X-5 Lochem, Lambert van

Lambert van Lochem (= X-5 en X-25)


ouders: Jan van Lochem en Geeske ten Cate


geboren: ca 1655

gedoopt: [doopsgezind]

overleden: tussen 2-5 en 6-11-1726

begraven:


beroep: textielreder, koopman in garen, diaken van de Doopsgezinde kerk

woonplaats / adres: Enschede


relatie: trouwt 1685


Aaltje Romp (X-6 en X-26)


ouders: Hendrik Romp/Rump en Stijntje Egberts Willink


geboren: Winterswijk 24-6-1659

gedoopt:

overleden: Enschede 1725

begraven:


beroep:

woonplaats / adres: Enschede


kinderen:

    1. Geesje van Lochem, geboren: Enschede ca 1686
      overleden: 1733
      relatie: ondertrouwt Almelo 16-9-1714, getrouwd Enschede 1714
      Berend Bavink, geboren: Almelo 1-5-1691
      overleden: Almelo 29-5-1771
      beroep: reder
      ouders: Hendrik Bavink en Jannetje Blijdenstein
      Hij hertrouwt 1736 Judith Paschen

      1. Aaltje Bavink, geboren: 1715
        overleden: 1727

      2. Janneke Bavink, geboren: 1717
        overleden: 1766

      3. Geesje Bavink, geboren: 1719
        overleden: (na 1767)
        relatie: trouwt 1738
        Everwijn Reijndering, geboren:
        overleden:
        woonplaats / adres: Goch
        ouders:

      4. Hendrik Bavink, geboren: Almelo 1720, gedoopt: Almelo (DG) 27-9-1739
        overleden: Almelo 1777
        beroep: fabriqueur
        woonplaats / adres: Almelo
        relatie: ondertr. Almelo 29-3-1751, trouwt Enschede 10-4-1751 zijn nicht
        Aaltje van Lochem, geboren: geboren 1731, gedoopt: Enschede (DG) Palmzondag 1748
        overleden: Almelo 10-12-1795
        beroep:
        ouders: Herman van Lochem en Catharina van Goch
        Hieruit 9 kinderen

      5. Trijntje Bavink, geboren: 1722
        overleden: 1745

      6. jong overleden

      7. jong overleden

      8. jong overleden

    2. Hendrik van Lochem, geboren: Enschede 1687, gedoopt: (doopsgezind)
      overleden: voor mei 1756 (namelijk 1726)
      beroep:
      relatie: trouwt Enschede 1716
      Johanna Quinkeler / Quinkelders, geboren:
      overleden: na mei 1756
      ouders: NN (boer) en NN
      weduwe van Albert Wessels. Zij hertrouwt Jacob Bussier.

      1. Aaltje van Lochem, geboren: ca 1717
        overleden: ca 1717

      2. Aaltje van Lochem, geboren:1718
        overleden: Enschede ca 1779
        relatie: trouwt Enschede 1737
        Jurriaan Lazonder, geboren:
        overleden:
        ouders: Laurens Lasonder en Judith Stroink
        Hieruit 4 kinderen

      3. Anna van Lochem, geboren: voor 1726 (ca 1719), gedoopt: Enschede [DG] 11-3-1731
        overleden: Enschede 30-11-1740 (kraambed)
        relatie: trouwt Enschede 1738
        Jan Jannink, geboren: Enschede 1714, gedoopt: Enschede [DG] 11-3-1731
        overleden: Enschede 1765
        ouders:Hendrik Jannink en Geertruid Stenvers
        Hij hertrouwt ca 1746 Harmken Honhoff
        Hieruit twee joing gestorven kinderen

    3. Stijntje van Lochem, geboren ca 1688
      overleden: Enschede 1700

    4. Aaltje van Lochem, geboren ca 1690
      overleden: 1735
      relatie:

    5. Jan van Lochem, 1692-1766, X 1727 Catharina van Lochem, VOLGT IX-13

    6. Maria van Lochem, geboren: Enschede 1694
      overleden: Almelo 1746
      beroep:
      relatie: verloofd Almelo 30-4-1724, trouwt Enschede ca 1724
      Jacob Bavink, geboren: Almelo 2-12-1701, gedoopt: Almelo [DG] 21-9-1721
      overleden: Almelo 28-2-1758
      beroep:
      woonplaat / adres:
      ouders: Hendrik Bavink en Jannetje Blijdenstein
      weduwnaar van Belia van Cleeff

      1. Janneke Bavink, geboren: 1727
        overleden: 1728

      2. Hendrik Bavink, geboren: 1730
        overleden: 1730

      3. Aaltje Bavink, geboren: 1732
        overleden: 1741

      4. Hendrik Bavink, geboren: 1735
        overleden:
        relatie: trouwt 1759
        Elisabeth Coster, geboren: 1730
        overleden: 1765
        ouders: Jan Coster en Judith ten Cate

      5. Janneke Bavink, geboren: 1737
        overleden:
        relatie: trouwt Almelo 1758 (ondertrouwt Amsterdam 28-7-1758)
        Harmanus van Coppenaal, geboren: Amsterdam 1-12-1725
        overleden:
        beroep:
        woonplaats / adres: Amsterdam
        ouders: Alexander van Coppenaal en Maria Houtmans
        hieruit zeker 10 kinderen te Amsterdam

    7. Herman van Lochem, 1695-1782, X 1725 Catharina van Gogh, XX 1740 Anna Hoedemaker, VOLGT IX-3

    8. Anna van Lochem, geboren: ca 1699
      overleden: 1719

    9. Stijntje van Lochem, geboren: Enschede 1702
      overleden: Enschede 16-3-1791
      beroep:
      relatie: trouwt Enschede 21-10-1725 haar volle neef
      Isaac Naber, geboren: Enschede 9-8-1794, gedoopt: [DG] 6-3-1712
      overleden: Enschede 13-1-1786
      beroep: reder, linnen- en bombazijnfabrikeur
      ouders: Jan Naber en Judith van Lochem (zus van Lambert van Lochem)

      1. Jan Naber, geboren: 1727
        overleden: 1750 (nee: voor de volkstelling van 1748)

      2. Aaltje Naber: geboren: 1729
        overleden: (na 1767)

      3. Judith Naber, geboren: 1751, gedoopt: Enschede (DG) 27-4-1748
        overleden: Enschede 8-4-1776
        relatie: trouwt 1751
        Jan Blijdenstein, geboren:, gedoopt: Enschede (DG) april 1744
        overleden: Enschede 1-6-1800
        ouders: B. Blijdenstein en Grietje Naber
        Hij hertr. 3-12-1776 Catharina Blijdenstein
        hieruit 3 kinderen

      4. Geesje Naber, geboren: 1733
        overleden: 1744

      5. Jan Naber, geboren: 1735
        overleden: 1737

      6. Grietje Naber, geboren: 1738
        overleden:
        relatie: trouwt 1759
        Jochem Nieuwenhuis, geboren:, gedoopt: Enschede (DG) 24-9-1752
        overleden: Enschede 2-2-1795
        ouders: Andries Nieuwenhuis en Geertruid Hoedemaker
        hieruit 10 kinderen

      7. Jan Naber, geboren: 1740
        overleden: 1741

      8. Christina Naber, geboren: 1742
        overleden: 1749

      9. Jan Naber, geboren: 1746
        overleden: 1750

Lambert van Lochem, diaken van de doopsgezinde kerk: handtekening onder een attestatie van Geertruid ten Cate, die uit Enschede naar Amsterdam verhuist. 11-12-1705. Bron: Stadsarchief Amsterdam

Biografische aantekeningen


Lambert van Lochem was textielreder en handelaar in garens. Hij was bepaald niet onbemiddeld: zijn zoon Hendrik kreeg uit de boedelscheiding fl 2450,-. Indien dat een evenredig deel was, dat moet de totale erfenis zes keer zo groot geweest zijn, dus ca. fl 15.000,-


Bronnen


lit: genealogie koek

lit: Stamboek der Willingen (1767), p.9: Aaltje Romp, dochter van Hendrik Romp en Stijntje Willink, geboren 1659, gestorv 1725, getrouwt 1685 met Lambert van Lochem te Enschede, waarvan 9 kinderen: 1. Geesje van Lochem, geboren 1685, waarvan 8 kinderen, zie pag. 58; 2. Hendrik van Lochem, geboren 1687, waarvan 3 kinderen, zie pag 59; 3. Styntje van Lochem, geb. 1688, gest. 1700; 4. Aaltje van Lochem, geb. 1690, gest. 1735; 5. Jan van Lochem, geb. 1691, waarvan 10 kinderen, zie pag. 59; 6. Maria van Lochem geb. 1694, waarvan 5 kinderen, zie pag. 60; 7. Herman van Lochem, geb 1695, waarvan 6 kinderen, zie pag 60, 61; 8. Anna van Lochem, geb. 1699, gest 1719; Styntje van Lochem, geboren 1702, waarvan 9 kinderen, zie pag 61.


* 1683, 10-7: ORA Enschede Landgericht LG.043.112: De weduwe van Hendrik Nienhuis bespreekt Berend Beckinkvelt door Lambert van Loggum, voor 20 gld 13 1/2 stuiver boekschuld, met verzoek van ineischinge et si non etc. Contumax S.P.

* 1683, 10-9: ORA Enschede Stadsgericht SG.030.166: “Lambert van Loggu: uit naeme van Hendr: Nienhuijs wed:e bespreckt Philips Dullebotter voor 2 ½ gld boekschult. Item Hut Berent voor 1 ½ gld boockschult. Gert Wennekink voor 1 gl: boockschult. Herman Houwers voor 2 gl: 11 st: 2 p. boeckschult, met versoeck van ineischinge et si non etc eisch van kosten. Herman Houwers versocht 14 daege. Philips Dullebotter versocht 14 daege. D’andere contumaces. S.P.”

* 1683, 24-9: ORA Enschede Stadsgericht SG.030.178: “Lammert van Loggu: qqa doet ingevolch Ansprake verwin an Herman Houwers panden met eisch van kosten.”

* 1683, 1-10: ORA Enschede Stadsgericht SG.030.181: “De weduwe wijlen Hendrick Nijenhuis doet door Lambert van Loggum ingevolgh haer verkregen recht nae gedaene wette van anpandinge opbadunge an Philippus Dullebotter sijn panden met eis van costen”

* 1683, 10-12: ORA Enschede Stadsgericht SG.030.214: “De wed: wijlen Hinderick Nijenhuis bespreckt door her neff Lambert van Loghum, Jan Ottenhoff voor 15 gl: 14 st: 6 pe: berekende schult met versoock van aneisghunge onder protest van costen etc – 14 dagen. Idem spreckt de kinderen van wijlen Grete Hemminck an voor 4 gl: 2 st: 8 pen: met eisch van costen en aneischunge – 14 dage”

* 1683, 11-12: ORA Enschede Landgericht LG.043.153: “De wed:e van sal: Hendrick Nienhuis door Lambert van Loggu: bespreeckt Berent ten Vaerde voor 16 ½ gl: boockschult versoeckende onder protest van kosten ineischinge et si non. Contumax S.P.”

* 1690, 11-2: ORA Bredevoort, invnr 430, fol. 74: Erschenen Lambert van Lochum, voor sijn absente huijsvrouw Aeltjen Rumps als meede sijne verdere meede Erffgen: van wijlen sijn schoonvader Hend: Rump, Christina Willinck Ehel: de rato caverende ende bekende aen Frederick Poppinck, Agnes Meghtelt Peran Ehel: voor eene hun wel te dancke betaelde somm: geldes overgelaten en wetteliick vercoffte te hebben een seeckere weijde, notoirliick voor Wenterswijck tusschen Erpenbeecks weijde ende d’Annen mathe geleegen, soo ende als deselve tot nu toe ter halfscheit tusschen Hooff van Eerden ende onse Schoenmoeder is gebruijckt geweest, alles vrij ende allodiael uijtgesondert de gemeijne lantslasten ende beswaren. Bekennende voor hem ende sijnen meede Erffgen: daervan onterfft ende ontreghtight ende de voorn: Eheluijden Poppincks daeraen g’Erffte ende gereghtight te zijn, stellende tot waer en waerschap alle hare gerede en ongereede goederen, om sig in cas van evictie daeran cost en schadeloos met parate executie en distractie te moogen verhalen.

* 1690, 20-10: ORA Enschede Stadsgericht SG.031.540: “Lambert van Loggum geassisteert met advocaet Miskedael alhijr in den gerichte overgetelt ende gedeponeert hebbende alle allsulcken loon soo aen gelde als schoone en linden als Anneken Gerritsen schoomaecker pretendeert arresteert het zelve mits desen met versoeck dat dieselvige alhijr in den gerichte mogen verblijven geconsigneert en in haer niet uijt gereickt voor en alleer dieselve alhijr heeft cuatie gestelt voor die conventie en klagte als comparant sig gerecessiteert vindt ende teegens haer als sijnde een persone daer anders geen verhael aen is heeden over acht dagen tegens die selven te raade geworden te institueeren dien ten gevolge dat die selve daer tegens alhijr staende tegenwoordig in judiciomag voorr ten selven fine daer teegens per indices at elittem worden geciteert. Ende sulx in cas van defect van cautie en borgstellinge de judicio fisti et judicatum solvi mette bedinck van costen ende dat nae die gepresteerde cautie eevens wel. Die citatie sal worden geexploteert. Fiat quod petitur. “

* 1691, 19-10: ORA Enschede Stadsgericht SG.032.0094: Lambert van Lochum spreeckt aen Aelbert Hevink om daer van betaelinge te mogen hebben die summa van eenen gulden mett expresse protestatie van costen. Contumax.

* 1693, 18-3: ORA Enschede Stadsgericht SG.032.0247: Margaretha van Loggum, geassisteerd met Wessel Hoedemaker (ver gerichtswege haar momber), is door haar broer Hendrick van Lochum op de 16e dezer voor burgemeester en regeerders van Amsterdam gemachtigd om alle acties en pretenties op de goederen, binnen en buiten Enschede en inspectie op zijn erfenis zowel ex testamento als ab intestato van wijlen zijn vader en moeder is gedevolveerd, en om die erfenis te helpen scheiden, delen, administreren. Haar broeders en zwager Andreas en Lambert van Loggum neffens Jan Lambertsen Naber. Als ik het goed begrijp probeert ze een rechtszaak te voorkomen tussen de broers over de erfenis. De machtiging uit Amsterdam is er letterlijk bijgevoegd: Hendrick van Lochum machtigt zijn zuster Margareta van Lochum om zijn schuldeisers, en die van de erfenis van zijn vader en moeder te behartigen.

* 1693, 26-6: ORA Enschede Stadsgericht SG.032.0282: Wessel Hoedemaker, momber van Greetken van Loggum alsmede Lambert van Loggum onder anderen qqa vigore testamenti erfgenamen van wijlen haar vader Jan van Loggum exhiberen eis en aanspraak jegens Alexander Wingen en Engelbert Janninck, in qualité mombaren van Elsken Fransen weduwe wijlen Jan van Loggum of de weduwe zelfs, gedaagde…

* 1693, 4-9: ORA Enschede Stadsgericht SG.032.292: Procureur Beeker, namens Elssien Fransen, wed: wijlen Jan van Loggum verzoekt verlenging van de termijn van zes weken contra Lambert en Greetken van Loggum

* 1693, 16-10: ORA Enschede Stadsgericht SG.032.309: Sander Wing en Engelbert Janninck, mombaren van de wed. Jan van Loggum, per procurator Becker, prolongeren de termijn van 6 weken tegen Lambert van Loggum en Wessel Hoedemaker qq, waarin desselfs bediende partij Wagelaer heeft geconsenteert.

* 1693, 27-11: ORA Enschede Stadsgericht SG.032.320: Alexander Wing en Engelbert Jannink presenteren een antwoord met het zegel van 6 st. contra Wessel Hoedemaker qq. Hoedemaker en Lambert van Loggum willen een kopie en ruim de tijd om te reageren.

* 1694, 15-1: ORA Enschede Stadsgericht SG.032. etc: de zaak sleept zich voort tot december 1694, waarbij steeds uitstel wordt verleend.

* 1694, 6-12: ORA Enschede Landgericht LG.010.289: Nootgr. Anno 1694 den 6 December Joan Cost judex. Coornoten Dr. Mich. Alb. Muntz, Albert ten Vaerde. In eijgenaer persoon eerschenen is die E. Andries van Loggum borger en coopman tot Almeloe vertonende mede volmagt van sijn huisvrouwe Trijntjen Costers luiden van woort tot woort als volget. Wij Borgermrn. Schepen ende rad der Stat Almelo certificeren bij desen dat voor ons eerschenen sij die Eeerbare Trijntjen Costers huisvrouwe van Andries van Loggum coopman alhier in desen geadsisteert met Barent Costers als haer momboir en heeft ten bestendigsten rechtens geconstitueert en bemagtigt sulx doonde mits desen haren eheman Andries van Loggum voornoomt ten einde om haer name mede aen Borgmr. Jan Leurink voor (Folio 290) een summa van penningen haer te danke betaelt nae Lantre. van Overijssel te cederen en over te dragen den tienden uit het Erve Swerink voor desen aen sijn Ed. vercogt. Vervolgens eerschenen Andries van Loggum ende Trijntjen Costers eheluiden voornoomt en hebben marito tutore bij aldien geseide van Loggum ijets in de weg mogt comen om dese opdragt in persoon te doon daer tot sampt en int bijsonder geconstitueert en gemagtigt den E. Lamb. van Loggum om uit haer beider naem de voornoomde opdragt des tiendes uit het Swierink aen Borgmr. Jan Leurink te doon soo en als behoort idq cum potestate substituerdi clausulis ratihabitionis et in demnitatis cateniq de jure solitis sonder argelist oijrcont ons stadssegel Almeloe den 22. 9br. 1694 stont R. IJstall secr. L.S. 1694. En dede voor hem selfs en uit cragt van voorssn. volmagt ten erfflijken behove van Borgmr. Jan Leurink en sijnen erven onwederopelijke cessie en overdragt van haeres Transportanten tienden groff ende smal (Folio 291) gaende over het Erve ende goet Swerink in d. Usseler Helminksijt en desen gerichte gelegen. Becanden daer voor den laetsten met den eersten cooppennink ten haeren geneuge ontfangen te hebben, deden daeromme van gemelte tiende vertigtenisse met hande en met monde als recht was hem en den sijnigen daer van mits desen ten enemael ontervende den Aencoper en sijnen erven daer mede weder erfflijk beervende sonder dat hij ofte de sijnigen daer aen het aldergeringste meer behielden off te verwagten hadden. Met belofte van desen coop also t. willen staen wagten en waren onder verbant van hare personenen vordere goderen en renuntieerde van alle exceptjen beneficien en privilegien in rechte desen enigsints ter contrarie breder bij den brieff.

* 1695, 22-7: ORA Enschede Landgericht LG.010.298: Anno 1695 den 22 julij. Joan Cost Judex. Assessores Joan Wagelaer, dr Bernardt Helmich. In eijgenaer persoon erschenen Greetjen van Lochum sijnde sij geadsisiteert met haer gecoren mombair Wessel Hodemaecker en heeft gecedeert overgedragen gelijck sij doet bij deesen ten erffelijcken behove van borgmr. Joan Loerinck, Herman Elferinck, Joan Geerdinck, Steven Gerritsen, Jan Egbertinck, Gerrit Aefkinck, Jan Lammers en Berent Egbertinck haeren tienden groft ende smal gaende over ende uit het erve Egbertinck in d. Usseler Helmincksijt en deesen Gerichte gelegen Haer op den 18 martij 1693 bij lottinge van haer vaderlijcke Erffenisse onder anderen te deele gevallen an d. eerste wegens het landt het geene Sweerinck daer van besit en in eigendoom heeft en an d. anderen voor soo verre (Folio 299) soo verre een jegelijck daer van Lant oft gronden heeft oft besit sijnde alsoo an d. boven gespecificeerde coperen den vollen eigendoom van den geheelen tijnde overgedragen; Becanden daer voor de cooppenninck tot den laetesten toe ontfangen te hebben die sij oock tot betalinge van haer vaederlijcke angeerfde schulden wel verclaerde g. implojeert te hebben dede daerom van voorschr. tijnde transport en vertichenisse met hande en monde als recht was haer en alle den harigen daer van mits deesen ten eenen mael ontervende den ankoperen en haeren Erven daer meede weeder Erffelijck beervende sonder dat daer an het geringeste meerder behielden noch te verwachten hadden met belofte van deesen Erffcoop als van een vrije allodiale en onbecommerde tijnde behoort teegens allen en eenen jegelijcken te willen staen wachten en waeren onder verbant van haer persoon en vordere goederen vercregen en te vererigen en hebben sich hier en boven daer voor verbonden als borgen haer broer en swager Lambert van Lochum en Jan Nabuir alles onder (Folio 300) onder renunciatie van d. exceptie van ongetelde gelde en van allen anderen desen ter contrarie, sijnde deesen coop bij teikeninge van d. coopcedule door hare broders en swager Andreas en van Lambert van Lochum en Joan Nabuir g.approbeert gelijck haer broder Hend. van Lochum hetselve bij een speciale acte voor borgmr. schepen en raeden der Stede Bolsweert de dato den 10 Junij 1695 gedaen heeft die op haer versoeck ten prothocolle is g.registreert luidende van woort tot woort als volget: Borgmr. Schepenen en de Raden der Stede Bolswaert in Frijslandt, doon cont verclaeren en certificeren hijr meede dat voor ons g.compareert is Hend. van Lochum, burger en coopman binnen vorsch. Stede als soon en meede erffgen. van Jan van Lochum sijn overleden vaeder woonachtich tot Endscheide in Overijssel en ick Hend. van Lochum mach liden off consentere d. Coop van Wessel Hodemaecker als voogt over mijn suster wegens (Folio 301) wegens die tijndens an d. huisluiden aldaer ter plaetse meede woonachtich sijn vercoft en an mijn suster d. gelderen aldaer van mach opkomen door d. huisluiden mach werden getelt waer aff deese onse lettere off verclaringe versogt sijnde hebben het selve gepasseert om te mogen strecken naer behooren gegeven en bevestiget onder onse stadts segel ad causas residerende borgmr. en secretaris handen beneffens d. handt van mij ondergeschrevene. Actum den 10. Junij 1695. Onderstondt Hend. van Lochum, Jacop Pijters Algera, abs. secret. bij mij geed. Clerq T.U.Alema 1695

* 1697, 30-11: ORA Enschede Landgericht LG.044.365: Lamb: van Loggum als conjuncta persona van zijn zwager Abraham Stenhorst, met assistentie van dr. Becker, (vervolg niet te vinden)

* 1699, 12-12: ORA Enschede Landgericht LG.044.619: Lambert van Lochem formuleert een eis tegen Berent Nijhuis.

* 1700, 19-2: ORA Enschede Stadsgericht SG.033.117: Lambert van Loggum formuleert een eis tegen Jan Gerritsen Wessels

* 1700, 19-11: ORA Enschede Landgericht LG.045.132: Lambert van Lochem vraagt terugbetaling van fl 26:10 die hij geleend heeft aan Berend Polman

* 1710, 13-8: ORA Enschede Landgericht LG.011.040: Burgemeester en regeerders van Deventer verklaren dat Everwijn Franke en Anneken van Lochem, zijn vrouw, conform de koopbrief van 15-3-1704, aan haar broer/zwager Lambert van Lochem en Jan Lambers Naber te transporteren hun aandeel van het tiende grof en smal gaande uit het erve Wijffkerink in Lonneker

* 1714, 8-10: ORA Enschede Stadsgericht SG.035.390: Dr Cost, in naam van zijn vader Hendr: Cost, als ambtman van de prostie van Oldenzaal, zeggende hoe dat de Ridderschap van de provincie de parate executie van pachten en tienden is competerende en terwijl 7 pachters, onder wie Claes Hoedemaker en Lambert van Lochem door de secretaris Broekhuis trekken zijnde van diverse tienden die onder de praestie van Oldenzaal behoren, en aanmerkelijk achterlopen op de betaling, verzoekt het Stadsgerecht hen tot betaling te dwingen. Het gerecht besluit conform de eis.

* 1715, 6-5: ORA Enschede Stadsgericht SG.035.531: Er is een conflict met de landdrost van Twente, waarvan de finesses me ontgaan, tussen een aantal pachters (?), waaronder Lambert van Lochem, dat zich voortsleept tot februari 1717

* 1718, 7-2: ORA Enschede Stadsgericht SG.036.206: Pieter Hoedemaker, namens …, pandt de mobilia van Lambert van Lochem c.s. om daaraan de pandbare schuld te verhalen die bij de opbadinge zal worden gespecificeerd.

* 1725, 13-7: ORA Enschede Stadsgericht SG.037.184: Freder., Nicol. en Jan Joost Hopker vertellen dat de eerstgenoemde aan de zoon van Lambert van Lochem en de laatste aan Lambert Veldhuis aan ieder een zak garen hebben verkocht. Lambert van Lochem heeft voor de 896 mold een schriftelijke kwaitantie gegeven en beloofd een wissel uit te schrijven, wanneer Hopker langs zou komen. Dat heeft Hopker gisteren en vandaag geprobeerd, maar de ene is uitheems, en de andere “veer van hijer woonagtig”, daarom verzoeken ze citatie op Lambert van Lochem en Lambert Veldhuijs.

Drie dagen later, op 16-7-1725, herhaalt Freder. Nicol. Het verzoek tegen Lambert van Lochem. Comparant Lambr: van Lochem geassist met Pr. Stoltencamp welke hij comparant mits desen als volmachtiger op deze zaak constitueert, zegt “met befreemdinge uijt de aanspraake van Freder: Nicol: Hopkens te verneemen dat deselve van Comparant koomt te eijschen een sack gaaren daar nogtans bij uijt neminge van deselve gaarens uijt de saack zoo niet voor het meeste immers voor een groot gedeelte zeer defectueus en minder in binden aff in de vetten off stucken word bevonden als behoord en om het goede gaaren bij comp:t te behouden hebbe deselve voor en op voorleden vrijdagh den 13 deses bereitz an de anlegger ter presentie van de magistraat alhijer de volle wissels daarvoor gepraesenteert t willen geeven, gelijck men alnoch praesenteert mitz desen doende deselve bij non acceptatie in desen achtb geregte consigneeren met deese praesentatie om het overige defectieuse gaaren wel meede te willen houden, edoch niet anders als tot taxacie en verbeteringe van onpartidige coopluijden des kennisse hebbende. Alles nogtans buijten prejudicie, alle welke praesentatien bij aldien bij den anlegger niet mogte angenoomen worde, soo doet men ten cirlijcksten protesteren, over de costen en d’ansprake cum documentis, versoekende (etc).”

De procureur van de tegenpartij stelt voor om de wissels, waarvan nog steeds het bedrag niet is vermeld te laten deponeren bij het gerecht, zodat Van Lochem en Veldhuis daar in de verdere loop van de procedure niet meer onderuit kunnen, want ondanks hun verklaring zijn op de 13e helemaal geen wissels vertoond en van hand tot hand over gegeven.

* 1726, 2-5: ORA Enschede Landgericht LG.049.226: Compareren H.H. Munts, nomine proprio, Willem ten Cate, Claes Hoedemaker, namens Hend: ten Broeke, Lambert Julens <?>, oudt Br. Jan Becker Linthuijs, Br. Abraham Strick, Br. Jan ten Bouwhuijs, Br. Georgh Stroink, Lambert van Lochem per filium, Hermen en Isaac Paaschen namens sijn grootmoeder de weduwe Paaschen, vertonende hoe dat de eerste tegens heden heeft doen citeren Jan Spijlen en dat luid het relaas, zij allemaal geld competeren van Spijlen: hij is Willem ten Cate resp. honderd en twee maal vijftig gulden schuldig; hij is Lambert van Lochem fl 225,- schuldig.

* 1726, 20-11: ORA Enschede Landgericht LG.011.527: Noodgericht. “Zijn in ijgener personen voor mij, verw. Richter en ceurnooten verscheenen die E. Henr. Van Loggem Lambertszoon en desselffs huijsvrouw Joanna Quinkelner, tutore marito, dewelke comparanten verklaarden ende bekenden ingevolge akkoord van den 6 dezer Maend Novembris en daar op gevolgde akte van Maagescheid en verdelinge in data den 18 deser wegens zodanige getrokken en gevotene twee duizend vier honderd twaalf Car. Gls: 12 stvs: als voor en van wegen derselver kinderen Aelken en Anneken van Loggem uijt den boedel van de overledene Lamb: van Loggem en huisvrouwe Aalken Romp, na inhoud van voornoemde akten, qua relatio ontvangen hebben bij desen gerigtelijk (528) te verborgen en tot onderpandinge te stellen der comparanten eigendommelijke halfscheijd en gerechte aandeel haar toebehorende van het erve en goed de Quinkelaers Plaetse bij Jan Quinkelaer in gebruik, de Holtkamp, bij Jochem Holtkamp en soone in gebruik, de Ganssebosch of Katerstede de Keijserije, genoemd bij Gerrit Frijlink in gebruik, alle met derselver onderhorige landerijen getimmerten, uitdriften etc. in de boerschap Boeculoo onder desen gerichte gelegen. Voorts der comparanten aandeel of halfscheid in de halven Harberink sijnde, en doen nog het 1/14 gedeelte in de andere halfscheid, zijnde grof en smal in de Ossler Markte gelegen, welke genoemde percelen zij compareanten voor zo verre als daar aan berechtigd en haar toekomende zijn, bij deze gerichtelijk verzekerende ende ten onderpande stellen ten profijte van hare voornoemde twee kinderen in gevolge voornoemd akkoord van den 6en dezer, voor en vanwege de gemelde twee duizend vier honderd twaalf glds 12 stvs, zegge fl 2412:12:-, bij de comparanten uit de boedel van Lambert van Loggem en huisvrouwe, luid voornoemde maagescheid, getrokken en ontvangen. Waarvan gedurende het leven van hem Hendr: van Loggem de revenuen bij hemzelven getrokken kunnen worden ende aen dode van hem Hendr: van Loggem op derselven kinderen off kind zullen erven en versterven, belovende zij comparanten deze akte van verband tegens alle en eenieder te willen staan wachten en waren en des nodig meerder verzekeringe te doen. Onder renunciatie van alle tegenstrijdende exceptien desen enigsints ter contrarie, houdende zich van alle deselve volkomen onderricht.”

(i.m. 527: noodgerichte gehouden den 15 meij 1756. Verschenen Jurriaan Lazonder nomine uxoris Aaltjen van Lochem en Jan Jannink, in huwelijk gehad hebbende Anna van Lochem, de rato caverende voor desselfs schoonmoeder Janna Quinkeler, alhier present, (528) en verklaarden tegenstaande verband en hypothecatie den eersten met den laatsten cooppenning beneffens den interesten van dien voldaan en betaald te zijn deden derhalven deselven rojeren, cesseren en annuleren.)


kind 1: Geesje van Lochem

jaartallen en namen van kinderen ontleend aan Stamboek der Willingen


kind 4. Aaltje van Lochem

Wellicht is de volgende inschrijving op haar van toepassing:

* familysearch “Boek der Leeden van de Doopsgezinde Gemeente in Endscheidé, beginnende met Jaar onzes Heeren 1764. (Cornelis de Vries Leeraar zijnde in dezelve Gemeente)”: p.1: Aaltje van Lochem, gedoopt 27 November 1707 door ds. Isaac Paschen. Zij was sedert verscheiden jaren weduwe van Egbert Klopper, waarbij zij zeven kinderen won, zie dezelve op pag 6, 8 en 9. en stierf in den Heeren den 29 December 1764" (die kinderen zijn Trijntje Kloppers en Gerrit Kloppers en Abram Kloppers (X Hester van Heilbron) en Aleida Kloppers.

In het Stamboek der Willingen staat echter dat ze is overleden in 1735, dus kan de bovenstaande haar niet zijn.

* 1710, 11-11: Stadsarchief Amsterdam: een Aeltje van Lochem is met attestatie uit Enschede naar Amsterdam gegaan. Volgens het attestatiebewijs is zij in Enschede gedoopt op 27-11-1707. Het bewijs is ondertekend door de kerkleiders Isaac Paaschen, Abraham Blijdenstein, Andries van Lochem, Willem ten Kate en Lambert van Lochem.


kind 6. Maria van Lochem

Data ontleend aan het Stamboek der Willingen


kind 9. Stijntje van Lochem

Kinderen ontleend aan het Stamboek de Willingen

* 1764: familysearch: Lidmatenregister en DTB aantekeningen Doopsgezinden Enschede (p. 2): "Stijntje van Lochem, gedoopt 6 Maart 1712 door Do Abraham Blijdenstein, thans weduwe van Barend Paschen. 1783 den 2 September overleden."; "Isaäc Naber, gedoopt 6 Maart 1712 door Do Abraham Blijdenstein, getrouwd met Stijntje van Lochem zie pag..., Zijne kinderen vindt men op pag ..., Hij ontsliep in den Heere den 13 Januarij des Jaars 1786, in den Ouderdom van 91 jaaren en ruim 4 maanden, zijnde geb: 1694 den 9 Augustus. NB: wij oordeelden het den moeite wel waardig hier aan te teekenen dat hij 60 jaaren en ruim twee maanden gehuwd is geweest met zijne, op dato dezes nog leevende huisvrouw Stijntje van Lochem. Waarmede hij in den echt trad den 21 october des jaars 1725."

* 1764: idem (p. 3): "Stijntje van Lochem, gedoopt 16 Maart 1721, getrouwt met Isaac Nabor, haare kinderen vindt men op pag. ..., In den Heere ontslaapen den 16 Maart 1791."


Openstaande vragen / discussie


Lambert van Lochem is in 1683, in Enschede, de neef van de weduwe van Hendrik Nijenhuis. Dat klopt: volgens genealogie Koek/boek Bastiaan Willink is Hendrik Nijenhuis getrouwd met Margaretha/Greetje van Lochem, de zus van Lamberts vader Jan. Volgens genoemde genalogiën overlijdt zij na 1653 in Burgsteinfurt; dat is dus "na 1683", terwijl Hendrik Nijenhuis voor dat jaar overlijdt.


kind 9: Stijntje van Lochem:

Uit de geciteerde bronnen blijkt duidelijk dat er sprake is van twee vrouwen die Stijntje van Lochem heten. In veel Internet-genealogiën wordt verondersteld dat Stijntje van Lochem eerst met Barend Paschen en daarna met Isaac Naber trouwde. Zowel volgens het doopsgezinden-register te Enschede als volgens het Stamboek der Willingen blijkt dat onjuist.