XV-1683 Van Daelen, Anthonis

Anthonis van Daelen (= XV-1787)


ouders: Jan van Dalen <en Aeltgen ?>


geboren:

gedoopt:

overleden: Utrecht 18-2-1646

begraven:


beroep: executeur/bestuurder fundatie Beyerscameren (1598-1648); bestuurder fundatie Drielenburg, bestuurder St Bartholomeus Gasthuis (1608-1646)


woonplaats / adres: Utrecht


Elisabeth Foeijte (XV-1684 = XV-1788)


ouders: Aert Foeijte en Christina Dirck van Hensbeecks


geboren:

gedoopt:

overleden: Utrecht 17-1-1641

begraven: Utrecht 25-1-1641


beroep:

woonplaats / adres:


kinderen

  1. Christina van Dalen, ?-1625, X 1618 Mr. Adriaen de Sweser-Engh, VOLGT XIV-842

  2. (filiatie niet aangetoond; het kunnen ook goed Anthonis' ouders zijn!) Johan van Daell, geboren:
    overleden: Utrecht 22-5-1615
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: trouwt
    Geertruyt Anthonisdr Beyers, geboren:
    overleden: Utrecht 26-12-1617
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders: Anthonis Beyers en NN

Wapen Antonis van Dalen. Bron: knggw, wapenboek Bartholomeus Gasthuis

biografische aantekeningen


Anthonis van Daelen is als derde executeur-testamentair in 1594 toegevoegd aan de twee al eerder benoemden in het testament van Adriaen Beijer en zijn vrouw Alet Jans. Daarmee werd hij mede-verantwoordelijk voor het uitvoeren van hun laatste wens: het bouwen en administreren van 12 woningen voor armen, genoemd de Beijerskameren. Het archief van de Beijerskameren is in het Utrechtse archief bewaard gebleven; het sociale initiatief is tot de dag van vandaag in stand gebleven.

In 1577 lieten Adriaan Beyer en Alijdt Jansdr. een testament opmaken, waarbij zij gezamenlijk bepaalden, dat de langstlevende van beiden het vruchtgebruik van het vermogen van de ander, met uitzondering van enige legaten, zou genieten. Adriaan Beyer benoemde echter bovendien de armen tot zijn universele erfgenamen. De nagelaten goederen moesten onder de armen worden uitgedeeld door de executeurs-testamentair Caspar van den Berg en Aart Ram. Deze laatsten kregen de bevoegdheid al datgene te doen wat naar hun mening tot het grootste profijt van de armen zou strekken. (...) Weer enige jaren later, en wel in 1594, liet Adriaan Beyer het laatste testament opmaken. Hij verklaarde hierin, dat het altijd de uiterste wil en mening van zijn echtgenote en van hemzelf geweest was om binnen de stad Utrecht twaalf Godskameren, woningen voor arme personen, te stichten. Met de bouw van die woningen werden drie executeurs-testamentair belast, n.l. naast Caspar van den Berg en Aart Ram toen ook Anton van Daelen.

Het geld, dat overbleef na de uitgaven voor de bouw van de 12 woningen, moest ten behoeve van de armen in rentebrieven of land belegd worden. Degenen, die woningen van de fundatie toegewezen kregen, mochten daarin kosteloos wonen. Bovendien werd jaarlijks fl. 20,- voor hen uitgetrokken, welk bedrag grotendeels in natura (weit, boter, kaas en turf) werd verstrekt.

Toen Adriaan Beyer 1 juli 1596 overleden was, traden de executeurs-testamentair in functie. In 1597 droeg het Agnietenklooster in de stad Utrecht grond aan de Nieuwstraat - thans Lange Nieuwstraat geheten - aan hen over. En in 1598 moet de bouw van de twaalf Godskameren gereed zijn gekomen. De 22 januari 1599 besloten de executeurs-testamentair, dat zij beurtelings een woning te vergeven zouden hebben. In het midden van de twaalf woningen werd de zogenaamde executeurskamer gebouwd, waar de vergaderingen van de executeurs-testamentair gehouden werden. Deze woning werd in de zeventiende eeuw een tijdlang door de administrerende executeur bewoond, maar ook wel verhuurd, evenals in de achttiende en het begin van de negentiende eeuw. Vanaf 1839 werd de woning niet meer verhuurd, maar vergeven. In 1652 werd begonnen met de bouw van nog twee woningen, die kwamen te staan aan de straat, die thans Agnietenstraat heet. Het bestuur van de fundatie werd, zoals reeds vermeld is, uitgeoefend door drie executeurs-testamentair. Sinds 1814 werden er echter geen opvolgers meer in de lijn van Anton van Daelen benoemd, zodat het aantal executeurs-testamentair daarna tot twee beperkt bleef.

Anthonis van Dalen is bovendien bestuurder van een andere fundatie. Als de goudsmid Willem Vincent van Drielenburch in 1618 overlijdt, laat hij een kapitaal na voor de behoeftige familieleden. Hij wijst als eerste bestuurders van de fundatie aan: neef Vincent Anthonis van Drielenburch en de aangetrouwde neven Hendrik Wouters Schoormond en Anthonis van Dalen, familie (zoon?) van het echtpaar Johan van Daelen en Geertruijd Beyer die de tante was van Willem Vincent van Drieleburch. (zie: Malherbe, geslacht van Drielenburch; zie: HUA arch 723, Fundaties Van Drielenburch en Schoormond te Utrecht)

Anthonis van Dalen is ook bestuurder van het Sint Bartholomeusgasthuis te Utrecht.

Anthonis van Dalen, die zo goedgevig is in zijn testament jegens zijn dienstmeisje Geertruijt Jans van Weesp, blijkt te goedgelovig: zij besteelt hem (mogelijk na zijn dood) en wordt daarvoor veoordeeld. Een rechtszaak tussen Anthonis' kleinzoon Johan de Sweserenge en dienst vrouw Aleydis Catharina de Wijs jegens Van Weesp en haar zus, wordt in 1650 door Moreelse van commentaar voorzien. (zie aantekening bij Aleijdis Catharina de Wijs)


bronnen


lit: J. Heniger: "De Roos onder de Linden" (1973) (Zie een kopie in de bijlage, onderaan de pagina van zoon Johan). Hierin wordt verwezen naar oudere literatuur over de familie Van Sweserenge: H.S. van Lennep (De Nederlandsche Leeuw, kol. 192, 1967). A. Pastoors (De Nederlandsche Leeuw, kol 358-159, 1967), J.H. van Mosselveld (De Nederlandsche Leeuw kol. 252, 1967) en W.A. Wijburg (De Nederlandsche Leeuw, kol 171-174, 1970)

* 1593, 7-7: HUA DTB ondertrouw: VII Julij. Is verschenen als boven, van Antonis Jan van Dalenszn en Elijsabeth Aert Foeyten dochter. (i.m.: gesolemniseerd voor soe veel etc ... XIIII Julij 1593

* 1601, 26-2: HUA Bew. Arch. II 1444-3: Balthasar van der Berch, Johan Ram en Anthonis van Dalen executeurs van de goederen van zaliger Adriaen Beyer x Alijt Jansdr, erkennen na opdracht van Jan de With Stevensz van St Barbara gasthuys ontvangen te hebben de volgende goederen: -3/4 van de helft van 21m geheten die Perrick mettet campgen dat oostwerts over den stadtwech ligt te Houten, daar de executeurs vrsz het vierendeel af hebben, bo Jan Eerstsoen, ben heer Hermans erfg. van Wulven ridder, N de RDO; -3/4 van de helft van 6½ m daer de exec 1/4e af hebben en de H.Geest de wederhelft, geheten opten Nedercampe, bo Papel. Proven te Houten, ben heer Hermans erven van Wulven, ridder; -3/4 van 1½ m geheten Belle, bo Aernt Gijsbertsz erfg., ben Johan van Renesse van Wulven; -3/4 van de hofstede geheten Bovit daer de executoren 1/4e deel af hebben daer de Dijck allanges gelegen is, bo Herman Eerstsz Schade oft nacomelingen [NB dit perceel betreft ws. land in Hagesteyn!] (ontleend aan regesten bij RHC ZO Utrecht)

* 1601, 16-5: HUA 755 Fundatie van Adriaan Beyer Hendriksz. en Alijdt Jansdr. de Bruyn (Beyers Kameren) te Utrecht, invnr 77-1 en -2: Leenakte van Elysabeth van Arkel van Heuckelum voor de administrateur Anton van Daelen betreffende 5 hont land in Houten, 1601. Met retroactum, 1572

* 1604, 3-1: Archief Eemland: NA nots E van der Schuer AT001a001 blad II: Gerrit Janszn van Daell heeft voor de erfgenamen van zijn moeder Aeltgen, en bij versterf van zijn vader Jan Hendriks van Daell, wat hem nog zal aansterven f 200,- toebedeeld en ontvangt f 100,- door Hilletje Pouwels, weduwe van Peter van Daell; bedankt zijn vader en mede erfgenamen van zijn moeder voor de goede betalinge (06-01-1604) De acte van 03-01-1604 is ondertekend door: Jan Gerritszn van Daell Huibert Janszn van Daell Gerrit Janszn vanDaell Claes Janszn van Daell Hilletje Pouwels, weduwe van Peter van Daell Jan van Daell Hendriksz voor hemzelf en vervangende Anthonis van Daell

* 1608: www.knggw.nl: Wapenboek van het Sint Bartholomeus Gasthuis te Utrecht 1407-1814: Anthonis van Dalen, ingekomen anno 1608, quartiermeester van den noothulp vanden eersten septembris anno 1614 tot den lesten augusti 1616, huysmeester van Alreheijligen 1626 tot Alreheijligen 1627 en van Alreheijligen 1634 tot Alreheijligen 1635, obiit [bladrand afgesneden]. Wapen: Doorsneden; I in goud zeven hermelijnstaartjes van sabel, geplaatst vier en drie; II effen keel; dekkleden en wrong: goud en keel; helmteken: een vlucht volgens het schild.

* 1618: HUA 755Fundatie van Adriaan Beyer Hendriksz. en Alijdt Jansdr. de Bruyn (Beyers Kameren) te Utrecht, invnr 65: Akten en afschriften van akten van benoeming van opvolgers van Anton van Daelen als executeur-testamentair, 1618-1761 [niet ingezien]

* 1627, 18-4: HUA NA nots ? [U012a009-?]: Testament. Mr Adriaen de Sweserenghe advocaat testeert op Johan de Sweserenge zijn enige zoon; evt executeur Anthonis van Dael zijn comparants schoonvader (bron: regesten Utrecht bij Streekarch ZO Utrecht) [niet digitaal]

* 1631: HUA archiefnr 802 Verzameling losse aanwinsten van de Gemeentelijke Archiefdienst Utrecht, invnr 731-735: Akte van vrijwillig gerechtelijk transport door Marrichgen Jans, weduwe van Adriaen Henricxzoen van Cuijlenborch, aan Anthonis van Dael van het huis De Poorte aan de oostzijde van de Oudegracht tussen de Smeebrug en de Geertebrug, 1631. Met retroacta, 1512-1630 [niet ingezien]

* 1641, 17-1: Overluijdingen te Utrecht [Nav 46 p 122]: een in De Navorscher gepubliceerde lijst van het luiden van de Dom bij overlijdens meldt: Elisabeth Foeyt, huisvrouw van Anthonis van Dael

* 1641, 25-1: HUA DTB begraven []: Elisabeth Foeijt, huijsvr van Antonius van Dael, nalatende haer man met een overleden dochters echte mundige zoon; begraven Geertekerk.

* 1643, 20-6: HUA NA nots G. Vastert [U021a10-63]: Procuratie. Anthonis van Dael, borger, voor zichzelf en als weduwnaar en boedelhouder van Elijsabeth Foeijte zaliger, machtigt onwederroepelijk Mr. Adriaen van Zweserengh, advct in den vrsz Hove, sijn schoonsoon, om te compareren voor het gerecht van Vinkeveen ten behoeve van Willem Jacobsz als momber over Grietje Jacobsdr en hare erfgenamen de ene helft van de helft van een parceel lants met sijn bepotinge, groot int geheel omtrent tigmeten, doch soo groot als versz perceel gelegen is int vrsz (...), waerbij de wederhelft van de helft des Compts swager Berndt van Leuven en sijn huijsvr, en de ander helft van vrsz geheele landt vrsz Grietje Jacobs is competerende, om dit stukje perceel te transporteren aan Ment Dirckx, die het tot nog toe in huur in gebruik heeft. (...) Ende daerenboven noch te compareren in zijn naam als grootvader en mede-momber over Johan van Sweserengh, sijne geconstitueerde zoone, te transporteren een zesde part van de helft van 86 mergen lants, soo groot en kleijn als deselve gelegen sijn in 't vrsz Gereghte van Demmerick, bij Gerrit Gerrits als man en voogd van Neeltje Jacobs Cuijt, die tevoren weduwe was van za: Dirck Dircksz Verdam en Cornelis Dircksz Verdam als oom en bloetvoocht over Jacob Dircksz Verdam (...), gepasseerd ten huize van de Constituant staande op de Oude Gracht omtrent de Smebrugh (w.g. Anonius van Daell, Bernaet van Leuven en Cornelis Jacobsen van Sin (getuigen), nots.)

* 1645, 6-11: HUA NA nots G. Vastert [U021a12-98]: huwelijksconsent: letterlijk hetzelfde als in de akte die hierop volgt.

* 1645, 16-11: HUA, Huwelijkscommissarissen [invnr 3295-5, p 19] "Op huijden (16-11-1645) compareerden (...) d'heer Anthonis van Dale als grootvader van Johan A da Zweserenghe ende den Ed Mr Jacob de Wijs Raedt ordinaris in vrsz Hove als vader van Aleijda Catharina de Wijs, sijne dochter, ende verclaerden alsoe uijt vriendenraedt een wettelick huwelick is gesloten tusschen de voorn[oemd]e Johan de Zweserenghe ende Aleijda Catharina de Wijs, Dat zij luijden Comparanten daeromme geconstitueert ende machtich gemaeckt hebben , als hun E. deden mits desen, te weten de eerste Comp voorn., sijn zwager d'heer Berndt van Leuven, ende de tweede Comparant zijne zoone Mr Francois de Wijs, advocaet in den vrsz Hove, speciael[ijk] omme aen de Ed. heeren Magistraet ofte Gerechte deser Stadt Utrecht, ofte der selven gecommitteerden te versoucken de proclamatien des voorsz huwelix, soe des behoort, Belovende sij comparanten elcx in sijn reguardt voor goet, vast ende onverbreeckel[ijk] van waerden te houden alle 'tgeene hunne voorsz geconstitueerden in cracht deses sullen verrichten, onder 't verbant als nae rechten ..." (etc).

* 1646, 23-1: HUA NA nots L. van Vuyren [U036a001-139]: Gerard van Jaersveld compareert in naam van Anthonis van Daellen, Herbert van Houwert in naam van Jan van Leuven, Henrick Ruijsch in naam van Johanna van der Meer, verder Cornelis van Roijen en Alert van Ewijck in hun privé, te samen gecommitteerde crediteuren in de boedel van wijlen Mr. Gerart van Nijendael, machtigen Adriaen van Wamel (procureur voor de kleine rolle 's lants van Utrecht) om alle schulden te innen die Van Nijendael had uitstaan.

* 1646, 30-1: HUA NA nots G. Vastert [U021a013-9]: Antonis van Daell, zijn verstand wel machtig zijnde als claerlick bleek, legateert bij codicil aan zijn tegenwoordige dienstmaagd Geertruijt Jansdr van Weesp, die hem in zijn hoge ouderdom en zieckelickheijt lanckweijlich en getrouw heeft verzorgd, de som van fl 1500,- die zij op zijn dag van sterven zal ontvangen, plus nog fl 40,- voor rouw, onder voorwaarde dat de fl 1500 zullen erven en succederen op Agata Jansz van Weesp, haar zuster. Als deze beiden kinderloos overlijden, dan komt de fl 1500 terug bij de dan levende erfgenamen van Antonis van Daell. Opgemaakt ten woonplaetse van de Comparant, staande omtrent de Smebrugge aen de oostsijde van de Oudegraft. (w.g. Antonis van Daell)

* 1646, 18-2: Overluijdingen te Utrecht [Nav 48 p 247]: een in De Navorscher gepubliceerde lijst van het luiden van de Dom bij overlijdens meldt: Antonis van Daell

* 1646, 2-3: HUA DTB begraven [711-123-13]: Anthonis van Daell, naelatende een overleden dochters mundigen zoon.

* 1648, 8-7: HUA HOF 236-1: Jfr Aleydis Catharina de Wijs vhz weduwe van de heer Johan van Sweserenge in leven universeel erfg van de heer Adriaen van Swesereng zijn vader en van Anthonis van Dael zijn grootvader, voogdes over Adrianus Jacobus en Anthonius van Sweserenge haar twee minderjarige kinderen, cst (bron: Streekarch ZOUtrecht, regesten)

* 1658, 23-12: HUA NA nots G. van Bijlevelt [U053a4-113]: Leonardt Gouwenrack, gemachtigde van zijn schoonvader Vincent van Drielenburch, wonende tot Iselsteijn, erfgenaam voor de ene helft van 5/6 part in twee huisinghe of cameren in de Strooijsteeg, die hij verkregen heeft door het overlijden van Magdalena Rijck Schoormontsdochter van de goederen die deselve geërft had uit de verbonden goederen van wijlen Willem van Drielenburch, in zijn leven burgemeester van Utrecht, haar oudoom. Item jonckvrouwe Maria van der Hagen, vrouw van Mr. Arnould Mathisius, advocaat, speciaal gemachtigde van Frans Wttenbogaert, notaris te Amsterdam, en zich sterk makend en de rato caverend voor zijn zus Josina van Osch, als bij donatie inter vivos het recht gekregen van hun moeder Catharina van Drielenburch, fideicommissaire erfgename van voornoemde burgemeester Drielenburch, gerechtigd tot de wederhelft van dit 5/6 part. Mitsgaders nog Alijdis Catharina de Wijs, weduwe en douagiere Johan van Sweserengh, als 't recht bij erfenisse van haar schoonvader tot 1/6 part, die dat deel had georven van Anthonis van Dael. Zij machtigen Gijsbert Verhaer en Isbrant van Rossum om deze cameren te transporteren aan Oth Sanders van Barnevelt, timmerman en burger van Utrecht; op de laste van fl 225,- oude rente die de erfgenamen van Eechje van Dam daarop volgens plechte spreeckende hebben.


openstaande vragen / discussie


Mogelijk was Anthonis van Dael familie van de testateur die de Beijerskameren stichtten. In 1617 werd namelijk een Geertruid Anthonisdr Beyers door de Dom beluid, die een weduwe was van Johannes van Dael. In 1615 werd de Dom beluid voor Johannes van Dael zelf, de zoon van Antony van Dael.

In de genealogie Beijers, die ontleend is aan een handschrift in het Utrechtse Archief, staat dat een Anthonius van Dalen één van de vier zoons was van Johan van Dalen X Gertrudis Anthoniusdr Beijer. zie http://daktari.antenna.nl/beijer.htm#7 Daaruit blijkt ook dat Gertrudis Beijer de nicht is van Wilhemus Beijer (van Boppart) (XVI-3467), de schoonvader van Johannes Heurnius.

Van Dael was zeer waarschijnlijk ook familie van burgemeester Willem van Drielenburch - zie akte uit 1658.

zie voor het luiden van de Dom bij overlijdens: https://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=1&ved=0ahUKEwisxdLzrYzaAhVIK8AKHfvLDvEQFggqMAA&url=http%3A%2F%2F17thcenturyhollanders.pbworks.com%2Fw%2Ffile%2Ffetch%2F48853913%2FUtrechtOverluidingen.pdf&usg=AOvVaw2XMm4_70tcjPvMYQa_aaOZ

Testament Jacob de Wijs: 18-11-1650, U021a17-196


In 1647 stelt Elisabeth Foeyten, wed. Reinier van 's Heeraertsberge, zich borg voor een schuld die Pauls van Lienden bij Johan de Sweserenge heeft. Hoe is de Elisabeth Foeijte uit 1647 familie van de moeder van Christina van Daelen?; dat kan geen toeval zijn.