XIII-422 De Wijs, Aleijdis C

Aleijdis Catharina de Wijs


ouders: mr. Jacob Sebastiaensz de Wijs en Catharina Lommetsum


geboren:

gedoopt:

overleden: IJsselstein 16-10-1691

begraven: Mariakerk Utrecht


beroep:

woonplaats / adres: Utrecht, Houten (1677, '80, '81)


relatie (1): trouwt Utrecht 25-11-1645


Johan de Sweserengh


ouders: Adriaan A. Gerritsz van Sweserenghe en Christina Antonisdr van Daelen


geboren: tussen 1618 en 1625

gedoopt:

overleden: 9-3-1648

begraven: Utrecht 20-3-1648


beroep:

woonplaats / adres:


relatie (2) trouwt Utrecht 1666


Paulus Soudenbalch


ouders: Henrick van Soudenbalch (dijkgraaf van de Lekdijk) en NN


geboren:

gedoopt:

overleden: Utrecht 11-7-1693

begraven:


beroep:

woonplaats / adres: IJsselstein (1688) Utrecht (Lange Smeesteeg bij Johanna Constantia de Wijs, vanaf 25-11-1683) (1693)


kinderen:

  1. Adriaan Jacob de Sweserenge, geboren: 1645 of '46
    overleden:, begraven: 1666

  2. Anthoninus de Sweserenge, ca 1618-voor 1680, X Cornelia de Cupre, VOLGT XII-211

biografische aantekeningen


Aleydis Catharina de Wijs voert een proces tegen Geertruijt Jans van Weesp en haar zus, die tal van goederen gestolen hebben uit het (sterf-)huis van Anthonis van Dalen. Een commentaar op die zaak werd in 1650 geschreven door Moreelse: zie "Utrechtse consultatiën, dat is decisoire en andere advysen" p. 503-505.


bronnen


lit: J. Heniger: "De Roos onder de Linden" (1973) (Zie een kopie in de bijlage, onderaan de pagina van Johan de Sweserengh). Hierin wordt verwezen naar oudere literatuur over de familie Van Sweserenge: H.S. van Lennep (De Nederlandsche Leeuw, kol. 192, 1967). A. Pastoors (De Nederlandsche Leeuw, kol 358-159, 1967), J.H. van Mosselveld (De Nederlandsche Leeuw kol. 252, 1967) en W.A. Wijburg (De Nederlandsche Leeuw, kol 171-174, 1970)

lit: "Overlangbroek op de kaart gezet": onder nr. 53 wordt het eigendom benoemd van 16 morgen vrij allodiaal goed te Goijwaarts, genaamd de Hoef, met een heuveltje aan de Goijerwetering voor een bijstede, strekkende van de Langbroekerwetering tot aan de Goijerwetering. Het was van 1511 tot 1612 op naam van de familie De Cruijff. In 1612 op naam van Mr. Jacob de Wijs, in 1652 Jan Berents, in 1662 en '67 de wed. Sweserengh, 1670 Jor Poulus Soudenbalch, 1676, 1685 en 1686 idem, 1696 de erfgenamen Jor Poulus Soudenbalch, in 1716 Arnoud Frans Schade van Westrum.

* 1645, 6-11: HUA NA nots G. Vastert [U021a12-98]: huwelijksconsent: letterlijk hetzelfde als in de akte die hierop volgt.

* 1645, 16-11: HUA, Huwelijkscommissarissen [invnr 3295-5, p 19] "Op huijden (16-11-1645) compareerden (...) d'heer Anthonis van Dale als grootvader van Johan A da Zweserenghe ende den Ed Mr Jacob de Wijs Raedt ordinaris in vrsz Hove als vader van Aleijda Catharina de Wijs, sijne dochter, ende verclaerden alsoe uijt vriendenraedt een wettelick huwelick is gesloten tusschen de voorn[oemd]e Johan de Zweserenghe ende Aleijda Catharina de Wijs, Dat zij luijden Comparanten daeromme geconstitueert ende machtich gemaeckt hebben, als hun E. deden mits desen, te weten de eerste Comp voorn., sijn zwager d'heer Berndt van Leuven, ende de tweede Comparant zijne zoone Mr Francois de Wijs, advocaet in den vrsz Hove, speciael[ijk] omme aen de Ed. heeren Magistraet ofte Gerechte deser Stadt Utrecht, ofte der selven gecommitteerden te versoucken de proclamatien des voorsz huwelix, soe des behoort, Belovende sij comparanten elcx in sijn reguardt voor goet, vast ende onverbreeckel[ijk] van waerden te houden alle 'tgeene hunne voorsz geconstitueerden in cracht deses sullen verrichten, onder 't verbant als nae rechten ..." (etc).

* 1645, 15-11: HUA DTB ondertrouw civiel [85-386]: Johan A. de Swesereng ende Aleijdis Catarina de Wijs beijde woonende alhier. Gesolemniseert (...) den 25 novemb 1645.

* 1646, 9-2: HUA NA nots F. Zwaerdecroon [U028a12-10]: Ontslag uit hypotheek. Johan A. de Sweserenge, enige soon en erfgenaem van wijlen Adriaen A. de Sweserengh, in leven advocaet, ende verclaerde te ontslaan generael hypotheeq van de vordere goederen bij Barbara van Weijdershuijsen, weduwe van Cornelis Jansz Cesar en hare soonen, ten behoeve van haere voorn. vader gestelt voor de hooftsom van fl 900,- en de rente van dien, bij plechte van date 17-6-1643, met uitzondering van het huis en erve gelegen Hanetret, sijnde het speciaell hypoteecq en plechte geëxpresseert, machtig makende Geerlof van Jearsvelt om de inhoud van deze akte voor het Gerecht van Utrecht te erkennen.

* 1646, 21-2: HUA NA nots G. Vastert [U021a13-17]: Procuratie. Johan de Zweserengh machtigt Geerlof van Jaersveld om ca 30 morgen vrij allodiaal goed op Alendorp onder Vleuten te transporteren aan Egbert van Boecop, zijn vrouw en erfgenamen. (...) (w.g. Johan A. de Sweserengh + nots en get)

* 1646, 29-6: HUA NA Nots L. Van Vuyren [U036a2-38]: schuldbekentenis. Aert Anthonisz., wonende in de Zeechweije, is fl 130,- schuldig aan Geerlof van Jaersfeld, de rentmeester van Johan A. de Sweser Engh vanwege de koop van een halfscheiding van vier morgen winterkoren, dat ligt op het bouwland van Rauen in de Zeechweije en dat Aert Anthonis daar zelf heeft gezaaid en nu van de rentmeester heeft gekocht.

* 1646, 17-9: HUA NA nots G. Vastert [U021a13-82]: Aleijdis Catharina de Wijs, huisvrouwe van Johan de Sweserenghe, verklaart tot momber en voogd, neffens haar man, over haar onmondige kinderen te hebben geinstitueerd de hooggeleerde Mr. Jacob de Wijs, Raedt drds inde vrsz Hove, haer vader, met macht om nog iemand anders tot mede-voogd te benoemen. Om zich van hun moeiten te ontlasten zullen de mombers Geerlof van Jaersfelt aanstellen om de administratie van inkomsten en uitgaven te doen. Gedaan ten huize van de Comparante op de Nieuwegracht jegens over convente van St Servaes (w.g. Aleijdis Catharina de Wijs + nots en get)

* 1647, 27-4: HUA NA Nots L. van Vuyren [U036a3-27]: borgtocht. Jonkvrouw Elisabeth Foeijt, weduwe wijlen Reijnier van Sheraesberge, stelt zich borg voor haar zwager Pauls van Lienden, ten behoeve van Johan de Sweserenge om het gewijsde van het gerecht van Utrecht in twee differentien, die Sweserenge als eiser jegens Pauls van Lienden geintenteert heeft, en ze machtigt procureur Hillebrant van Rossum om deze borgtocht te registreren. Ter presentie van Geerlof van Jaersfelt en Petrus van Lienden als getuigen. (w.g. Elisabet Foeijten + Pet. van Lijnden, Gerl van Jaersvelt en nots).

* 1647, 5-6: HUA NA Nots L. van Vuyren [U036a3-40]: huur en verhuur. Johan de Sweserengh verklaart aan Aert Thonissz, wonende in de Leechweijdens (= Lage weide?) verhuurd te hebben een viertel weilands, houdende twee campen, in Leechweijdens, die laatst gebruikt zijn door Roelof Roelofs van Haween, leertouwer, voor fl 90,- per jaar. Anthonius Aerts, wonende te Jutphaas, vader van de huurder, stelt zich borg. Getuigen: Henrik van Hereveen en Geerloff van Jaersveld.

* 1647, 17-9: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a2-59]: Procuratie. Jacob de Wijs, Raed ordinaris in den Hove van Utrecht machtigt Mr. Franchoijs de Wijs, advocaet om voor hen beiden voor de Stadhouser en de mannen van Leen van het Gestichte van Utrecht om te renunciëren en verthijen van twee percelen lands in Darthuizen en het kerspel Doorn, die door hem van de Staten van Utrecht te leen gehouden ten behoeve van Johan van Sweserenge als man en voocht van Catharina de Wijs, zijn huisvrouw, om, in navolging van hun huwelijkse voorwaarden, te bepleiten dat Johan van Sweserenge met deze twee percelen wordt verlijdt. Opgemaakt ten huize van de Comparante in Utrecht omtrent de Smeebrugge, getuigen: Gerard van Zuijlen en Geerloff van Jaersvelt (w.g. J. De Wijs + nots en get)

* 1647, 1-11: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a2-71]: procuratie. Jonckvrouwen Isabella, Maria en Sebastiana de Wijs, gesusteren, en Johan de Sweserengh als man van Aleijdis Catharina de Wijs, "daer hij blakende geboorte bij heeft", alle vier geinstitueerde erfgenamen van Maria Cornelis Goes volgens testament dd 3-12-1634 voor notaris Adam Hart, welke Maria bij transport van date den 16-4-1614 het recht van Egbert Peters van Bemmel en Anna de Wijs, echtelieden, had bekomen tot de plecht van fl 200,- hoofdsoms gevestigd op huis en erf in Utrecht aan de Oostzijde van de Oudegracht, tussen de Romerburger en de Reguliersbrug, en door Claes Thijmansz de Vries, laekencooper, op 6-8-1614 aan Van Bemmel en zijn vrouw gepasseerd. De vier comparanten machtigen Gerlof van Jaersfelt om voor het gerecht te bekennen door handen van Jacob van Driel als possesseur van de fl 200 hoofdsom, met de rente, betaald en voldaan te zijn, en dus deze plecht in het register te laten casseren. (w.g. Isabella de Wijs, Sebastiana de Wijs, Maria de Wijs, Johan A. de Sweserengh + nots en get)

* 1648, 1-2: HUA NA nots G. Vastert [U021a15-13]: Voogdbenoeming. Gecomp. Johan A. de Zweserengh en Joffr Aleijdis Catharina de Wijs, echtelieden, benoemen elkaar over en weer tot momber en mombersche over hun na te laten onmondige kinderen, met macht van substitutie en met uitsluiting van de weeskamer en vroedschap. (w.g. Johan A de Sweserengh (in bibberige hand) en Aleijdis Catharina de Wijs + get en nots)

* 1648, 17-2: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a2-111]: procuratie op Francois de Wijs. Johan A. de Sweserengh verklaart "tot sijn succeseur in de administratie en bewint van Beijers cameren ende wes daeraen dependeert te nomineren (...) Mr. Franchoijs de Wijs, advt 's Hoofs, met macht om na hem weer een andere successeur te benoemen, met deze aantekening, dat Johan de Sweserengh recommandeert dat, wanneer enige van zijn na te latene kinderen mondig zal zijn geworden, en bekwaam om deze administratie te voeren, dat die dan de voorkeur geniet om opvolger te worden. Opgesteld ten huize van de Comparant aen de Nieuwegracht over 't Sint Servaes clooster. (w.g. Johan A. de Sweserengh; Gerl. van Jaersveld (getuige), + nots en get)

* 1648, 2-3: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a2-113]: procuratie op Johan Heurnius. Johan de Sweserengh, enige en universele erfgenaam van wijlen Mr. Adriaen van Sweserengh, advocaat, machtigt Geerlof van Jaersveld om voor Mr. Johan Heurnius (raad, rentmeester, hoof en thinsmeester generael van de domeinen), om in handen van de de Thinsmeester te stellen en te refuteren een stuk goeds, gelegen in het gerecht van Leusden, voormaels bij Marten Willems gebruikt, wezende thinsgoed van de Domeinen, bij de dood van comparants vader ontruimd, en dit alles ten behoeve van vrouwe Geertruijdt van de Werve, douagiere van Incourt Longeville en ingevolge de transactie van 6-1-1648 voor het gerecht van Utrecht in zijn naam door zijn zwager en vrouwe Maria Taets van Amerongen qq, ten fine voorsz. vrouwe Geertruijt daarmede mag worden verleid. (w.g., heel bibberig,: J.A.d.S. + nots en get)

* 1648, 9-3: Overluijdingen te Utrecht [Nav 48 p 632]: een in De Navorscher gepubliceerde lijst van het luiden van de Dom bij overlijdens meldt: Johan van Sweserenge

* 1648, 10-5: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a2-139]: Jacob de Wijs vader heette Sebastiaen!

* 1648, 10-5: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a2-140]: Catharina Aleijdis de Wijs (sic!) weduwe van Johan de Sweserenge, machtigt Geerloff van Jaersvelt om voor de Stadhouder en Mannen van Leen van de Gestichte van Utrecht te verzoeken verleent en verlijdt te worden met het goed geheten d'Halve Clempt, gelegen in het kerspel Doorn, met de tienden en alle toebehoren, zoals het is opgenomen in de huwelijkse voorwaarden tussen haar en haar man zaliger, en door haar vader is gecedeert, en huldt, eedt en manschap en alles wat vereist is te doen. (w.g. Aleijdis Catharina de Wijs + get en nots)

* 1648, 8-7: HUA HOF 236-1: Jfr Aleydis Catharina de Wijs vhz weduwe van de heer Johan van Sweserenge in leven universeel erfg van de heer Adriaen van Swesereng zijn vader en van Anthonis van Dael zijn grootvader, voogdes over Adrianus Jacobus en Anthonius van Sweserenge haar twee minderjarige kinderen, cst (bron: Streekarch ZOUtrecht, regesten)

* 1649, 3-2: HUA NA nots L. van Vuyren [U036a4-9]: Jacob de Wijs, Raet ordinaris in den Hove van Utrecht . Omdat hij bij het huwelijk van zijn dochter Aleijdis Catharina de Wijs met Johan van Sweserenge als huwelijksgeschenk 1/3 deel van zekere Hofstede met landerijen gelegen te Darthuijsen, daaronder ook begrepen een hoeve lands gelegen in Overlangbroek, zoals op de caerte, brieven en bescheijden daar van zijnde, staat aangegeven, en dat in mindering van de erfenis die haar door het overlijden van haar moeder za: was aangekomen en aanbestorven. Jacob de Wijs wil die erfenis nu rondmaken, dus hij verdeelt de halft van zijn vrouws goederen. Daarom krijgt Aleijdis Catharina nu de gehele hoffstede in Darthuizen c.a., onder voorwaarde dat zij haar zusters Isabella en Maria de Wijs fl 10.000,- betaalt. De zusters accepteren deze verdeling. (w.g. J. de Wijs, Aleijdis Catharina de Wijs, Isabella de Wijs, Maria de Wijs)

* 1649, 3-2: HUA NA nots L. van Vuyren [U036a4-10]: Maria de Wijs, ziekelijk op een stoel bij 't vuijr zittende, heeft heden octrooij gekregen om haar testament op te maken [dwz: er is dus geen eerder testament] nomineert tot haar universele erfgename Jo Aleijdis Catharina de Wijs, weduwe wijlen Johan de Sweserengh, behoudens de legitieme portie van haar vader, die ook het vruchtgebruik krijgt. Maar haar zuster moet, na haar dood, wel alle legaten betalen die Maria haar per schriftelijke memorie zal opgeven, en daarvan zal haar vader geen lijftocht hebben. Opgesteld ten huize van juffrouw De Sweserenge tegensover het St Servaes convent, ter presentie van Geerloff van Jaersvelt en Gerrit van Suijlen

* 1650, 7-3: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a2-335]: Akkoord. Geerloff van Jaersveld, als gemachtigde van Juffr Aleijdis Catharina de Wijs, weduwe en boedelharster van wijlen Johan de Swesereng versus Aelbert Christiaensz, wonende op de Noord buiten de Weertpoort, komen overeen dat Aelbert, conform de uitspraak van het Gerecht van Utrecht de fl 88:8:- in de vorm van twee koeijbeesten staen geexecuteert, sal boven dit bedrag nog fl 55,- betalen, in drie termijnen, te beginnen op Pinksteren. Cornelis de Cruijff stelt zich borg voor deze overeenkomst, en krijgt de koeijbeesten om ze tegen de gunstigste prijs te verkopen.

* 1650, 26-6: HUA NA nots G. Vastert [U021a17-126]: Overdracht: De hooggeleerde Mr. Francois de Wijs, advocaat, transporteert aan Juffr Aleijdis Catharina de Wijs, weduwe Johan de Sweseringe, de kooppenningen van zijn huis en erve, verkocht aan Aernout Cloutingh, volgens coopcedulle dd 3-6-1650. Vreemd genoeg is het adres van het huis niet genoemd. Het stuk is opgemaakt ten huize van Francois de Wijs staande op de Nieuwegracht bij de Bregittebrugh.

* 1650, 17-9: HUA NA nots G. Vastert [U021a17-167]: Jacob de Wijs maakt testament, om gerusticheijt en eenigheid onder zijn kinderen te onderhouden, dus om ruzie te voorkomen en de zaak een beetje eerlijk te verdelen. Francois heeft meerder genoten dan de rest, zowel binnen- als buitenslands, in studije, promotie, costen als anders. Sebastiana, impotent, krijgt tot soulagement van haar grote miseria fl 1500,-. Maar als Sebastiana weer tot haar voorgaande verstant en gezondheid terugkeert, heeft ze die speciale behandeling niet meer nodig. Hier is sprake van de schuld die Francois heeft op de boedel van "zijn moeije" Anna de Wijs - dus een zus van vader Jacob, ook dat staat er expliciet. Hier wordt Maria Cornelis Goes zijn nicht genoemd (de dochter van Anna de Wijs?).

* 1650, 18-11: HUA NA nots G. Vastert [U021a17-196]: Jacob de Wijs, raad ordinaris in den Hove van Utrecht, door hoge ouderdom wel impotent van lichaam, maar zijn verstand goed gebruikend, maakt zijn testament. Ten eerste zegt hij dat zijn drie getrouwde kinderen en Isabella, zijn oudste dochter, niets hoeven terug te geven van wat zij reeds hebben ontvangen, en Mr. Francois de Wijs belast blijft om als advocaat alle processen die zijn erfenis aangaan te dirigeren en verdedigen als 't behoort. Verder legateert hij aan Sebastiana de Wijs, zijn impotente dochter, tot onderstand en solaes in haer swarigheijt, fl 1500,- en, indien zij sterft, wat er dan nog van dat bedrag resteert vervalt aan Isabella de Wijs. Daarenboven legateert hij aan Sebastiana en Isabella, in plaats van haarlieder bruiloftskosten, klederen en juwelen (die de drie getrouwde kinderen wel kregen) de nagenoemde meubelen etc., waaronder het bed dat zijn za: dochter Maria toe kwam, het bed waar zijn oudste dochter op slaapt [kennelijk woont Isabella nog thuis], sijn Comparants conterfeijtsel, etc. Sebastiana krijgt bovendien haar moederlijk erfdeel van fl 3000,- nog, dat de andere kinderen al gehad hebben. Verder fl 150,- "die hij onderhest <?> en bij Maria Comelis Goes sijn Comptes dochter sijn gemaeckt, item vierhondert gulden competerende sijn zoon Gerard de Wijs volgens ob:e bij sijn outste dr voorn wel oncht <?> maer in de waerheijt tot sijn boedels laste sijn staende". Eerst moeten alles lasten en doodschulden worden betaald uit zijn nalatenschap, "alsmede uijt de goederen hem door doode Joffr Anna de Wijs, sijn za: zuster aangeërft", voordat er tot magescheijdinge kan worden overgegaan. Bovendien moet voor de deling ook de borgtocht die Jacob voor zoon Francois heeft toegezegd, worden opgeheven. Ook moeten Francois en Gerard de Wijs eerst inbrengen hetgeen ze aan zijn genoemde zalige zuster schuldig waren, of het wordt bij de deling vereffend. Verder legateert hij aan zijn zoons oudste zoon, genaamd Sebastiaen de Wijs, zijn beste mantel, en aan diens zuster Catrina (die bij opa woont), fl 50,- als nagedachtenis. Hij legateert fl 100,- aan zijn "clercq" Gerrit van Zuijlen en een rouw (voor getrouwe dienste). Zijn oudste dochter is de executeur van zijn uiterste wil (indien ze tenminste ongetrouwd blijft). Opgesteld ten huize van Jacob de Wijs, op de Oostzijde Oude Gracht omtrent de Smebrugh, ter presentie van Geerloff van Jaersfelt en Geert van Ackoy. (w.g. J. de Wijs + nots en get)

* 1650, 18-11: HUA NA nots G. Vastert [U021a17-203]: Jacob de Wijs machtigt Geerlof van Jaersveld om namens hem voor de Stadhouder en mannen van leen des huizes Zuijlenborch en het gerecht van Overlambroeck te verzoeken de hofstede onder Darthuijsen ten behoeve van zijn dochter Aleijdis Catharina de Wijs weduwe Zweserengh za: (aan haar ten huwelijk gegeven en als suppletie van de erfportie van haar moeder) [als leengoed] te vertijen en transporteren.

* 1651, 10-5: HUA NA nots G. Vastert [U021a18-63]: Garantie. Heden den ... mei 1651: Mr. Francois de Wijs, advocaet, belooft zijn zuster Aleijdis de Wijs (wed..) costeloos en schadeloos te houden met betrekking tot de lasten en schulden van zijn vaders boedel, nu onlangs deser werelt overleden, in reguard tot zijn 1/5 part ofte hereditaire portie die zijn zuster zal moeten betalen of al betaald heeft, zie daarvoor de hereditaire dispositie van Mr. Jacob de Wijs, in leven Raed ordinaris voor het Gerecht van Utrecht, dd 18-11-1650 voor notaris G. Vastert. Hij zal niets uit de erfenis mogen hebben, ook niet van het deel dat Juffr Anna de Wijs in leven huisvr van Egbert Petersz van Bemmel, aan zijn vader had nagelaten, voordat alle schulden en legaten zijn betaald en zijn zuster Van Zweserengh haar alreeds gedane verschoten ende noch te verleggen penningen als vrsz zal zijn voldaan. Opgesteld in het huis van de Comparant in de Hasestraet. Maar het stuk is niet gedateerd noch ondertekend. [volgens de samenvatting door de archiefdienst is Anna de Wijs zijn tante, maar dat staat niet in het stuk]

* 1651, 27-5: HUA NA nots G. Vastert [U021a18-64]: Insinuatie. De notaris vraagt Gerard de Wijs, schout van Loendersloot, of bij bereid is de erfenis van zijn vader te aanvaarden. Hij antwoordde dat hij tot nog toe (niet jegenstaande hij gevraagd heeft om inzicht in de boedel) niet heeft aangegeven of hij de erfenis aanvaard of niet, en zolang hij geen inzicht heeft blijft hij daarbij, tot protest van de reguiranten, w.g. F. de Wijs, Isabella de Wijs, Aleijdis Catharina de Wijs. Pas daaronder staat het antwoord: de geinsinueerde (aanwezig in Utrecht, in herberg het Dorpje) verklaart dat hij tevreden was op deze zaak te delibereren en resolueren, nadat hij de pertinente inventaris en boedelcedulle heeft ontvangen.

* 1651, 22-5: HUA NA nots G. Vastert [U021a18-67]: Garantie. Ongedateerd, niet ondertekend. Francois de Wijs, advocaat, verklaarde aen handen van zijn zuster Aleijdis Catharina de Wijs, weduwe Zweserengh, te verbinden zijn portie hereditair in de erfenisse en goederen gecomen van Juffr Anna de Wijs, huisvrouw was van Egbert Peterszn van Bemmel, die dezelve in lijftocht is hebbende; dat tot ontlasting van zijn vaders boedel van de borgtocht die zijn vader voor hem had gesteld. (niet ondertekend).

* 1651, 3-7: HUA NA nots G. Vastert [U021a18-102]:Ongedateerd, niet ondertekend. Isabella de Wijs benoemt, uit krachte van de bepaling in het testament van haar vader, tot mede-executeur over zijn erfenis haar zuster Aleijdis Catharina de Wijs

* 1651, 11-8: HUA NA nots G. Vastert [U021a18-122]: Procuratie. Aleijdis Catharina de Wijs, die recht heeft op de kooppenningen van het nu genoemde huis, en ook gemachtigd is om het huis aan Aernout Cleutingh te transporteren (zie akte 16-6-1650), machtigt Geerlof van Jaersveld om voor het gerecht te transporteren het huis op de oostzijde van de Nieuwe Gracht, op de noordhoek van de Brigittenstraat

* 1654, 8-2: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a3-298]: Isabella de Wijs, bejaarde dochter, Adelaïda Catharina de Wijs, weduwe wijlen Sweserenghe (sic!) voor haarzelf en namens Sebastiana de Wijs haere impotente suster, mede erfgenamen ab intestato van wijlen Sr Frans van Lommetshem, eenige soon van wijlen Dirk van Lommetshem, haar comparanten Oome en moeders broeder machtigen hun broer advocaat Franchois de Wijs om alle zaken, rakende de erfenis, te behartigen.

* 1654, 20-5: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a3-344]: Adriaen de Ridder, wondne te Schalkwijk, bekent dat hij fl 2000,- schuldig is aan Aleijdis Catharina de Wijs, weduwe Sweserenghe, rentende jaarlijks fl 105,-, op grond van een rentebrief, gepasseerd ten behoeve van Bernt van Leeuwen en huisvrouw dd 19-6-1643, waarvan Johan de Sweserenghe het recht in deijlinge had verkregen. Hij belooft de fl 2000,- in twee termijnen, binnen twee jaar af te lossen. Cornelis Anthonisz van Wijckerslooth zegt dat hij borg zal staan.

* 1654, 24-8: HUA NA nots L. van Vuyren [U036a9-67]: Bernhardt Adolph van Reede staat borg voor twee schulden van David Loot aan Aleijdis Catharina de Wijs, f 900-0-0 en f 200-0-0, beide schulden van David Loot, voor welke eerste schuld hy zich met Aelbert Huygen van Schoddenberch borg heeft gesteld en voor de tweede schuld heeft notaris Frederick Swaerdecroon zich borg gesteld[akte niet ingezien]

* 1654, 28-10: HUA NA nots G. Vastert [U021a20-161]: Henrick Huijgen van Hijndersteijn, zoon van Huyck Toniss, wonende te Vleuten, die de schuld op zich heeft genomen, en zijn oom Gerrit Toniss, wonende op Seldenrijck, als borg, beloven Aleijdis Catharina de Wijs, weduwe van Johan de Sweserenge, die de erfgenaam was van zijn grootvader Anthonis van Dael, om voor 25-7-1655 de fl 500,- hoofdsom te zullen aflossen die Huych Toniss blijkens een rentebrief dd 4-6-1629 van Anthonis van Daell had geleend.

* 1654, 14-12: HUA NA nots G. Vastert [U021a20-186]: Gijsbert Aertszn, viskoper en burger van Utrecht, leent fl 100,- van Aleijdis Catharina de Wijs, en belooft om dat terug te betalen met fl 5:0:40 per jaar, etc.

* 1655, 22-6: HUA NA nots G. Vastert [U021a21-86]: Procuratie. Aleijdis Catharina de Wijs, voor zichzelf en zich sterk makende voor de mede erfgenamen van haar grootvader Sebastiaen de Wijs, die t ... volgens transp van lest Apr 1571 .. vernegen heeft totte nabest plaetse <?> machtigt Geerlof van Jaersveld om te innen en ontvangen van de possesseur van 't nabeschreven hypotheecq vijf gulden dertiendaler huer jaarlix als rente van XC gulden hoofdsoms begrepen in deze Stads Plechte bij Catrijn Jan Buijtendijx weduwe en haar kinderen ten behoeve van Cornelis Harincxsz die houtcop beleden op haerlieder huijs, staende aan de Westzijde van de Loeff Berchmakers straet dd 21-5-1538, verlopen sedert Victorie 1650. (...) (w.g. Aleijdis Catharina de Wijs de Sweserenghe + nots en get)

* 1656, 24-1: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a3-565]: Goedkeuring. Isabella de Wijs, bejaarde dochter, en Aleijdis Catharina de Wijs, weduwe Sweserenge, mede erfgenamen van Mr Jacob de Wijs approberen en ratificeren de procuratie die hun broer Francois op 21-1-1656 heeft gedaan op procureur Henrick van Zuijlen. (w.g. Isabella de Wijs; Aleijdis Catharina de Wijs de Sweserenghe)

* 1656, 16-10: HUA NA nots G. Vastert [U021a22-192]: Voogdbenoeming. Aleijdis Catharina de Wijs nomineert tot voogden over haar na te laten onmondige kinderen: Gerard van der Steen, kanunnik St Jans te Utrecht en Vincent Stalpert van der Wiele. Gedaan ten huize van Aleijdis, staende tegensover de convente van St Servaes

* 1657, 5-9: HUA NA nots G. Vastert [U021a23-122]: Aleijdis Catharina de Wijs, weduwe en lijftochteresse van Johan de Sweserenghe, machtigt Jacob van Bylardt, procureur te Wijk bij Duurstede om namens haar te procederen. De Wijs woont op de Nieuwe Gracht; één van de getuigen komt uit Darthuijsen.

* 1658, 1-4: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a4-171]: Procuratie: Aleydis Catharina de Wijs, wedue wijlen d'heere Johan de Swezerengh, machtigt, mede namens haar onmondige kinderen, Geerlof van Jaersfelt, exploiteur 's Hoofs van Utrecht, om voor het gerecht ten behoeve van Guiljam van Steenberch te transporteren een stadsplecht van fl 900,-, sprekende tot laste van Gerrit Kip en zijn huis, van date 13-6-1643, en voor het gerecht te verklaren dat zij betaald is. Ze machtigt Jaersveld bovendien om ter secretarie te lichten zodanige "prs" die haar bij preferentie van de verkochte huizinge genaamd De Ceulschen Dom aan de Voorstraat zijn toegewezen. (w.g. Aleijdis Catharina de Wijs de Sweserenghe + nots en get)

* 1658, 23-12: HUA NA nots G. van Bijlevelt [U053a4-113]: Leonardt Gouwenrack, gemachtigde van zijn schoonvader Vincent van Drielenburch, wonende tot Iselsteijn, erfgenaam voor de ene helft van 5/6 part in twee huisinghe of cameren in de Strooijsteeg, die hij verkregen heeft door het overlijden van Magdalena Rijck Schoormontsdochter van de goederen die deselve geërft had uit de verbonden goederen van wijlen Willem van Drielenburch, in zijn leven burgemeester van Utrecht, haar oudoom. Item jonckvrouwe Maria van der Hagen, vrouw van Mr. Arnould Mathisius, advocaat, speciaal gemachtigde van Frans Wttenbogaert, notaris te Amsterdam, en zich sterk makend en de rato caverend voor zijn zus Josina van Osch, als bij donatie inter vivos het recht gekregen van hun moeder Catharina van Drielenburch, fideicommissaire erfgename van voornoemde burgemeester Drielenburch, gerechtigd tot de wederhelft van dit 5/6 part. Mitsgaders nog Alijdis Catharina de Wijs, weduwe en douagiere Johan van Sweserengh, als 't recht bij erfenisse van haar schoonvader tot 1/6 part, die dat deel had georven van Anthonis van Dael. Zij machtigen Gijsbert Verhaer en Isbrant van Rossum om deze cameren te transporteren aan Oth Sanders van Barnevelt, timmerman en burger van Utrecht; op de laste van fl 225,- oude rente die de erfgenamen van Eechje van Dam daarop volgens plechte spreeckende hebben.

* 1660, 27-11: HAU NA nots C. van Vechten [U031a8-74]: Aleydis Catharina de Wijs, wedue wijlen d'heere Johan de Swezerengh, machtigt procureur Peter Tucker om namens haar te procederen. Gepasseert binnen Utrecht tegensover den convente van Sint Servaes aen de Westzijde der Nieuwe Grafte 't haer comparantes huijse (w.g. Aleijdis Catharina de Wijs de Sweserenghe + nots en get)

* 1661, 4-3: HAU NA nots C. van Vechten [U031a8-109]: Aleydis Catharina de Wijs, weeue wijlen d'heere Johan de Swezerenghe en administrateur van zijn nagelaten goederen, machtigt Dominicus Fredericus Janssen Boij, agent van de hertog van Holsteijn, om in haar naam bij de eerwaardige paters predikheren te Antwerpen om van hen betaling te vragen voor hetgeen pater Fardinandus Cocqueel, predicheer, haar nog in huur schuldig is omdat hij met weten van het gerecht van Utrecht in haar huisinge heeft gewoond, volgens de huurcedule. Als de predikheren niet willen betalen, dan heeft Janssen Boij het recht om ze voor het gerecht te slepen. Akte gepasseerd ten huijse van de Comparante, aen de Westsijde der Nieuwegrafte tegens over het Clooster van Sint Servaes. (w.g. Aleijdis Catharina de Wijs de Sweserenghe + nots en get)

* 1661, 12-4: HUA NA nots C. van Doorn [U060a2-23]: Aleijdis Catharina de Wijs, wed. Sweserenge, en als moeder en momberse van haar onmondige kinderen, geassisteerd door Geerloff van Jaersveld, exploiteur 's Hoofs van Utrecht, en anderzijds Josina Foeijt, bedaechde dochter, geassisteert door Dirck van 'sHeraertsberg, verklaarden dat tussen hen over de voldoening van twee rentebrieven (resp. fl 1600,- en fl 1200,-) waarvoor Josina Foeijt als borg was geobligeert en al in februari 1649 met twee sententien die door Aleijdis C. de Wijs waren geobtineerd, veroordeeld, alsnoch questie en proces ongedecideert was lang, daarom proberen ze nu vriendelijk te akkorderen, te weten dat Josina Foeijt tot volle voeldoening van deze twee kapitalen plus rente sedert 1642 aan De Wijs overdraagt ten eerste huis en hofstede te Utrecht aen de Westzijde van de Lange Nieuwstraat, daer Anthonis van Daell Suitw, en ... noortw naest staen, gehuijst ende geerft sijn, tegen een somme van fl 600,-; item twee distincte renteobligatien ieder van fl 900,-, resp. ten laste van de Staten van Utrecht, de ander van de Gemene middelen, gedateerd resp 21-2-1637 en 26-5-1641. Verder nog een plecht van fl 400,- dd 22-4-1624 daer van Josina en Anna Foeijt haar zuster, wiens enige erfgename zij was, via transport op 14-3-1631 het recht verkreeg van Egbert Huijberts Bottesteijn c.s. - die plecht was gevestigd op een huis aan de westzijde van de Elisabeth Straet. Mitsgaders nog een plecht van fl 400,- bij Anthonis Henricxz Cuijper dd ... ten behoeve van Josina en Anna Foeijt gepasseerd, gevestigd op een huis aan de OZ van de Oude Gracht tussen de Viese en Jacobi bruggen. Juffr Sweserenge verklaart zich hiermee volkomen gecontenteerd, waarmee een eind gemaakt wordt aan alle processen en ook aan het gedragen consent tussen Elisabeth en Josina Foeijt dd 28-9-1648; ze machtigen procureurs om deze overeenkomst en de inhoud ervan te doen registreren. (w.g. Aleijdis Catharina de Wijs de Sweserenghe en - héél bigbberig - Josijna Foeijten (+ assist en get en nots))

* 1661, 20-8: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a4-526]: Akkoord. Jouffr Aleijdis Catharina de Wijs, weduwe wijlen Johan de Sweserengh, en Jan Harmanszn van Coesvelt, mede als vader en voogd van zijn kinderen, beide eigenaars en possesseurs van hun huizen en erven, zijn overeengekomen dat Jan Harmansz de ramen die hij in de gemene noordsijdel muur tussen zijn huis en het koetshuis van Juffr de Sweserengh heeft gemaakt, zal moeten wegnemen en het gat dichtmetselen, "alsoo het stellen van dien door vergunninge is toegelaten", en Jan Harmans zal bovendien de houten goot die nu op de muur ligt tussen het koetshuis en het einde van beider erven, vervangen door een goede Ceulse goot ("Ceulsche geut") in de bodem, tenminste vijf en een halve duim wijd, en te bekleden met goed Amsterdamsch lood, het water dus over zijn erf laten lopen en die goot ook in de toekomst onderhouden. Verder zal Jan Hermans op het ledige erf achter het koetshuis van Jfr De Sweserengh een schuur timmeren van 29 voet lang (binnenwerks) met een muur van een baksteen dik van bastaart klinkers, acht voeten hoog (etc: een nauwkeurig bestek, incl. poort, ramen, kap, zolder met vloeren en tenslotte een zakput om het regenwater te verzwelgen). Dit alles doet Jan Harmens op zijn eigen kosten. Hij krijgt daarvoor in ruil het "vorder hoekje erfs lijndt recht van de nieuw te maecken muijr tot de heijnmuijr toe", waar hij naar believen iets mag timmeren, mits dat de muur bij dit stukje erf gemeen blijft. Ook mag Juffr de Swesereng en haar nazaten te allen tijde in de hoek van de zuid-sijdelmuur en de nieuw te leggen muur een gat of kuil graven om mesten ofte vulnis in te leggen. Gedaan te Utrecht ter presentie van Geerloff van Jaersveld, exploiteur 's Hoofs van Utrecht etc. (w.g. Aleijdis Catharina de Wijs de Sweserenghe, HC - dit merk is gesteld bij Jan Harmensz van Coesvelt, Gerlo: van Jaersvelt + nots en get)

* 1661, 31-12: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a4-570]: Procuratie: Jouffr Aleijdis Catharina de Wijs, weduwe, boedelharster ende lijftochteresse van wijlen Johan de Sweserengh za: voor haar zelf en als moeder en mombersche over haar twee onmundige soonen, in die rol mede erfgename van za: Berndt van Leeuwen en Jo: Arnolda Foeijt en volgens maeckgescheijt tusschen de comparante en Heere Commies Leeuwen mede erfgenaam en opgerecht het recht verkregen tot de nabeschreven plechtbrieff ten behoeve van Hillegondt van de Poll den 12 Maij 1574 bij Beatrix van Schoonenburch cum socijs mette annexe transfixen gepasseert, nu machtigt de comparante Petrus Tucker, procureur voor het Gerecht, en Nicolaes Kemp, procureur voor de kleijne rolle, om te bekennen het kapitael van fl 125 in dezelve plechte en koopmansrentebrieff in date den 11en september 1533 vervat, door handen van Adriana van Galen, weduwe van Gerrit van Overmeer ontfangen te hebben en daervan voldaen te zijn, en hen in het register van de Stad Utrecht deze plecht te laten casseren en royeren. (w.g. Aleijdis Catharina de Wijs de Sweserenghe + nots en get, namelijk haar buurman Jan Harmensz van Coesvelt)

* 1661: HUA archief 702 Stadsbestuur van Utrecht, invnr 2483: Stukken, overgelegd door Hendrick Jansen Bosch tot staving van zijnen eisch tegen Aleydis Catharina de Wijs, weduwe van Johan de Sweserenge, c.s. tot interdictie om eenige verhindering te doen tegen den door hem voorgenomenen bouw van kamers achter zijn huis aan de Oudegracht, 1661

* 1662, 12-2: HUA NA nots C. van Doorn [U060a3-8]: betreft het transport van de overeenkomst van 12-4-1661. Er is één nadere specificatie: de tweede plecht van fl 400,- is "bij Aeltgen Oth van Haefstensdochter den achtsten augusti 1569 ten behouve van Peter Foeijt , haers Jfr Josina grootvader was, gepasseerd en gevesticht op het rechte derdedeel van van de huijsinghe en erve genaemt de Grote Helm, gelegen in Utrecht" aan de OZ van de Oude Gracht. (de handtekening van Josijna Foeijten is veel minder bibberig dan een jaar geleden)

* 1663, 5-6: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a5-162]: Verkoop huis bij Smeebrug. Aleijdis Catharina de Wijs, weduwe, lijftochteresse van Sweserenge, en momber over haar twee onmundige zonen, machtigt Mr. Godard Jacob de Wijs, advocaat, en Bartolom: de Cruijff om namens haar een huis aan de Oostzijde van de Oude Gracht tussen de Geertruiden- en Smeebruggen (naast de erfgenamen Peter van Dael), te transporteren aan Elisabeth de Visscher, weduwe apotheker Berndt van der Haer, en haar kinderen en erfgenamen. (w.g. Aleijdis Catharina de Wijs de Sweserenghe + nots en get)

* 1663, 14-9: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a5-187]: Aleijdis Catharina de Wijs, wed. Sweserenge, voor zichzelf en voor haar kinderen, draagt over aan Josina Foeijten alle recht dat ze heeft op twee obligaties, nalemlijk één van fl 1600,- dd 9-9-1641 de andere à fl 1200,- dd 31-10-1643 beide tot last van Pauwels van Lienden als p[rinci]pael en Elisabeth Foeijt, wed. van Rienier van 's Heer aertsberch, en Josina Foeijt als borgen. Ze bekend daarvan volgens akkoord dd 12-2-1662 voldaan te zijn. Getuige: Godert Jacob de Wijs, advocaat (w.g. Aleijdis Catharina de Wijs de Sweserenghe; G.J. de Wijs + get en nots) [Zie aktes van 31-12-1661 en 12-2-1662 de schuld is door Pauwels van Lienden veroorzaakt, de borgen waren Elisabeth Foeijt, Wed Reinier 's Heeraertsbergen, en Josina Foeijt.]

* 1664, 27-7: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a5-274]: voogdbenoeming. Aleijdis Catharina de Wijs, wed. De Sweserengh, herroept de akte van constitutie van momboirs dd 16-10-1656, en ze nomineert nu tot mombers over haar onmondige kinderen: Gerard van der Steen, kanunnik van de St Janskerk, en Mr. Isaac Moll, advocaat, met uitsluiting van de vroedschap en de weeskamer. (w.g. Aleijdis Catharina de Wijs de Sweserenghe + nots en get)

* 1664, 29-6: HUA NA nots G. de Coten [U038a1-140]: aflossing schuld: Pieter Haese, wonende binnen Leiden, belooft om Thomas Terwe, wonende in Utrecht, voor de helft te vrijwaren en dus de voldoen de helft van fl 1412,- resterend kapitaal welke de weduwe van de Heere Commies Leeuwe en Johan Adriaen de Sweserenge te kort gekomen zijn van vrsz Terwe, welke plecht hij comparant in 't copen van de huize, erve en grond in utrecht tussen de Geertruide- en Volrebruggen tot zijn last genomen had. (het gaat nog een tijdje door, maar ik kan de tekst niet goed begrijpen)

* 1665, 23-1: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a5-319]: voogdbenoeming, o.a. Wilhelm van Baerle. Aleijdis Catharina de Wijs, weduwe, die bij testament dd 17-2-1648 de macht verkregen heeft van wijlen haar man Johan de Sweserenge om voogden te benoemen, nomineert advocaat Wilhelm van Baerle. Hij compareert ook, en accepteert dit momberschap onder voorwaarde dat hij zich er te allen tijde van kan ontlasten (w.g. Aleijdis Catharina de Wijs de Sweserenghe, Wilh Baerle + nots en get)

* 1666, 12-5: HUA NA nots C. van Vechten [U031a11-109]: verhuur door A.C. de Wijs. Aleijdis Catharina de Wijs, weduwe De Sweserengh, wonende binnen Utrecht, verhuurt twee campen lands in de Lage Weijde aan Willem Gerritsz Vermeer, wonende buijten Utrecht in de Lage Weijde, genaamd "Half hooch en half laech", samen een viertel. Item nog een viertel van twee campen in de Lage Weijde, de grootste camp weiland zijnde, alles te saam ca acht mergen, voor fl 90,- per jaar. De grond wordt al door de huurder gebruikt. De huurder is echter nog achterstallige huur schuldig: 600,-. Daarvan scheldt Aleijdis hem 200 gulden kwaijt, de rest belooft hij de komende jaren terug te betalen in vier termijnen over twee jaar. (w.g. Aleijdis Cathafrina de Wijs de Sweserenghe; Willem Gerrissen Vermeer, + nots en get)

* 1666, 18-10: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a6-75]: Wilhelm van Baerle, advocaat, vertelt dat Aleijdis Catharina de Wijs, weduwe van Johan de Sweserengh, op grond van het testament van 17-2-1648, hem tot mede-momber over haar onmondige kinderen heeft aangesteld. Hij heeft dat geaccepteerd, onder voorwaarde dat hij zich te allen tijde als momber zou kunnen terugtrekken, en die voorwaarde is bij akte van 23-1-1665 voor nots De Cruijff vastgelegd. Om hem moverende redenen exhonoreert en ontlast hij zich vanaf heden van het momberschap. [NB: het is misschien een ander register, maar ik vind alleen op 17 februari 1648 de bepaling van Johan de Swesereng over de Beyerscameren. Daar komt Van Baerle niet in voor, en Aleijdis Catharina trouwens ook niet]

* 1666, 4-12: HUA NA nots H. van Zuylen [U048a3-200]: Paulus Soudenbalch en Aleijdis Catharina de Wijs, echtelieden, beloven Gerard van Straten binnen twee maanden fl 1500,- te betalen, die door Aleijdis op 1-11-1648 beleden is, plus de rente sinds 1-11-1665. (w.g. Aleijdis Catharina de Wijs, Paulus Zaudenbalch + nots en Get).

* 1666: HUA archief 702 Stadsbestuur van Utrecht, invnr 2942 Stukken betreffende de procedure voor schepenen-commissarissen naar aanleiding van den eisch van Adriaen Jacob de Sweserenge tegen zijne moeder Aleydis Catharina de Weys, weduwe van Johan de Sweserenge, tot uitkeering van gelden uit den boedel van zijnen vader, 1666

* 1667, 7-1: HUA NA nots W. van Velpen [U072a2-66]: Paulus van Soudenbalch, de man van Aleijdis Catharina de Wijs, weduwe en boedelharster van wijlen Johan de Sweserenghe en lijftochteresse van diens nagelaten goederen, die wel geïnventariseerd, maar nog niet gescheiden zijn. Er zijn twee kinderen nagelaten, waarvan de oudste onlangs is overleden (die tot zijn universele erfgenaam heeft geinstitueerd zijn neef Franchois Diderik de Wijs). Paulus belooft aan Anthoninus de Zweserengh, de jongste en nu enige zoon van zijn vrouw, gedurende de komende twee jaar fl 1000,- per jaar, en binnen die twee jaar zal de boedelscheiding zijn voltrokken. Als dat over twee jaar teveel blijkt te zijn geweest, dan zal Anthoninus het teveel ontvangene terug betalen. (w.g. Paulus Zaudenbalch, Antoninus de Sweserenghe + nots en get)

* 1667, 9-2: HUA NA nots W. van Velpen [U072a2-75]: Paulus van Zoudenbalch, als man van Aleijdis Catharina de Wijs, verwijst naar een procuratie die zij op 17-10-1665 voor nots F. uit den Bongaert heeft opgesteld, om processen te voeren, arresten in te stellen, om geld te incasseren in Amersfoort. Nu wordt procureur A. van Donselaar te Amersfoort gemachtigdtot het mede-arresteren van Thonis Bartss, Hendrick Bartss en Ryck Hendrickss, volgens procuratie naast Thomas Bartss, gehuwd met Aeltie Hendrickss

* 1667, 13-3: HUA Hof [236-2]: Franchois de Wijs enige en universele erfgenaam van Adriaen Jacob de Swesereng cst tegen Anthoninus de Swesereng als borg voor de lijftocht van zijn moeder, jegenwoordig getr aan Pauls van Soudenbalch // 8/1 1668: dhr Paulus van Saudenbalch x Jfr Aleyda Catharina de Wijs eerder wed. van dheer Johan de Swesereng etc (bron: regesten Utr bij Streekarch ZOUtrecht)

* 1667, 30-11: HUA NA nots H. van Zuijlen [U048a3-376]: Paulus van Soudenbalch als borg voor de gearresteerde en gedetineerde Antonius de Sweserengh, belanghebbende Franchoijs de Wijs. "Paulus van Soudenbalch ende Const. sich borge voor Antoninus de Sweserengh, gear:de ende gede:de [gearresteerd en gedetineerd] ten behoeve van Franchoijs de Wijs arr[est]ant de indictie seste volgens de ordon[tie]n daartoe renuntierende de ex:e en excussie" constituerende Juul Helmis van Lamsweerde procureur ende verdere procureurs om de inhoud dezes gerechtelijk te bekennen

* 1671, 16-1: HUA NA nots W. van Velpen [U072a4-92]: attestatie over vaderlijk erfdeel met neven De Wijs. Juffr Isabella de Wijs en Geerlof van Jaersveld getuigen dat in de week voor Kerstmis bij Isabella thuis geweest zijn Aleijdis Catharina de Wijs, vrouw van Paulus Zoudenbalch, nevens Mr. Govert en Frans Diederick de Wijs en de twee getuigen. Op verzoek van Aleijdis Catharina vertellen ze dat zij "tegen haar neven zei, dat ze een aanmerkelijke somme aan hun vader te kort kwam, waarop Mr. Godart zei: ik wil dat niet horen, maar hebt gij iets te pretenderen, ick sal u noch contentement doen", waarop Aleijdis zei: "gij mocht de actie van de erfpachtgoederen weer ophalen, ende de voorn Mr. Godart daer op voor antwoort gaf ick sal grootvaders boedel niet eens aenraeken ende sal u evenwel contentement doen, 't welck de vrouwe requirante aennam.". Waarvan akte. (w.g. Isabella de Wijs, Gerl van Jaersvelt + nots en get)

* 1671, 18-3: HUA NA nots F van Ewijck [U042a1-190]: testament Paulus van Soudenbalch en Aleijdis Catharina de Wijs. Zeer beknopte akte waarin ze verklaren dat ze elkaar over en weer het recht geven op het vruchtgebruik van hun erfenis, tot aan hun dood toe.

* 1674, 17-10: HUA NA nots J. van Almeloveen [U073a1-154]: De heren Johan Ram en advocaat Sebastiaen de Wijs, als executeurs van het testament van wijle Adriaen Beijer en Alidt Jans zijn huisvrouw, en Sr Paulus Zaudenbalch als momber en voogd over Paulus van den Berch van Luijnenberch en in die kwaliteit mede executeur van dat testament, verhuren 33 morgen lands met hofstede c.a. te Houten aan Cornelis Hendriksz Otterspoor voor fl 470,- per jaar.

* 1676, 31-1: HUA NA nots W. van Velpen [U072a6-202]: Paulus Zaudenbalch en Aleijdis Catharina de Wijs, gerechtigd tot de lijftocht van 2/3 deel van de goederen, nagelaten door Adriaen Jacob de Zweserenge, haar overleden zoon, versus Mr. Godert de Wijs, advocaat, gemachtigde van zijn broer Franchois de Wijs, kapitein in dienst van de Verenigde Nederlanden, sluiten een overeenkomst. Ten eerste gaat het over twee rentebrieven, bij subdivisie gevolgd op de magescheid van 4-1-1672, de ene op naam van de Stad Culemborg en de andere op vrouwe Maria Magnus, vrouwe van Berchambacht, samen fl 6200:-. Het lange document gaat verder uitvoerig in op de hele rijke lijftocht die Kapitein de Wijs krijgt, ruim fl 8000,- plus huishuren etc, en dat is nog maar 1/3 van de lijftocht van de ene zoon De Sweserengh.

* 1677, 19-3: HUA NA nots W. van Velpen [U072a7-19]:

* 1677, 9-5:HUA NA nots N. van Vechten [U064a6-64]: Jo:n Poulus Soudenbalch en vrouw Aleijdis Catharina de Wijs, echtelieden, aan de ene kant, en Anthoninus de Zwezerenge ter andere zijde, verklaren dat de questien tussen malkanderen wtstaende en bij memorien ter wedersijden opgegeven hadden gecompromitteerd en verbleven aan de arbitrage ende wtspraecke van Nicolaes Hamel, heer van Stoewegen en Mr. Godaert de Wijs, advocaet volgens akte 3-4-1677, die op 7-4-1677 uitspraken dat het echtpaar aan Anthoninus moet goeddoen de fl 500,- in het 1e artikel van de beschreven memorie vermeld, met rente van 4%, vanaf 6 weken na 26-11-1671, onder aftrek van fl 127:10, fl 52:5:- en fl 29:3:- op grond van de eerste drie posten in de Memorie van Soudenbalch. Ze moeten hem voorts vergoede fl 39:15 wegens het graven van 318 roeden sloot op de Lage Weijde, en verder teruggeven fl 68,- voor ongelden van dat land en fl 45:16:- aan onkosten ervan, plus 4% rente sinds de betaling van die bedragen, plus fl 2:10 die Swezerenge in 1671 heeft betaald aan metselaar Sander van Dort wegens zijn werk in het huis; daar staat tegenover dat Swezerengh aan Soudenbalch moet vergoeden: negen jaar pacht voor een "campgen lants tot Darthuijsen" à 6 gulden per jaar, plus fl 100,- vergoeding voor het beuken- en eikenplantsoen dat tot Darthuijsen heeft gestaan, plus fl 18:18:- die hem zijn verstrekt. Al deze posten hebben ze verrekend en geliquideerd: Anthoninus heeft recht op fl 370,- en heeft al ontvangen fl 200,- plus de dertien stoelen die in de uitspraak worden vermeld ter waarde van fl 54:-. De resterende fl 116,- zal het echtpaar voor Allerheiligen, of uiterlijk een maand later, met fl 91,- voldoen, en de resterende fl 25,- wordt verrekend doordat het plantsoen op het kampje lands te Darthuijsen moet worden geamoveerd: Swezerenge moet daarvoor jaarlijks fl 6:-:- betalen, maar houdt dat in op die schuld. Ook verklaart men dat Swezerengh het paard, dat in de arbitrage wordt genoemd, heeft teruggegeven aan het echtpaar. (w.g. A. De Sweserenghe, Aleijdis Catharina de Wijs, P. Zoudenbalch, Eduaert Zoudenbach, + nots en get)

* 1678, 8-6: HUA NA Nots D. van den Berch [U089a1-112]: Paulus Zoudenbalch, Laurens sGravesande.

* 1681, 21-9: HUA NA nots N. van Vechten [U064a9-151]: codicil; ze woont te Houten. Aleijdis Catharina de Wijs, vrouw van Poulus van Soudenbalch, ziek te bedde liggende, verklaart dat ze legateert aan haar mans zuster, Maria van Soudenbalch, al haar huisraad, goud, zilver, schilderijen, niets uitgezonderd, ter expiratie van de lijftocht aan haar man (Poulus S.) gemaakt, en bovendien legateert ze haar al haar kleren. Verder benoemt ze tot mombers over haar onmondige erfgenamen haar man, en mr. Daniel van den Berch, haar aangetrouwde neef, met macht van substitutie. Gepasseerd tot haar woonplaatse tot Houten. (w.g. Aleijdis Catharina de Wijs genaemt Zoudenbalch + nots en get)

* 1693, 9-7: HUA NA nots H. van Woudenberch [U093a25-7]: Paulus Soudenbalch schenkt zijn gehele inboedel en alle huisraad aan zijn zuster Maria Soudenbalch, onder de conditie dat hij het nog zijn leven lang mag gebruiken. Maria accepteert. De akte, opgemaakt in zijn huis in Utrecht, is door beiden ondertekend door krassen van pennen: "vermits het beven van sijn handt" en "mede vermits het beven van haer handt".


openstaande vragen / discussie


zie voor het luiden van de Dom bij overlijdens: https://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=1&ved=0ahUKEwisxdLzrYzaAhVIK8AKHfvLDvEQFggqMAA&url=http%3A%2F%2F17thcenturyhollanders.pbworks.com%2Fw%2Ffile%2Ffetch%2F48853913%2FUtrechtOverluidingen.pdf&usg=AOvVaw2XMm4_70tcjPvMYQa_aaOZ

Testament Jacob de Wijs: 18-11-1650, U021a17-196

In 1647 stelt Elisabeth Foeyten, wed. Reinier van 's Heeraertsberge, borg voor een schuld die Pauls van Lienden bij Johan de Sweserenge heeft. Is het een nicht of achternicht? Johan's oma heet immers ook Elisabeth Foeijte; dat kan geen toeval zijn.

Lysbeth Feyt uit Utrecht trouwt Utrecht 30-5-1618 Reijnier van 's Heeraertsberch, van Schoonhoven

Akte 1648, 6-9: HUA NA nots G. Vastert [U021a15-82] maakt duidelijk dat Jacob de Wijs zoon is van Sebastiaen de Wijs en Aeltje Dirckx

Akte 1646, 17-10: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a1-199]: Gerard de Wijs te Loenersloot laat iemand verklaren dat [zijn oom] Egbert Peterss van Bemmel twee jaar geleden iemand heeft aangerand, en ook met zijn dienstmeid naar bed gaat.

Akte 1651, 11-4: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a2-463]: Gerard de Wijs begraaft zijn vader Jacob uit godvruchtigheid, maar dat betekent niet dat hij medeërfgenaam is