XIV-841 De Sweser-engh, Adriaen

Mr. Adriaen (A.) de Sweser-engh


ouders: Gerrit (de Sweserenge) en NN


geboren:

gedoopt:

overleden: Utrecht 25-9-1645

begraven:


beroep: advocaat

woonplaats / adres: Utrecht


relatie: trouwt Utrecht 9-7-1618


Christina van Daelen


ouders: Anthonis van Daelen en Elisabeth Foeijte


geboren:

gedoopt:

overleden: Utrecht 11-8-1625

begraven: Utrecht 22-8-1625

beroep:

woonplaats / adres: Utrecht


kinderen:

biografische aantekeningen


Adriaen de Sweserenge kocht in 1624 het huis De Roos aan de Nieuwe Gracht tegenover het St Servaesklooster, dat later een belangrijk Universiteitsgebouw zou worden. Zie het artikel in de bijlage bij Johan de Sweserenge.


bronnen


lit: J. Heniger: "De Roos onder de Linden" (1973) (Zie een kopie in de bijlage, onderaan de pagina van zoon Johan). Hierin wordt verwezen naar oudere literatuur over de familie Van Sweserenge: H.S. van Lennep (De Nederlandsche Leeuw, kol. 192, 1967). A. Pastoors (De Nederlandsche Leeuw, kol 358-159, 1967), J.H. van Mosselveld (De Nederlandsche Leeuw kol. 252, 1967) en W.A. Wijburg (De Nederlandsche Leeuw, kol 171-174, 1970)

lit: Heraldische Databank CBG: Geb. Utrecht ca. 1594, student te Angers (Ned. natie) 1615, te Orléans (rechten) 22 mei 1615, (j.u.l.) ald. februari/april 1616, advocaat voor het Hof van Utrecht (1625), student te Leiden (mathematica) 1 mei 1627 (33 jaar), regent Aelmoesenierskamer 1638-1639, huismeester Bartholomeusgasthuis te Utrecht, overl. ald. 23 september 1645. Hij huwde Utrecht 9 juli 1618 met Christina Antonisdr. van Daelen, dochter van Anthonis Jansz. van Daelen en Elisabeth Foeyt. Wapenbeschrijving: Wapen: in zwart een gouden adelaar. Helm halfgewend. Wrong goud en zwart. Helmteken een gouden adelaar tussen een gesloten vlucht. Dekkleden goud, gevoerd van zwart. Opmerkingen tekst: Virtute maioribus prælucendo. (Door in deugd de voorvaderen voorbij te streven). Bron: Het wapenboek van de Nederlandse studentenvereniging te Angers, 1614-1617, blz. 14; aanwezig bij de Koninklijke Bibliotheek, bewerkt in het Jaarboek 1990 van het CBG, blz. 115-148.


* 1618, 4-7: HUA DTB ondertrouw: IIII July: Mr. Adriaen Gerritsz van Zweserengh, licentiaet in de Rechten, ende Cristina Anthonis van Dalensdr., beijde woonende binnen deser Stad Utrecht. (i.m.: solempniseer voor Inhoff Schepen en Van der Lith Raeten, 9e Julij 1618)

* 1625, 11-8: Overluijdingen te Utrecht [Nav 48 p 632]: een in De Navorscher gepubliceerde lijst van het luiden van de Dom bij overlijdens meldt: Christina van Daele, huisvrouw van Mr. Adriaen de Sweserenge, advocaat te Utrecht

* 1625, 7-9: Overluijdingen te Utrecht [Nav 48 p 632]: een in De Navorscher gepubliceerde lijst van het luiden van de Dom bij overlijdens meldt: Gerard van Sweserenge, zoon van Adriaen van Sweserenge, advocaat te Utrecht

* 1627, 18-4: HUA NA nots ? [U012a009-?]: Testament. Mr Adriaen de Sweserenghe advocaat testeert op Johan de Sweserenge zijn enige zoon; evt executeur Anthonis van Dael zijn comparants schoonvader (bron: regesten Utrecht bij Streekarch ZO Utrecht) [niet digitaal]

* 1634, 31-12: HUA NA nots G van Waeij [U019a6-241]: Diederich Pull (= Dirck Pijll), weerd in de Hulck in Utrecht, verklaart dat hij als borg voor Hendrik Lombert schuldig is aan Mr. Adriaen van Sweserenge, advocaat, de som van fl 56 over één jaar pacht van twee morgen weiland op Hoge Weide, die door de Hofstede Leeuwesteijn gebruikt zijn. Hij laat die schuld gedeeltelijk betalen namens Cornelis Jansz Pluijck te Hagesteijn, die hem nog fl 48,- schuldig is voor geleverde wijnen, door Claes Adriaensz, gewezen schout van Galekop, en Claes Jansz, secretaris van Hagesteijn.

* 1643, 20-6: HUA NA nots G. Vastert [U021a10-63]: Procuratie. Anthonis van Dael, borger, voor zichzelf en als weduwnaar en boedelhouder van Elijsabeth Foeijte zaliger, machtigt onwederroepelijk Mr. Adriaen van Zweserengh, advct in den vrsz Hove, sijn schoonsoon, om te compareren voor het gerecht van Vinkeveen ten behoeve van Willem Jacobsz als momber over Grietje Jacobsdr en hare erfgenamen de ene helft van de helft van een parceel lants met sijn bepotinge, groot int geheel omtrent tigmeten, doch soo groot als versz perceel gelegen is int vrsz (...), waerbij de wederhelft van de helft des Compts swager Berndt van Leuven en sijn huijsvr, en de ander helft van vrsz geheele landt vrsz Grietje Jacobs is competerende, om dit stukje perceel te transporteren aan Ment Dirckx, die het tot nog toe in huur in gebruik heeft. (...) Ende daerenboven noch te compareren in zijn naam als grootvader en mede-momber over Johan van Sweserengh, sijne geconstitueerde zoone, te transporteren een zesde part van de helft van 86 mergen lants, soo groot en kleijn als deselve gelegen sijn in 't vrsz Gereghte van Demmerick, bij Gerrit Gerrits als man en voogd van Neeltje Jacobs Cuijt, die tevoren weduwe was van za: Dirck Dircksz Verdam en Cornelis Dircksz Verdam als oom en bloetvoocht over Jacob Dircksz Verdam (...), gepasseerd ten huize van de Constituant staande op de Oude Gracht omtrent de Smebrugh (w.g. Anonius van Daell, Bernaet van Leuven en Cornelis Jacobsen van Sin (getuigen), nots.)

* 1644, 14-9: HUA NA nots G. Vastert [U021a11-96]: Verkoop. Mar Adriaen van Sweserengh, advocaet, verkoopt aan Cornelis Jan Henrick Huiijgh, wonende te Williskop, drie campen te Williskop, waarvan de twee voorsten zijn vrij en allodiaal goed, en het derde is leengoed van het huis van Montfoort, voor fl 6000:-. (w.g. Adr de Sweser-Engh + nots en get)

* 1645, 24-5: HUA NA nots G. Vastert [U021a12-40]: Procuratie. Mr. Adriaen van Sweserengh machtigt Gerrit Anthonissen Williscop om te verschijnen zowel voor de nagenoemde Leenheer als voor het gerecht van Williscop om t.b.v. Cornelis Jan Henrick Huijgen een perceel landts gelegen te Williscop te transporteren en over te dragen van drie campgen groot, waarvan er twee vrij allodiaal goed zijn, en één camp wordt te leen gehouden van het huis van Montfoort, waaruit jaarlijks drie rijksdaalders aan de vicarie van de kerk van Montfoort verschuldigd is. (w.g. Adr. de Sweser-engh + nots en get)

* 1645, 22-9: HUA NA nots G. Vastert [U021a12-78]: Testament: Mr. Adriaen van Sweserengh advocaet, ziekel[ijk] van lichaem te bedde leggende, edoch sijn verstant volcomen gebruijckende (...) verclaerende hij testateur tot sijne eenige en universeele erfgenaem genomineerd en geïnstitueerd te hebben Johan van Sweserengh, sijn Compts eenige soon. (...) Dat is sijn uijtterste wille. Opgesteld ten huize en woonplaatse van de testateur, staende op de Nieuwe Graft jegens over het convente van St Servaes (w.g. Adr A de Sweser-engh; getuigen: Jacob van Hove van Zijll, heer van Amelisweert, en Francois de Wijs, advocaet)

* 1645, 25-9: Overluijdingen te Utrecht [Nav 48 p 632]: een in De Navorscher gepubliceerde lijst van het luiden van de Dom bij overlijdens meldt: Mr. Adriaen de Sweserenge, advocaat te Utrecht

* 1645, 14-10: HUA NA nots G. Vastert [U021a12-94]: Procuratie. Gecompareerd Johan A. de Swezerengh, zoon en eenige erfgenaam zijns za: vaders Mr Adriaen de Zweserengh in sijn leven Advct in versz Hove, machtigt Geerlof van Jaersvelt, jongman, om niet alleen zijn jaerlijks inkomen van pachten, renten en anders te ontvangen, maar ook de kapitalen aan zijn handen te mogen aflossen, rentebrieven te casseren etc. (w.g. J.A. de Sweserengh + nots en get)

* 1645, 14-10: HUA NA nots G. Vastert [U021a12-95]: Procuratie. Gecomp. Johan A. de Sweserengh, zoon en eenige erfgenaem van Mr Adriaen de Zweserengh, machtigt Gerlof van Jaersvelt, jongman, om voor het meest geschikte gerecht te compareren om ten behoeve van Cornelis Adriaanszn, schout van Velthuijsen, en zijn erfgenamen te transporteren vijf morgen bouwland gelegen op Rosweijde, dat Adriaans voor de helft al in gebruik had van Sweserengs vader, o.a. naast het campgen van de rosweijse Molen "hem comparant op dese tijt mede competerende", en de Merwedijck westwaarts en de rosweijse Molenvliet oostwaerts naast gelegen zijn. En bovendien ten behoeve van Henrick Antonissz van de Haer twee campgen weilands, het ene 4 hond, zijnde 't vrsz Molencampgen, het andere campgen groot twee morgen, genaamd de Dompelaer, te samen gelegen in de gerechte van Velthuijsen (...) tenhuijse van Comparant staende jegensover den Convente van St Servaes; get: Francois de Wijs en Gerard van Waeij. (w.g. J.A. de Sweserengh + nots en get)

* 1645, 6-11: HUA NA nots G. Vastert [U021a12-98]: huwelijksconsent: letterlijk hetzelfde als in de akte die hierop volgt.

* 1645, 16-11: HUA, Huwelijkscommissarissen [invnr 3295-5, p 19] "Op huijden (16-11-1645) compareerden (...) d'heer Anthonis van Dale als grootvader van Johan A da Zweserenghe ende den Ed Mr Jacob de Wijs Raedt ordinaris in vrsz Hove als vader van Aleijda Catharina de Wijs, sijne dochter, ende verclaerden alsoe uijt vriendenraedt een wettelick huwelick is gesloten tusschen de voorn[oemd]e Johan de Zweserenghe ende Aleijda Catharina de Wijs, Dat zij luijden Comparanten daeromme geconstitueert ende machtich gemaeckt hebben , als hun E. deden mits desen, te weten de eerste Comp voorn., sijn zwager d'heer Berndt van Leuven, ende de tweede Comparant zijne zoone Mr Francois de Wijs, advocaet in den vrsz Hove, speciael[ijk] omme aen de Ed. heeren Magistraet ofte Gerechte deser Stadt Utrecht, ofte der selven gecommitteerden te versoucken de proclamatien des voorsz huwelix, soe des behoort, Belovende sij comparanten elcx in sijn reguardt voor goet, vast ende onverbreeckel[ijk] van waerden te houden alle 'tgeene hunne voorsz geconstitueerden in cracht deses sullen verrichten, onder 't verbant als nae rechten ..." (etc).

* 1646, 9-2: HUA NA nots F. Zwaerdecroon [U028a12-10]: Ontslag uit hypotheek. Johan A. de Sweserenge, enige soon en erfgenaem van wijlen Adriaen A. de Sweserengh, in leven advocaet, ende verclaerde te ontslaan generael hypotheeq van de vordere goederen bij Barbara van Weijdershuijsen, weduwe van Cornelis Jansz Cesar en hare soonen, ten behoeve van haere voorn. vader gestelt voor de hooftsom van fl 900,- en de rente van dien, bij plechte van date 17-6-1643, met uitzondering van het huis en erve gelegen Hanetret, sijnde het speciaell hypoteecq en plechte geëxpresseert, machtig makende Geerlof van Jearsvelt om de inhoud van deze akte voor het Gerecht van Utrecht te erkennen.

* 1648, 2-3: HUA NA nots N. de Cruijff [U034a2-113]: procuratie op Johan Heurnius. Johan de Sweserengh, enige en universele erfgenaam van wijlen Mr. Adriaen van Sweserengh, advocaat, machtigt Geerlof van Jaersveld om voor Mr. Johan Heurnius (raad, rentmeester, hoof en thinsmeester generael van de domeinen), om in handen van de de Thinsmeester te stellen en te refuteren een stuk goeds, gelegen in het gerecht van Leusden, voormaels bij Marten Willems gebruikt, wezende thinsgoed van de Domeinen, bij de dood van comparants vader ontruimd, en dit alles ten behoeve van vrouwe Geertruijdt van de Werve, douagiere van Incourt Longeville en ingevolge de transactie van 6-1-1648 voor het gerecht van Utrecht in zijn naam door zijn zwager en vrouwe Maria Taets van Amerongen qq, ten fine voorsz. vrouwe Geertruijt daarmede mag worden verleid. (w.g., heel bibberig,: J.A.d.S. + nots en get)

* 1648, 8-7: HUA HOF 236-1: Jfr Aleydis Catharina de Wijs vhz weduwe van de heer Johan van Sweserenge in leven universeel erfg van de heer Adriaen van Swesereng zijn vader en van Anthonis van Dael zijn grootvader, voogdes over Adrianus Jacobus en Anthonius van Sweserenge haar twee minderjarige kinderen, cst (bron: Streekarch ZOUtrecht, regesten)


openstaande vragen / discussie


Adriaen de Sweserengh ondertekent één akte, drie dagen voor zijn dood, met Adr. A de Sweser-engh. Bij zijn huwelijk is het patroniem, Gerritsz, echter onmiskenbaar. Waar staat die A. voor? Of is het gewoon een vergissing/schrijffout van een stervende man?

zie voor het luiden van de Dom bij overlijdens: https://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=1&ved=0ahUKEwisxdLzrYzaAhVIK8AKHfvLDvEQFggqMAA&url=http%3A%2F%2F17thcenturyhollanders.pbworks.com%2Fw%2Ffile%2Ffetch%2F48853913%2FUtrechtOverluidingen.pdf&usg=AOvVaw2XMm4_70tcjPvMYQa_aaOZ


Testament Jacob de Wijs: 18-11-1650, U021a17-196

In 1647 stelt Elisabeth Foeyten, wed. Reinier van 's Heeraertsberge, borg voor een schuld die Pauls van Lienden bij Johan de Sweserenge heeft. Hoe is de Elisabeth Foeijte uit 1647 familie van de moeder van Christina van Daelen?; dat kan geen toeval zijn.