t25-30

praten    zwijgen

praten, spreken, zeggen    horen, luisteren

precies    ongeveer

prettig    onprettig

raak    mis

recht    krom

recht    schuin

rechts    links

rond    vierkant

rond    recht

rustig    druk

Ruw    glad

samen    alleen

schaars    overvloedig

Scheef    recht

scherp    bot

schoon    vuil

schoon    vies, vuil, smerig

schuldig    onschuldig

slagen    zakken

slap    stijf

slapen    wakker zijn

slapen    wakker

slim    dom

slordig    netjes

smakelijk    onsmakelijk

smal    breed

Snel    traag

Snel    langzaam

Somber    vrolijk

sommige, een paar    alle

soms    altijd

staan    zitten

staan    liggen

sterk    slap

sterk    zwak

stijgen    dalen

stoppen    doorgaan

stout    lief

strafbaar    toegestaan

strak    los

succes    mislukking

tam    wild

toekomst    verleden

traag    snel

trouwen    scheiden

uit    in

uitdoen    aandoen

uitgang    ingang

vaak    soms

vader    moeder

Vals    eerlijk

van    naar

vandaag    morgen

vast    los

veel    weinig, een beetje

veilig    onveilig

ver    vlakbij

ver (weg)    dichtbij

Verboden    toegestaan

Mocht je de geluidfragmenten niet horen, probeer deze oefeningen dan op https://www.studeersite.nl/tegenstellingen.html