XV-1687 Lommetsum, Frans

Frans Lommetsum (= XV-1783)


ouders: Dirk Lommetsum en Katryna Lodewijk Hermansdr


geboren: (Rhenen)

gedoopt:

overleden: (Amersfoort) voor 17-08-1601

begraven:


beroep: fakteur van de Compagnie van Antwerpen (1577-1587)

woonplaats / adres: Rhenen, Amersfoort (1593-?)


relatie: trouwt ca 1575/80


Weijndelmoet van Lienaer (XV-1688 = XV-1784)

alternatieve spelling: Wendelmoet, Weijmtgen, Lielaer


ouders: (Willem van Lienaer en Guertgen) (broer van Willem Lienaer)


geboren:

gedoopt:

overleden: na jan. 1620

begraven:


woonplaats / adres:


kinderen:

 biografische aantekeningen


Frans Lommetsum is grondbezitter te Rhenen. Kennelijk is hij in 1593 naar Amersfoort verhuisd, in elk geval wordt hem dan het burgerrecht verleend, hoewel er sprake is van het 'continueren' van het burgerschap. Zijn broer Dirk zat er in het stadsbestuur, maar zijn vader woonde er ook al en trad op in transacties met zijn zwagers en schoonzussen in relatie tot (de erfenis van) zijn schoonvader Lodewijk Hermansz.

Frans Lommetsum is facteur van de Compagnie van Antwerpen. Het is mij nog niet duidelijk wat dat voor compagnie was: er heeft een verzekeringsbedrijf bestaan van die naam, maar het lijkt te gaan om een beleggingsinstelling die belang had bij verveningen in Veenendaal e.o.


bronnen


* 1576, 22-6: Archief Eemland 0012 Stadsgerecht Amersfoort index transporten [436-7 209v]: Aeltgen, de weduwe van Zeger Harten en Aeltgen Zeger Hartendochter met haar momber Frans Lommertsz, mede voor Anthonis Brant als oudste broer, in absentie van Willem Sael, deken van Onzer Lieve Vrouwenbroederschap verkoopt een hof in de Koninkstraat aan Gerrijt van Spuel als rentmeester van de armen genaamd de Poth, belendingen: noordwaarts: Corneis Somer, oostwaarts: de voorschreven Poth, zuidwaarts: Jacop van Dashorst, westwaarts: de openbare straat. Belast van 2,5 stuiver per jaar aan de Onser Lieve Vrouwenkapel

* 1577, 1578: HUA - 56-2 Familie van Wijckersloot [2.03-22]: Kwitanties van Klaas Dirksz. van Leerdam, substituut rentmeester van Utrecht, voor Frans van Lommetsz., fakteur van de oude Compagnie van Antwerpen, wegens landpacht, 1577, 1578. Afschriften

* 1585, 30-4: Regionaal Archief Zuid-Oost Utrecht (ZOU) - 66 Stadsgerecht Rhenen [394]: Frans van Lommetsen transporteert aan zijn dochter Elisabeth alle actie die hij heeft tegen Franck Hendricksz, schipper in Veenendaal, bedragende 54 gulden.

* 1586, 19-4: ZOU - 66 Stadsgerecht Rhenen [394]: Frans Lommetsen voor zichzelf en als facteur van de compagnie van Antwerpen, mitsgaders als vader en momber over zijn onmondige kinderen, constitueert Bartholomeus van Bergeijck.

* 1586, 15-9: ZOU - 66 Stadsgerecht Rhenen [394 en 160]: Bartholomeus van Bergeijck als procureur van Frans Lommetsz, contra Franck Hendricksz, beroept zich op het Hof van Utrecht.

* 1586, 9-11: ZOU - 66 Stadsgerecht Rhenen [394]: Jan Tulman stelt zich borg voor Franck Hendricksz om het gewijsde te voldoen in de zaak tegen Frans Lommetsen.

* 1587, 29-4: ZOU - 66 Stadsgerecht Rhenen [160]: Franck Hendricksz contra Frans Lommetsen.

* 1587, 22-12: ZOU - 66 Stadsgerecht Rhenen [160]: Cornelia Cornelisdr, Cornelia Hendricksz dr, Foek Jansdr, en Jan als man van Elisabeth van Bommell contra Frans Lommetsen facteur van de compagnie van Antwerpen.

* 1588, 5-1: ZOU - 66 Stadsgerecht Rhenen [395]: Aelbert Verweij stelt zich borg voor Cornelia Cornelisdr, c.s. om het appel te voldoen bij Frans Lommetsen aan het Hof van Utrecht beroepen van zekere sententie bij dit gerecht op 22-12-1587 gewezen.

* 1588, 31-1: ZOU - 66 Stadsgerecht Rhenen [160]: Cornelia Cornelisz c.s. contra Frans Lommetsen facteur van de compagnie van Antwerpen. Declaratie van kosten.

* 1589, 21-5: Archief Eemland 0012 Stadsgerecht Amersfoort index transporten [436-10 84v]: Frans Dirck Lommets soen en Wendelmoet zijn vrouw en met assistentie van Guertgen als weduwe van zal. Willem van Lienaer alhier present (met Willem Willemsz. haar gekozen momber in deze) verkopen zekere halve huijsinge staande op de Kamp daarvan de ontvangers de wederhelft competeert en bij dezelfde tegenwoordig bewoond wordt, strekkende van de voorschreven Kampstraat doorgaande tot aan de Soechstraat (Zogstraat) toe, aan Fijtgen weduwe van zal. Johan Claesz. Bode, tussen de huizen van Evert Reijers en Wouter Aertsz. van Gasteren. Op de lasten als de capelle van Onse Lieve Vrouwe daar uit heeft en terzelfder tijd compareerde Guert Segertsz. als kerkmeester van de LieveVrouwe capelle indertijd en heeft de ontvangers verlijet van acht stuivers jaarlijks sprekende op de voorschreven hele huisinge volgens zijn oude brieven en registeren daarvan zijnde.

* 1590, 12-6: ZOU - 152 Stadsbestuur Rhenen [74]: Brief van Herman, grave van den Berg over een kwestie tussen Frans van Lommertsen en Jenter Moppen, soldaat in garnizoen in Deventer.

* 1591, 16-5: ZOU - 66 Stadsgerecht Rhenen [397]: Willem van Lienaer stelt zich borg voor Frans Lommetsz, zijn zwager, om het gewijsde te voldoen tegen Adam Hendricksz.

* 1591, 3-9: ZOU - 66 Stadsgerecht Rhenen [397]: Adam Hendricksz x Marrije Jansdr beloven het gewijsde tussen Frans Lommetsen eiser ter ener zijde en hen comparanten ter andere zijde van zekere actie door Frans tegen hen voor dit gerecht geïnstitueerd te voldoen. Zij stellen als onderpand hun huis en getimmer in Veenendaal omtrent de kerk op de grond van de erfgenamen van Emmeken van Brevelt, daar oostwaarts Cornelis Jansz van Mechelen, zuidwaarts het Marktveld, westwaarts het convent van Rhenen en noordwaarts de erfgenamen van Emmeken van Brevelt.

* 1592, 21-2: ZOU - 66 Stadsgerecht Rhenen [160]: Bartolomeus van Bercheijck als procureur van Frans Lommetsen contra Adam Hendricksz.

* 1593, 26-6: Archief Eemland, 0001.01 Stadsbestuur Amersfoort [16 fol. 725-2]: Compareerde voor 't gerecht van Amersfoort Frans van Lommitsen ende verclaerde dat hij van meninge altijts geweest is ende noch is sijn borgerschap alhijer te continueren mit vuer ende licht te houden gelijck hij alhijer houdende is. Versoeckende hijer van acte ende is dese. Actum den 26en juni 1593.

* 1593, 19-12: ZOU - 66 Stadsgerecht Rhenen [398]: Frans van Lommetsen constitueert Willem van Lienaer om voor Lodewijck van Braeckel en mannen van leen op te dragen t.b.v. Willem Adriaensz een stuk leengoed groot 5 morgen te Lienden in de buurtschap Aalst waar de graaf van Culemborg oostwaarts, de wetering zuidwaarts, het convent van Rhenen westwaarts en de gemene straat noordwaarts gelegen zijn.

* 1594, 22-2: Archief Eemland 0012 Stadsgerecht Amersfoort index transporten [436-10 187v]: Atrisgen Harmens verstrekt een losrente aan Hendrik Jans, Elisabeth en Ceeltgen Haenen, met als onderpand een huis aan de Stoofstraet, gelegen tussen de St Joriskerk en het huis van Frans Lommitsen, cum suijs.

* 1594, 23-2: Archief Eemland 0012 Stadsgerecht Amersfoort index transporten [436-10 189v]: Johan van de Burch verkoopt een huijsinge staende op Havick alhijer mit de twee huijskens daer achteraen behorende ende tijene daer inne, bij za: Margrijet van Dorsten achtergelaten en hem comparant als mede erfgenaem bij erflotinge aengecomen aan Jan van Schading ende Peter Harmensz d' Knijch alhijer present, als mombers van de kijnderen van za: Willem van Lienaer, ten behoeve van Frans Lommensz ende Weijmtgen van Lienaer sijn huijsfrou gelegen tussen de huizen van de weduwe van Aert van Laurenburch en Willem Andriesz; belast met twee hondert ende vijftich gulden hoofsomme ende renthen van dijen die Gijsbert van Dorsten daervuijt heeft.

* 1594, 30-10: Archief Eemland, 0001.01 Stadsbestuur Amersfoort [17, p. 16]: Verklaringen voor het gerecht door Goesen Jacobsz, Aert Jansz, Jan van d'Oirt, Steven Ariaensz en Jurriaen Goossensz, op verzoek van Frans Lommetsen over de venen van de Nieuwe Compagnie. NB: uit de beschrijving valt op te maken dat de venen iin Holland liggen ('geduren de trouble van Hollant')

* 1595, 17-11: ZOU - 66 Stadsgerecht Rhenen [160]: Frans Lommetzen contra Adam Hendricksz.

* 1596, 6-9: Archief Eemland, 0001.01 Stadsbestuur Amersfoort [17, p. 16]: Frans van Lommitsen zal per maand 10 stuivers op de waakceel betalen en continueren van vuur en licht zoverre hij de vrijheid van burgerij begeert

* 1601, 17-8: Archief Eemland, 0001.01 Stadsbestuur Amersfoort [2239]: Overeenkomst in een geschil over de aanbouw van een huis op `t Havik, tussen juffrouw Aleidt van Bijler, weduwe van Aert van Laurenburch en de weduwe van Frans Lommens

* 1603, 14-10: Archief Eemland 0012 Stadsgerecht Amersfoort index transporten [436-12 116]: Aefgen van Scherpenseel, weduwe van Ammel van Schayck met haar zoon en voogd Cornelis Amelss, deze voor zichzelf en mede, allen samen voor de andere kinderen en erfgenamen van zaliger Ammel Willemss van Schayck met advies van Jacob van Wijckersloot en Jan van Dael bij de gerechte gecommiteerd, verkoopt een huis en hofstede aan de vismarkt aan Willem Ammelss van Schayck en zijn vrouw Agnijsgen. Belast met 150 gulden aan Jurriaen Janss; nog 50 gulden aan Digna Pouwel; nog 50 gulden aan Griet Jas; nog 250 gulden aan Willem Ammelss van Schayck; nog 50 gulden aan Henrick Corneilss; nog 100 gulden aan de weduwe en erven van Frans Lommitsz; nog 1 gulden per jaar aan de Armen Melaten; nog 1 gulden per jaar aan de Sint Lucas broederschap.

* 1605, 17-9: Archief Eemland 0012 Stadsgerecht Amersfoort index transporten [436-12 160]: Weymtgen, weduwe van Frans Lommitssz, leent fl 100,- aan Willem Ammelssz van Schayck voor zich zelf en zich sterkmakende voor zijn vrouw Agnyesgen met als onderpand een huis staande op de hoek van de Vismerckt (Vismarkt) tussen de Langegracht en Joffrouwe Reynbrich Poeyten. In de marge: compareerde Gerrit de Wijs (tekent Geraerd de Wijs). De hoofdsom is betaald door de eigenaar van de hypotheek: Peel Maes, laeckencoper (lakenkoper) 1-8-1633 [NB: Gerard de Wijs is de kleinzoon van Weijmtgen, waarmee de filiatie bewezen is]

* 1605, 13-11: Archief Eemland 0012 Stadsgerecht Amersfoort index transporten [436-12 163v]: Weijntgen, weduwe van Frans Lommitssz koopt een huis in de Nijeuwe straet (Nieuwstraat), nagelaten door Henrick Henrickssz vijlemacker, van Brant Henrick, linnewever wonende alhier als procuratie hebbende van Cornelis Hermanssz lintwerker, poorter der stede van Hoorn als Oom en bestorven momber van de nagelaten kinderen van Goert Evertssz vam Dompselaer en Catharina Hermansdochter zijn zusdter volgend dezelfde procuratie gepasseerd voor Jan Joosenssz van Haerlem, notaris bij den Hove van Holland geadmitteerd van 13-11-1605 en heeft bij consent van Joost Andriessz als indertijd vader van het weeskind en Henrick Ariaenssz zich sterk makende voor Rijck Evertssz van Dompselaer mede momber over voorzegde kinderen. Het huis is gelegen tussen de huizen van Evertgen, weuwe van Willem van Liender, en van de erfgenamen van Catharina van Snuels. Belast met achtalve (7½) stuiver per jaar toekomende de O.L.Vr.Kapel idem achtalve stuiver per jaar toekomende het Sinte Peters Gasthuys op te Spoeij (Spui) nog op de last van 9 gulden achtalve stuiver per jaar toekomende de onmondige kinderen van Zaliger Goert Evertssz van Dompselaer (hoofdsom 150 gulden). In de marge: op 15-6-1607 oude Stijl compareerde voor de Secretaris der Stad Amersfoort Cornelis Hermanssz wonende tot Horen (Hoorn) als momber over de onmondige kinderen van Zaliger Geert Evertssz van Dompselaer; hoofdsom in nevenstaande plecht en rente ontvangen van de weduwe van Saliger Frans Lommitssz.

* 1607, 13-1: Archief Eemland, 0001.01 Stadsbestuur Amersfoort [19, p. 275]: Verklaring ten overstaan van de stadssecretaris door Weymtgen Frans Lommetsz weduwe dat zij nog tegoed heeft uit het huis van Willem Ammelsz twee jaar renten en dat zij hier voorrang in heeft

* 1607, 7-11: Archief Eemland 0012 Stadsgerecht Amersfoort index transporten [436-13 fol?]: Weymtgen van Lienaer, weduwe van Frans Lommetsz koopt een hof met toebehoren buiten de Bloemendalse Poort in de Eerste Steeg van de deurwaarder Evert Segerss, gelegen tussen Geraerdt Bode en de weduwe van Peter Woutersz en Clemens Andriess

* 1608, 1-12: Archief Eemland 0012 Stadsgerecht Amersfoort index transporten [436-13 fol?]: Weijmtgen van Liender, weduwe van Frans Lommits koopt een hof buiten Bloemendal in de Eerste Steeg, van de openbare weg tot aan de hof van Henrick Claess van Evert Henricksz Fortuijn en zijn vrouw Aeltgen, gelegen tussen de hof van Peter Willems en van Herman Roeloffss, timmerman.

* 1609, 28-11: Archief Eemland, 0602-1048 Index op dorpsgerecht, 0602 Gerecht Leusden c.a. [1048, f 75]: Roeloff Willemsz, won. op Voscuelen verkoopt aan Weijmtgen van Lijenaer, wed. Frans Lommertsz een halve hoeve land in Asschat, Van Hagenou tot aan de Moorster beek. Belendingen: Oost: Roelof Thonisz c.s., west: Jacob Petersz c.s.

* 1615, 26-5: Archief Eemland 0012 Stadsgerecht Amersfoort index transporten [436-14 fol 163]: Peter Goijer Petersz, schepen indertijt voor zichzelf ende zich sterckmaeckende voor Gerbrich Lommers dgr. zijn huijsfrouw verkoopt een huis staende inde Nijestraet (Nieuwstraat), zo't selve bewoond en gemeen bij Lodewijck Gosenz Taets, mitsgaders nog de eijgendom van de regenback voor de helft., horende aen het huis van de voorz. weduwe aan Beeltgen Cornelis Taets dgr; belendingen: daer aen de ene zijde Weijmtgen, weduwe wijlen Frans Lommitsen, aen de andere zijde Stefen Jacobsz.

* 1617, 11-7: Archief Eemland, 0602-1048 Index op dorpsgerecht, 0602 Gerecht Leusden c.a. [1048, f 211v]: Willem Claesz, won. Asschat, verklaart (voor de gerechtsmannen en geërfden Jan Alberts en Thonis Arisz op Stoutenburg, Leusden) t.v.v. Evert Huijgen, dat Roelof Thonisz, won. Asschat, zijn bijen zeven of acht jaar geleden op het land van Weijmtgen Frans Lommerts heeft gehad. Daarna op het land waar Roelof nu zelf woont. Roelof had ook bijen toen hij op het erf woonde waar nu Willem Claesz op woont. En nu heeft Willem ook gezien dat Roelof zijn bijen bij de zandheuvel, voorbij zijn huis, heeft staan.

* 1617, 19-9: Archief Eemland, NA nots. J. van Ingen [AT 002a001 folio 544 V - 545]: Procuratie van Weyndelmoet van Lienaer, wed. v. Frans van Lommitsen. Zij machtigt Albert van Moers (wonend Veenendael) om uit haar naam zekere vorderingen te innen, penningen te ontvangen, quitantie te passeren enzovoorts en alles te doen wat de zaak zal vereisen en hiervan rekening en bewijs te leveren. Getuigen: Frederick Janszn. van den Ham en Roeloff Barthzn. (tekent: Bartholomeuszn.).

* 1618, 12-5: Archief Eemland 0012 Stadsgerecht Amersfoort index transporten [436-15 fol?] Jannitgen Peters, weduwe van Peter Woutersz van Lockhorst, samen met Jan de oude en jonge Jan en namens Wouter, allen zonen en erfgenamen van Peter Woutersz verkopen een hofje buiten de Bloemendalse Poort in de Eerste Steeg aan Cornelis Jansz van Baern, tussen de hoven van Wijntgen Lommets en Jan Henricxsz

* 1620, 24-1: Archief Eemland 0012 Stadsgerecht Amersfoort index transporten [436-15 fol?]: Weijmptgen van Leijenaer, weduwe van Frans Lommetsz met haar gekozen momber Peter de Goijer verkoopt een schuur, bergschuur en klein huis met de hof daarachter in de Teut aan Haesgen Tonis, weduwe en boedelharster van Henrick Jansz; belend: Jan Jansz, trompetter en Aeltgen Vrancken.

* 1640, 18-5: Archief Eemland: Notaris R. van Ingen AT008 a001 folio 83: akte van opening van twee besloten testamenten dd 23-7-1636 en 5-4-1638 en een codicil van 1-12-1638 van het echtpaar Jhr Dijrck van Lommetsum en zijn vrouw (in 1636), resp. zijn weduwe (1638) Geertruijd Soes (Zoes). Bijzonderheden: In hun besloten testament herroepen zij eerdere testamenten etc., uitgezonderd de huwelijksbrieven die tussen hen zijn opgericht, en approberen zij de lijftocht die daarin ten weerszijden is opgesteld, d.d. 11-01-1623. Zij willen dat deze besloten lijftocht van kracht zal blijven, evenals de seclusie van de Weeskamer en de nominatie van de mombers, op heden gepasseerd voor mij notario en getuigen. Zij wensen voor hun lichamen een kerkelijke sepulture (= begrafenis). / Zij bemaken aan hun zoon Frans van Lommetsum: - het Erve Calveen met huys, hoff, hofstede en landerijen daaraan behorende, gelegen op 't Hoochlandt, wezende leengoed en hetgene ten erfpacht is aangekomen van de Capelle van Ons Lieven Vrouwen te Amersfoort, mits daarop belastende 20 gulden erfpacht ten behoeve van deze Capelle; - de Schoonoorder en de Catherijsse Thienden "groff ende small, wilt en tam", mede op 't Hoochlandt, leenroerig aan de Huijse van Stoutenborch en LutticqueWeede; - 5 dammaten land gelegen in de Duijst, genaamd de Lijescamp; - de huijsinge, hoff en hofstede staande aan de Chingel (= Singel) te Amersfoort, van voor tot in de afterstraat, belend aan de ene zijde het Oude Weeshuijs, waar nu Geraerd Thijens gehuisd is; - twee lijfrentebrieven, tesamen 150 gulden jaarlijks, belegd ten zijnen lijve op de Staten van Holland en West-Friesland; - 1½ vierdel Malenhouffs en de gifte of patronaatschap van een vicarie, weleer gefundeerd op het Heilig Sacraments altaar in de kerk tot Bunschoten. Frans van Lommetsum zal uit deze goederen 2000 Carolus gulden uitkeren aan zijn zuster Hadewijch van Lommetsum. / Zij bemaken aan hun dochter Hadewijch van Lommetsum: - 12 dammaten land gelegen in de Haar, nu gebruikt door Jan van Gelder de Jongen en Jan Cleijntgens; - 6 dammaten land gelegen in Bunschoten, nu gebruikt door Reijer Thonissen tot Bunschoten, wezende leengoed van de Heere van Bredenrode; - een vierdel land, gelegen buiten de Camppoort aan de Hoogenwech, gebruikt door Harbert Barten; - een huysinge staande op Havick, van voor tot achter aan de Muijrhuijsen, nu gebruikt door Thijman Henricxs. Roos; - 2000 gulden eens, aan haar uit te keren door haar broeder Frans van Lommetsum uit zijn erfenis, zoals verhaald. Mochten de 6 dammaten land in Bunschoten als heerlijk geërfd, op hun zoon Frans van Lommetsum vererven, dan zal hun dochter Hadewijch of haar erfgenamen in plaats daarvan de huysinge, hoff en hofstede aan de Cijngel te Amersfoort en de anderhalf vierdel Malenhouffs erven. Al hun overige na te laten goederen zullen zij nalaten aan hun zoon Francois van Lommetsum en hun dochter Hadewijch van Lommetsum of hun resp. erfgenamen. Behoudens het voordeel voor hun zoon, volgens de ordonnantie van de plaats waar het sterfhuis zal komen te vallen.  / Mocht een van hun kinderen zonder nalatende geboorte sterven, dan zullen hun goederen op elkaar erven. Mochten hun zoon en dochter beide (voor of na hun testateurs overlijden) zonder geboorte overlijden, dan zullen hun na te laten goederen als volgt vererven: Zij bemaken de levenslange lijftocht aan hun zuster Gerbrechtgen van Lommetsum, huysvrouw van Borgermeijster Peter de Goijer. Zij bemaken de kinderen van Gerbrechtgen van Lommetsum in gelijke delen de eigendom van de volgende goederen: - het voorschreven Erve Calveen met huys, hoff, hofstede en bijbehorende landerijen, wezende leengoed met hetgeen ten erfpacht is aangekomen, van de Capelle van Ons Lieve Vrouwen binnen Amersfoort, belast met 20 gulden erfpacht ten behoeve van deze Capelle; - de Schoonoorder en Catherijsse thienden "groff en small, wilt en tam" op 't Hoochlandt, leenroerig aan den Huijse van Stoutenborch en Lutticque Weede met 5 dammaten land gelegen in de Duijst, genaamd de Liescamp. Mits de kinderen uit de voorschreven percelen de legaten zullen betalen. Welke betaling binnen het jaar moet geschieden, nadat de eigendom van de goederen vererfd is op de kinderen van Gerbrechtgen van Lommetsum. Zij bemaken verder aan de kinderen van Mr. Jacob de Wijs (Raad in den Hove van Utrecht), verwekt aan hun zuster Catharina van Lommetsum zaliger, resp. hun kindskinderen: - 12 dammaten land gelegen in de Haar; - 6 dammaten land gelegen in Bunschoten, wezende leengoed van de Heer van Brederode, en indien het octrooi daarvoor niet verkregen is, te komen op de oudste der kinderen van Gerbrechtgen van Lommetsum. Deze zal echter geen deel krijgen in de 12 dammaten voornoemd, noch dat diens portie zal komen op de dochters van Catharina van Lommetsum, terwijl de dochters wel hun portie zouden genieten in de genoemde 12 dammaten die op Gerrit de Wijs zou erven, indien deze zonder nalatende geboorte zou overlijden.

* 1654, 8-2: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a3-298]: Isabella de Wijs, bejaarde dochter, Adelaïda Catharina de Wijs, weduwe wijlen Sweserenghe (sic!) voor haarzelf en namens Sebastiana de Wijs haere impotente suster, mede erfgenamen ab intestato van wijlen Sr Frans van Lommetshem, eenige soon van wijlen Dirk van Lommetshem, haar comparanten Oome en moeders broeder machtigen hun broer advocaat Franchois de Wijs om alle zaken, rakende de erfenis, te behartigen.


kind 2: Jhr Dirck van Lommetsum

zijn vrouw is zwanger in 1629.

* 1625, 3-12: Archief Eemland 0012 Stadsgerecht Amersfoort index transporten [436-16 fol ?]: Peter de Goijer, oud-burgemeester voor hemzelf en voor zijn vrouw Gerbrecht Lommits verkoopt een huis, hof en hofstede met schuur en al wat daartoe behoort op de Singel, strekkende van voor tot achter in de Koppelstraat (Achter het Oude Weeshuis) aan Jonker Dirck van Lommitsen en zijn echtgenote juffrouwe Geertruijt Goosen (sic!) tussen het Oude Weeshuis en Gerbrech Alberts

* 1626, 19-10: Archief Eemland, NA nots J. van Ingen [AT002 a002 folio 536 V]: Volmacht van Maria/Merriken Soes/Zoes en van Jkr Dyderick/Dirck van Lommetsum als man en voogd van zijn vrouw Geertruyt Zoes. De comparanten machtigen Mr. Lourens van Lommel (procureur van 't Geestelijke Hoff tot 's-Hertogenbosch) om namens hen uit handen van Hubrecht Adams van Buedel (als een van de executeurs van de goederen van wijlen Mr. Nicolaes Zoes, in zijn leven Bisschop van s'Hartogenbosse) 200 Carolus gulden te ontvangen. Dit bedrag is op 22 augustus j.l. vrijgekomen en is hun bemaakt door wijlen Mr. Nicolaes Zoes voornoemd, onder aftrek van 20 gulden, indien blijkt dat Deliana Zoes die al ontvangen heeft. Akte te Amersfoort, ten woonplaatse van de comparanten.

* 1627, 14-3: Archief Eemland, NA nots J. van Ingen [AT002 a002 folio 553 R]: Jr. Dyrck van Lommetsum als man van Geertruyt Zoes, machtigt Doctor Jacobus Santvoordt, professor primorius juris civilis aan de Academie tot Loeven (= Leuven) om namens hem twee slechte grote zilveren bekers waar ter zijden de wapenen op staan van wijlen heer Niclaes Zoes (in zijn leven Bisschop van s'Hartogenbosse), welke aan zijn vrouw per codicil door haar oom Niclaes Zoes waren gelegateerd (in ontvangst te nemen). Akte te Amersfoort, ten comptoire myns notary. Getuigen: Otto van Gessel en Gijsbert Rutgerss. de Beer (N.B. Met slecht zilver wordt zilver van het tweede gehalte bedoeld. Dit lijkt waarschijnlijker dan in de betekenis van: twee slechte bekers)

* 1629, 6-5: Archief eemland, NA nots J. van Ingen [AT 002a003 folio 92 - 92 V]: Comparanten: - Lommetzn., Dyderick (Dirck), voor zichzelf en zich sterk makend voor zijn huysvrouw, Soes (Zoes), Geertruit "daar hij jegens blijkende geboorte bij heeft"; - Van Westrhenen Dijer, Johan (tekent Dijer als: Dier), als man en voogd van Van Dolre, Aeltgen, zich voor haar sterk makend "jegens blijkende geboorte"; - Van Dolre, Jacobgen (tekent: Van Dolden), weduwe en boedelhoudster van Willem Lumanszn., met handen van Van Westrhenen, Johan, voornoemd (haar swager en gecoren voogd in desen); - Van Vonck, Johan, als man en voogd van Van der Borch, Adriana, zich voor haar sterk makende "jegens blijkende geboorte". Comparanten als mede-geinstitueerde erfgenamen van zaliger Willem van Lielaer, hebben onwederroepelijk gemachtigd Peter de Goyer (oud-burgemeester van Amersfoort en mede-erfgenaam van Willem van L.) om mede uit hun naam voor de leenheer of de stadhouder op te treden. Het betreft 16 dammaten land leengoed van de Staten van Utrecht in Nederseldert, genaamd de Vogelcampen, waarvan 8 dammaten aan Johan van Westrhenen competeren; belend de erfgenamen van Jacob Gerrits c.s., de Weteringe en de Selderse meent. Zij machtigen hem om alles te doen wat nodig is om het voornoemde leen te ontvangen en te transporteren ten behoeve van Hendrickgen, de onmondige dochter van zaliger Henrick Brant. Getuigen: Johan de Ridder en Jacob van Westrhenen.

dergelijke procuraties op Peter de Goyer worden ook afgegeven door Johan van Westrhenen Dyer X Jacobgen van Dolre, Johan van Dashorst X Mechtelt van Lielaer/Liener en Geertgen van Lielaer/Liener te Rhenen; etc. Willem van Lielaer is hun neef.

* 1638, 1-2: Archief Eemland, NA nots J. van Ingen [AT 002a003 folio 485 - 485 V.]: testament, volgend op besloten testament van 23-7-1636. Zij hebben brieven van octrooi voor het maken van hun testament (hij dd 5-2-1607, zij dd. 19-5-1619 - nee: 1614). Jkhr. Dijrck van Lommetsum (ziek van lichaam zijnde; tegenwoordig woonachtig te Amersfoort) en Jkvr. Geertruyd Zoes. Zij handhaven de lijftocht en codecille alsmede het besloten testament, beide op 23-07-1636; deze zal van kracht blijven voor zover met dit testament niet wordt veranderd. / Zij willen dat de langstlevende van hen beiden, momber zal zijn over hun minderjarige of onmondige kinderen, zolang de langstlevende in leven zal zijn en dat deze naar goeddunken mombers zal mogen aanstellen, die eerst na overlijden van hen beiden de momberschap zullen aanvaarden. Zij herroepen hiermee de nominatie van mombers in voornoemde lijftocht vermeld. Zij sluiten uit hun boedel alle anderen uit die aanspraak zouden willen maken op hun boedel, alsmede de weeskamer van deze stad. De langstlevende zal aan niemand gehouden zijn inventaris of boedelcedulle te maken. / Zij legateren 250 gulden aan mr. Wilhem Vlugh, te besteden zoals comparanten hem mondeling hebben bevolen. Zij wilen dat hun zoon Frans van Lommetsum in plaats van de in het testament genoemde 2.000 gulden, aan zijn zuster, Hadewich van Lommetsum, niet meer dan 1.000 gulden zal uitkeren. / Verder verklaarde Jkhr. Dijrck van Lommetsum te legateren aan het St. Elisbeth Gasthuys alhier, 1.000 gulden, ten laste van Jkvr. Gerbrechtgen van Lommetsum, zijn zuster, of bij haar overlijden, van haar kinderen. In zo verre zij zullen genieten de goederen (vermeld in testament van 23-07-1636) wanneer comparants beide kinderen zonder nalatende geboorte komen te overlijden. Acte ter woonplaatse van de comparanten. Getuigen: Cornelis van Ingen (mede notaris) en Reynier van Ingen.

* 1640, 18-5: Archief Eemland, NA nots R. van Ingen [AT008 a001 folio 83 R]:opening van het testament van Geertruijd Soes/Zoes. Zij heeft een codicil van 1-12-1638 [R. van Ingen AT008 a001 folio 84 R] en een besloten testament van 5-4-1638 [R. van Ingen AT008 a001 folio 85 V]: In hun besloten testament herroepen zij eerdere testamenten etc., uitgezonderd de huwelijksbrieven die tussen hen zijn opgericht, en approberen zij de lijftocht die daarin ten weerszijden is opgesteld, d.d. 11-01-1623. Zij willen dat deze besloten lijftocht van kracht zal blijven, evenals de seclusie van de Weeskamer en de nominatie van de mombers, op heden gepasseerd voor mij notario en getuigen. Zij wensen voor hun lichamen een kerkelijke sepulture (= begrafenis). / Zij bemaken aan hun zoon Frans van Lommetsum: - het Erve Calveen met huys, hoff, hofstede en landerijen daaraan behorende, gelegen op 't Hoochlandt, wezende leengoed en hetgene ten erfpacht is aangekomen van de Capelle van Ons Lieven Vrouwen te Amersfoort, mits daarop belastende 20 gulden erfpacht ten behoeve van deze Capelle; - de Schoonoorder en de Catherijsse Thienden "groff ende small, wilt en tam", mede op 't Hoochlandt, leenroerig aan de Huijse van Stoutenborch en LutticqueWeede; - 5 dammaten land gelegen in de Duijst, genaamd de Lijescamp; - de huijsinge, hoff en hofstede staande aan de Chingel (= Singel) te Amersfoort, van voor tot in de afterstraat, belend aan de ene zijde het Oude Weeshuijs, waar nu Geraerd Thijens gehuisd is; - twee lijfrentebrieven, tesamen 150 gulden jaarlijks, belegd ten zijnen lijve op de Staten van Holland en West-Friesland; - 1½ vierdel Malenhouffs en de gifte of patronaatschap van een vicarie, weleer gefundeerd op het Heilig Sacraments altaar in de kerk tot Bunschoten. Frans van Lommetsum zal uit deze goederen 2000 Carolus gulden uitkeren aan zijn zuster Hadewijch van Lommetsum. / Zij bemaken aan hun dochter Hadewijch van Lommetsum: - 12 dammaten land gelegen in de Haar, nu gebruikt door Jan van Gelder de Jongen en Jan Cleijntgens; - 6 dammaten land gelegen in Bunschoten, nu gebruikt door Reijer Thonissen tot Bunschoten, wezende leengoed van de Heere van Bredenrode; - een vierdel land, gelegen buiten de Camppoort aan de Hoogenwech, gebruikt door Harbert Barten; - een huysinge staande op Havick, van voor tot achter aan de Muijrhuijsen, nu gebruikt door Thijman Henricxs. Roos; - 2000 gulden eens, aan haar uit te keren door haar broeder Frans van Lommetsum uit zijn erfenis, zoals verhaald. Mochten de 6 dammaten land in Bunschoten als heerlijk geërfd, op hun zoon Frans van Lommetsum vererven, dan zal hun dochter Hadewijch of haar erfgenamen in plaats daarvan de huysinge, hoff en hofstede aan de Cijngel te Amersfoort en de anderhalf vierdel Malenhouffs erven. Al hun overige na te laten goederen zullen zij nalaten aan hun zoon Francois van Lommetsum en hun dochter Hadewijch van Lommetsum of hun resp. erfgenamen. Behoudens het voordeel voor hun zoon, volgens de ordonnantie van de plaats waar het sterfhuis zal komen te vallen. / Mocht een van hun kinderen zonder nalatende geboorte sterven, dan zullen hun goederen op elkaar erven. Mochten hun zoon en dochter beide (voor of na hun testateurs overlijden) zonder geboorte overlijden, dan zullen hun na te laten goederen als volgt vererven: Zij bemaken de levenslange lijftocht aan hun zuster Gerbrechtgen van Lommetsum, huysvrouw van Borgermeijster Peter de Goijer. Zij bemaken de kinderen van Gerbrechtgen van Lommetsum in gelijke delen de eigendom van de volgende goederen: - het voorschreven Erve Calveen met huys, hoff, hofstede en bijbehorende landerijen, wezende leengoed met hetgeen ten erfpacht is aangekomen, van de Capelle van Ons Lieve Vrouwen binnen Amersfoort, belast met 20 gulden erfpacht ten behoeve van deze Capelle; - de Schoonoorder en Catherijsse thienden "groff en small, wilt en tam" op 't Hoochlandt, leenroerig aan den Huijse van Stoutenborch en Lutticque Weede met 5 dammaten land gelegen in de Duijst, genaamd de Liescamp. Mits de kinderen uit de voorschreven percelen de legaten zullen betalen. Welke betaling binnen het jaar moet geschieden, nadat de eigendom van de goederen vererfd is op de kinderen van Gerbrechtgen van Lommetsum. Zij bemaken verder aan de kinderen van Mr. Jacob de Wijs (Raad in den Hove van Utrecht), verwekt aan hun zuster Catharina van Lommetsum zaliger, resp. hun kindskinderen: - 12 dammaten land gelegen in de Haar; - 6 dammaten land gelegen in Bunschoten, wezende leengoed van de Heer van Brederode, en indien het octrooi daarvoor niet verkregen is, te komen op de oudste der kinderen van Gerbrechtgen van Lommetsum. Deze zal echter geen deel krijgen in de 12 dammaten voornoemd, noch dat diens portie zal komen op de dochters van Catharina van Lommetsum, terwijl de dochters wel hun portie zouden genieten in de genoemde 12 dammaten die op Gerrit de Wijs zou erven, indien deze zonder nalatende geboorte zou overlijden. Bij de opening van het testament in 1640 verzochten de mombers over de twee onmundige kinderen van de overledene Johan van Schadijck, Otto van Gestel en Cazijn Bor om opening en voorlezing daarvan. In het besloten testament van 1638 benoemt zij voor hun kinderen de volgende mombers voor haarzelf en krachtens het codicil van 01-02-1638 voor hun vaders wegen: hun neven Jr. Johan van Raveswaeij en Johan van Schadijck en hun goede bekenden en vrunden (= familieleden) Otto van Gestel en Nicazius Bor.

kind 3: Gerbrechtgen Lommetsum

* 1613, 8-4: Archief Eemland, NA nots. J. van Ingen [AT 002a001 folio 273 - 273 V]: mutueel testament van Peter Peterszn de goijer en Gerbrechgen van Lommitsen. Zij vermaken elkaar de lijftocht van hun bezit tot de mondige jaren van de geboorte(n) die zij (comparanten) bij elkaar zullen verwekken en resp. nalaten. Indien dese eventuele kinderen voor hun mondigheid overlijden dan zal de langstlevende van hen deze lijftocht het leven lang genieten. Zij secluderen de weeskamer van Amersfoort. Getuigen: Do. Cornelius Gesselius, Henrick van Hattum en Peter van Gessel.

* 1615, 26-5: Archief Eemland 0012 Stadsgerecht Amersfoort index transporten [436-14 fol 163]: Peter Goijer Petersz, schepen indertijt voor zichzelf ende zich sterckmaeckende voor Gerbrich Lommers dgr. zijn huijsfrouw verkoopt een huis staende inde Nijestraet (Nieuwstraat), zo't selve bewoond en gemeen bij Lodewijck Gosenz Taets, mitsgaders nog de eijgendom van de regenback voor de helft., horende aen het huis van de voorz. weduwe aan Beeltgen Cornelis Taets dgr; belendingen: daer aen de ene zijde Weijmtgen, weduwe wijlen Frans Lommitsen, aen de andere zijde Stefen Jacobsz.

* 1618, 8-6: Archief Eemland, NA nots J. van Ingen [AT002 a002 folio 37 R]: mutueel testament van Peter de Goijer, burgemeester van Amersfoort, en Gerbrechgen Frans van Lommitsz.dr. Zij testeren, onverminderd de lijftocht die zij eerder aan elkaar hebben bemaakt, welke zij begeren in weerden te blijven. Peter d'Goyer bemaakt zijn kinderen, zijn zoon Peter en zijn dochters Evertgen en Weyndelmoet en hun nog te verwekken kinderen, in gelijke porties. Hij wil dat zijn oudste zoon voor zijn heerlijkheid en voordeel volgens de stadsordonnantie, vooruit 2000 Carolus gulden zal genieten uit de goederen van de testateur, mits hij het Leen van de Leengoederen op zijn naam en op zijn kosten op zijn naam zal doen stellen, tot profijte van de gemene erfgenamen. Mochten er kinderen overlijden die de goederen niet hadden gedisponeerd, dat zij de goederen op elkaar zullen erven. Mocht ook de laatste overlijden, zonder geboorte na te laten, dan erven de goederen op de naaste van zijn zijde. Joffr. Gerbrechgen van Lommits. bemaakt (met uitzondering van de lijftocht) aan haar zoon Peter d'Goyer en haar dochter Evertgen en Weyndelmoet d'Goyer en haar nog te verwekken kinderen in gelijke portien, en benoemt hen tot haar erfgenamen. Ook zij wil dat haar kinderen bij overlijden zonder na te laten geboorte op elkaar zullen erven. Mochten de kinderen alle overlijden zonder geboorte na te laten, dan zullen de goederen van hun vaders zijde erven aan die zijde en de naaste in den bloede van haar vader, en de goederen van haar moeders zijde erven op de naaste van den bloede van haar moeders zijde. Akte ten woonplaatse van de comparanten.

* 1625, 3-12: Archief Eemland 0012 Stadsgerecht Amersfoort index transporten [436-16 fol ?]: Peter de Goijer, oud-burgemeester voor hemzelf en voor zijn vrouw Gerbrecht Lommits verkoopt een huis, hof en hofstede met schuur en al wat daartoe behoort op de Singel, strekkende van voor tot achter in de Koppelstraat (Achter het Oude Weeshuis) aan Jonker Dirck van Lommitsen en zijn echtgenote juffrouwe Geertruijt Goosen (sic!) tussen het Oude Weeshuis en Gerbrech Alberts


openstaande vragen / discussie


Frans van Lommetsum heeft een broer Dirk (d.w.z.: hun kinderen zijn neven en nichten)

Deze Dirk leeft nog in 1615, en speelt een belangrijke rol in het stadsbestuur van Amersfoort. Hij behoort, met een groep familieleden, tot de groep katholieke bestuurders die Amersfoort midden in de 80-jarige oorlog opnieuw onder het gezag van de Spanjaarden bracht. Ze werden daarvoor uit al hun functies ontzet en verloren hun macht - maar niet hun bezittingen in de veenderijen bij Amerongen en Veenendaal.

Deze Dirck heeft drie kinderen: de ongetrouwde zusters Catharina en Cornelia (of Trijntje en Neeltje), overleden na 1626, en Lodewijk (van) Lommetsum X Margaretha Schade. Deze Lodewijk is de vader van de advocaat Dirk van Lommetsum aan het Hof van Utrecht.

Aktes in Archief Eemland van Dirk van Lommetsum sr. e.a.:

1625, 15-6: Anna Jacobs en haar dochter Marrichgen Evert Verstegendr. maken testament. Acte ten huize van Jacob van Schadijck, get: deze Jacob, Dirck van Lommetsen en Casijn Bor.

1627, 17-12: Margaretha (Margriet) van Schade, weduwe Lodewijk van Lommetsum en timmerman Jacob Peterszn machtigen hun neef mr. Dijrck van Lommetsem (adv Hof v Utrecht) uit de boedel van wijlen Adriaan Aertsz goederen te ontvangen. Get: Casijn Bor o.a.

1628, 21-9: Mr. Dijrck van Lommetsum (advct Hof v Utr) treedt met Jacob en Rutger van Schadijck en Johan Freys van Dolre op als assistenten van Jkvr Nenna van Schadijck, bruid, in de huwelijkse vw met Jhr Pierre Jubert.

1628, 13-11: Dyrck van Lommetsum X Geertruij Soes verkopen een huis op de Havik aan Willem van Lielaer

1629, 8-4: mr. Diederik van Lommetsum (advct Hof v Utr) wordt gemachtigd om schulden in te vorderen.

6-5-1629: record 12322 Diederik/Dirck Lommetzn, mede namens z’n zwangere vrouw Geertruit Zoes; Johan van Westrhenen Dijer, man van de zwangere Aeltgen van Dolre en hun (schoon)zus Jacobgen van Dolre, weduwe v Willem Lumansz; Johan van Vonck, man van de zwangere Adriana van der Borch: te samen mede erfgenamen van wijlen Willem van Lielaer machtigen oud-burgemeester Peter de Goijer, ook erfgenaam v WvL, om een leen in Nederseldert te ontvangen en te transporteren tbv Hendrickgen, onmondige dr. van wijlen Henrick Brant. get: Johan de Ridder, Jacob van Westrhenen. ((zie ook recordnr. 12332, 12363, 12377, 12380, 12381, 12382, 12384, 12386)

1629, 30-10: rec. 12363: Van Westrhenen Dyer X Jacobgen van Dolre, Johan van Dashorst X Mechteld van Lielaer (= Liener) en Geertgen van Lielaer (= Liener) te Rhenen machtigen Jkhr Dyrck van Lommetsum (de broer van Gerbrechte van Lommetsum: beide mede-erfgenamen) over dit leen in Nederseldert.

1629, 13-11: rec. 12380: Ontvangen uit handen van Jacob van Westrhenen van wegen Jor Diderick van Lommitsum, de som van 94 guldens 12 stuivers over de 30e penning van de erfenis van 8 dammaten lants gelegen in Nederseldert genaampt de Vogelcampen bij Willem van Lielaer zaliger nagelaten en na derzelfs overlijden vercoft voor 2900 carolus guldens op termijnen te betalen, was ondertekent C. van Ingen. Gecollationeert jegens notaris Jr. Dirck van Lommetsum, geexhibeert en accort oorkonde mij Johan van Ingen, notaris."

1629, 27-11: rec 12377: In verband met afwezigheid van haar man, oud-brmr Peter de Goijer, heeft Gijsbrechta van Lommetsem, mr. Adriaen Moll (advocaat van de hove van Utrecht) en Dirck van Lommetsum (haar broer) gemachtigd, als een mede-erfgenaam van zaliger Willem van Lielaer (haar neef),

1629, 13-12: rec 12384: Als neef en successeur van zaliger Willem van Lielaer, machtigt Jkhr Dyrck van Lommetsum mr. Adriaen Moll (advocaat van het hof van Utrecht) om te compareren voor Stadhouder en Leenmannen van de Leenhove van de Staten van Utrecht.

1629, 14-12: rec 12386: Marten Moreels, borger en coopman van wijnen te Utrecht, als man en voogd van joffr. Luijtgen van der Borch, sijn huysvrouw, als een mede geinstitueerde erfgenaam van zaliger Willem van Lielaer. Luitgen is mede-comparant en het echtpaar machtigt Sr. Dirck van Lommetsum, een mede-erfgenaam van Willem van Lielaer

1630, 12-6: Nicolaes Sijmonsz van Velsen stelt zich borg voor Willem van Lommetsum, ten behoeve van "de edele regeerders en gerechte deser stad in conformite van de presentatie bij de requeste van Lommetsum gedaan en op heden bij de hove van Utrecht daarop gevolgd". Akte ten huize van de weduwe van Lodewijck van Lommetsum. Getuigen: mr. Dijrck (of Dirck) van Lommetsum (advocaat van de hove van Utrecht) en Willem van Portengen (pander {= pandnemer}).

Akte 164 V: Hij stelt zich borg voor Willem van Lommetsum, ten behoeve van "een ijgelick die hem partijen souden willen maken in conformite van de presentatie bij de requeste van Lommetsum gedaan en op heden bij de hove van Utrecht daarop gevolgd".

1630, 6-7: Francois van Lommetsum treedt op namens zijn moeije Helena van Schade, die land verpacht.

1630, 19-12: Lodewijk van Lommetsem zaliger heeft op de Langestraat gewoond; het huis is kennelijk nog niet verkocht.

1633, 30-10: Willem van Lommetsum is getuige in een protest van Johan de Wijs.

1635, 2-4: Pierre Jubert en Pieternella van Schadijck machtigen Frans en Willem Lommetsum om het land dat zij verkocht hebben aan hun tante Helena van Schade aan haar te transporteren.

1647, 3-5: Dirck van Lommetsum, advocaat, zijn huisvrouw en hun erfgenamen krijgen in Johan van Schadijk een borg

1618, 12-12: akte van opening van het testament dd 5-8-1615 van Jacob Willemsz Zoes. Zijn naaste vrienden: Lodewijk van Lommitsz X Margareta Schade, Jacob van Schadijck X Belichgen Schade; Peter Frans; Willem Jacobsz Schade; Armgert en Hillegont Schade (zussen); Willem Petersz Soes (met nadere uitleg Soes en Schade)

1610, 1-6: Hopman Alexander van Grootveld X Jkvr Mechteld van Schadijk machtigen Lodewijck Lommitsen om een huis te transporteren op Johanna van Esveld, weduwe Johan van Schadijck.

1615, 5-7: Lodewijk van Lommitsen en Jacob Schadijck zijn heemraden van de buurtschap Mandaren.

1616, 14-3: huwelijkse voorwaarden van Elisabeth van Lommitsen, dr.v. Lodewijk, (getuigen Willem Jacobsz Schade en Jacob van Schadijck) met Direck Corneliszn van Duverden

1629, 13-11: Jhr Diderik van Lommitsum vanwege de erfenis van Willem van Lielaer

1619, 23-6: Lodewijk Lommits is weesmeester (ook op 1-9-1621 en 28-3-1623)

1620, 29-12: Willem Jacobsz Schade machtigt Mr. Dirck van Lommitsz, advocaat Hof v Utr

1627, 20-7: Elisabeth van Lommitsum X Claas Sijmonsz van Velsen.


https://www.nikhef.nl/~louk/VARIA/generation32.html#DUVERDEN

met info over Elisabeth van Lommitsum X Claas van Velsen