t01-06

aan    uit

aandoen    uitdoen

aangenaam    onaangenaam

aankleden    uitkleden

aanwezig    afwezig

aardig    vervelend

aardig    onaardig

achter    voor

achterin    voorin

achternaam    voornaam

actief    passief

afgelopen zaterdag    aanstaande zaterdag

alle    geen

alleen    allebei

alleen    samen

alles    niets

altijd    nooit

andere    dezelfde

arm    rijk

arm    been

bang    dapper

begin    eind, afgelopen, klaar

begin    einde

beginnen    stoppen

bekend    onbekend

bekennen    ontkennen

belangrijk    onbelangrijk, niet belangrijk

beleefd    onbeleefd

beter    slechter

bewust    onbewust

bezig    klaar

bijna    helemaal

bijzonder    gewoon

binnen    buiten

binnenkant    buitenkant

binnenland    buitenland

blij    verdrietig

blij    droevig

bol    hol

boos    blij

boos    blij

bot    scherp

boven    onder

boven    beneden

branden    blussen

breed    smal

brengen    halen, ophalen

broer    zus

buiten    binnen

daarna    daarvoor

dag    nacht

dames    heren

dapper    laf

dat klopt    dat klopt niet

delen    vermenigvuldigen

deze    die

dicht    open

dichtbij    veraf

diep    ondiep

dik    mager

dik    dun

Mocht je de geluidfragmenten niet horen, probeer deze oefeningen dan op https://www.studeersite.nl/tegenstellingen.html