Kort historisch overzicht van de vijf Regimenten Jagers te Paard die bestaan hebben sinds het begin van de Negentiende Eeuw tot heden.

Dit artikel werd op 5 maart 1994 door de 1ste Reservemeester Olivier Cazzola gepubliceerd ter gelegenheid van de 60ste verjaardag van de Koninklijke Kring van Reserveofficieren van Mons.

De oorspronkelijke Franstalige versie werd, met toelating van de auteur lichtjes aangepast.

De Nederlandstalige versie daarentegen is een vertaling en werd aangevuld en geactualiseerd.

De oorsprong van de benaming: “Jagers te Paard” Vrij vertaald:

« Voor het eerst werden er in de Zeventiende Eeuw op het “Oude Continent” lichte eenheden te paard ingezet. Later in het jaar 1743, zal de Duitse aanvoerder Jean-Chretien Fischer, een compagnie oprichten de zogenaamde "Jagers van Fischer". Deze eenheid die zich ten dienste van Frankrijk onderscheidde, gaf langzaam gestalte aan de Jagers te Paard (Chasseurs à Cheval).

Een benaming die naar alle waarschijnlijkheid haar oorsprong vindt binnen het Franse Leger.

Op het einde van de Achttiende Eeuw bestonden er 26 regimenten met deze benaming.

Napoleon I verhoogde hun aantal tot 32, waarvan het 23ste regiment hoofdzakelijk uit inwoners van de stad Mons bestond. Volgens de Franse generaal Marbot, waren het uitstekende en strijdlustige mannen (« Des hommes superbes et de race belliqueuse»). Maar ondanks hun gelijkluidende benaming hebben de Belgische Jagers te Paard geen verdere aanknopingspunten met het Franse Leger. Noch hun organieke structuren, noch hun uniformen en zeker niet het beoogde politieke doel laten dit toe.

Het Belgische Leger, net zoals ons Land, ontstaat met de Revolutie van 1830. »

Hun oprichtingsdatum.