kind, en Nicolaas van der Ploug, aangehuwd oud-oom van de minderjarige aan d'bestorvene zijde, genaamd Anna Alida Blijdenberg, oud ruim zes maanden. Hij bewijst voor het moederlijk erfdeel duizend gulden, een bedrag dat onder zijn beheer blijft totdat het kind meerderjarig is of trouwt; de rente op het kapitaal zal voor opvoeding worden aangewend. De twee genoemde heren accepteren het bewijs. (w.g. Jacob Henrik Blijdenberg; Lambertus van der Sluijs; N.V. Ploug.)

* 1735, 23-9: Stadsarchief Amsterdam, NA nots Jan Ardinois [scan NOTA00812000712.JPG]: Jacob Hendrik Blijdenberg, krijgs- en domeinraad mitsgaders ontvanger van zijne koninklijke majesteit van Pruissen, wonende te Calcar, nu in Amsterdam vertoevend, enerzijds, en Trijntje Meesen Zuidhoek, weduwe Pieter Pronk, anderzijds. Blijdenberg verkoopt aan Zuidhoek een huis en erve op zuidzijde van de Barndesteeg achter het hoekhuis van de Nieuwmarkt, vanouds de Bokjes genaamd, nu bewoond door de koopster voor fl 9000,-. (w.g. J.H. Blijdenbergh; Krijntje Meesen Suijthoeck, weduwe Pjeter Pronk)

* 1773, 9-7: Het Utrechts Archief, notarieel archief, nots. Carel van Hees: gecomp. Elisabeth Maria Constantia en Adriana Wilhelmina van Blijdenbergh: gemachtigden bij het besloten testament dd 25-2-1768 (op 5-3 door de secretaris van Makassar geregistreerd) van wijlen hun broer Frederik Willem Hendrik van Blijdenbergh, in zijn leven opperkoopman en Sabandaar over de Christenen, en met procuratie van Barbara Beijnon, weduwe, boedelhoudster en universele erfgename van Frederik Willem Hendrik van Blijdenbergh (procuratie 23-10-1772 nots Blankert te Batavia) - de zusters machtigen een meneer in Enkhuizen om voor hen te claimen fl 585,- aan VOC-salaris.

* 1776, 29-2: Het Utrechts Archief, Notarieel Archief, nots. Jan Jacob Kruijder. Verschenen Anna Alida van Blijdenbergh, huisvrouw van den weled. heer Gotfried Thomas van Raab, capiteijn van de Infanterie ten dienste deser lande, voor haar zelf en gemachtigd door haar man (procuratie 8-2-'76 burgemeester Wageningen), jonkvrouw Elizabeth Maria Constantina van Blijdenbergh, meerderjarig en ongehuwd, Jonkvr. Adriana Willemina van Blijdenbergh, mede meerderjarig en ongehuwd, den Wel Ed gestr. Heer Gerard Willem van Blijdenbergh, Raad in de vroedschap en oud Schepen der stad Gouda etc etc, voor hemzelf en als generale last hebbende van zijn broeder den weld. ed. heer Jan Willem van Blijdenbergh, opperkoopman en gecommitteerde tot en over de zaken van den Inlander tot Batavia, van 24-9-1770 voor Dirk Goedbloed, secretaris van Politie te Amboina gepasseerd, mitsgaders Pieter Lodewijk Daunis, Raad in de vroedschap en oud schepen van Utrecht en getrouwd met Anna Engelberta van Blijdenbergh - de eerste ploeg was ten tijde van het overlijden van de na te noemen Willem Blijdenbergh het enige nagelaten kroost van de weled. heer Jacob Hendrik van Blijdenbergh, terwijl Anna Engelberta van Blijdenbergh in diezelfde tijd het enige nagelaten kind was van Gerard van Blijdenbergh; Gerard en Jacob Hendrik van Blijdenbergh zijn de enige vooroverleden broeders geweest van nu wijlen Willem van Blijdenbergh, hoofdofficier, burgemeester en raad van Purmerend etc., die heeft gelegateerd aan onder meer andere Anna Geertruida Bresser, in leven weduwe van mede wijlen Hendrik Constantijn van Blijdenbergh, commercie raad van zijne koninklijke majesteit van Pruisen, in haar testament van 18-12-1766, onder de hand gepasseerd en op 12-5-1769 bij de magistraat van de stad Cleve geopend en gepubliceerd: zij laat de betreffende obligatie, groot fl 400,- na, die deze erfgenamen verkopen aan Adriana Elisabeth van Pabst, weduwe van wijlen Willem van Blijdenbergh. De genoemde Anna Elisabeth Bresser was op grond van het mutuele testament dd 22-7-1724 voor nots Isaac Angelkot te Amsterdam erfgenaam van haar man, Hendrik Constantijn van Blijdenbergh, die als erfgenaam van de nalatenschap van Mr. Gerard en dr. Elbert Hamel bij scheiding en subdivisie (nots. Isaak Angelkot dd 1-5 en 28-12-1730)  deze obligatie had verkregen.


kind 2

* 1763, 7-5: Amsterdamsche Courant: meldt het arriveren van het schip van J. Tuyneman, A. Ruhll en Jac. T. Weerstand voor de Kust van Guinea, met aan boord de heeren Gerard Willem van Blydenberg, Opper Commis en Raad, en Ary de Vries, Equipagemeester.

* 1764, 12-7: Streekarchief Rijnlands Midden, Notarieel Archief Outshoorn: Procuratie van Gerard Willem van Blijdenbergh, oud oppercommies en raad aan de kust van Guinee, wonende te Gouda, op Jacobus van der Peuije, ondercommies te Guinee, voor het innen van 829 gulden gage en maandgelden. Getuigen: Willem Schuddeboom en Jan Arisz van Heijningen.

* 1801, 18-2: De Nieuwe Haagse Nederlandse Courant: Op gisteren avond trof my de allergevoeligste slag , daar ik als in een oogenblik beroofd wierd van myne waardige Echtgenoote, Vrouwe CLARA CORNELIA VAN EYCK, die my het dierbaarfte was op aarde. Eene bezettinge op de borst maakte een einde aan haar nuttig en Godvrugtig leven, in het een en sestigste Jaar van haaren ouderdom, en het byna zeven en dertigsten van onzen allergenoeglyksten Echt, waar van by dezen aan Vrienden en Bekenden kennis geve. Rhynstroom by Alphen, G. W. VAN BLYDENBERGH. den 12 February 1801

* 1806, 10-5: Het Utrechts Archief, Notarieel Archief, Nots. Theodorus Koppen: Gerard Willem van Blijdenbergh, oud burgemeester van Gouda, nu binnen Utrecht, legateert aan zijn neef de medicinae doctor Gerard Willem van Toulon, tweede zoon van de heer Mr. Martinus van Toulon en wijlen vrouwe Asdriana Maria van Eijck, omdat hij na de heer testateur benoemd is (?) 6000,- plus interessante goederen; aan Willem Johannes Sieverts, predikant te Alphen,  en zijn huidige vrouw Anna Robberts; de armen, de dienstboden; Carolina Frederica Esbach, trouwe dienstbode, 200,- plus wekelijks fl 7,-; Maria Allot, stijfster te Gouda, die 36 jaar de was voor zijn vrouw heeft gedaan; naaister Matje van Vreumingen te Gouda; Klaas van Vliet, daggelder op G.W. van Blijdenburgs buitenplaats Rhijnstroom te Alphen, Anna Stuurman, ‘gewoond hebbende bij wijlen zijn heer testateurs zuster Anna Alida van Blijdenbergh, weduwe van Raab,’, krijgt wekelijks een gulden; voorts wordt tafel- en beddenlinnen verdeeld onder drie partijen: Gerard Willem van Toulon, med.dr, Jan Jacob Willem van Raab, zoon van zijn zuster; en zijn broers zoon mr. Jan Willem van Blijdenbergh; linnen en zijden kledern en een zgn Luxemburgs tafelservies aan Jan Jacob Willem van Raab of diens oudste zoon Adrianus van Raab; aan neef Jacob Willem van Blijdenbergh: de bibliotheek en een een ‘zeer geëxtendeerd Oost-Indisch porcelain dejeuné, off coffij en thee-servies, met het wapen van de familie Van Blijdenbergh beschilderd”, (..) en eindelijk nog alle zijn heer Testateurs Familie pourtraitten en Familie papieren, met de kussens wegens de regering en collegien die in de boedel bevonden zullen worden’. Voor het overige gaat de helft van de nalatenschap naar zusterszoon Jan Jacob Willem van Raab, en de andere helft naar broederszoon Jan Willem van Blijdenbergh. Verder wil hij begraven worden in de gereformeerde kerk van Alphen, in graf 244 op het choir, bij zijn overleden vrouw Clara Cornelia van Eijck – en hij legateert de kerk 1000,- om dat graaf eeuwig gesloten te houden en te onderhouden. Het is aan de executeurs om desgewenst de schilderijen te verkopen.

* 1807, 31-3: Het Utrechts Archief, Notarieel Archief, Nots. Theodorus Koppen: testament. Gerard Willem van Blijdenbergh, oud-burgemeester van Gouda, herroept zijn vorige testamenten en legateert precies als in het testament uit 1806. Er wordt verder opgemerkt dat een bedrag van fl 5834,- niet tot de erfenis behoort, maar onder G.W. van Blijdenberg berust als onderdeel van de boedel van wijlen Jan Daniël Beijnon, te Batavia overleden, die ondanks herhaald aandringen niet geïncasseerd wordt, alsmede een som van fl 53,-. die Elias Jacobus Beijnon, zoon van Jan Daniël, te Batavia competeert. 

* 1818, 18-3: Het Utrechts Archief, Notarieel Archief, Nots. Jan Hendrik Grootveld: testament

* 1819, 23-8: Het Utrechts Archief BS overlijden, akte 704: Petrus van Hees, griffier, en Dirk van Dijk, groefbidder, hebben verklaard dat de weledele geboren heer Gerard Willem van Blijdenbergh, oud burgemeester der stad Gouda, geboren te Kalkar, weduwnaar van vrouwe Clara Cornelia van Eijck, overleden is op den twintigsten van deze maand in den ouderdom van acht en tachtig jaren en vijf maanden, te zijnen huize staande aan de Witte Vrouwenstraat wijk I nr 650.

* Blijkens akten in het Streekarchief Rijnlands Midden koopt Gerard Willem van Blijdenberg op 14-11-1777 op een veiling uit een erfenis de buitenplaats Rijnstroom onder Aarlanderveen, aan de Zuidzijde van de Rijn; hij verkoopt het weer in 1801.

* Gerard Willem van Blijdenbergh overlijdt kinderloos. Hij laat achttien erfgenamen na.


kind 4: Adriana Wilhelmina

* 1729, 15-9: Stadsarchief Amsterdam, doopregister Westerkerk, Waals Hervormd [...]: Adriana Willemina, fille de Jacob Hendrick Blijdenbergh & Everdina Maria van Grimbergen, Nee le 14 septembre, baptisee le 15 d.t au W.K. par M.r Colvius, Témoins Willem Blijdenbergh & Adriana Elisabeth van Pabst sa femme


kind 6:

* 1764, 14-11: Stadsarchief Amsterdam, register van Trouw- en Begraafboete buiten Amsterdam: Er wordt fl 10,- betaald voor een "buijten Lijk": "Jacob Hendrik van Bleijdenberg. sonder statie na Utrecht"


kind 7:

* 1761, 15-6: Leydse Courant: Voor het overige was in het Gouvernement van Macassar overleeden de Opper-Koopman en Secunde de Wel-Ed-Heer Gabriel Lopes; deszelfs plaats was provisioneel vervuld door den Heer Koopman en Fiscaal Elias Jacob Beynon, die vervangen was door den Onder-Koopman den Heer Fred. Will. Hendr. Bleydenberg.

* 1765, 25-10: Leydse Courant: betreft benoemingen in Batavia: "Elias Jacob Beynon, Hoofd-Adm van Macassar, tot Opper-Koopman; Frederik Willem Hend. van Blyenberg, Fiscaal van Macassar, tot Koopman."


kind 8

* 1762, maandag 27-12: Notulenboek van de gouverneur-generaal te Batavia, in het Indonesisch archief https://sejarah-nusantara.anri.go.id/foreword/: "...varende met desen bodem Zuijderburg naar Amboina over de onderkooplieden Jan Willem van Blijdenbergh en Eduard Homma, de eerste als hoofd van Larique en de laatste als secretaris van politie."

* 1762, 16-4: GaHetNa, VOC-archief, Oost-Indische testamenten, Nummer toegang: 1.04.02, inventarisnummer: 6893, (9616)):

Jan Willem Blijdenbergh, onderkoopman in dienst van de VOC, en Anna Elisabeth Bierens, wonende te Batavia, maken een mutueel testament. Als hij zonder kinderen overlijdt, dan krijgt zijn moeder, mevrouwe Everdina Maria van Grimbergen, douarière van den Edelen gestrengen Heer Jacob Hendrik van Blijdenbergh, in sijn leven krijgsraed en ontfanger der domainen van zijn koninklijken Magisteit van Pruijsen, woonagtig tot Utrecht, de legitieme portie; in het andere geval krijgt haar vader de legitieme portie: Jan Bierens, opperkoopman en grootcassier

* 1766, 25-9: Middelburgse Courant: "En tot hoofd van Sapparea is aangesteld de presente fiscaal van Amboina, J.W. van Blijdenberg"

* 1775, 3-5: Leeuwarder Courant: ..."Den 21 dito wierd in plaatze van den overleden commissaris over de Inlanders van Helsdingden, onder voordragt aan de Heeren Bewindhebberen tot Opper Koopman, als zoodanig aangesteld, de Koopman en eerfte Pakmeefter in de Pakhuizen aan de bezyden Waterpoort Jan W. van Blydenberg, om als zoodanig vervangen te worden door den Onder-Koopman en tweede Administrateur in de gemelde Pakhuizen Pieter Coster, met voordragt tot Koopman;"...

lit: Nw Ned Biogr Woordenboek dl 8, p. 133: BLIJDENBERGH (Jan Willem van), geb. te Calcar, waarschijnlijk omstreeks 1730, overl. te Batavia 12 Juli 1776, zoon van Jacob Hendrik, krijgsraad en ontvanger der domeinen van den koning van Pruisen te Utrecht, en van Everdina Maria van Grimbergen. Hij trad als assistent in dienst bij de O.I.C. en voer uit voor de kamer Hoorn. In 1756 werd hij onderkoopman, maar bleef vervolgens 2½ jaar werkeloos, daar het uit Holland verwachte ‘effect der recommandatiën’ zoo lang uitbleef. In 59 volgde zijn benoeming tot boekhouder der artillerie, dan die tot hoofd te Larike (62), opperhoofd van Saparoea (65), koopman en eerste administrateur der pakhuizen bezijden de Waterpoort te Batavia (73), gecommitteerde tot en over de zaken der inlanders (74). Zoo luidde sinds 1727 de officieele titel van den ambtenaar, die namens het opperbestuur de betrekkingen onderhield met de inlanders in de bataviasche ommelanden, de jacatrasche bovenlanden en Priangan, toen daar de koffiecultuur werd ingevoerd. In hetzelfde jaar werd hij heemraad en buitenregent der hospitalen. Na de bevordering van Jeremias van Riemsdijk tot G.-G. (1775-77) moest hij plaats maken voor diens zoon Willem Vincent, die den post van shanbandar (een soort havenmeester) bekleedde, of, om in de toenmalige ambtelijke taal te spreken, hem werd welwillend toegestaan met den laatste van ambt te verwisselen. In 1775 stijgt hij tot opperkoopman en wordt een maand vóór zijn dood tot president van het college van huwelijksche en kleine zaken benoemd. Aanvankelijk geschiedde de opneming in ondertrouw uitsluitend ten overstaan van den kerkeraad; naar het voorbeeld van Amsterdam werd van 1641 af de medewerking van dit college vereischt. Het werd in 1812 opgeheven, toen zijn bevoegdheid op den magistraat te Batavia overging.

Hij huwde in 1760 met Anna Elisabeth Bierens uit Batavia, dochter van Jan, groot-kassier aldaar, die hem een zoon Jan Willem schonk; waarschijnlijk was ook een dochter van hem Wilhelmina Elisabeth uit Saparoea, in 85 getrouwd met den onderkoopman François de Stoppelaar uit Amsterdam, die weldra stierf. Een paar maanden later hertrouwde zij in 86 met den opperkoopman Jan Daniël Beynon uit Amsterdam. [p. 134]

Men bedenke dat te Batavia de sterfte ontzettend groot was. Ook haar moeder, dus de weduwe van onzen J.W. van B., hertrouwde reeds na enkele maanden met Dirk Goetbloed uit Amsterdam, tweeden secretaris der hooge regeering.

Hij had nog een broeder Frederik Willem Hendrik van B. (gest. 1772), die het tot shanbandar bracht en in 64 gehuwd was te Makassar met Maria Barbara Beynon uit Amsterdam.

Zie: de Haan, Priangan l en Oud- Batavia II.

Bartelds


Openstaande vragen / discussie