revisie-centrifugaal-vervroeging

Teveel maximale vervroeging.

Als het ontstekingstijdstip perfect op het "S" teken staat bij stationair lopende motor, en de maximale vervroeging stopt niet als het "F" teken voorbij komt, maar dan nog door gaat.
Dan is een ingeslagen centrifugaal vervroeging de waarschijnlijke oorzaak.

De centrifugaal gewichtjes (1), scharnieren om dunne asjes (2). van de meenemer (5).
De maximale uitslag ,van deze gewichtjes word begrenst door de pinnetjes (3) op het onderbreker-nok gedeelte.
Zij steken door de gaatjes (4) , van de ,,Meenemer" (5).
Deze gaatjes (4) zullen door slijtage iets uitgeslagen zijn en de pinnetjes (2) ingeslagen.
De gewichtjes kunnen daardoor iets te ver naar buiten bewegen ,en ook te ver naar binnen terugveren.
Hierdoor word de totale vervroeging vergroot.

Laat het gewichtje goed vlak op een aambeeld of iets dergelijks dragen.
Sla met een stalen drift (diameter +/- 1.5 mm) voorzichtig op de rand van de uitgeslagen gaten.
De gaten moeten uiteindelijk licht ovaal worden want je moet ook de slijtage van het asje met het smeden compenseren.
Tussendoor goed opmeten.
Als na montage blijkt dat je iets te ver door bent gegaan met smeden kan je de gaatjes voorzichtig weer iets uit vijlen.
Vraag of iemand je helpt om het gewichtje vast te houden anders vliegt het ding je alle kanten op.

Als de vervroeging pas bij een te hoog toerental begint (en mits de juiste nieuwe vervroeging veertjes zijn toegepast) ,dan ligt dit waarschijnlijk aan een andere vorm van slijtage op plek (7) waar de gewichtjes met hun hefboompje op het onderbreker nok gedeelte drukken.
Als dit is ingesleten begint de vervroeging pas bij een te hoog motortoerental .

Dubbel S- merkteken

Controleer met een stroboscoop lamp of je een dubbel beeld ziet.
Voor een beter beeld ontvet de merktekens en verf ze nauwkeurig met met een tandenstoker en witte verf (of een Tipp-ex pen).
Start de motor pas weer als de verf droog is.
Dit dubbel beeld betekend dat de ontsteking van het mengsel van beide cilinders niet op het zelfde voorontsteking moment plaatsvind.
Dit zorgt voor een onrustige (stationaire) loop, en het beïnvloed uiteraard nadelig het startgemak, het vermogen, de slijtage en verbruik van de motor.
Deels kan dit ontstaan door een versleten distributie (ketting-tandwielen en spanner).
Kan je dit uitsluiten omdat de distributie bv recent vernieuwd is dan kan de mechanische vervroeger inderdaad ook onnauwkeurig zijn.
De oorzaak kan een slingerend asje op het uiteinde van de nokkenas waarop de vervroeger gemonteerd zit, of een onnauwkeurige geometrie van de nokjes op de vervroeger.
Voor onderstaande oplossing heb je veel moed geluk, geduld en gevoel nodig.
Dit is geheel op eigen risico !
Snap je risico's niet, of wat ik in onderstaande beschrijf, begin er dan niet aan!
Gaat er iets fout, dan kost het je of een nieuwe nokkenas of een nieuwe elektronische ontsteking op de krukas
!

  • Het richten van het asje van de ontsteking:
    Hiervoor klok je het asje van de ontsteking met een micrometer en probeer hem zo nauwkeurig mogelijk te richten.
    De micrometer kan je met een magneetklem op een ijzeren strip vastzetten, die op zijn beurt weer is vastgeschroefd op de rand van van het blok waar de voorste deksel op rust.
    Demonteer tijdens het uit-klokken de bougies en, en draai de afstelling van de kleppen “los” zodat de kleppen bij het draaien van de motor niet gelicht hoeven te worden.
    Hiermee voorkom al te grote mechanische invloeden die het uitlezen onnauwkeurig zouden maken.
    Maak om beschadigen van het asje te voorkomen een hulpstukje van een stukje stalen buis opgevuld met bv daklood om over het asje te kunnen schuiven.
    Schuif dit buisje op het asje, en richt het nu asje zo nauwkeurig mogelijk door kleine droge tikjes op dit hulpstukje te geven, en tussendoor opnieuw te meten.

  • Herstellen van de geometrie van de nokjes :
    Er kan ook na het richten van het asje nog steeds een dubbel ontsteking beeld zichtbaar zijn bij controle met de stroboscoop ook als het asje perfect gericht is.
    De oorzaak hiervan is dat de beide nokjes die de puntjes moeten lichten niet precies 180 gr t.o.v. elkaar beginnen met lichten van de puntjes.
    Heel voorzichtig vijlen /schuren van het nokje dat het vroegste “licht” is hier de oplossing.
    Welk nokje je moet bewerken vind je uit door bij een van de nokjes een merkteken te zetten op de vervroeger, en vervolgens dit nokje voorzichtig iets te bewerken aan de kant die het contactpuntje optilt.
    Monteer nu de vervroeger, start de motor, en meet met opnieuw met de stroboscoop lamp.
    Wordt het dubbel beeld (de schijnbare afstand die je ziet tussen de dubbele merktekens) minder dan heb je het juiste nokje te pakken.
    Wordt het verschil groter dan moet je het andere nokje bewerken.
    Controleer met de stroboscoop lamp regelmatig ,totdat je geen dubbel beeld meer ziet.
    Wordt het dubbel beeld ineens weer groter,dan heb je teveel van het nokje afgehaald.
    Bewerk dan het ander nokje.
    Is het dubbel beeld verdwenen, dan is de eindbewerking is altijd zo glad als een spiegel polijsten van de nokjes.
    Voordat je de vervroeger definitief monteert moet je hem nog goed reinigen en daarna smeren.
    Stel nu de contactpuntjes en het ontstekingstijdstip nauwkeurig af.