XIV-843 De Wijs, Jacob

Mr. Jacob de Wijs (= XIV-891)


ouders: Sebastiaen de Wijs (* ca 1535) en Aeltje Dirks/Aleijdis van den Santen (ovl 26-1-1618)


geboren: ca 1569

gedoopt: katholiek

overleden: Utrecht 6-4-1651

begraven:


beroep: advocaat (1594) Raadsheer ordinaris in het Hof van Utrecht (1630-1651)

woonplaats / adres: Utrecht (Oude Gracht bij de Smeebrugge, 1647, '50)


relatie: ondertrouwt Utrecht 20-12-1599, trouwt Utrecht 29-12-1599


Catharina Lommetsum

alternatieve spelling: Sommetsen, Lommetsen


ouders: Frans Lommetsum en Weijndelmoet van Lienaer


geboren: Amersfoort

gedoopt:

overleden: Utrecht 13-3-1619

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


kinderen

  1. Francois de Wijs, geboren ca 1600, gedoopt:
    overleden: 1656
    beroep: advocaat voor het Hof van Utrecht (1628 etc); opvolger van zijn zwager Johan A. de Sweserengh als
    dministrateur/bewindvoerder van fundatie Beyerscameren.
    woonplaats / adres: Utrecht (Hasestraat, 1651)
    relatie: trouwt
    Cornelia van Westrhenen, geboren:
    overleden: Utrecht 11-4-1639
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders:

    1. Sebastiaen Polidoir de Wijs, advocaat

    2. Johanna Constantia de Wijs, overleden na 1693

    3. Mr. Godart de Wijs, advocaat, overleden na 1697

    4. Frans Diederik/Dirk de Wijs, kapitein in dienst van de Verenigde Nederlanden, overleden na 1697

    5. Catharina Isabella de Wijs, overleden na 1693

  2. Gerard (Desiderius) de Wijs [Desiderius als tweede naam in zijn testament dd 4-5-1657], gedoopt:
    overleden:
    beroep: schout van Loenersloot (1651)
    woonplaats / adres: Amersfoort (1639)
    relatie: trouwt voor 1647
    Wilhelmina Frans
    geboren:
    overleden:
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders: Frans Harbertsz

  3. Isabella de Wijs, gedoopt:
    overleden: na 16-1-1671
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: ongehuwd

  4. Maria de Wijs, , gedoopt:
    overleden: Utrecht 8-2-1649
    beroep:
    woonplaats / adres: Utrecht (Nieuwe Gracht tegenover St Servaesklooster, bij haar zus Aleijdis Catharina, 1649)
    relatie:

  5. Sebastiana de Wijs, gedoopt:
    overleden: na feb 1654
    bijzonderheiden: Sebastiana is "impotent" en dat is een misère, men hoopt dat zij weer tot haar oude verstand terugkeert (1650, 1654).
    woonplaats / adres:
    relatie: trouwt
    geboren:
    overleden:
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders:

  6. Aleijdis Catharina de Wijs, ?-1691, X 1645 Johan de Sweserenge, XX 1666 Poulus Soudenbalch, VOLGT XIII-422

J. van Bijlert: Jacob de Wijs (ca 1569-1651) anno 1630. Bron: RKD

biografische aantekeningen


Jacob de Wijs verwierf in of voor 1612 het eigendom van 16 morgen vrij allodiaal goed te Goijwaarts, genaamd De Hoef, in Overlangbroek. De grond was daarvoor een eeuw lang bezit van de familie De Cruijff en zou nu een eeuw lang in bezit blijven van (de nazaten van) Jacob de Wijs.

Jacob de Wijs is beleend met het goed d'Halve Clempt gelegen in het Kerspel Doorn. Na hem wordt zijn dochter Aleijdis Catharina in 1648 met dat goed beleend. Hij is bovendien eigenaar van een hofstede in Darthuizen en een hoeve lands in Overlangbroek.


bronnen


(zie ook de grote hoeveelheid bronnen bij dochter Aleijdis Catharina de Wijs)

lit: Groot placaatboek vervattende alle de placaten, ordonnantien en edicten, der Edele Mogende Heeren Staten 's Lands van Utrech (1729), p. 1054: betreft een opsomming van leden van de Raad in het Hof van Utrecht.

"Mr. Jacob de Wijs is Raad geworden den 18 Maij (N.St) 1630. Dese en Peter Dierhout en Arent van Hornhoven sijn alle drie gecommitteert in plaatse van Mr, Pieter van Leeuwen en dr. Otto Schraffer, overleden, mits te samen treckende de gagie van twee Raadsheeren, daar de heeren van de Ridderschap verklaarden bij meerderheid van stemmen zich mede te conformeren, op conditie dat men de advocaten Van Dalen, Weede en Helmis van Welle voor alle anderen sal houden geprefereert, soo haast weder een plaatse ten Hove sal komen te vacceren, op sulke gagie als de leden goed vinden sullen. Waar tegen de vroedschap der stad Utrecht op den 28 April 1630 heeft geprotesteert en verklaart niet te konnen verstaan, dat andere, als professie doende van de ware Gereformeerde Religie (daar de twee eerste van de Roomsche zijn) tot Raden in den Hove genomineert worden. En zijn ook deze drie de laatste Raadsheren geweest van de Roomsche Catholycke religie. Is in 't jaar 1651 overleden."

* 1594, 29-11: HUA NA nots J. van Herwaerden [U003a11-22]: Sebastiaen de Wijs, secretaris van de capittele van St Peters 't Utrecht, oudt omtrent negen ende vijftigh jaren, ende Meijster Jacob de Wijs, advocaet inden Hove 't Uytrecht, sijnen soon, oudt omtrent vijff en twijntich Jare, verklaren ten verzoeke van Lambert Hamenaer, burger te Culemborg, "in de name zijns broeders Pieter Hamenaer, borger tot Breda, dat Arent Janszn van Neenen en Rudolph van Sulkesteijn, beijde borgeren ofte inwoenderen deeser Stadt Wtrecht binnen weijnich tijts herwaerts daer ick (...fener offe Schendt ic) Stadt oft sijner ambachte in apprehensie gestelt sijn geweest op Hasenberch over doen sij sent: <?> Causeeren wilde dat sij gehandelt souden hebben op de munte tot Cuijlembourch, maer dat dselve personen nu corts ontslaghen sijn onder cautie mets noch blijvende geconfineert binnen haere huijsen. Alles twelcke sij seijden geschiet ende notoir te sijn, daerop Lambert Haenenaer inde name als verv: versocht acte, die ick hem gegonst hebbe. Actum ten huse vande comparanten, presentib Henrick de Clist, Gardenier, en Willem Gelijss, getuijgen (w.g. J. de Wijs, S. de Wijs + nots en get)

* 1599, 20-12: zoekakten: ondertrouw voor het gerecht: "Jacob Sebastiaen de Wijszn, advocaet inde Hove van Utrecht, en Catharina Frans Lommertsdr van Amersfoort. (i.m.: gesolempniseert voor Spruijt ende Stel den XXIX Decemb 1599)"

* 1599, 22-12: zoekakten: index huwelijksafkondigingen Schepenbank 1585-1630: Jacob, zoon van Sebastiaen de Wijs, en Catharina, Frans Lommertsdr. [NB: die laatste aantekening is vreemd: Catharina is een zuster van Dirck, advocaat te Utrecht; en Lodewijk Lommetsen in Amersfoort heeft een zoon Dirk Lommetsen die advocaat te Utrecht is. Haar vader moet dus Lodewijk heten, niet Frans; Frans Lommetsen te Amersfoort is de broer van Dirk Lommetsen, advocaat te Utrecht.].

* 1600, 5-7: HUA NA nots J. van Herwaerden [U003a13-125]: Aernt Jansz van Naerden heeft onlangs in zijn testamentaire codicil bepaald dat de erfenis voor zijn dochter Trijntje Aernts, vrouw van Simon Jansz van Wesop, vastgehecht wordt aan haar huwelijk, maar nu machtigt hij zijn broer Philips Jansz, wonende te Naerden, zijn zoon Jan Aertsz, Johan Ghisbers tot Naerdien "die sijn Comparants broers dochter heeft", en meijster Jacob de Wijs, advocaet inden Hove van Utrecht om gezamenlijk of bij meerderheid van stemmen die bepaling uit zijn laatste wil ongedaan te maken.

* 1608, 4-5: HUA NA nots S. Pelt [U004a2-98]: Philips van Lanschot, koopman te Leiden, machtigt advocaat Jacob de Wijs om voor het leenhof van Utrecht de helft van een stuk land genaamd Weerdenborch, gelegen in Werkhoven, te transporteren aan Jan Gerritsz van Brienen, koekenbakker te Utrecht.

* 1619, 13-3: overluidingen Utrechtse Dom: Catharina Lommetsen [onjuist getranscribeerd als Sommetsen], huisvrouw van Jacob de Wijs, advocaet der Curie

* 1626, 10-11: Kronijk van het Historisch Gezelschap te Utrecht (1866, p 466 ev): tijdens een bezoek van zijne doorluchtigheid de Prons van Oranje aan Utrecht, die verwelkomd en ontvangen werd door de landsadvocaat van Utrecht mr. Gerard Hamel, werd ook een rechtszaak gevoerd, waarbij Mr. Jacob de Wijs een van de advocaten is in de zaak tussen Jan Corneliszn en Marijken Dircksdr, waarbij Jan de vader is van het nog ongeboren kind van Marijke, en ze elkaar vragen om voor het kind te zorgen.

* 1627, 3-6: HUA NA W. Brecht [U016a1-330]: Anna van der Wel, weduwe Floris Coucq, ziekelijk te bedde, ze heeft met wijlen haar man voor Nots. Niclaes Verduijn op 11-11-1626 tot momber over haar kinderen aangesteld Mr. Johan van der Wel, generaal van de Munte der Verenigde Nederlanden en Henrick van Leeuwen, commies der Staten-Generaal, dat nochtans haar mening, wil en intentie altijd geweest is dat haar kynders in de catolijke religie worden opgevoed, zoals hun vader en moeder hun tot nog toe hebben opgevoed, daarom wil ze graag dat de voogden verantwoording afleggen aan Mr. Jacob de Wijs, advocaat, en Peter van Zanen.

* 1627, 30-11: HUA NA W. Brecht [U016a1-380]: Mr. Jacob de Wijs, advocaat, onder het privilege van zijn professie, nevens Mr. Loduwijck van Muijlenborch, mede advocaat, heeft zich borg gesteld voor Willem van Grootfelt om het gewijsde dd. 27-11-1627 van het Gerecht van Utrecht te voldoen in de zaak tussen Grootveld, gearresteerde, en de erfgenamen van Rijck van Bochove, arrestant, ter andere zijde. etc. Akte gepasseerd ten sterfhuize van Alidt Pauwels, weduwe van Aert Mathysz Verhorst

* 1628, 20-2: HUA NA W. Brecht [U016a1-410]: Willem van Grootveld, tegenwoordig in Utrecht residerende, voor zichzelf en als enige erfgenaam van Alidt Pauwels, in haar leven laatst weduwe van wijlen Aert Mathijsz Verhorst, zijn overleden zuster, machtigt Jacob en Francois de Wijs en Loduwijck van Muijlenborch, advocaten voor het Hof van Utrecht, om alle landerijen en huizen etc. liggende omtrent de Loosdrechtse kerk en op Muyeveld te verkopen en over te dragen, en om met de erfgenamen van Rijck van Bochoven en met Jan van Vianen, erfgenaam van Aert Verhorst, te liquideren en om van laatstgenoemde schulden te innen.

* 1628, 15-4: HUA NA W. Brecht [U016a1-429]: Willem van Grootveld, voor zichzelf, en als enige geinstitueerde erfgenaam van Alidt Pauwels Gerritsdr., laatst weduwe van Aert Mathijs Verhorst, zijn overleden zuster, en ook als een medeerfgenaam van wijlen Alexander van Grootveld, zijn overleden broer, machtigen de meesters Jacob en Francois de Wijs samen en elk afzonderlijk om namens hem in rechte op te treden tegen schuldenaren en schuldeisers.

* 1646, 13-8: HUA NA nots G. Vastert [U021a13-68]: Mr. Jacob de Wijs, raadsheer in het Hof van Utrecht, mede-erfgenaam van za: Sebastiaen de Wijs, zijn vader, en aldus tot de helft gerechtigd van de nabenoemde plecht, machtigt Dirk Jansz Coorncoper, Geerlof van Jaersveld, Johan van Houten en Hillebrant van Rossum procureurs, om in zijn naam in het stadsregister te doen casseren en roijeren zekere plecht van fl 90,-, rentende fl 5:12:8, jaerlijks verschijnende Paeschen ende Victoris, in date 21-5-1538, met de eigendoms- of erfpachtbrief daar doorheen gefixeerd, sprekende op huis en hofstede in Utrecht in de Louff Berchmaeckers straet, aan de westzijde, naast de erfgenamen van Gijsbert van de Haer aan de ene, en Willem Schaij de organist aan de andere kant, van welke hypotheecq nu possesseur is in plaats van Harman Reijerszn, Jan Dirckszn, vader van Dirck Jansz. De hoofdsom en de rente is voldaan

* 1646, 13-8: HUA NA nots G. Vastert [U021a13-69]: Egbert Peterss van Bemmel en Anna de Wijs, echtelieden, mede-erfgenaam van Sebastiaen de Wijs, haar vader, en daarom voor de helft gerechtigd tot de nabenoemde plecht. Zie verder de acte hiervoor.

* 1647, 1-11: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a2-71]: procuratie. Jonckvrouwen Isabella, Maria en Sebastiana de Wijs, gesusteren, en Johan de Sweserengh als man van Aleijdis Catharina de Wijs, "daer hij blakende geboorte bij heeft", alle vier geinstitueerde erfgenamen van Maria Cornelis Goes volgens testament dd 3-12-1634 voor notaris Adam Hart, welke Maria bij transport van date den 16-4-1614 het recht van Egbert Peters van Bemmel en Anna de Wijs, echtelieden, had bekomen tot de plecht van fl 200,- hoofdsoms gevestigd op huis en erf in Utrecht aan de Oostzijde van de Oudegracht, tussen de Romerburger en de Reguliersbrug, en door Claes Thijmansz de Vries, laekencooper, op 6-8-1614 aan Van Bemmel en zijn vrouw gepasseerd. De vier comparanten machtigen Gerlof van Jaersfelt om voor het gerecht te bekennen door handen van Jacob van Driel als possesseur van de fl 200 hoofdsom, met de rente, betaald en voldaan te zijn, en dus deze plecht in het register te laten casseren. (w.g. Isabella de Wijs, Sebastiana de Wijs, Maria de Wijs, Johan A. de Sweserengh + nots en get)

* 1648, 10-5: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a2-139]: Raadheer mr. Jacob de Wijs machtigt Gerrit van Suijlen, jongman, om voor Stadhouder en mannen van Leen van de gestichte van Utrecht om te verzoeken hem als leenvolger van wijlen Sebastiaen de Wijs, sijn vader, te verlijen met het goed geheten Halff die Climpt in kerspel Doorn, en om vervolgens van 't selve goed te verthijen ten behoeve van Catharina Aleijdis de Wijs, weduwe van Johan de Sweserenge, in gevolge hun huwelijkse voorwaarden en te verzoeken dat Aleijdis Catharina de Wijs met het leengoed werd verlijdt. Ten huize van de comparant omtrent de Smeebrugge

* 1648, 6-9: HUA NA nots G. Vastert [U021a15-82]: Mr. Jacob de Wijs, raet ordinaris in vrsz Hove, en Egbert Peterss van Bemmel mit Joffr Anna de Wijs, tsamen universeele erfgenamen van Sebastiaen de Wijs en Aeltje Dircxdr, beijde za: ged: haerlieder overleden vader, moeder, schoonvader en schoonmoeder, machtigen Geerloff van Jaersveld om namens hen van de possesseur van een jaarlijkse plecht à fl 5:12:8 van fl 90,- hoofdsoms te innen en ontvangen, rustende op een huis, hofstede en erve aan de westzijde Loeff Berchmaekerstraet, naast erfgenamen van Gijsbert van de Haer en naast Willem Schaijen, die organist, in date 21-5-1538. Ze geven van Jaersfelt de opdracht om niet alleen de rente te innen, maar om de plecht te laten aflossen en vervolgens te casseren en roijeren in de Stadsregisters.

* 1650, 17-9: HUA NA nots G. Vastert [U021a17-167]: Jacob de Wijs maakt testament, om gerusticheijt en eenigheid onder zijn kinderen te onderhouden, dus om ruzie te voorkomen en de zaak een beetje eerlijk te verdelen. Francois heeft meerder genoten dan de rest, zowel binnen- als buitenslands, in studije, promotie, costen als anders. Sebastiana, impotent, krijgt tot soulagement van haar grote miseria fl 1500,-. Maar als Sebastiana weer tot haar voorgaande verstant en gezondheid terugkeert, heeft ze die speciale behandeling niet meer nodig. Hier is sprake van de schuld die Francois heeft op de boedel van "zijn moeije" Anna de Wijs - dus een zus van vader Jacob, ook dat staat er expliciet. Hier wordt Maria Cornelis Goes zijn nicht genoemd (de dochter van Anna de Wijs?).

* 1650, 18-11: HUA NA nots G. Vastert [U021a17-196]: Jacob de Wijs, raad ordinaris in den Hove van Utrecht, door hoge ouderdom wel impotent van lichaam, maar zijn verstand goed gebruikend, maakt zijn testament. Ten eerste zegt hij dat zijn drie getrouwde kinderen en Isabella, zijn oudste dochter, niets hoeven terug te geven van wat zij reeds hebben ontvangen, en Mr. Francois de Wijs belast blijft om als advocaat alle processen die zijn erfenis aangaan te dirigeren en verdedigen als 't behoort. Verder legateert hij aan Sebastiana de Wijs, zijn impotente dochter, tot onderstand en solaes in haer swarigheijt, fl 1500,- en, indien zij sterft, wat er dan nog van dat bedrag resteert vervalt aan Isabella de Wijs. Daarenboven legateert hij aan Sebastiana en Isabella, in plaats van haarlieder bruiloftskosten, klederen en juwelen (die de drie getrouwde kinderen wel kregen) de nagenoemde meubelen etc., waaronder het bed dat zijn za: dochter Maria toe kwam, het bed waar zijn oudste dochter op slaapt [kennelijk woont Isabella nog thuis], sijn Comparants conterfeijtsel, etc. Sebastiana krijgt bovendien haar moederlijk erfdeel van fl 3000,- nog, dat de andere kinderen al gehad hebben. Verder fl 150,- "die hij onderhest <?> en bij Maria Comelis Goes sijn Comptes dochter sijn gemaeckt, item vierhondert gulden competerende sijn zoon Gerard de Wijs volgens ob:e bij sijn outste dr voorn wel oncht <?> maer in de waerheijt tot sijn boedels laste sijn staende". Eerst moeten alles lasten en doodschulden worden betaald uit zijn nalatenschap, "alsmede uijt de goederen hem door doode Joffr Anna de Wijs, sijn za: zuster aangeërft", voordat er tot magescheijdinge kan worden overgegaan. Bovendien moet voor de deling ook de borgtocht die Jacob voor zoon Francois heeft toegezegd, worden opgeheven. Ook moeten Francois en Gerard de Wijs eerst inbrengen hetgeen ze aan zijn genoemde zalige zuster schuldig waren, of het wordt bij de deling vereffend. Verder legateert hij aan zijn zoons oudste zoon, genaamd Sebastiaen de Wijs, zijn beste mantel, en aan diens zuster Catrina (die bij opa woont), fl 50,- als nagedachtenis. Hij legateert fl 100,- aan zijn "clercq" Gerrit van Zuijlen en een rouw (voor getrouwe dienste). Zijn oudste dochter is de executeur van zijn uiterste wil (indien ze tenminste ongetrouwd blijft). Opgesteld ten huize van Jacob de Wijs, op de Oostzijde Oude Gracht omtrent de Smebrugh, ter presentie van Geerloff van Jaersfelt en Geert van Ackoy. (w.g. J. de Wijs + nots en get)

* 1650, 18-11: HUA NA nots G. Vastert [U021a17-203]: Jacob de Wijs machtigt Geerlof van Jaersveld om namens hem voor de Stadhouder en mannen van leen des huizes Zuijlenborch en het gerecht van Overlambroeck te verzoeken de hofstede onder Darthuijsen ten behoeve van zijn dochter Aleijdis Catharina de Wijs weduwe Zweserengh za: (aan haar ten huwelijk gegeven en als suppletie van de erfportie van haar moeder) [als leengoed] te vertijen en transporteren.

* 1651: HUA archief 239-1 Hof van Utrecht, invnrs 252-10: stukken en inventaris van door een commissie opgehaalde documenten uit het huis van Raadsheer Jacob de Wijs (1630-1651) [niet digitaal]

* 1652, 10-2: Acta et decreta senatus: vroedschapsresolutiën en andere bescheiden betreffende de Utrechtsche Academie (1936, p. 271): Op de nominatie bij d’ Heeren Geëligeerden den VIden deser ter Beschrijvinge gedaen van den persone van Mr. Henrick Moreelse, Professor in den Rechten in de Academie alhier, tot Raedt ordinaris ’s Hoffs van Utrecht, in plaetse van wijlen Mr. Jacob de Wijs, sijn d’Heeren, van Stadts wegen ter Beschrijvinge comparerende, gelast te verclaren de persone mede te houden voor aengenaem ende gequalificeert, volgende d’ordre daervan sijnde.


kind 2: Gerard de Wijs

* 1646, 17-10: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a1-199]: Gerard de Wijs te Loenersloot laat iemand verklaren dat [zijn oom] Egbert Peterss van Bemmel twee jaar geleden iemand heeft aangerand, en ook met zijn dienstmeid naar bed gaat: Trijntjen Hendricx, jongedr wonende te Utrecht, tuijchde ten verzoeke van Gerardt de Wijs, schout tot Loenresloodt, dat zij omtrent twee jaar geleden 's avonds bij maneschijn om ca 9 of 10 uur, heeft thuis helpen brengen Egbert Petersz van Bemmel en zijn huisvrouw, die 's middags ten eten waren geweest bij Advocaat de Wijs, welke voorn Egbert van Bemmel in 't voorsz haelde thuijs brengen jegens haar getuige onder andere propoosten seijde dese woorden; Peter Jansz (denoterende daarmee zijn dienstmaagd) ick zal u van deze nacht met kind maken, jae, ick seeker tselve tot twee à drie reijsen repeterende ofte verhalende, ende noch vele ende verscheijde andere woorden daer benevens tegens haer getuige gebruikende, alhier om de eerbaarheid uitgelaten, verklarende voorts met de genoemde Bemmel gekomen te zijn omtrent het huis van vrouwe Van Blickenb. aan de Nieuwegracht, alwaar de genoemde Egbert van Bemmel haar getuige oneerlijk wilde aantasten, sulks dat zij daarover genoodzaakt is geworden hem van haar te stoten en haar te verweren, door welk verweren de genoemde Bemmel op de straat neder ter aarde is gevallen; weder opstaande jegens haar getuige nog zeide: wel, Peter Jansz (denoterende daarmede zijn genoemde meid) hoe dus dat hebben wij wel meer gedaan, daarmede te kennen gevende het beschreven oneerlijk aantasten. Alle 't welke de comparante en getuige verklaarde waarachtig te zijn.

* 1651, 11-4: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a2-463]: Gerard de Wijs, schout van Loenresloot, verklaart dat zijn vader, raadsheer Mr. Jacob de Wijs, dezer wereld is overleden, maar dat de gelegenheid van zijn boedel aan Gerard de Wijs onbekend is, en diens niettegenstaande het dode lichaam ter aarde zal moeten worden gebracht, verklaart Gerard dat hij uit niets anders dan uit Godvruchtigheid te willen ondervinden dat het lichaam wordt begraven, zonder dat hij daardoor, of door enige andere actien als mede-erfgenaam bekend zal worden. Hij doet dat pas als hij zich er uitdrukkelijk toe bereid verklaart.


openstaande vragen / discussie


Jacob de Wijs is de broer van Anna de Wijs (ovl 18-12-1649) X voor 1614 Egbert Peterss van Bemmel. In 1648 zijn zij de enige twee ("universele") erfgenamen van Sebastiaen de Wijs en Aeltje Dirckx

Sebastiaen de Wijs en Aeltgen Dircksdr kopen in 1572 een huis van Emmechien Lammen, weduwe van Floris Foeyt aan de Westzijde van de Oude Gracht, tussen Vie- en Jacobibruggen (HUA arch 802 losse aanwinsten GAU, invnr 577)

Blijkens de Overluijdingen van de Dom (bij het overlijden), is op 23-8-1602 geluid voor Gerrigen Sebastiaens de Wijs dochter, wedue van Mr. Anthonis Vermeij, twee uren met Maria.

Idem: VIIe Januarii 1608: in obitu et funerere Sebastinai de Wijs secretarii capituli Sancti Petri, Maria bis VIII fl.

Zijn nicht heet Maria Cornelis Goes. Wie is zij?

Een handvol aktes maakt duidelijk dat Dirk van Lommetsen (ook Lommersum), de broer van Catharina (blijkens een acte uit 1654, zie bij haar dochter), advocaat voor het Hof van Utrecht is, en jonger dan zijn zus, hoewel hij al in 1623 als advocaat optreedt en in 1671 nog steeds. Dat kan niet, want in 1654 is Dirk al wijlen, en zijn enige zoon Frans ook. Een akte uit het Archief Eemland maakt duidelijk dat Lodowyck van Lommetsen (tekent L. van Lomitss, burger van Amersfoort) een zoon Dirk heeft die advocaat is aan het Hof van Utrecht (11701 1625-02-16 Volmacht: 16-02-1625 Notaris J. van Ingen AT002 a002 folio 410 ) en zijn ongenoemde vrouw is een dochter van Willem Schade Jacobszn. ZOEK verder in archief Eemland.

Het hier getoonde schilderij is afkomstig uit de collectie van de familie Schade van Westrum. Daar kwam het terecht via Jacob de Wijs -> Francois de Wijs X Cornelia van Westrhenen -> Godart Jacob de Wijs X Catharina Lucia van Veen -> Catharina Maria de Wijs X Arnoldus Franciscus Schade van Westrum.